1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6208
Book Chapter: Verse
3001 Job 21:34 | met ijdelheid, dewijl in uw antwoorden overtreding overig
3002 Job 22:3 | zijt; of gewin, dat gij uw wegen volmaakt? ~
3003 Job 22:4 | 4 Is het om uw vreze, dat Hij u bestraft,
3004 Job 22:5 | 5 Is niet uw boosheid groot, en uwer
3005 Job 22:6 | 6 Want gij hebt uw broederen zonder oorzaak
3006 Job 22:22 | en leg Zijn redenen in uw hart. ~
3007 Job 22:23 | doe het onrecht verre van uw tenten. ~
3008 Job 22:25 | 25 Ja, de Almachtige zal uw overvloedig goud zijn, en
3009 Job 22:25 | overvloedig goud zijn, en uw krachtig zilver zijn; ~
3010 Job 22:26 | verlustigen, en gij zult tot God uw aangezicht opheffen. ~
3011 Job 22:27 | u verhoren; en gij zult uw geloften betalen. ~
3012 Job 22:28 | u bestendig zijn; en op uw wegen zal het licht schijnen. ~
3013 Job 34:31 | hij tot God gezegd: Ik heb Uw straf verdragen, ik zal
3014 Job 35:4 | zal u antwoord geven, en uw vrienden met u. ~
3015 Job 35:6 | bedrijft gij tegen Hem? Indien uw overtredingen menigvuldig
3016 Job 35:7 | of wat ontvangt Hij uit uw hand? ~
3017 Job 35:8 | 8 Uw goddeloosheid zou zijn tegen
3018 Job 35:8 | man, gelijk gij zijt, en uw gerechtigheid voor eens
3019 Job 36:19 | 19 Zou Hij uw rijkdom achten, dat gij
3020 Job 36:50 | 17 Hoe uw klederen warm worden, als
3021 Job 37:3 | 3 Gord nu, als een man, uw lenden, zo zal Ik u vragen,
3022 Job 37:12 | 12 Hebt gij van uw dagen den morgenstond geboden?
3023 Job 37:18 | 18 Zijt gij met uw verstand gekomen tot aan
3024 Job 37:21 | gij waart toen geboren, en uw dagen zijn veel in getal. ~
3025 Job 37:34 | 34 Kunt gij uw stem tot de wolken opheffen,
3026 Job 38:12 | Zal hij vernachten aan uw kribbe? ~
3027 Job 38:14 | kracht groot is, en zult gij uw arbeid op hem laten? ~
3028 Job 38:15 | gij hem geloven, dat hij uw zaad zal wederbrengen, en
3029 Job 38:15 | wederbrengen, en vergaderen tot uw dorsvloer? ~
3030 Job 38:29 | 29 Vliegt de sperwer door uw verstand, en breidt hij
3031 Job 38:30 | 30 Is het naar uw bevel, dat de arend zich
3032 Job 39:2 | 2 Gord nu als een man uw lenden; Ik zal u vragen,
3033 Job 39:9 | zal Ik ook u loven, omdat uw rechterhand u zal verlost
3034 Job 39:24 | zult gij hem binden voor uw jonge dochters? ~
3035 Job 39:27 | 27 Leg uw hand op hem, gedenk des
3036 Job 41:2 | vermoogt, en dat geen van Uw gedachten kan afgesneden
3037 Job 41:7 | ontstoken tegen u, en tegen uw twee vrienden, want gijlieden
3038 Job 41:8 | aan ulieden niet doe naar uw dwaasheid; want gijlieden
3039 Psa 2:8 | zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der
3040 Psa 2:8 | de einden der aarde tot Uw bezitting. ~
3041 Psa 3:9 | 9Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela. ~ ~
3042 Psa 3:9 | HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela. ~ ~
3043 Psa 4:5 | spreekt in ulieder hart op uw leger, en zijt stil. Sela. ~
3044 Psa 5:6 | De onzinnigen zullen voor Uw ogen niet bestaan; Gij haat
3045 Psa 5:8 | Uwer goedertierenheid in Uw huis ingaan; ik zal mij
3046 Psa 5:8 | paleis Uwer heiligheid, in Uw vreze. ~
3047 Psa 5:9 | 9 HEERE! Leid mij in Uw gerechtigheid, om mijner
3048 Psa 5:9 | mijner verspieders wil; richt Uw weg voor mijn aangezicht. ~
