Book Chapter: Verse
1 1Kon 11:26| 26 Daartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, een
2 1Kon 11:28| 28 En de man Jerobeam was een dapper held. Toen
3 1Kon 11:29| geschiedde nu te dier tijd, als Jerobeam uit Jeruzalem uitging, dat
4 1Kon 11:31| 31 En hij zeide tot Jerobeam: Neem u tien stukken; want
5 1Kon 11:40| 40 Daarom zocht Salomo Jerobeam te doden; maar Jerobeam
6 1Kon 11:40| Jerobeam te doden; maar Jerobeam maakte zich op, en vlood
7 1Kon 12:2 | 2 Het geschiedde nu, als Jerobeam, de zoon van Nebat, dit
8 1Kon 12:2 | koning Salomo gevloden; en Jerobeam woonde in Egypte), ~
9 1Kon 12:3 | en lieten hem roepen; en Jerobeam en de ganse gemeente van
10 1Kon 12:12| 12 Zo kwam Jerobeam en het ganse volk tot Rehabeam
11 1Kon 12:15| Siloniet, gesproken had tot Jerobeam, den zoon van Nebat. ~
12 1Kon 12:20| gans Israel hoorde, dat Jerobeam wedergekomen was, dat zij
13 1Kon 12:25| 25 Jerobeam nu bouwde Sichem op het
14 1Kon 12:26| 26 En Jerobeam zeide in zijn hart: Nu zal
15 1Kon 12:32| 32 En Jerobeam maakte een feest in de achtste
16 1Kon 13:1 | des HEEREN tot Beth-El; en Jerobeam stond bij het altaar, om
17 1Kon 13:4 | Beth-El geroepen had, dat Jerobeam zijn hand van op het altaar
18 1Kon 13:33| geschiedenis keerde zich Jerobeam niet van zijn bozen weg;
19 1Kon 13:34| in deze zaak het huis van Jerobeam tot zonde, om hetzelve te
20 1Kon 14:1 | tijd was Abia, de zoon van Jerobeam, krank. ~
21 1Kon 14:2 | 2 En Jerobeam zeide tot zijn huisvrouw:
22 1Kon 14:6 | Kom in, gij huisvrouw van Jerobeam! Waarom stelt gij u dus
23 1Kon 14:7 | 7 Ga heen, zeg Jerobeam: Zo zegt de HEERE, de God
24 1Kon 14:10| kwaad over het huis van Jerobeam brengen, en van Jerobeam
25 1Kon 14:10| Jerobeam brengen, en van Jerobeam uitroeien, wat mannelijk
26 1Kon 14:10| nakomelingen van het huis van Jerobeam wegdoen, gelijk de drek
27 1Kon 14:11| 11 Die van Jerobeam in de stad sterft, zullen
28 1Kon 14:13| begraven; want deze alleen van Jerobeam zal in het graf komen, omdat
29 1Kon 14:13| Israels, in het huis van Jerobeam gevonden is. ~
30 1Kon 14:14| Israel, die het huis van Jerobeam ten zelfden dage uitroeien
31 1Kon 14:19| der geschiedenissen van Jerobeam, hoe hij gekrijgd, en hoe
32 1Kon 14:20| 20 De dagen nu, die Jerobeam heeft geregeerd, zijn twee
33 1Kon 14:30| tussen Rehabeam en tussen Jerobeam, al hun dagen. ~
34 1Kon 15:1 | achttiende jaar nu van den koning Jerobeam, den zoon van Nebat, werd
35 1Kon 15:6 | tussen Rehabeam en tussen Jerobeam, al de dagen zijns levens. ~
36 1Kon 15:7 | krijg tussen Abiam en tussen Jerobeam. ~
37 1Kon 15:9 | het twintigste jaar van Jerobeam, den koning van Israel,
38 1Kon 15:25| 25 Nadab nu, de zoon van Jerobeam, werd koning over Israel,
39 1Kon 15:29| dat hij het ganse huis van Jerobeam sloeg; hij liet niets over
40 1Kon 15:29| hij liet niets over van Jerobeam, wat adem had, totdat hij
41 1Kon 15:30| 30 Om de zonden van Jerobeam, die zondigde, en die Israel
42 1Kon 15:34| wandelde in den weg van Jerobeam, en in zijn zonde, waarmede
43 1Kon 16:2 | gewandeld hebt in den weg van Jerobeam, en Mijn volk Israel hebt
44 1Kon 16:3 | maken, gelijk het huis van Jerobeam, den zoon van Nebat. ~
45 1Kon 16:7 | was gelijk het huis van Jerobeam, en omdat hij hetzelve verslagen
46 1Kon 16:19| wandelende in den weg van Jerobeam, en in zijn zonde, die hij
47 1Kon 16:26| wandelde in alle wegen van Jerobeam, den zoon van Nebat, en
48 1Kon 16:31| wandelde in de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat?), dat
49 1Kon 21:22| maken gelijk het huis van Jerobeam, den zoon van Nebat, en
50 1Kon 22:53| moeder, en in den weg van Jerobeam, den zoon van Nebat, die
