Book Chapter: Verse
1 Gen 7:3 | mannetje en het wijfje, om zaad levend te houden op de ganse aarde. ~
2 Gen 9:3 | 3 Al wat zich roert, dat levend is, zij u tot spijze; Ik
3 Gen 24:19 | vonden aldaar een put van levend water. ~
4 Exo 22:4 | 4 Indien de diefstal levend in zijn hand voorzeker gevonden
5 Lev 13:10 | heeft, en gezondheid van levend vlees in dat gezwel is; ~
6 Lev 13:14 | 14 Maar ten welken dage levend vlees daarin gezien zal
7 Lev 14:5 | in een aarden vat, over levend water. ~
8 Lev 14:50 | in een aarden vat, over levend water. ~
9 Lev 14:52 | bloed des vogels, en met dat levend water, en met den levenden
10 Lev 15:13 | en hij zal zijn vlees met levend water baden, zo zal hij
11 Lev 16:10 | weggaande bok te zijn, zal levend voor het aangezicht des
12 Num 16:30 | alles wat hunner is, en zij levend ter helle zullen nedervaren;
13 Num 16:33 | en alles wat hunner was, levend ter helle; en de aarde overdekte
14 Num 21:9 | slang aan, en hij bleef levend. ~
15 Deu 4:33 | als gij gehoord hebt, en levend zij gebleven? ~
16 Deu 4:42 | van deze steden vlood en levend bleef; ~
17 Deu 5:3 | wij die hier heden allen levend zijn. ~
18 Deu 5:24 | mens spreekt, en dat hij levend blijft. ~
19 Deu 5:26 | heeft gelijk wij, en is levend gebleven? ~
20 Deu 32:39 | met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik heel; en
21 Joz 6:17 | alleenlijk zal de hoer Rachab levend blijven, zij en allen, die
22 Joz 8:23 | koning van Ai grepen zij levend, en zij brachten hem tot
23 Ric 14:19 | geest weder, en hij werd levend. Daarom noemde hij haar
24 1Sa 2:6 | De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen,
25 1Sa 15:8 | koning der Amalekieten, levend; maar al het volk verbande
26 2Sa 12:18 | Ziet, als het kind nog levend was, spraken wij tot hem,
27 2Sa 12:22 | genadig zijn, dat het kind levend bleve. ~
28 2Sa 18:14 | Absaloms hart, daar hij nog levend was in het midden van den
29 1Kon 17:22| weder in hem, dat het weder levend werd. ~
30 1Kon 20:18| uitgetogen zijn, grijpt hen levend; hetzij ook, dat zij ten
31 1Kon 20:18| uitgetogen zijn, grijpt hen levend. ~
32 2Kon 5:7 | dan God, om te doden en levend te maken, dat deze tot mij
33 2Kon 7:12| zijn, dan zullen wij hen levend grijpen, en wij zullen in
34 2Kon 8:1 | die vrouw, welker zoon hij levend gemaakt had, zeggende: Maak
35 2Kon 8:5 | vertelde, hoe hij een dode had levend gemaakt, ziet, zo riep de
36 2Kon 8:5 | de vrouw, welker zoon hij levend gemaakt had, tot den koning,
37 2Kon 8:5 | haar zoon, dien Elisa heeft levend gemaakt. ~
38 2Kon 10:14| Toen zeide hij: Grijpt hen levend. En zij grepen hen levend;
39 2Kon 10:14| levend. En zij grepen hen levend; en zij sloegen hen bij
40 2Kon 14:21| Elisa aanroerde, werd hij levend, en rees op zijn voeten. ~
41 2Kro 25:12| kinderen van Juda tien duizend levend, en brachten ze op de hoogte
42 Neh 4:2 | steentjes uit de stofhopen levend maken, daar zij verbrand
43 Neh 6:11 | tempel zou gaan, dat hij levend bleve? Ik zal er niet ingaan. ~
44 Neh 9:6 | en Gij maakt die allen levend; en het heir der hemelen
45 Job 33:4 | des Almachtigen heeft mij levend gemaakt. ~
46 Psa 55:16 | schuldeiser overvalle, dat zij als levend ter helle nederdalen; want
47 Psa 58:10 | worden, zal Hij hem als levend, als in heten toorn wegstormen. ~
48 Psa 71:20 | doen zien, zult mij weder levend maken, en zult mij weder
49 Psa 85:7 | Zult Gij ons niet weder levend maken, opdat Uw volk zich
50 Psa 119:25 | kleeft aan het stof; maak mij levend naar Uw woord. ~
51 Psa 119:37 | ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen. ~