3049 Psa 5:12 | vreugde opspringen, die Uw Naam liefhebben. ~
3050 Psa 6:2 | HEERE, straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet
3051 Psa 6:2 | en kastijd mij niet in Uw grimmigheid! ~
3052 Psa 7:7 | 7 Sta op, HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden
3053 Psa 8:2 | onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde!
3054 Psa 8:2 | de ganse aarde! Gij, die Uw majesteit gesteld hebt boven
3055 Psa 8:4 | 4 Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer
3056 Psa 8:10 | onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! ~ ~
3057 Psa 9:2 | mijn ganse hart; ik zal al Uw wonderen vertellen. ~
3058 Psa 9:3 | vreugde opspringen; ik zal Uw Naam psalmzingen, o Allerhoogste! ~
3059 Psa 9:4 | gevallen en vergaan zijn van Uw aangezicht. ~
3060 Psa 9:11 | 11 En die Uw Naam kennen, zullen op U
3061 Psa 9:15 | 15 Opdat ik Uw gansen lof in de poorten
3062 Psa 9:15 | dat ik mij verheuge in Uw heil. ~
3063 Psa 9:20 | versterken; laat de heidenen voor Uw aangezicht geoordeeld worden. ~
3064 Psa 10:5 | ten allen tijde smarte; Uw oordelen zijn een hoogte,
3065 Psa 10:12 | 12 Sta op, HEERE God! hef Uw hand op, vergeet de ellendigen
3066 Psa 10:14 | verdriet, opdat men het in Uw hand geve; op U verlaat
3067 Psa 10:17 | Gij zult hun hart sterken, Uw oor zal opmerken; ~
3068 Psa 13:2 | vergeten? Hoe lang zult Gij Uw aangezicht voor mij verbergen? ~
3069 Psa 13:6 | 6Maar ik vertrouw op Uw goedertierenheid; mijn hart
3070 Psa 13:6 | hart zal zich verheugen in Uw heil; ik zal den HEERE zingen,
3071 Psa 15:1 | HEERE, wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op den
3072 Psa 16:10 | zult niet toelaten, dat Uw Heilige de verderving zie. ~
3073 Psa 16:11 | verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; liefelijkheden
3074 Psa 16:11 | liefelijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk. ~ ~ ~
3075 Psa 17:2 | Laat mijn recht van voor Uw aangezicht uitgaan, laat
3076 Psa 17:2 | aangezicht uitgaan, laat Uw ogen de billijkheden aanschouwen. ~
3077 Psa 17:5 | Houdende mijn gangen in Uw sporen, opdat mijn voetstappen
3078 Psa 17:6 | mij verhoort; o God! neig Uw oor tot mij; hoor mijn rede. ~
3079 Psa 17:7 | 7 Maak Uw weldadigheden wonderbaar,
3080 Psa 17:7 | van degenen, die tegen Uw rechterhand opstaan! ~
3081 Psa 17:13 | neder; bevrijd mijn ziel met Uw zwaard van den goddeloze; ~
3082 Psa 17:14 | 14 Met Uw hand van de lieden, o HEERE!
3083 Psa 17:14 | welker buik Gij vervult met Uw verborgen schat; de kinderen
3084 Psa 17:15 | 15 Maar ik zal Uw aangezicht in gerechtigheid
3085 Psa 17:15 | zal verzadigd worden met Uw beeld, als ik zal opwaken. ~ ~
3086 Psa 18:16 | wereld werden ontdekt, van Uw schelden, o HEERE! van het
3087 Psa 18:16 | het geblaas des winds van Uw neus. ~
3088 Psa 18:36 | schild Uws heils gegeven, en Uw rechterhand heeft mij ondersteund,
3089 Psa 18:36 | heeft mij ondersteund, en Uw zachtmoedigheid heeft mij
3090 Psa 18:50 | loven onder de heidenen; en Uw Naam zal ik psalmzingen; ~
3091 Psa 19:12 | 12 Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk
3092 Psa 19:14 | 14 Houd Uw knecht ook terug van trotsheden;
3093 Psa 19:15 | welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn
