Book Chapter: Verse
1 Gen 2:5 | 5 En allen struik des velds, eer hij in de aarde was,
2 Gen 2:5 | was, en al het kruid des velds, eer het uitsproot; want
3 Gen 2:19 | aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte des
4 Gen 2:20 | van al het gedierte des velds; maar voor de mens vond
5 Gen 3:1 | dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt
6 Gen 3:14 | boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan,
7 Gen 3:18 | en gij zult het kruid des velds eten. ~
8 Gen 25:27 | zoons is als de reuk des velds, hetwelk de HEERE gezegend
9 Gen 30:19 | En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijn tent gespannen
10 Gen 34:7 | bindende in het midden des velds; en ziet, mijn schoof stond
11 Gen 43:24 | voor u zijn, tot zaad des velds, en tot uw spijze en van
12 Exo 9:22 | en over al het kruid des velds in Egypteland. ~
13 Exo 9:25 | de hagel al het kruid des velds, en verbrak al het geboomte
14 Exo 9:25 | verbrak al het geboomte des velds. ~
15 Exo 10:15 | noch aan de kruiden des velds, in het ganse Egypteland. ~
16 Exo 22:5 | het van het beste zijns velds en van het beste zijns wijngaards
17 Exo 23:11 | overige daarvan de beesten des velds eten mogen; alzo zult gij
18 Lev 19:9 | zult, gij zult den hoek uws velds niet ganselijk afoogsten,
19 Lev 22:53 | inoogsten, den hoek des velds niet ganselijk afmaaien,
20 Lev 25:4 | geven, en het geboomte des velds zal zijn vrucht geven; ~
21 Lev 25:22 | zenden het gedierte des velds, hetwelk u beroven, en uw
22 Num 22:4 | gelijk de os de groente des velds oplikt. Te dier tijd nu
23 Deu 2:8 | van den weg des vlakken velds, van Elath, en van Ezeon-Geber,
24 Deu 3:17 | tot aan de zee des vlakken velds, de Zoutzee, onder Asdoth-Pisga
25 Deu 4:49 | tot aan de zee des vlakken velds, onder Asdoth-Pisga. ~ ~
26 Deu 7:22 | doen, opdat het wild des velds niet tegen u vermenigvuldige. ~
27 Deu 32:13 | hij at de inkomsten des velds; en Hij deed hem honig zuigen
28 Joz 3:16 | naar de zee des vlakken velds, te weten de Zoutzee, afliepen,
29 Joz 12:3 | tot aan de zee des vlakken velds, de Zoutzee, tegen het oosten,
30 Joz 25:32 | te Sichem, in dat stuk velds, hetwelk Jakob gekocht had
31 Ric 4:42 | Nafthali, op de hoogten des velds. ~
32 1Sa 17:44 | geven, en aan de dieren des velds. ~
33 1Sa 17:46 | hemels, en aan de beesten des velds geven; en de ganse aarde
34 2Kon 15:9 | vrouw; maar het gedierte des velds, dat op den Libanon is,
35 2Kon 21:23| in het woud zijns schonen velds. ~
36 2Kon 21:26| zij waren als het gras des velds, en de groene grasscheutjes,
37 2Kon 27:4 | door den weg des vlakken velds. ~
38 2Kro 25:18| vrouw; maar het gedierte des velds, dat op den Libanon is,
39 2Kro 31:5 | van al de inkomsten des velds; ook brachten zij de tienden
40 Job 5:23 | 23 Want met de stenen des velds zal uw verbond zijn, en
41 Job 5:23 | zijn, en het gedierte des velds zal met u bevredigd zijn. ~
42 Job 38:18 | drukken kan, en de dieren des velds die vertrappen kunnen? ~
43 Job 39:15 | spelen al de dieren des velds aldaar. ~
44 Psa 8:8 | ook mede de dieren des velds. ~
45 Psa 50:11 | bergen, en het wild des velds is bij Mij. ~
46 Psa 80:14 | uitgewroet, en het wild des velds heeft hem afgeweid. ~
47 Psa 103:15 | gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. ~
48 Psa 104:11 | drenken al het gedierte des velds; de woudezels breken er
49 Spre 27:26| en de bokken de prijs des velds. ~
50 Hoo 2:7 | reeen, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde
51 Hoo 3:5 | reeen of bij de hinden des velds zijt, dat gij de liefde