52 Psa 119:40 | tot Uw bevelen; maak mij levend door Uw gerechtigheid. ~
53 Psa 119:50 | Uw toezegging heeft mij levend gemaakt. ~
54 Psa 119:88 | 88 Maak mij levend naar Uw goedertierenheid,
55 Psa 119:93 | door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt. ~
56 Psa 119:107| verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord. ~
57 Psa 119:149| goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht. ~
58 Psa 119:154| en verlos mij, maak mij levend, naar Uw toezegging. ~
59 Psa 119:156| barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten. ~
60 Psa 119:159| lief heb, o HEERE! maak mij levend naar Uw goedertierenheid. ~
61 Psa 124:3 | 3Toen zouden zij ons levend verslonden hebben, als hun
62 Psa 138:7 | benauwdheid, maakt Gij mij levend; Uw hand strekt Gij uit
63 Psa 143:11 | 11 O HEERE! maak mij levend, om Uws Naams wil; voer
64 Spre 1:12| 12 Laat ons hen levend verslinden, als het graf;
65 Pred 4:2 | levenden, die tot nog toe levend zijn. ~
66 Jes 58:15 | nederigen geest is, opdat Ik levend make den geest der nederigen,
67 Jes 58:15 | der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden. ~
68 Klaa 1:83| Mem. Wat klaagt dan een levend mens? Een ieder klage vanwege
69 Eze 37:3 | Mensenkind! zullen deze beenderen levend worden? En ik zeide: Heere
70 Eze 37:5 | in u brengen, en gij zult levend worden.
71 Eze 37:6 | in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten,
72 Eze 37:9 | gedoden, opdat zij levend worden. ~
73 Eze 37:10 | geest in hen, en zij werden levend en stonden op hun voeten,
74 Hos 6:2 | Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag
75 Luk 15:24 | zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren,
76 Luk 15:32 | broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren,
77 Joha 4:10| begeerd, en Hij zoude u levend water gegeven hebben. ~
78 Joha 4:11| van waar hebt Gij dan het levend water? ~
79 Joha 5:21| Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de
80 Joha 5:21| alzo maakt ook de Zoon levend, Die Hij wil. ~
81 Joha 6:63| 63 De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet
82 Hand 1:3 | geleden had, Zichzelven levend vertoond heeft, met vele
83 Rom 4:17 | namelijk God, Die de doden levend maakt, en roept de dingen,
84 Rom 7:9 | is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven. ~
85 Rom 8:11 | uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest,
86 Rom 14:9 | en opgestaan, en weder levend geworden, opdat Hij beiden
87 1Kor 15:22| zij ook in Christus allen levend gemaakt worden. ~
88 1Kor 15:36| hetgeen gij zaait, wordt niet levend, tenzij dat het gestorven
89 2Kor 3:6 | doodt, maar de Geest maakt levend. ~
90 Gal 3:21 | gegeven ware, die machtig was levend te maken, zo zou waarlijk
91 Efez 2:1 | 1 En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart
92 Efez 2:5 | door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit
93 Kol 2:13 | voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden
94 1The 4:15| des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de
95 1The 4:17| 17 Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen
96 1Tim 6:13| voor God, Die alle ding levend maakt, en voor Christus
97 Heb 4:12 | 12 Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender
98 1Pet 3:18| gedood in het vlees, maar levend gemaakt door den Geest; ~
99 Open 1:18| geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen.
100 Open 2:8 | dood geweest is, en weder levend is geworden: ~
101 Open 19:20| aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in den poel des
102 Open 20:5 | doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren
|