3094 Psa 20:3 | 3 Hij zende uw hulp uit het heiligdom,
3095 Psa 20:4 | uwer spijsofferen, en make uw brandoffer tot as. Sela. ~
3096 Psa 20:5 | 5 Hij geve u naar uw hart, en vervulle al uw
3097 Psa 20:5 | uw hart, en vervulle al uw raad. ~
3098 Psa 20:6 | Wij zullen juichen over Uw heil, en de vaandelen opsteken
3099 Psa 20:6 | Gods. De HEERE vervulle al uw begeerten. ~
3100 Psa 21:2 | koning is verblijd over Uw sterkte; en hoezeer is hij
3101 Psa 21:2 | hoezeer is hij verheugd over Uw heil! ~
3102 Psa 21:6 | 6 Groot is zijn eer door Uw heil; majesteit en heerlijkheid
3103 Psa 21:7 | vervrolijkt hem door vreugde met Uw aangezicht. ~
3104 Psa 21:9 | 9 Uw hand zal alle vijanden vinden;
3105 Psa 21:9 | zal alle vijanden vinden; uw rechterhand zal uw haters
3106 Psa 21:9 | vinden; uw rechterhand zal uw haters vinden. ~
3107 Psa 21:13 | zetten tot een wit; met Uw pezen zult Gij het op hun
3108 Psa 21:14 | 14 Verhoog U, HEERE! in Uw sterkte; zo zullen wij zingen,
3109 Psa 21:14 | zo zullen wij zingen, en Uw macht met psalmen loven. ~
3110 Psa 22:23 | 23 Zo zal ik Uw Naam mijn broederen vertellen;
3111 Psa 22:28 | der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden. ~
3112 Psa 23:4 | want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten
3113 Psa 23:4 | zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. ~
3114 Psa 24:6 | die naar Hem vragen, die Uw aangezicht zoeken, dat is
3115 Psa 24:7 | 7 Heft uw hoofden op, gij poorten,
3116 Psa 24:9 | 9 Heft uw hoofden op, gij poorten,
3117 Psa 25:4 | Daleth. HEERE! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw
3118 Psa 25:4 | Uw wegen bekend, leer mij Uw paden. ~
3119 Psa 25:5 | 5 He. Vau. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want
3120 Psa 25:7 | overtredingen; gedenk mijner naar Uw goedertierenheid, om Uwer
3121 Psa 26:3 | 3 Want Uw goedertierenheid is voor
3122 Psa 26:3 | mijn ogen, en ik wandel in Uw waarheid. ~
3123 Psa 26:6 | onschuld, en ik ga rondom uw altaar, o HEERE! ~
3124 Psa 26:7 | lofs, en om te vertellen al Uw wonderen. ~
3125 Psa 26:8 | ik heb lief de woning van Uw huis, en de plaats des tabernakels
3126 Psa 27:8 | Mijn aangezicht; ik zoek Uw aangezicht, o HEERE! ~
3127 Psa 27:9 | 9 Verberg Uw aangezicht niet voor mij,
3128 Psa 27:9 | aangezicht niet voor mij, keer Uw knecht niet af in toorn;
3129 Psa 27:11 | 11 HEERE! leer mij Uw weg, en leid mij in het
3130 Psa 27:14 | zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja, wacht
3131 Psa 28:9 | 9Verlos Uw volk, en zegen Uw erve,
3132 Psa 28:9 | 9Verlos Uw volk, en zegen Uw erve, en weid hen, en verhef
3133 Psa 30:8 | Gij hadt mijn berg door Uw goedgunstigheid vastgezet;
3134 Psa 30:8 | vastgezet; maar toen Gij Uw aangezicht verborgt, werd
3135 Psa 30:10 | het stof loven? Zal het Uw waarheid verkondigen? ~
3136 Psa 31:2 | eeuwigheid; help mij uit door Uw gerechtigheid. ~
3137 Psa 31:3 | 3 Neig Uw oor tot mij, red mij haastelijk;
3138 Psa 31:6 | 6 In Uw hand beveel ik mijn geest;
3139 Psa 31:8 | verheugen en verblijden in Uw goedertierenheid, omdat
3140 Psa 31:16 | 16 Mijn tijden zijn in Uw hand; red mij van de hand
3141 Psa 31:17 | 17 Laat Uw aangezicht over Uw knecht
3142 Psa 31:17 | Laat Uw aangezicht over Uw knecht lichten; verlos mij
