Book Chapter: Verse
1 Gen 18:37 | zoon, en noemde zijn naam Moab; deze is de vader der Moabieten,
2 Gen 33:35 | versloeg in het veld van Moab; en de naam zijner stad
3 Num 21:11 | woestijn, die tegenover Moab is, tegen den opgang der
4 Num 21:13 | Arnon is de landpale van Moab, tussen Moab en tussen de
5 Num 21:13 | landpale van Moab, tussen Moab en tussen de Amorieten. ~
6 Num 21:15 | leent aan de landpale van Moab.) ~
7 Num 21:20 | dal, dat in het veld van Moab is, aan de hoogte van Pisga,
8 Num 21:29 | 29 Wee u, Moab! Gij, volk Kamoz zijt verloren!
9 Num 22:1 | in de vlakken velden van Moab, aan deze zijde van de Jordaan
10 Num 22:3 | 3 Zo vreesde Moab zeer voor het aangezicht
11 Num 22:3 | volks, want het was veel; en Moab was beangstigd voor het
12 Num 22:4 | 4 Derhalve zeide Moab tot de oudsten der Midianieten:
13 Num 22:21 | heen met de vorsten van Moab. ~
14 Num 26:3 | in de vlakke velden van Moab, aan de Jordaan van Jericho,
15 Num 26:63 | in de vlakke velden van Moab, aan de Jordaan van Jericho. ~
16 Num 31:12 | in de vlakke velden van Moab, dewelke zijn aan de Jordaan
17 Num 32:44 | Abarim, in de landpale van Moab. ~
18 Deu 1:5 | Jordaan, in het land van Moab, hief Mozes aan, deze wet
19 Deu 2:8 | den weg der woestijn van Moab. ~
20 Deu 2:9 | HEERE tot mij: Beangstig Moab niet, en meng u niet met
21 Deu 2:18 | aan Ar, de landpale van Moab; ~
22 Deu 29:1 | Israels, in het land van Moab, boven het verbond, dat
23 Deu 32:49 | Nebo, die in het land van Moab is, die tegenover Jericho
24 Deu 34:1 | uit de vlakke velden van Moab, naar den berg Nebo, op
25 Deu 34:5 | aldaar in het land van Moab, naar des HEEREN mond. ~
26 Deu 34:6 | een dal, in het land van Moab, tegenover Beth-Peor; en
27 Deu 34:8 | in de vlakke velden van Moab, dertig dagen; en de dagen
28 Joz 13:32 | uitgedeeld had in de velden van Moab, op gene zijde der Jordaan
29 Ric 3:28 | veren van de Jordaan in naar Moab, en lieten niemand overgaan. ~
30 Ric 3:30 | 30 Alzo werd Moab te dien dage onder Israels
31 Ric 9:6 | van Sidon, en de goden van Moab, en de goden der kinderen
32 Rut 1:6 | weder uit de velden van Moab; want zij had gehoord in
33 Rut 1:6 | gehoord in het land van Moab, dat de HEERE Zijn volk
34 1Sa 14:47 | al zijn vijanden, tegen Moab, en tegen de kinderen Ammons,
35 2Sa 8:12 | 12 Van Syrie, en van Moab, en van de kinderen Ammons,
36 2Sa 23:20 | twee sterke leeuwen van Moab; ook ging hij af, en sloeg
37 2Kon 1:1 | 1 En Moab viel van Israel af, na Achabs
38 1Kro 1:46| Midianieten in het veld van Moab versloeg; en den naam zijner
39 1Kro 8:8 | kinderen in het land van Moab (nadat hij dezelve weggezonden
40 1Kro 11:22| twee sterke leeuwen van Moab; ook ging hij af, en versloeg
41 2Kro 21:10| zie de kinderen Ammons, en Moab, en die van het gebergte
42 2Kro 21:22| tegen de kinderen Ammons, Moab, en die van het gebergte
43 2Kro 21:23| Want de kinderen Ammons en Moab stonden op tegen de inwoners
44 Psa 60:10 | 10 Moab is mijn waspot; op Edom
45 Psa 83:7 | Edom en der Ismaelieten, Moab en de Hagarenen;
46 Psa 108:10 | 10 Moab is mijn waspot; op Edom
47 Jes 11:14 | oosten beroven; aan Edom en Moab zullen zij hun handen slaan,
48 Jes 15:1 | 1 De last van Moab. Zekerlijk, in den nacht
49 Jes 15:2 | Nebo en over Medeba zal Moab huilen; op al hun hoofden
50 Jes 15:4 | maken de toegerusten van Moab een geschrei, eens iegelijks
51 Jes 15:5 | Mijn hart schreeuwt over Moab, haar grendelen zijn naar
