Book Chapter: Verse
1 Gen 23:46 | 46 Zo haastte zij zich en liet
2 Gen 25:46 | 46 En Rebekka zeide tot Izak:
3 Gen 28:46 | 46 En Jakob zeide tot zijn
4 Gen 37:46 | 46 Jozef nu was dertig jaren
5 Gen 42 | 46 ~
6 Exo 12:46 | 46 In een huis zal het gegeten
7 Exo 29:46 | 46 En zij zullen weten, dat
8 Lev 11:46 | 46 Dit is de wet van de beesten,
9 Lev 13:46 | 46 Al de dagen, in welke deze
10 Lev 14:46 | 46 En die in dat huis gaat
11 Lev 24:46 | 46 En gij zult u tot bezitters
12 Lev 25:46 | 46 Dit zijn die inzettingen,
13 Num 1:46 | 46 Al de getelden dan waren
14 Num 3:46 | 46 Aangaande de tweehonderd
15 Num 4:46 | 46 Al de getelden, welke Mozes
16 Num 7:46 | 46 Een geitenbok, ten zondoffer; ~
17 Num 16:46 | 46 En Mozes zeide tot Aaron:
18 Num 26:46 | 46 En de naam der dochter van
19 Num 31:46 | 46 En der mensen zielen zestien
20 Num 32:46 | 46 En zij verreisden van Dibon-Gad,
21 Deu 1:46 | 46 Alzo bleeft gij in Kades
22 Deu 4:46 | 46 Aan deze zijde van de Jordaan,
23 Deu 28:46 | 46 En zij zullen onder u tot
24 Deu 32:46 | 46 Zo zeide hij tot hen: Zet
25 Joz 15:46 | 46 Van Ekron, en naar de zee
26 Joz 19:46 | 46 En Me-Jarkon, en Rakkon,
27 Ric 8:46 | 46 Als alle burgers des torens
28 Ric 19:46 | 46 Alzo waren allen, die op
29 1Sa 14:46 | 46 Saul nu toog op van achter
30 1Sa 17:46 | 46 Te dezen dage zal de HEERE
31 2Sa 22:46 | 46 Vreemden zijn vervallen,
32 1Kon 1:46| 46 En ook zit Salomo op den
33 1Kon 2:46| 46 En de koning gebood Benaja,
34 1Kon 7:46| 46 In de vlakte van de Jordaan
35 1Kon 8:46| 46 Wanneer zij gezondigd zullen
36 1Kon 18:46| 46 En de hand des HEEREN was
37 1Kon 22:46| 46 Het overige nu der geschiedenissen
38 1Kro 1:46| 46 En Husam stierf, en Hadad,
39 1Kro 2:46| 46 En Efa, het bijwijf van
40 1Kro 6:46| 46 Den zoon van Amzi, den zoon
41 1Kro 11:46| 46 Eliel Hammahavim en Jeribai,
42 Ezra 2:46| 46 De kinderen van Hagab, de
43 Neh 7:46 | 46 De Nethinim: de kinderen
44 Neh 12:46 | 46 Want in de dagen van David
45 Psa 18:46 | 46 Vreemden zijn vervallen,
46 Psa 46 | 46 ~
47 Psa 78:46 | 46 En Hij gaf hun gewas den
48 Psa 89:46 | 46 Gij hebt de dagen zijner
49 Psa 106:46 | 46 Dies gaf Hij hun barmhartigheid
50 Psa 119:46 | 46 Ook zal ik voor koningen
51 Jes 46 | 46 ~
52 Jer 46 | 46 ~
53 Jer 48:46 | 46 Wee u, Moab! het volk
54 Jer 50:46 | 46 De aarde is bevende
55 Jer 51:46 | 46 En opdat ulieder hart
56 Klaa 1:90| 46 Pe. Al onze vijanden
57 Eze 16:46 | 46 Uw grote zuster nu
58 Eze 20:46 | 46 Mensenkind, zet uw
59 Eze 23:46 | 46 Want alzo zegt de Heere
60 Eze 40:46 | 46 Maar de kamer, welker
61 Eze 46 | 46 ~
62 Dan 2:46 | 46 Toen viel de koning
63 Matt 5:46| 46 Want indien gij liefhebt,
64 Matt 12:46| 46 En als Hij nog tot de scharen
65 Matt 13:46| 46 Dewelke, hebbende een parel
66 Matt 21:46| 46 En zoekende Hem te vangen,
67 Matt 22:46| 46 En niemand kon Hem een woord
68 Matt 24:46| 46 Zalig is die dienstknecht,
69 Matt 25:46| 46 En dezen zullen gaan in
70 Matt 26:46| 46 Staat op, laat ons gaan;
71 Matt 27:46| 46 En omtrent de negende ure
72 Mark 6:46| 46 En als Hij aan dezelve hun
73 Mark 9:46| 46 Waar hun worm niet sterft,
74 Mark 10:46| 46 En zij kwamen te Jericho.
75 Mark 14:46| 46 En zij sloegen hun handen
76 Mark 15:46| 46 En hij kocht fijn lijnwaad,
77 Luk 1:46 | 46 En Maria zeide: Mijn ziel
78 Luk 2:46 | 46 En het geschiedde, na drie
79 Luk 6:46 | 46 En wat noemt gij Mij, Heere,
80 Luk 7:46 | 46 Met olie hebt gij Mijn hoofd
81 Luk 8:46 | 46 En Jezus zeide: Iemand heeft
82 Luk 9:46 | 46 En er rees een overlegging
83 Luk 11:46 | 46 Doch Hij zeide: Wee ook
84 Luk 12:46 | 46 Zo zal de heer deszelven
85 Luk 19:46 | 46 Zeggende tot hen: Er is
86 Luk 20:46 | 46 Wacht u van de Schriftgeleerden,
87 Luk 22:46 | 46 En Hij zeide tot hen: Wat
88 Luk 23:46 | 46 En Jezus, roepende met grote
89 Luk 24:46 | 46 En zeide tot hen: Alzo is
90 Joha 1:46| 46 Filippus vond Nathanael
91 Joha 4:46| 46 Zo kwam dan Jezus wederom
92 Joha 5:46| 46 Want indien gij Mozes geloofdet,
93 Joha 6:46| 46 Niet dat iemand den Vader
94 Joha 7:46| 46 De dienaars antwoordden:
95 Joha 8:46| 46 Wie van u overtuigt Mij
96 Joha 11:46| 46 Maar sommigen van hen gingen
97 Joha 12:46| 46 Ik ben een Licht, in de
98 Hand 2:46| 46 En dagelijks eendrachtelijk
99 Hand 5:46| 46 Want zij hoorden hen spreken
100 Hand 7:46| 46 Maar Paulus en Barnabas,
101 1Kor 15:46| 46 Doch het geestelijke is
|