51 2Kon 3:3 | Evenwel hing hij de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, aan,
52 2Kon 9:9 | Achab maken als het huis van Jerobeam, den zoon van Nebat, en
53 2Kon 10:29| 29 Maar van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die
54 2Kon 10:31| week niet van de zonden van Jerobeam, die Israel zondigen deed. ~
55 2Kon 14:2 | wandelde na de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die
56 2Kon 14:6 | zonden van het huis van Jerobeam, die Israel zondigen deed;
57 2Kon 14:11| af van al de zonden van Jerobeam, dien zoon van Nebat, die
58 2Kon 14:13| ontsliep met zijn vaderen, en Jerobeam zat op zijn troon. En Joas
59 2Kon 15:16| van Israel; en zijn zoon Jerobeam werd koning in zijn plaats. ~
60 2Kon 15:23| werd te Samaria koning, Jerobeam, de zoon van Joas, koning
61 2Kon 15:24| niet van alle zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die
62 2Kon 15:27| verloste hen door de hand van Jerobeam, den zoon van Joas. ~
63 2Kon 15:28| der geschiedenissen van Jerobeam, en al wat hij gedaan heeft,
64 2Kon 15:29| 29 En Jerobeam ontsliep met zijn vaderen,
65 2Kon 16:1 | zeven en twintigste jaar van Jerobeam, den koning van Israel,
66 2Kon 16:8 | regeerde Zacharia, de zoon van Jerobeam, over Israel te Samaria,
67 2Kon 16:9 | niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die
68 2Kon 16:18| niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die
69 2Kon 16:24| niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die
70 2Kon 16:28| niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die
71 2Kon 19:21| David af, en zij maakten Jerobeam, den zoon van Nebat, koning;
72 2Kon 19:21| zoon van Nebat, koning; en Jerobeam dreef Israel af van achter
73 2Kon 19:22| Israels in alle zonden van Jerobeam die hij gedaan had; zij
74 2Kon 25:15| Beth-El was, en de hoogte, die Jerobeam, de zoon van Nebat, dewelke
75 1Kro 5:17| Juda, en in de dagen van Jerobeam, den koning van Israel. ~
76 2Kro 10:29| Jedi, den ziener, aangaande Jerobeam, den zoon van Nebat? ~
77 2Kro 11:2 | 2 Het geschiedde nu, als Jerobeam, de zoon van Nebat, dat
78 2Kro 11:2 | Salomo gevloden was), dat Jerobeam uit Egypte weerkeerde; ~
79 2Kro 11:3 | lieten hem roepen; zo kwam Jerobeam met het ganse Israel, en
80 2Kro 11:12| 12 Zo kwam Jerobeam en al het volk tot Rehabeam,
81 2Kro 11:15| Siloniet, gesproken had tot Jerobeam, den zoon van Nebat. ~
82 2Kro 12:4 | keerden weder van tegen Jerobeam te trekken. ~
83 2Kro 12:14| Juda en in Jeruzalem; want Jerobeam en zijn zonen hadden hen
84 2Kro 13:15| krijgen van Rehabeam en Jerobeam in al hun dagen? ~
85 2Kro 14:1 | achttiende jaar van den koning Jerobeam, zo werd Abia koning over
86 2Kro 14:2 | krijg tussen Abia en tussen Jerobeam. ~
87 2Kro 14:3 | duizend uitgelezen mannen; en Jerobeam stelde tegen hem de slagorde,
88 2Kro 14:4 | hij zeide: Hoort mij toe, Jerobeam, en gans Israel! ~
89 2Kro 14:6 | 6 Evenwel is Jerobeam, de zoon van Nebat, de knecht
90 2Kro 14:8 | gouden kalveren bij u, die u Jerobeam tot goden gemaakt heeft. ~
91 2Kro 14:13| 13 Maar Jerobeam deed een achterlage omwenden,
92 2Kro 14:15| alarmgeschrei maakten, dat God Jerobeam en het ganse Israel sloeg
93 2Kro 14:19| 19 En Abia jaagde Jerobeam achterna, en nam van hem
94 2Kro 14:20| 20 En Jerobeam behield geen kracht meer
95 Hos 1:1 | Juda, en in de dagen van Jerobeam, zoon van Joas, koning
96 Amos 1:1 | Juda, en in de dagen van Jerobeam, zoon van Joas, koning
97 Amos 7:10| priester te Beth-El, tot Jerobeam, den koning van Israel,
98 Amos 7:11| Want alzo zegt Amos: Jerobeam zal door het zwaard sterven,
|