Book Chapter: Verse
1 Gen 34:15 | deze man, zeggende: Wat zoekt gij? ~
2 Lev 19:31 | tot de duivelskunstenaars; zoekt hen niet, u met hen verontreinigende;
3 Num 16:10 | met u, heeft doen naderen; zoekt gij nu ook het priesterambt? ~
4 Ric 4:22 | den man wijzen, dien gij zoekt. Zo kwam hij tot haar in,
5 1Sa 19:2 | zeggende: Mijn vader Saul zoekt u te doden; nu dan, wacht
6 1Sa 20:1 | vaders, dat hij mijn ziel zoekt? ~
7 1Sa 23:10 | zekerlijk gehoord, dat Saul zoekt naar Kehila te komen, en
8 1Sa 24:10 | mensen, zeggende: Zie, David zoekt uw kwaad? ~
9 1Sa 28:7 | Saul tot zijn knechten: Zoekt mij een vrouw, die een waarzeggenden
10 2Sa 16:11 | mijn lijf is voortgekomen, zoekt mijn ziel; hoeveel te meer
11 2Sa 17:3 | wederkeren; de man, dien gij zoekt, is gelijk het wederkeren
12 2Sa 20:19 | getrouwen in Israel, en gij zoekt te doden een stad, die een
13 1Kon 11:22| dat, zie, gij in uw land zoekt te trekken? En hij zeide:
14 1Kon 20:7 | ziet, dat deze het kwade zoekt; want hij had tot mij gezonden,
15 2Kon 5:7 | dat hij oorzaak tegen mij zoekt. ~
16 2Kon 6:19| leiden tot den man, dien gij zoekt; en hij leidde hen naar
17 1Kro 16:11| den HEERE en Zijn sterkte, zoekt Zijn aangezicht geduriglijk. ~
18 1Kro 29:8 | oren onzes Gods, houdt en zoekt al de geboden des HEEREN,
19 1Kro 29:9 | gedachten; indien gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden
20 2Kro 16:2 | Hem zijt; en zo gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden
21 Job 8:5 | indien gij naar God vroeg zoekt, en tot den Almachtige om
22 Job 38:11 | bergen, is zijn weide; en hij zoekt allerlei groensel na. ~
23 Psa 9:13 | 13 Want Hij zoekt de bloedstortingen, Hij
24 Psa 38:32 | op den rechtvaardige, en zoekt hem te doden. ~
25 Psa 56:2 | genadig, o God! want de mens zoekt mij op te slokken; den gansen
26 Psa 57:4 | makende dengene, die mij zoekt op te slokken. Sela. God
27 Psa 69:33 | verblijden; en gij, die God zoekt, ulieder hart zal leven. ~
28 Psa 105:4 | den HEERE en Zijn sterkte; zoekt Zijn aangezicht geduriglijk. ~
29 Spre 2:4 | 4 Zo gij haar zoekt als zilver, en naspeurt
30 Spre 11:27| het goede vroeg nazoekt, zoekt welgevalligheid; maar wie
31 Spre 13:24| maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging. ~
32 Spre 14:6 | 6 De spotter zoekt wijsheid, en er is gene;
33 Spre 17:9 | de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak
34 Spre 17:11| Zekerlijk, de wederspannige zoekt het kwaad; maar een wrede
35 Spre 17:19| die zijn deur verhoogt, zoekt verbreking. ~
36 Spre 18:15| wetenschap, en het oor der wijzen zoekt wetenschap. ~
37 Spre 31:13| 13 Daleth. Zij zoekt wol en vlas, en werkt met
38 Pred 3:15| is alrede geweest; en God zoekt het weggedrevene. ~
39 Pred 7:28| Dewelke mijn ziel nog zoekt, maar ik heb haar niet gevonden:
40 Jes 1:17 | 17 Leert goed doen, zoekt het recht, helpt den verdrukte,
41 Jes 16:5 | die oordeelt en het recht zoekt, en vaardig is ter
42 Jes 34:16 | 16 Zoekt in het boek des HEEREN,
43 Jes 40:20 | dat niet verrotte; hij zoekt zich een wijzen werkmeester,
44 Jes 45:19 | zaad van Jakob niet gezegd: Zoekt Mij te vergeefs; Ik ben
45 Jes 51:1 | najaagt, gij, die den HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen,
46 Jes 55:6 | 6 Zoekt den HEERE, terwijl Hij te
47 Jes 56:6 | 6 Zoekt den HEERE, terwijl Hij te
48 Jer 2:33 | goed, daar gij boelering zoekt? Waarom gij ook de booste