3143 Psa 31:17 | lichten; verlos mij door Uw goedertierenheid. ~
3144 Psa 31:20 | 20 O, hoe groot is Uw goed, dat Gij weggelegd
3145 Psa 31:23 | ben afgesneden van voor Uw ogen; dan nog hoordet Gij
3146 Psa 32:4 | 4 Want Uw hand was dag en nacht zwaar
3147 Psa 33:22 | 22 Uw goedertierenheid, HEERE!
3148 Psa 34:22 | 22 Uw goedertierenheid, HEERE!
3149 Psa 35:14 | 14 Nun. Bewaar uw tong van het kwaad, en uw
3150 Psa 35:14 | uw tong van het kwaad, en uw lippen van bedrog te spreken. ~
3151 Psa 36:3 | zeg tot mijn ziel: Ik ben uw Heil. ~
3152 Psa 36:24 | 24 Doe mij recht naar Uw gerechtigheid, HEERE, mijn
3153 Psa 36:28 | zal mijn tong vermelden Uw gerechtigheid, en Uw lof
3154 Psa 36:28 | vermelden Uw gerechtigheid, en Uw lof den gansen dag. ~ ~
3155 Psa 37:6 | 6 O HEERE! Uw goedertierenheid is tot
3156 Psa 37:6 | goedertierenheid is tot in de hemelen; Uw waarheid tot de bovenste
3157 Psa 37:7 | 7 Uw gerechtigheid is als de
3158 Psa 37:7 | gerechtigheid is als de bergen Gods; Uw oordelen zijn een grote
3159 Psa 37:8 | 8 Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God!
3160 Psa 37:10 | de fontein des levens; in Uw licht zien wij het licht. ~
3161 Psa 37:11 | 11 Strek Uw goedertierenheid uit over
3162 Psa 37:11 | degenen, die U kennen, en Uw gerechtigheid over de oprechten
3163 Psa 38:5 | 5 Gimel. Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw
3164 Psa 38:6 | 6 En zal uw gerechtigheid doen voortkomen
3165 Psa 38:6 | voortkomen als het licht, en uw recht als den middag. ~
3166 Psa 39:2 | HEERE! straf mij niet in Uw groten toorn, en kastijd
3167 Psa 39:2 | en kastijd mij niet in Uw grimmigheid. ~
3168 Psa 39:3 | 3 Want Uw pijlen zijn in mij gedaald,
3169 Psa 39:3 | zijn in mij gedaald, en Uw hand is op mij nedergedaald. ~
3170 Psa 39:4 | geheels in mijn vlees, vanwege Uw gramschap; er is geen vrede
3171 Psa 40:11 | 11 Neem Uw plage van op mij weg, ik
3172 Psa 41:6 | o HEERE, mijn God! hebt Uw wonderen en Uw gedachten
3173 Psa 41:6 | God! hebt Uw wonderen en Uw gedachten aan ons vele gemaakt,
3174 Psa 41:9 | heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw
3175 Psa 41:9 | Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns
3176 Psa 41:11 | 11 Uw gerechtigheid bedek ik niet
3177 Psa 41:11 | het midden mijns harten; Uw waarheid en Uw heil spreek
3178 Psa 41:11 | mijns harten; Uw waarheid en Uw heil spreek ik uit; Uw weldadigheid
3179 Psa 41:11 | en Uw heil spreek ik uit; Uw weldadigheid en Uw trouw
3180 Psa 41:11 | uit; Uw weldadigheid en Uw trouw verheel ik niet in
3181 Psa 41:12 | 12 Gij, o HEERE! zult Uw barmhartigheden van mij
3182 Psa 41:12 | mij niet onthouden; laat Uw weldadigheid en Uw trouw
3183 Psa 41:12 | laat Uw weldadigheid en Uw trouw mij geduriglijk behoeden. ~
3184 Psa 42:13 | oprechtigheid, en Gij stelt mij voor Uw aangezicht in eeuwigheid. ~
3185 Psa 42:18 | tot mij zeggen: Waar is uw God? ~
3186 Psa 42:22 | gedruis Uwer watergoten; al Uw baren en Uw golven zijn
3187 Psa 42:22 | watergoten; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heengegaan. ~
3188 Psa 42:25 | tot mij zeggen: Waar is uw God? ~
3189 Psa 43:3 | 3Zend Uw licht en Uw waarheid, dat
3190 Psa 43:3 | 3Zend Uw licht en Uw waarheid, dat die mij leiden;