52 Jes 10:18 | wouds en zijns vruchtbaren velds; van de ziel af, tot het
53 Jes 37:24 | in het woud zijns schonen velds. ~
54 Jes 37:27 | zij waren als het gras des velds en de groene grasscheutjes,
55 Jes 40:6 | goedertierenheid als een bloem des velds. ~
56 Jes 43:20 | 20 Het gedierte des velds zal Mij eren, de draken
57 Jes 55:12 | en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen. ~
58 Jes 56:12 | en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen. ~
59 Jes 57:9 | Al gij gedierten des velds, komt om te eten, ja, al
60 Jer 7:20 | over het geboomte des velds, en over de vrucht des aardrijks;
61 Jer 12:4 | en het kruid des gansen velds verdorren? Vanwege de boosheid
62 Jer 12:9 | verzamelt, al gij gedierte des velds, komt om te eten! ~
63 Jer 18:14 | ook om een rotssteen des velds verlaten de sneeuw van Libanon?
64 Jer 27:6 | zelfs ook het gedierte des velds heb Ik hem gegeven, om hem
65 Jer 28:14 | hem ook het gedierte des velds gegeven. ~
66 Jer 39:4 | door den weg des vlakken velds. ~
67 Jer 52:7 | door den weg des vlakken velds. ~
68 Eze 16:5 | geweest op het vlakke des velds, om de walgelijkheid
69 Eze 16:7 | duizend, als het gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid,
70 Eze 17:24 | Zo zullen alle bomen des velds weten, dat Ik, de HEERE,
71 Eze 31:4 | waterleidingen uit tot alle bomen des velds. ~
72 Eze 31:5 | hoger dan alle bomen des velds; en zijn takjes werden menigvuldig,
73 Eze 31:6 | takjes, en alle dieren des velds teelden onder zijn scheuten;
74 Eze 31:13 | stam, en alle dieren des velds waren op zijn scheuten; ~
75 Eze 31:15 | en al het geboomte des velds was om zijnentwil bewonden. ~
76 Eze 34:5 | als het wild gedierte des velds tot spijze geworden, dewijl
77 Eze 34:8 | al het wild gedierte des velds tot spijze geworden
78 Eze 34:27 | En het geboomte des velds zal zijn vrucht geven, en
79 Eze 36:30 | geboomte en de inkomst des velds vermenigvuldigen; opdat
80 Eze 38:20 | hemels, en het gedierte des velds, en al het kruipend gedierte,
81 Eze 39:4 | aan het gedierte des velds ter spijze gegeven. ~
82 Eze 39:17 | tot al het gedierte des velds: Vergadert u, en komt aan,
83 Dan 2:38 | heeft Hij de beesten des velds en de vogelen des hemels
84 Dan 4:12 | hem vond het gedierte des velds schaduw, en de vogelen des
85 Dan 4:15 | band in het tedere gras des velds; en laat hem in de dauw
86 Dan 4:21 | onder wien het gedierte des velds woonde, en in wiens takken
87 Dan 4:23 | band in het tedere gras des velds, en in de dauw des hemels
88 Dan 4:23 | met het gedierte des velds, totdat er zeven tijden
89 Dan 4:25 | en met het gedierte des velds zal uw woning zijn, en men
90 Dan 4:32 | woning zal bij de beesten des velds zijn; men zal u gras te
91 Hos 2:11 | en het wild gedierte des velds zal ze vreten. ~
92 Hos 2:17 | met het wild gedierte des velds, en met het gevogelte des
93 Hos 4:3 | kwelen, met het gedierte des velds, en met het gevogelte des
94 Hos 13:8 | leeuw; het wild gedierte des velds verscheurde hen. ~
95 Joe 1:11 | gerst, want de oogst des velds is vergaan. ~
96 Joe 1:12 | appelboom; alle bomen des velds zijn verdord; ja de vrolijkheid
97 Joe 1:19 | vlam heeft alle bomen des velds aangestoken. ~
98 Joe 1:20 | schreeuwt elk beest des velds tot U; want de waterstromen
99 Joe 2:22 | Vreest niet, gij beesten des velds! want de weiden der woestijn
100 Mic 1:6 | stellen tot een steenhoop des velds, tot plantingen eens wijngaards;
101 Matt 6:28| Aanmerkt de lelien des velds, hoe zij wassen; zij arbeiden
102 Matt 6:30| Indien nu God het gras des velds, dat heden is, en morgen
|