Book Chapter: Verse
1 Gen 39:32 | bijzonder; want de Egyptenaars mogen geen brood eten met de Hebreen,
2 Gen 40:26 | gezegd: Wij zullen niet mogen aftrekken; indien onze kleinste
3 Gen 40:26 | aangezicht van dien man niet mogen zien, zo deze onze kleinste
4 Exo 7:18 | water uit de rivier drinken mogen. ~
5 Exo 8:26 | gruwel den HEERE, onzen God, mogen offeren; zie, indien wij
6 Exo 10:25 | den HEERE, onzen God, doen mogen; ~
7 Exo 23:11 | dat de armen uws volks mogen eten, en het overige daarvan
8 Exo 23:11 | de beesten des velds eten mogen; alzo zult gij ook doen
9 Exo 32:25 | degenen, die tegen hen hadden mogen opstaan), ~
10 Exo 33:25 | degenen, die tegen hen hadden mogen opstaan), ~
11 Lev 7:19 | een ieder, die rein is, mogen eten. ~
12 Lev 13:51 | tot wat werk dat vel zou mogen gemaakt zijn, die plaag
13 Lev 21:22 | heilige dingen, zal hij mogen eten; ~
14 Num 7:5 | van hen, opdat zij zijn mogen om te bedienen den dienst
15 Deu 7:22 | haastelijk zult gij hen niet mogen te niet doen, opdat het
16 Deu 12:17 | zult in uw poorten niet mogen eten de tienden van uw koren,
17 Deu 16:5 | Gij zult het pascha niet mogen slachten in een uwer poorten,
18 Deu 18:21 | gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen wij het
19 Deu 19:15 | alle zonde, die hij zou mogen zondigen; op den mond van
20 Deu 22:3 | gevonden; gij zult u niet mogen verbergen. ~
21 Deu 22:19 | zijn, hij zal haar niet mogen laten gaan al zijn dagen. ~
22 Deu 22:29 | vernederd heeft; hij zal ze niet mogen laten gaan al zijn dagen. ~
23 Deu 24:4 | heeft laten gaan, haar niet mogen wedernemen, dat zij hem
24 Ric 17:5 | Vraag toch God, dat wij mogen weten, of onze weg, op welken
25 1Sa 14:30 | indien het volk heden had mogen vrijelijk eten van den buit
26 1Sa 20:28 | ernstelijk naar Bethlehem te mogen gaan. ~
27 2Sa 12:22 | Wie weet, de HEERE zou mij mogen genadig zijn, dat het kind
28 1Kon 8:59| den HEERE gesmeekt heb, mogen nabij zijn voor den HEERE,
29 2Kro 12:14| priesterdom des HEEREN te mogen bedienen. ~
30 Neh 5:3 | wij in dezen honger koren mogen opnemen. ~
31 Job 34:23 | tegen God in het gericht zou mogen treden. ~
32 Psa 73:16 | heb ik gedacht om dit te mogen verstaan; maar het was moeite
33 Spre 25:8 | doet, als uw naaste u zou mogen beschaamd hebben. ~
34 Hoo 6:13 | weder, keer weder, dat wij u mogen aanzien. Wat ziet gijlieden
35 Jes 10:2 | worden, en opdat zij de wezen mogen plunderen! ~
36 Jes 41:26 | beginne aan, dat wij het weten mogen, of van te voren, dat wij
37 Jes 41:26 | te voren, dat wij zeggen mogen: Hij is rechtvaardig; maar
38 Jer 32:14 | opdat zij vele dagen mogen bestaan. ~
39 Eze 44:25 | geweest is, zullen zij zich mogen verontreinigen. ~
40 Amos 8:5 | overgaan, dat wij leeftocht mogen verkopen? en de sabbat,
41 Amos 8:5 | de sabbat, dat wij koren mogen openen? verkleinende de
42 Amos 8:6 | Dat wij de armen voor geld mogen kopen, en den nooddruftige
43 Jona 1:7 | loten werpen, opdat wij mogen weten, om wiens wil ons
44 Jona 4:8 | hij wenste zijner ziel te mogen sterven, en zeide:
45 Matt 5:16| dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in
46 Matt 6:2 | zij van de mensen geeerd mogen worden. Voorwaar zeg Ik
47 Matt 6:5 | opdat zij van de mensen mogen gezien worden. Voorwaar,
48 Matt 6:16| opdat zij van de mensen mogen gezien worden, als zij vasten.
49 Matt 14:36| zoom Zijns kleeds zouden mogen aanraken; en zovelen als