3191 Psa 43:3 | Uwer heiligheid, en tot Uw woningen; ~
3192 Psa 44:3 | Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven,
3193 Psa 44:4 | geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm,
3194 Psa 44:4 | maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts,
3195 Psa 44:6 | wederpartijders met hoornen stoten; in Uw Naam zullen wij vertreden,
3196 Psa 44:9 | roemen wij den gansen dag, en Uw Naam zullen wij loven in
3197 Psa 44:13 | 13 Gij verkoopt Uw volk om geen waardij; en
3198 Psa 44:18 | valselijk gehandeld tegen Uw verbond. ~
3199 Psa 44:19 | noch onze gang geweken van Uw pad. ~
3200 Psa 44:25 | 25 Waarom zoudt Gij Uw aangezicht verbergen, onze
3201 Psa 45:3 | genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God
3202 Psa 45:4 | 4 Gord Uw zwaard aan de heup, o Held!
3203 Psa 45:4 | zwaard aan de heup, o Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid. ~
3204 Psa 45:4 | o Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid. ~
3205 Psa 45:5 | rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid, op het woord
3206 Psa 45:5 | rechtvaardige zachtmoedigheid; en Uw rechterhand zal U vreselijke
3207 Psa 45:6 | 6 Uw pijlen zijn scherp; volken
3208 Psa 45:7 | 7 Uw troon, o God! is eeuwiglijk
3209 Psa 45:8 | daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie,
3210 Psa 45:8 | gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten. ~
3211 Psa 45:9 | 9 Al Uw klederen zijn mirre, en
3212 Psa 45:10 | van koningen zijn onder Uw kostelijke staatsdochteren;
3213 Psa 45:10 | staatsdochteren; de Koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijnste
3214 Psa 45:11 | Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk
3215 Psa 45:11 | neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis. ~
3216 Psa 45:12 | de Koning lust hebben aan uw schoonheid; dewijl Hij uw
3217 Psa 45:12 | uw schoonheid; dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor
3218 Psa 45:13 | rijken onder het volk, zullen uw aangezicht met geschenk
3219 Psa 45:17 | 17 In plaats van Uw vaderen zullen Uw zonen
3220 Psa 45:17 | plaats van Uw vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult hen
3221 Psa 48:11 | 11 Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is
3222 Psa 48:11 | Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der
3223 Psa 48:11 | aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid. ~
3224 Psa 48:14 | 14 Zet uw hart op haar vesting; beschouwt
3225 Psa 50:7 | u betuigen; Ik, God, ben uw God. ~
3226 Psa 50:8 | 8 Om uw offeranden zal Ik u niet
3227 Psa 50:8 | Ik u niet straffen, want uw brandofferen zijn steeds
3228 Psa 50:9 | 9 Ik zal uit uw huis geen var nemen, noch
3229 Psa 50:9 | var nemen, noch bokken uit uw kooien; ~
3230 Psa 50:14 | betaalt den Allerhoogste uw geloften. ~
3231 Psa 50:16 | en neemt Mijn verbond in uw mond? ~
3232 Psa 50:18 | zo loopt gij met hem; en uw deel is met de overspelers. ~
3233 Psa 50:19 | 19 Uw mond slaat gij in het kwade,
3234 Psa 50:19 | slaat gij in het kwade, en uw tong koppelt bedrog. ~
3235 Psa 50:20 | Gij zit, gij spreekt tegen uw broeder; tegen den zoon
3236 Psa 50:21 | zal het ordentelijk voor uw ogen stellen. ~
