Book Chapter: Verse
1 Gen 31:10 | 10 En woont met ons; en het land zal
2 Gen 31:10 | voor uw aangezicht zijn; woont, en handelt daarin, en stelt
3 Exo 8:22 | Gosen, waarin Mijn volk woont, afzonderen, dat daar geen
4 Lev 16:16 | samenkomst, welke met hen woont in het midden hunner onreinigheden. ~
5 Num 13:18 | en het volk, dat daarin woont, of het sterk zij of zwak,
6 Num 13:19 | land zij, waarin hetzelve woont, of het goed zij of kwaad;
7 Num 13:19 | zijn, in dewelke hetzelve woont, of in legers, of in sterkten; ~
8 Num 13:28 | is, hetwelk in dat land woont, en de steden zijn vast,
9 Num 32:55 | op het land, waarin gij woont. ~
10 Deu 18:6 | gans Israel, alwaar hij woont, en hij komt naar alle begeerte
11 Deu 33:20 | aan Gad ruimte maakt! hij woont als een oude leeuw, en verscheurt
12 Joz 9:7 | tot de Hevieten: Misschien woont gijlieden in het midden
13 Joz 23:19 | de tabernakel des HEEREN woont, en neemt bezitting in het
14 Joz 25:13 | niet gebouwd hebt, en gij woont in dezelve; gij eet van
15 Joz 25:15 | Amorieten, in welker land gij woont; maar aangaande mij, en
16 Ric 5:10 | niet, in welker land gij woont; maar gij zijt Mijner stem
17 1Sa 4:4 | die tussen de cherubim woont; en de twee zonen van Eli,
18 2Sa 6:2 | heirscharen, Die daarop woont tussen de cherubim. ~
19 2Sa 7:2 | cederen huis, en de ark Gods woont in het midden der gordijnen. ~
20 2Kon 21:15 | Die tussen de cherubim woont! Gij zelf, Gij alleen zijt
21 1Kro 13:6 | Die tussen de cherubim woont, waar de Naam wordt aangeroepen. ~
22 Ezra 1:3 | de God, Die te Jeruzalem woont. ~
23 Ezra 1:4 | huis Gods, Die te Jeruzalem woont. ~
24 Ezra 1:5 | HEEREN, die te Jeruzalem woont. ~
25 Ezra 2:68 | HEEREN, die te Jeruzalem woont, gaven vrijwilliglijk ten
26 Ezra 4:24 | huis Gods, Die te Jeruzalem woont, ja, het hield op tot in
27 Ezra 5:2 | huis Gods, Die te Jeruzalem woont; en met hen de profeten
28 Ezra 5:16 | huis Gods, Die te Jeruzalem woont; en er is van toen af tot
29 Job 28:4 | door, bij dengene, die daar woont, de wateren vergeten zijnde
30 Job 37:19 | is de weg, daar het licht woont? En de duisternis, waar
31 Job 38:31 | 31 Hij woont en vernacht in de steenrots,
32 Psa 2:4 | 4 Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal
33 Psa 9:12 | Psalmzingt den HEERE, Die te Sion woont; verkondigt onder de volken
34 Psa 104:12 | 12 Bij dezelve woont het gevogelte des hemels,
35 Psa 113:5 | onze God? Die zeer hoog woont. ~
36 Psa 135:21 | uit Sion, Die te Jeruzalem woont. Hallelujah! ~ ~
37 Spre 3:29 | hij met vertrouwen bij u woont. ~
38 Jes 8:18 | heirscharen, Die op den berg Sion woont. ~
39 Jes 10:24 | gij Mijn volk, dat te Sion woont! voor Assur, als hij u met
40 Jes 26:19 | juicht, gij, die in het stof woont! want uw dauw zal zijn als
41 Jes 33:5 | HEERE is verheven, want Hij woont in de hoogte; Hij heeft
42 Jes 33:24 | want het volk, dat daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid
43 Jes 37:16 | Die tussen de cherubim woont! Gij Zelf, Gij alleen zijt
44 Jes 47:8 | weelderige! die zo zeker woont, die in haar hart zegt:
45 Jes 58:15 | Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, en Wiens Naam heilig is:
46 Jer 2:15 | verbrand, dat er niemand in woont. ~
47 Jer 4:29 | zodat niemand in dezelve woont. ~
48 Jer 22:23 | gij, die nu op den Libanon woont, en in de cederen nestelt!
49 Jer 25:5 | boosheid uwer handelingen, en woont in het land, dat de HEERE