50 Matt 18:19| enige zaak, die zij zouden mogen begeren, dat die hun zal
51 Matt 20:21| deze mijn twee zonen zitten mogen, de een tot Uw rechter-
52 Mark 5:12| zwijnen, opdat wij in dezelve mogen varen. ~
53 Mark 6:36| en broden voor zichzelven mogen kopen; want zij hebben niet,
54 Mark 10:37| tot Hem: Geef ons, dat wij mogen zitten, de een aan Uw rechter
55 Mark 15:32| wij het zien en geloven mogen. Ook die met Hem gekruist
56 Luk 6:34 | opdat zij evengelijk weder mogen ontvangen. ~
57 Luk 8:16 | inkomen, het licht zien mogen. ~
58 Luk 9:12 | de dorpen, herberg nemen mogen, en spijze vinden; want
59 Luk 11:33 | inkomen, het licht zien mogen. ~
60 Luk 12:36 | klopt, zij hem terstond mogen opendoen. ~
61 Luk 16:9 | wanneer u ontbreken zal, zij u mogen ontvangen in de eeuwige
62 Luk 19:23 | had hetzelve met woeker mogen eisen? ~
63 Luk 22:8 | pascha, opdat wij het eten mogen. ~
64 Joha 1:22| opdat wij antwoord geven mogen dengenen, die ons gezonden
65 Joha 6:5 | broden kopen, opdat deze eten mogen? ~
66 Joha 6:28| opdat wij de werken Gods mogen werken? ~
67 Joha 6:30| doet Gij dan, opdat wij het mogen zien, en U geloven? Wat
68 Joha 7:3 | Uw discipelen Uw werken mogen aanschouwen, die Gij doet. ~
69 Joha 9:39| degenen, die niet zien, zien mogen, en die zien, blind worden. ~
70 Joha 17:13| Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven. ~
71 Joha 17:19| opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. ~
72 Joha 17:24| opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij
73 Hand 3:19| bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden; wanneer
74 Hand 15:24| zij het hoofd bescheren mogen; en alle mogen weten, dat
75 Hand 15:24| bescheren mogen; en alle mogen weten, dat er niets is aan
76 Rom 16:2 | bijstaat, in wat zaak zij u zou mogen van doen hebben; want zij
77 1Kor 11:19| die oprecht zijn, openbaar mogen worden onder u. ~
78 Efez 3:9 | allen te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap
79 Kol 2:2 | Opdat hun harten vertroost mogen worden, en zij samengevoegd
80 1The 3:10| biddende, om uw aangezicht te mogen zien, en te volmaken, hetgeen
81 2The 3:2 | 2 En opdat wij mogen verlost worden van de ongeschikte
82 1Tim 2:2 | gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en
83 1Tim 5:20| opdat ook de anderen vreze mogen hebben. ~
84 1Tim 6:19| eeuwige leven verkrijgen mogen. ~
85 2Tim 5:13| scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof. ~
86 Tit 1:13 | scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof. ~
87 Tit 2:10 | onzen Zaligmaker, in alles mogen versieren. ~
88 Heb 4:16 | opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden,
89 Heb 12:28 | dewelke wij welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied en godvruchtigheid. ~
90 Heb 13:17 | zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende;
91 1Pet 2:12| zien, God verheerlijken mogen in den dag der bezoeking. ~
92 1Pet 3:1 | der vrouwen zonder Woord mogen gewonnen worden; ~
93 1Pet 3:16| kwaaddoeners, zij beschaamd mogen worden, die uw goeden wandel
94 1Pet 5:8 | zoekende, wien hij zou mogen verslinden; ~
95 1Joh 4:17| opdat wij vrijmoedigheid mogen hebben in den dag des oordeels,
96 2Joh 1:8 | hebben, maar een vol loon mogen ontvangen. ~
97 3Joh 1:8 | opdat wij medearbeiders mogen worden der waarheid. ~
98 Open 14:13| Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken
99 Open 22:14| en zij door de poorten mogen ingaan in de stad. ~
|