Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
derzelfde 1
derzelve 53
derzelven 1
derzelver 101
derzulken 3
des 5858
desem 1
Frequency    [«  »]
102 verlost
102 vreugde
101 46
101 derzelver
101 gedierte
101 hetzij
101 moab

Bijbel

IntraText - Concordances

derzelver

    Book Chapter: Verse
1 Gen 2:21 | van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees. ~ 2 Gen 8:13 | eerste maand, op den eersten derzelver maand, dat de wateren droogden 3 Gen 24:18 | toegestopt hadden; en hij noemde derzelver namen naar de namen, waarmede 4 Gen 29:2 | en hij noemde den naam derzelver plaats Mahanaim. ~ 5 Exo 15:23 | was bitter; daarom werd derzelver naam genoemd Mara. ~ 6 Exo 22:11 | have geslagen heeft; en derzelver heer zal dien aannemen; 7 Exo 25:25 | een gouden krans rondom derzelver lijst maken. ~ 8 Exo 25:26 | de vier hoeken, die aan derzelver vier voeten zijn zullen. 9 Exo 27:10 | zijn twintig pilaren en derzelver twintig voeten, van koper 10 Exo 27:11 | zijn twintig pilaren, en derzelver twintig voeten, van koper; 11 Exo 27:11 | de haken der pilaren, en derzelver banden zullen van zilver 12 Exo 27:12 | ellen; hun pilaren tien, en derzelver voeten tien. 13 Exo 35:18 | pennen des voorhofs, met derzelver zelen; ~ 14 Exo 36:38 | overtrok hun hoofden en derzelver banden met goud; en hun 15 Exo 37:3 | alzo dat twee ringen op derzelver ene zijde waren, en twee 16 Exo 37:12 | een gouden krans rondom derzelver lijst. ~ 17 Exo 37:13 | de vier hoeken, die aan derzelver vier voeten waren. ~ 18 Exo 38:10 | 10 Hun twintig pilaren en derzelver twintig voeten, waren van 19 Exo 38:11 | hun twintig pilaren en derzelver twintig voeten waren van 20 Exo 38:11 | de haken der pilaren en derzelver banden waren van zilver. ~ 21 Exo 38:12 | ellen, hun pilaren tien en derzelver voeten tien; de haken der 22 Exo 38:14 | zijde waren vijftien ellen, derzelver pilaren drie en hun voeten 23 Exo 38:15 | ellen; hun pilaren drie en derzelver voeten drie. ~ 24 Exo 38:19 | 19 En hun vier pilaren en derzelver vier voeten waren van koper, 25 Lev 13:20 | lager is dan het vel, en derzelver haar in wit veranderd is, 26 Lev 22:37 | den vijftienden dag der derzelver maand is het feest van de 27 Num 4:6 | uitspreiden; en zij zullen derzelver handbomen aanleggen. ~ 28 Num 4:8 | bedekken; en zij zullen derzelver handbomen aanleggen. ~ 29 Num 5:7 | de hoofdsom daarvan, en derzelver vijfde deel zal hij daarboven 30 Num 11:34 | Daarom heet men den naam derzelver plaats Kibroth Thaava; want 31 Deu 13:15 | Zo zult gij de inwoners derzelver stad ganselijk slaan met 32 Deu 21:3 | daar zullen de oudsten derzelver stad een jonge koe van de 33 Deu 21:4 | 4 En de oudsten derzelver stad zullen de jonge koe 34 Deu 21:6 | 6 En alle oudsten derzelver stad, die naast aan den 35 Deu 22:18 | 18 Dan zullen de oudsten derzelver stad dien man nemen, en 36 Deu 22:24 | uitbrengen tot de poort derzelver stad, en gij zult hen met 37 Joz 5:10 | pascha op den veertienden dag derzelver maand, in den avond, op 38 Joz 8:27 | zichzelven het vee en den buit derzelver stad, naar het woord des 39 Joz 10:1 | Israel gemaakt hadden, en in derzelver midden waren; ~ 40 Joz 10:28 | zwaards; daartoe verbande hij derzelver koning, henlieden en alle 41 Joz 10:30 | overblijven; en hij deed derzelver koning, gelijk als hij den 42 Joz 13:23 | Ruben was de Jordaan, en derzelver landpale; dat is het erfdeel 43 Joz 14:4 | steden om te bewonen, en derzelver voorsteden voor hun vee 44 Joz 15:12 | zijn tot de grote zee en derzelver landpale. Dit is de landpale 45 Joz 20:4 | voor de oren van de oudsten derzelver stad; dan zullenzij hem 46 Ric 3:6 | 6 Zo namen zij zich derzelver dochters tot vrouwen, en 47 Ric 3:6 | en gaven hun dochters aan derzelver zonen; en zij dienden derzelver 48 Ric 3:6 | derzelver zonen; en zij dienden derzelver goden. ~ 49 Ric 17:7 | zagen het volk, hetwelk in derzelver midden was, zijnde gelegen 50 1Sa 7:14 | Gath toe; ook rukte Israel derzelver landpale