50 Jer 29:5 | 5 Bouwt huizen en woont daarin, en plant hoven en
51 Jer 29:16 | het volk, dat in deze stad woont, te weten, uw broederen,
52 Jer 29:28 | duren; bouwt huizen, en woont daarin en plant hoven, en
53 Jer 40:10 | ze in uw vaten, en woont in uw steden, die gij hebt
54 Jer 44:2 | te deze dage, en niemand woont daarin; ~
55 Jer 44:22 | vloek, dat er niemand in woont, gelijk het is te dezen
56 Jer 44:26 | Juda, die in Egypteland woont! Ziet, Ik zweer bij Mijn
57 Jer 48:28 | Verlaat de steden, en woont in de steenrots, gij inwoners
58 Jer 49:1 | erfgenaam van Gad, en waarom woont zijn volk in deszelfs
59 Jer 49:8 | 8 Vliedt, wendt u, woont in diepe plaatsen, gij inwoners
60 Jer 49:16 | trotsheid uws harten, gij, die woont in de kloven der steenrotsen,
61 Jer 49:30 | zwerft fluks henen weg, woont in diepe plaatsen, gij inwoners
62 Jer 49:31 | heeft, dat in zekerheid woont, spreekt de HEERE; dat geen
63 Jer 51:13 | Gij, die aan vele wateren woont, die machtig zijt van schatten!
64 Jer 51:43 | een land, waarin niemand woont, en waar geen mensenkind
65 Klaa 1:3 | der dienstbaarheid; zij woont onder de heidenen, zij vindt
66 Klaa 1:131| Edoms, die in het land Uz woont! doch de beker zal ook tot
67 Eze 2:6 | en gij bij schorpioenen woont; vrees voor hun woorden
68 Eze 12:2 | 2 Mensenkind! gij woont in het midden van een wederspannig
69 Eze 16:46 | haar dochteren, dewelke woont aan uw linkerhand; maar
70 Eze 16:46 | die tegen uw rechterhand woont, is Sodom en haar dochteren. ~
71 Eze 27:3 | zeg tot Tyrus, die daar woont aan de ingangen der zee,
72 Eze 38:14 | als Mijn volk Israel zeker woont, niet gewaar worden? ~
73 Dan 2:22 | duister is, want het licht woont bij Hem. ~
74 Hos 4:3 | een iegelijk, die daarin woont, kwelen, met het gedierte
75 Amos 8:8 | worden, en al wie daarin woont treuren? Ja, het zal geheel
76 Oba 1:3 | bedrogen; hij, die daar woont in de kloven der steenrotsen,
77 Mic 7:14 | Uwer erfenis, die alleen woont, in het woud, in het midden
78 Zep 2:15 | opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt:
79 Zac 2:7 | Sion! ontkomt gij, die woont bij de dochter van Babel! ~
80 Matt 23:21 | en bij Dien, Die daarin woont. ~
81 Joha 1:39 | overgezet zijnde, Meester) waar woont Gij? ~
82 Hand 2:14 | allen, die te Jeruzalem woont, dit zij u bekend, en laat
83 Hand 11:24 | des hemels en der aarde, woont niet in tempelen met handen
84 Rom 7:17 | maar de zonde, die in mij woont. ~
85 Rom 7:18 | in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel
86 Rom 7:20 | maar de zonde, die in mij woont. ~
87 Rom 8:9 | anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest
88 Rom 8:11 | doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus
89 Rom 8:11 | door Zijn Geest, Die in u woont. ~
90 1Kor 3:16 | de Geest Gods in ulieden woont? ~
91 Kol 2:9 | 9 Want in Hem woont al de volheid der Godheid
92 2Tim 1:5 | verzekerd, dat het ook in u woont. ~
93 2Tim 1:14 | Heiligen Geest, Die in ons woont. ~
94 Jako 4:5 | zegt: De Geest, Die in ons woont, heeft Die lust tot nijdigheid? ~
95 1Pet 3:7 | Gij mannen, insgelijks, woont bij haar met verstand, aan
96 2Pet 3:13 | in dewelke gerechtigheid woont. ~
97 Open 2:13 | weet uw werken, en waar gij woont; namelijk daar de troon
98 Open 2:13 | bij ulieden, daar de satan woont. ~
99 Open 12:12 | hemelen, en gij, die daarin woont! Wee dengenen, die de aarde
|