3237 Psa 51:3 | mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid; delg mijn
3238 Psa 51:6 | gedaan, dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig
3239 Psa 51:6 | Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, en rein zijt in
3240 Psa 51:6 | spreken, en rein zijt in Uw richten. ~
3241 Psa 51:11 | 11 Verberg Uw aangezicht van mijn zonden,
3242 Psa 51:13 | 13 Verwerp mij niet van Uw aangezicht, en neem Uw Heiligen
3243 Psa 51:13 | van Uw aangezicht, en neem Uw Heiligen Geest niet van
3244 Psa 51:15 | Zo zal ik de overtreders Uw wegen leren; en de zondaars
3245 Psa 51:16 | heils! zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen. ~
3246 Psa 51:17 | lippen, zo zal mijn mond Uw lof verkondigen. ~
3247 Psa 51:20 | 20 Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren
3248 Psa 51:21 | zullen zij varren offeren op Uw altaar. ~ ~ ~
3249 Psa 52:4 | 4 Uw tong denkt enkel schade
3250 Psa 52:11 | het gedaan hebt; en ik zal Uw Naam verwachten; want hij
3251 Psa 52:11 | verwachten; want hij is goed voor Uw gunstgenoten. ~
3252 Psa 54:3 | 3O God! verlos mij door Uw Naam, en doe mij recht door
3253 Psa 54:3 | Naam, en doe mij recht door Uw macht. ~
3254 Psa 54:7 | vergelden; roei hen uit door Uw waarheid. ~
3255 Psa 54:8 | vrijwilligheid offeren; ik zal Uw Naam, o HEERE! loven, want
3256 Psa 55:23 | 23 Werp uw zorg op den HEERE, en Hij
3257 Psa 56:9 | geteld; leg mijn tranen in uw fles; zijn zij niet in Uw
3258 Psa 56:9 | uw fles; zijn zij niet in Uw register? ~
3259 Psa 56:13 | 13 O God! op mij zijn Uw geloften; ik zal U dankzeggingen
3260 Psa 57:6 | boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde. ~
3261 Psa 57:11 | 11 Want Uw goedertierenheid is groot
3262 Psa 57:11 | groot tot aan de hemelen, en Uw waarheid tot aan de bovenste
3263 Psa 57:12 | boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde. ~ ~ ~
3264 Psa 58:10 | 10 Eer dan uw potten den doornstruik gewaar
3265 Psa 59:12 | doe hen omzwerven door Uw macht, en werp hen neder,
3266 Psa 59:17 | 17 Maar ik zal Uw sterkte zingen, en des morgens
3267 Psa 59:17 | sterkte zingen, en des morgens Uw goedertierenheid vrolijk
3268 Psa 60:5 | 5 Gij hebt Uw volk een harde zaak doen
3269 Psa 60:7 | 7 Opdat Uw beminden zouden bevrijd
3270 Psa 60:7 | bevrijd worden; geef heil door Uw rechterhand, en verhoor
3271 Psa 61:5 | 5Ik zal in Uw hut verkeren in eeuwigheden;
3272 Psa 61:6 | de erfenis dergenen, die Uw Naam vrezen. ~
3273 Psa 61:9 | 9Zo zal ik Uw Naam psalmzingen in eeuwigheid;
3274 Psa 63:3 | heiligdom aanschouwd, ziende Uw sterkheid en Uw eer; ~
3275 Psa 63:3 | ziende Uw sterkheid en Uw eer; ~
3276 Psa 63:4 | 4 Want Uw goedertierenheid is beter
3277 Psa 63:5 | loven in mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen
3278 Psa 63:9 | ziel kleeft U achteraan; Uw rechterhand ondersteunt
3279 Psa 65:5 | naderen, dat hij wone in Uw voorhoven; wij zullen verzadigd
3280 Psa 65:5 | worden met het goed van Uw huis, met het heilige van
3281 Psa 65:5 | huis, met het heilige van Uw paleis. ~
3282 Psa 65:9 | einden wonen, vrezen voor Uw tekenen; Gij doet de uitgangen
3283 Psa 65:12 | het jaar Uwer goedheid; en Uw voetstappen druipen van
3284 Psa 66:3 | Hoe vreselijk zijt Gij in Uw werken! Om de grootheid