uit de hand der 51 1Kon 19:8 | hij ging, door de kracht derzelver spijs, veertig dagen en 52 2Kon 24:19| heb tegen deze plaats en derzelver inwoners, dat zij tot een 53 1Kro 14:11| daarom noemden zij den naam derzelver plaats Baal-Perazim. ~ 54 2Kro 3:15| en het kapiteel, dat op derzelver hoofd was, was van vijf 55 2Kro 29:24| ze, en ontzondigden met derzelver bloed op het altaar, om 56 2Kro 32:1 | deze geschiedenissen en derzelver bevestiging, kwam Sanherib, 57 2Kro 32:14| Wie is er onder alle goden derzelver natien, dewelke mijn vaders 58 Ezra 10:14| oudsten van elke stad en derzelver rechters; totdat wij van 59 Psa 46:4 | de bergen daveren, door derzelver verheffing! Sela. ~ 60 Psa 74:6 | 6 Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen samen met houwelen 61 Psa 106:35 | de heidenen, en leerden derzelver werken. ~ 62 Jes 4:4 | zal verdreven hebben uit derzelver midden, door den Geest des   63 Jes 14:17 | een woestijn stelde, en derzelver steden verstoorde, die zijn 64 Jes 37:18 | al de landen, mitsgaders derzelver landerijen verwoest; ~ 65 Jes 40:22 | den kloot der aarde, en derzelver inwoners zijn als sprinkhanen; 66 Jes 66:21 | wijngaarden planten, en derzelver vrucht eten. ~ 67 Jer 33:12 | in is, mitsgaders in al derzelver steden, zullen wederom woningen 68 Jer 38:19 | dat zij mij misschien in derzelver hand overgeven, en zij den 69 Eze 1:16 | gedaante der raderen en derzelver maaksel was als de verf 70 Eze 11:6 | vermenigvuldigd, en gij hebt derzelver straten met de verslagenen 71 Eze 11:21 | hunner gruwelen nawandelt, derzelver weg zal Ik op hun hoofd 72 Eze 20:1 | vijfde maand, op den tienden derzelver maand, dat er mannen uit 73 Eze 20:9 | aan welke Ik Mij, voor derzelver ogen, bekend      gemaakt 74 Eze 23:7 | zij verliefd was, met al derzelver drekgoden, verontreinigde      75 Eze 23:20 | zij werd verliefd meer dan derzelver bijwijven, welker vlees 76 Eze 26:10 | menigte zijner paarden zal u derzelver stof bedekken; uw muren 77 Eze 30:4 | Egypte; want zij zullen derzelver menigte wegnemen, en haar      78 Eze 40:6 | oosten, en hij ging bij derzelver trappen op, en mat den dorpel 79 Eze 40:20 | buitenste voorhof, hij mat derzelver lengte en derzelver breedte. ~ 80 Eze 40:20 | mat derzelver lengte en derzelver breedte. ~ 81 Eze 40:24 | naar het zuiden; en hij mat derzelver posten, en derzelver voorhuizen, 82 Eze 40:24 | mat derzelver posten, en derzelver voorhuizen, naar deze maten. ~ 83 Eze 41:15 | dat achter dezelve was, en derzelver galerijen van deze en van 84 Eze 42:11 | het noorden waren, naar derzelver lengte, alzo naar derzelver 85 Eze 42:11 | derzelver lengte, alzo naar derzelver breedte; en al haar uitgangen      86 Eze 42:11 | uitgangen      waren ook naar derzelver wijzen en naar derzelver 87 Eze 42:11 | derzelver wijzen en naar derzelver deuren. ~ 88 Eze 48:34 | duizend en vijfhonderd; derzelver poorten drie: een poort 89 Hos 4:13 | populier, en iepeboom, omdat derzelver schaduw goed is; daarom 90 Joe 1:3 | hun kinderen vertellen, en derzelver kinderen aan een ander geslacht. ~ 91 Amos 5:11| wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken. ~ 92 Amos 9:14| wijngaarden planten, en derzelver wijn drinken; en zij zullen      93 Amos 9:14| zullen      hoven maken, en derzelver vrucht eten. ~ 94 Mic 1:2 | op, gij aarde, mitsgaders derzelver volheid! de Heere HEERE 95 Mic 6:16 | Achab; en gij wandelt in derzelver raadslagen; opdat Ik u stelle 96 Zep 1:13 | wijngaarden, maar zij zullen      derzelver wijn niet drinken. ~ 97 Zac 11:16 | het vette zal hij eten, en derzelver klauwen zal hij verscheuren. ~ 98 Luk 4:6 | macht, en de heerlijkheid derzelver koninkrijken geven; want 99 Rom 11:17 | wilde olijfboom zijnde, in derzelver plaats zijt ingeent, en 100 Heb 5:3 | 3 En om derzelver zwakheid wil moet hij gelijk 101 Heb 13:11 | heiligdom door den hogepriester, derzelver lichamen werden verbrand


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License