Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zeilden 1
zeilende 1
zekekia 1
zeker 99
zekere 16
zekeren 13
zekerheid 10
Frequency    [«  »]
99 wijze
99 woonden
99 woont
99 zeker
98 bleef
98 dal
98 graf

Bijbel

IntraText - Concordances

zeker

   Book Chapter: Verse
1 Lev 24:18 | doet dezelve; zo zult gij zeker wonen in het land. ~ 2 Lev 24:19 | verzadiging toe; en gij zult zeker daarin wonen. ~ 3 Lev 25:5 | verzadiging toe, en gij zult zeker in uw land wonen. ~ 4 Deu 12:10 | vijanden rondom, en gij zult zeker wonen. ~ 5 Deu 13:14 | de waarheid, de zaak is zeker, zulk een gruwel is in het 6 Deu 17:4 | de waarheid, de zaak is zeker, zulk een gruwel is in Israel 7 Deu 28:66 | gij zult van uw leven niet zeker zijn. ~ 8 Deu 33:12 | beminde des HEEREN, hij zal zeker bij Hem wonen. Hij zal hem 9 Deu 33:28 | 28 Israel dan zal zeker alleen wonen, en Jakobs 10 Ric 3:24 | slot gedaan; zo zeiden zij: Zeker, hij bedekt zijn voeten 11 Ric 14:2 | haar vader zeide: Ik sprak zeker, dat gij haar ganselijk 12 Ric 14:7 | hen: Zoudt gij alzo doen? Zeker, als ik mij aan u gewroken 13 Ric 17:7 | wijze der Sidoniers, stil en zeker zijnde; en daar was geen 14 Ric 17:27 | te Lais, tot een stil en zeker volk, en sloegen hen met 15 1Sa 12:11 | vijanden rondom, alzo dat gij zeker woondet. ~ 16 2Sa 11:23 | David: Die mannen zijn ons zeker te machtig geweest, en zijn 17 1Kon 4:25| En Juda en Israel woonden zeker, een iegelijk onder zijn 18 1Kon 20:23| sterker geweest dan wij; maar zeker, laat ons tegen hen op het 19 Neh 11:23 | konings van hen, te weten, een zeker onderhoud voor de zangers, 20 Job 24:22 | zo is men des levens niet zeker. ~ 21 Job 31:34 | 34 Zeker, ik kon wel een grote menigte 22 Job 33:8 | 8 Zeker, gij hebt gezegd voor mijn 23 Psa 4:9 | HEERE! alleen zult mij doen zeker wonen. ~  ~ 24 Psa 16:9 | zich; ook zal mijn vlees zeker wonen. ~ 25 Psa 66:19 | 19 Maar zeker, God heeft gehoord; Hij 26 Psa 78:53 | 53 Ja, Hij leidde hen zeker, zodat zij niet vreesden; 27 Spre 1:33| die naar Mij hoort, zal zeker wonen, en hij zal gerust 28 Spre 3:23| Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw 29 Spre 10:9 | oprechtheid wandelt, wandelt zeker; maar die zijn wegen verkeert, 30 Spre 11:15| die in de hand klappen, is zeker. ~ 31 Jes 14:30 | de nooddruftigen zullen zeker nederliggen; uw wortel daarentegen 32 Jes 32:9 | stem; gij dochters, die zo zeker zijt, neemt mijn redenen 33 Jes 32:10 | zijn, gij dochters, die zo zeker zijt, want de wijnoogst 34 Jes 32:11 | beroerd, dochters, die zo zeker zijt; trekt u uit, en ontbloot 35 Jes 47:8 | gij weelderige! die zo zeker woont, die in haar hart 36 Jer 2:35 | 35      Nog zegt gij: Zeker, ik ben onschuldig; Zijn 37 Jer 23:6 | verlost worden, en Israel zeker wonen; en dit zal Zijn naam 38 Jer 32:37 | wederbrengen, en zal hen zeker doen wonen. 39 Jer 33:16 | verlost worden, en Jeruzalem zeker wonen; en deze is, die haar 40 Eze 28:26 | En zij zullen daarin zeker wonen, en huizen bouwen, 41 Eze 28:26 | planten; ja, zij zullen zeker wonen; als Ik gerichten 42 Eze 34:25 | ophouden; en zij zullen zeker wonen in de woestijn, en 43 Eze 34:27 | inkomst geven, en zij zullen zeker zijn in hun land; en zullen 44 Eze 34:28 | vreten; maar zij zullen zeker wonen, en er zal niemand 45 Eze 38:8 | uitgevoerd zijn, en zij allemaal zeker zullen wonen. ~ 46 Eze 38:11 | degenen, die in rust zijn, die zeker wonen, die altemaal wonen 47 Eze 38:14 | dage, als Mijn volk Israel zeker woont, niet gewaar worden? ~ 48 Eze 39:6 | degenen, die in de eilanden zeker wonen; en