3285 Psa 66:3 | Uwer sterkte zullen zich Uw vijanden geveinsdelijk aan
3286 Psa 66:4 | psalmzinge U; zij psalmzinge Uw Naam. Sela. ~
3287 Psa 66:13 | zal met brandofferen in Uw huis gaan; ik zal U mijn
3288 Psa 67:3 | 3Opdat men op de aarde Uw weg kenne, onder alle heidenen
3289 Psa 67:3 | kenne, onder alle heidenen Uw heil. ~
3290 Psa 68:10 | druipen, o God! en Gij hebt Uw erfenis gesterkt, als zij
3291 Psa 68:11 | 11 Uw hoop woonde daarin; Gij
3292 Psa 68:11 | daarin; Gij bereiddet ze door Uw goedheid voor den ellendige,
3293 Psa 68:24 | 24 Opdat gij uw voet, ja, de tong uwer honden,
3294 Psa 68:25 | 25 O God! zij hebben Uw gangen gezien, de gangen
3295 Psa 68:29 | 29 Uw God heeft uw sterkte geboden;
3296 Psa 68:29 | 29 Uw God heeft uw sterkte geboden; sterk,
3297 Psa 68:36 | Gij zijt vreselijk uit Uw heiligdommen; de God Israels,
3298 Psa 69:10 | 10 Want de ijver van Uw huis heeft mij verteerd;
3299 Psa 69:17 | Verhoor mij, o HEERE, want Uw goedertierenheid is goed;
3300 Psa 69:18 | 18 En verberg Uw aangezicht niet van Uw knecht,
3301 Psa 69:18 | verberg Uw aangezicht niet van Uw knecht, want mij is bange;
3302 Psa 69:25 | 25 Stort over hen Uw gramschap uit; en de hittigheid
3303 Psa 69:28 | laat hen niet komen tot Uw gerechtigheid. ~
3304 Psa 69:30 | ben ellendig en in smart; Uw heil, o God! zette mij in
3305 Psa 71:2 | 2 Red mij door Uw gerechtigheid, en bevrijd
3306 Psa 71:2 | gerechtigheid, en bevrijd mij; neig Uw oor tot mij, en verlos mij. ~
3307 Psa 71:8 | mond vervuld worden met Uw lof, den gansen dag met
3308 Psa 71:8 | lof, den gansen dag met Uw heerlijkheid. ~
3309 Psa 71:14 | geduriglijk hopen, en zal al Uw lof nog groter maken. ~
3310 Psa 71:15 | 15 Mijn mond zal Uw gerechtigheid vertellen,
3311 Psa 71:15 | vertellen, den gansen dag Uw heil; hoewel ik de getallen
3312 Psa 71:16 | des Heeren HEEREN; ik zal Uw gerechtigheid vermelden,
3313 Psa 71:17 | tot nog toe verkondig ik Uw wonderen. ~
3314 Psa 71:18 | dezen geslachte verkondige Uw arm, allen nakomelingen
3315 Psa 71:18 | arm, allen nakomelingen Uw macht. ~
3316 Psa 71:19 | 19 Ook is Uw gerechtigheid, o God, tot
3317 Psa 71:22 | het instrument der luit, Uw trouw, mijn God; ik zal
3318 Psa 71:24 | 24 Ook zal mijn tong Uw gerechtigheid den gansen
3319 Psa 72:1 | O God! geef den koning Uw rechten, en Uw gerechtigheid
3320 Psa 72:1 | den koning Uw rechten, en Uw gerechtigheid den zoon des
3321 Psa 72:2 | 2 Zo zal hij Uw volk richten met gerechtigheid,
3322 Psa 72:2 | richten met gerechtigheid, en Uw ellendigen met recht. ~
3323 Psa 73:24 | Gij zult mij leiden door Uw raad; en daarna zult Gij
3324 Psa 73:28 | op den Heere HEERE, om al Uw werken te vertellen ~
3325 Psa 74:1 | in eeuwigheid? Waarom zou Uw toorn roken tegen de schapen
3326 Psa 74:2 | 2 Gedenk aan Uw vergadering, die Gij van
3327 Psa 74:3 | 3 Hef Uw voeten op tot de eeuwige
3328 Psa 74:4 | 4 Uw wederpartijders hebben in
3329 Psa 74:4 | hebben in het midden van Uw vergaderplaatsen gebruld;
3330 Psa 74:7 | 7 Zij hebben Uw heiligdommen in het vuur
3331 Psa 74:10 | wederpartijder smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren? ~
3332 Psa 74:11 | 11 Waarom trekt Gij Uw hand, ja, Uw rechterhand