52 Jes 15:8 | omgaan door de landpale van Moab, haar gehuil tot Eglaim
53 Jes 15:9 | leeuwen over de ontkomenen van Moab, mitsgaders over het overblijfsel
54 Jes 16:2 | geschieden, dat de dochteren van Moab aan de veren van Arnon zullen
55 Jes 16:4 | verdrevenen onder u verkeren, o Moab! wees gij hun een schuilplaats
56 Jes 16:6 | gehoord de hovaardij van Moab, hij is zeer hovaardig;
57 Jes 16:7 | 7 Daarom zal Moab over Moab huilen, altemaal
58 Jes 16:7 | Daarom zal Moab over Moab huilen, altemaal zullen
59 Jes 16:11 | rommelt mijn ingewand over Moab, als een harp, en mijn binnenste
60 Jes 16:12 | geschieden, als men zien zal, dat Moab vermoeid is geworden op
61 Jes 16:13 | woord, dat de HEERE tegen Moab gesproken heeft, van toen
62 Jes 16:14 | huurlings), dan zal de eer van Moab verachtzaam gemaakt worden,
63 Jes 25:10 | dezen berg rusten; maar Moab zal onder Hem verdorst worden,
64 Jer 9:26 | kinderen Ammons, en over Moab, en over allen, die aan
65 Jer 25:21 | 21 Edom, en Moab, en den kinderen Ammons; ~
66 Jer 27:3 | Edom, en tot den koning van Moab, en tot den koning der kinderen
67 Jer 40:11 | ook al de Joden, die in Moab, en onder de kinderen Ammons,
68 Jer 48:1 | 1 Tegen Moab zegt de HEERE der heirscharen,
69 Jer 48:4 | 4 Moab is verbroken; haar kleine
70 Jer 48:9 | 9 Geeft Moab vederen, want al vliegende
71 Jer 48:11 | 11 Moab is van zijn jeugd aan gerust
72 Jer 48:13 | 13 En Moab zal beschaamd worden vanwege
73 Jer 48:15 | 15 Moab is verstoord, en uit zijn
74 Jer 48:20 | 20 Moab is beschaamd, want hij is
75 Jer 48:20 | verkondigt te Arnon, dat Moab verstoord is. ~
76 Jer 48:26 | tegen den HEERE; zo zal Moab met de handen klappen in
77 Jer 48:28 | steenrots, gij inwoners van Moab! en wordt gelijk een duif,
78 Jer 48:31 | Daarom zal Ik over Moab huilen, ja, om gans Moab
79 Jer 48:31 | Moab huilen, ja, om gans Moab zal Ik krijten; over de
80 Jer 48:35 | 35 En Ik zal in Moab doen ophouden, spreekt de
81 Jer 48:36 | Daarom zal Mijn hart over Moab getier maken als de fluiten;
82 Jer 48:38 | 38 Op alle daken van Moab, en op al haar straten is
83 Jer 48:38 | overal misbaar; want Ik heb Moab verbroken als een vat, waar
84 Jer 48:39 | verslagen! zij huilen; hoe heeft Moab den nek met schaamte gewend!
85 Jer 48:39 | schaamte gewend! Alzo zal Moab allen, die rondom hem zijn,
86 Jer 48:40 | zal zijn vleugelen over Moab uitbreiden. ~
87 Jer 48:42 | 42 Want Moab zal verdelgd worden, dat
88 Jer 48:43 | over u, gij inwoner van Moab! spreekt de HEERE. ~
89 Jer 48:44 | want Ik zal over haar, over Moab, het jaar van hunlieder
90 Jer 48:45 | heeft de hoeken van Moab en den schedel der kinderen
91 Jer 48:46 | 46 Wee u, Moab! het volk van Kamos is verloren;
92 Eze 25:8 | zegt de Heere HEERE: Omdat Moab en Seir zeggen: Ziet, het
93 Eze 25:9 | ziet, Ik zal de zijde van Moab openen, van de steden af,
94 Eze 25:11 | 11 Ik zal ook in Moab gerichten oefenen; en zij
95 Dan 11:41 | zijn hand ontkomen, Edom en Moab, en de eerstelingen der
96 Amos 2:1 | Om drie overtredingen van Moab, en om vier zal Ik dat niet
97 Amos 2:2 | Daarom zal Ik een vuur in Moab zenden, dat zal de paleizen
98 Amos 2:2 | van Kerioth verteren; en Moab zal sterven met groot gedruis,
99 Mic 6:5 | wat Balak, de koning van Moab, beraadslaagde, en wat hem
100 Zep 2:8 | Ik heb de beschimping van Moab gehoord, en de scheldwoorden
101 Zep 2:9 | heirscharen, de God Israels: Moab zal zekerlijk zijn als Sodom,
|