49 Jer 5:1 | nu toe, en verneemt, en zoekt op haar straten, of gij
50 Jer 5:1 | recht doet, die waarheid zoekt, zo zal Ik haar genadig
51 Jer 29:7 | 7 En zoekt den vrede der stad, waarhenen
52 Jer 38:4 | sprekende; want deze man zoekt den vrede dezes volks niet,
53 Klaa 1:69| verwachten, der ziele, die Hem zoekt. ~
54 Eze 34:4 | weder, en het verlorene zoekt gij niet; maar gij heerst
55 Eze 34:6 | en niemand, die ze zoekt. ~
56 Amos 5:4 | HEERE tot het huis Israels: Zoekt Mij, en leeft. ~
57 Amos 5:5 | 5 Maar zoekt Beth-El niet, en komt niet
58 Amos 5:6 | 6 Zoekt den HEERE, en leeft; opdat
59 Amos 5:14| 14 Zoekt het goede, en niet het boze,
60 Zep 2:3 | 3 Zoekt den HEERE, alle gij zachtmoedigen
61 Zep 2:3 | die Zijn recht werken! Zoekt gerechtigheid, zoekt zachtmoedigheid,
62 Zep 2:3 | werken! Zoekt gerechtigheid, zoekt zachtmoedigheid, misschien
63 Mal 3:1 | die Heere, Dien gijlieden zoekt, te weten de Engel des verbonds,
64 Matt 6:33| 33 Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods
65 Matt 7:7 | en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt,
66 Matt 7:8 | bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt,
67 Matt 13:45| koopman, die schone parelen zoekt; ~
68 Matt 28:5 | niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. ~
69 Mark 16:6 | Zijt niet verbaasd; gij zoekt Jezus den Nazarener, Die
70 Luk 11:9 | en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt,
71 Luk 11:10 | bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt,
72 Luk 12:31 | 31 Maar zoekt het Koninkrijk Gods, en
73 Luk 15:8 | het huis met bezemen, en zoekt naarstiglijk, totdat zij
74 Luk 24:5 | zeiden zij tot haar: Wat zoekt gij den Levende bij de doden? ~
75 Joha 1:39| 39 Wat zoekt gij? En zij zeiden tot Hem:
76 Joha 4:23| waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken, die Hem alzo
77 Joha 5:44| van God alleen is, niet zoekt? ~
78 Joha 6:26| voorwaar zeg Ik u: gij zoekt Mij, niet omdat gij tekenen
79 Joha 7:4 | iets in het verborgen, en zoekt zelf, dat men openlijk van
80 Joha 7:18| van zichzelven spreekt, zoekt zijn eigen eer; maar Die
81 Joha 7:18| eigen eer; maar Die de eer zoekt Desgenen, Die Hem gezonden
82 Joha 7:19| niemand van u doet de wet. Wat zoekt gij Mij te doden? ~
83 Joha 7:20| Gij hebt den duivel; wie zoekt U te doden? ~
84 Joha 8:37| Abrahams zaad zijt; maar gij zoekt Mij te doden; want Mijn
85 Joha 8:40| 40 Maar nu zoekt gij Mij te doden, een Mens,
86 Joha 8:50| niet; er is Een, Die ze zoekt en oordeelt. ~
87 Joha 18:4 | en zeide tot hen: Wien zoekt gij? ~
88 Joha 18:7 | vraagde hun dan wederom: Wien zoekt gij? En zij zeiden: Jezus
89 Joha 18:8 | ben. Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan. ~
90 Joha 20:15| Vrouw, wat weent gij? Wien zoekt gij? Zij, menende, dat het
91 Hand 5:21| Ziet, ik ben het, dien gij zoekt; wat is de oorzaak, waarom
92 Rom 3:11 | er is niemand, die God zoekt. ~
93 Rom 11:7 | Wat dan? Hetgeen Israel zoekt, dat heeft het niet verkregen;
94 1Kor 13:5 | niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt
95 1Kor 14:12| naar geestelijke gaven, zo zoekt dat gij moogt overvloedig
96 2Kor 13:3 | 3 Dewijl gij zoekt een proeve van Christus,
97 Kol 3:1 | Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn,
98 3Joh 1:9 | Diotrefes, die onder hen zoekt de eerste te zijn, neemt
|