zij zullen weten, 49 Eze 39:26 | overtreden, toen zij in hun land zeker woonden, en er niemand was, 50 Dan 2:45 | gewis, en zijn uitlegging is zeker. ~ 51 Mic 2:8 | mantel van degenen, die zeker voorbijgaan, wederkomende 52 Zep 2:15 | opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart 53 Zac 14:11 | zijn; want Jeruzalem zal zeker wonen. ~ 54 Matt 8:19| 19 En er kwam een zeker Schriftgeleerde tot Hem, 55 Matt 18:23| hemelen vergeleken bij een zeker koning, die rekening met 56 Matt 22:2 | der hemelen is gelijk een zeker koning, die zijn zoon een 57 Mark 7:9 | zeide tot hen: Gij doet zeker Gods gebod wel te niet, 58 Mark 14:51| 51 En een zeker jongeling volgde Hem, hebbende 59 Luk 1:5 | koning van Judea, was een zeker priester, met name Zacharias, 60 Luk 7:2 | een dienstknecht van een zeker hoofdman over honderd, die 61 Luk 7:41 | 41 Jezus zeide: Een zeker schuldheer had twee schuldenaars; 62 Luk 8:27 | uitgegaan was, ontmoette Hem een zeker man uit de stad, die van 63 Luk 10:25 | 25 En ziet, een zeker wetgeleerde stond op, Hem 64 Luk 10:30 | antwoordende, zeide: Een zeker mens kwam af van Jeruzalem 65 Luk 10:31 | 31 En bij geval kwam een zeker priester denzelven weg af, 66 Luk 10:33 | 33 Maar een zeker Samaritaan, reizende, kwam 67 Luk 11:37 | nu dit sprak, bad Hem een zeker Farizeer, dat Hij bij hem 68 Luk 13:6 | zeide deze gelijkenis: Een zeker man had een vijgeboom, geplant 69 Luk 14:2 | 2 En ziet, er was een zeker waterzuchtig mens voor Hem. ~ 70 Luk 14:16 | Maar Hij zeide tot hem: Een zeker mens bereidde een groot 71 Luk 15:11 | 11 En Hij zeide: Een zeker mens had twee zonen. ~ 72 Luk 16:1 | Zijn discipelen: Er was een zeker rijk mens, welke een rentmeester 73 Luk 16:19 | 19 En er was een zeker rijk mens, en was gekleed 74 Luk 16:20 | 20 En er was een zeker bedelaar, met name Lazarus, 75 Luk 17:12 | 12 En als Hij in een zeker vlek kwam, ontmoetten Hem 76 Luk 18:2 | 2 Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die 77 Luk 18:18 | 18 En een zeker overste vraagde Hem, zeggende: 78 Luk 18:35 | nabij Jericho kwam, dat een zeker blinde aan den weg zat, 79 Luk 19:12 | 12 Hij zeide dan: Een zeker welgeboren man reisde in 80 Luk 20:6 | stenigen; want zij houden voor zeker, dat Johannes een profeet 81 Luk 20:9 | gelijkenis te zeggen: Een zeker mens plantte een wijngaard, 82 Luk 23:19 | 19 Dewelke was om zeker oproer, dat in de stad geschied 83 Joha 4:46| gemaakt had. En er was een zeker koninklijk hoveling, wiens 84 Joha 5:5 | 5 En aldaar was een zeker mens, die acht en dertig 85 Joha 11:1 | 1 En er was een zeker man krank, genaamd Lazarus, 86 Hand 3:2 | 2 En een zeker man, die kreupel was van 87 Hand 5:1 | 1 En er was een zeker man te Cesarea, met name 88 Hand 5:11| den hemel geopend, en een zeker vat tot hem nederdalen, 89 Hand 6:5 | een gezicht, namelijk een zeker vat, gelijk een groot linnen 90 Hand 8:8 | 8 En een zeker man, te Lystre, zat onmachtig 91 Hand 10:1 | En ziet, aldaar was een zeker discipel, met name Timotheus, 92 Hand 12:24| 24 En een zeker Jood, met name Apollos, 93 Hand 14:9 | 9 En een zeker jongeling, met name Eutychus, 94 Hand 15:10| gebleven waren, kwam er een zeker profeet af van Judea, met 95 Hand 19:14| verhaald, zeggende: Hier is een zeker man van Felix gevangen gelaten; ~ 96 Hand 21:16| 16 En lopende onder een zeker eilandje, genaamd Klauda, 97 Hand 21:26| 26 Doch wij moeten op een zeker eiland vervallen. ~ 98 Fili 3:1 | verdrietig, en het is u zeker. ~ 99 Heb 6:19 | anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License