3333 Psa 74:11 | Waarom trekt Gij Uw hand, ja, Uw rechterhand af? Trek haar
3334 Psa 74:11 | haar uit het midden van Uw boezem; maak een einde. ~
3335 Psa 74:13 | 13 Gij hebt door Uw sterkte de zee gespleten;
3336 Psa 74:18 | en een dwaas volk heeft Uw Naam gelasterd. ~
3337 Psa 74:21 | ellendige en nooddruftige Uw Naam prijzen. ~
3338 Psa 74:22 | 22 Sta op, o God! twist Uw twistzaak; gedenk der smaadheid,
3339 Psa 75:2 | U, o God; wij loven, dat Uw Naam nabij is; men vertelt
3340 Psa 75:2 | Naam nabij is; men vertelt Uw wonderen. ~
3341 Psa 75:6 | 6 Verhoogt uw hoorn niet omhoog; spreekt
3342 Psa 76:7 | 7 Van Uw schelden, o God van Jakob!
3343 Psa 76:8 | zijt Gij; en wie zal voor Uw aangezicht bestaan, van
3344 Psa 76:12 | en betaalt ze den HEERE, uw God, gij allen, die rondom
3345 Psa 77:12 | gedenken; ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds her; ~
3346 Psa 77:13 | 13 En zal al Uw werken betrachten, en van
3347 Psa 77:13 | werken betrachten, en van Uw daden spreken. ~
3348 Psa 77:14 | 14 O God! Uw weg is in het heiligdom;
3349 Psa 77:15 | Die wonder doet; Gij hebt Uw sterkte bekend gemaakt onder
3350 Psa 77:16 | 16 Gij hebt Uw volk door Uw arm verlost;
3351 Psa 77:16 | 16 Gij hebt Uw volk door Uw arm verlost; de kinderen
3352 Psa 77:18 | gaven geluid; ook gingen Uw pijlen daarhenen. ~
3353 Psa 77:20 | 20 Uw weg was in de zee, en Uw
3354 Psa 77:20 | Uw weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en
3355 Psa 77:20 | pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet
3356 Psa 77:21 | 21 Gij leiddet Uw volk, als een kudde door
3357 Psa 79:1 | Heidenen zijn gekomen in Uw erfenis; zij hebben den
3358 Psa 79:5 | eeuwiglijk toornen? Zal Uw ijver als vuur branden? ~
3359 Psa 79:6 | 6 Stort Uw grimmigheid uit over de
3360 Psa 79:6 | over de koninkrijken, die Uw Naam niet aanroepen. ~
3361 Psa 79:8 | misdaden niet; haast U, laat Uw barmhartigheden ons voorkomen;
3362 Psa 79:11 | gekerm der gevangenen voor Uw aanschijn komen; behoud
3363 Psa 79:13 | 13 Zo zullen wij, Uw volk en de schapen Uwer
3364 Psa 79:13 | tot geslacht; wij zullen Uw roem vertellen. ~
3365 Psa 80:3 | 3 Wek Uw macht op voor het aangezicht
3366 Psa 80:4 | breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen
3367 Psa 80:8 | breng ons weder, en laat Uw aangezicht lichten; zo zullen
3368 Psa 80:16 | 16 En den stam, dien Uw rechterhand geplant heeft,
3369 Psa 80:18 | 18 Uw hand zij over den man Uwer
3370 Psa 80:19 | het leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen. ~
3371 Psa 80:20 | heirscharen! breng ons weder; laat Uw aanschijn lichten, zo zullen
3372 Psa 81:11 | 11 Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd
3373 Psa 81:11 | het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal
3374 Psa 83:3 | 3 Want zie, Uw vijanden maken getier, en
3375 Psa 83:3 | vijanden maken getier, en Uw haters steken het hoofd
3376 Psa 83:4 | heimelijken aanslag tegen Uw volk, en beraadslagen zich
3377 Psa 83:4 | beraadslagen zich tegen Uw verborgenen. ~
3378 Psa 83:16 | 16 Vervolg hen alzo met Uw onweder, en verschrik hen
3379 Psa 83:16 | onweder, en verschrik hen met Uw draaiwind. ~
3380 Psa 83:17 | schande, opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken. ~
3381 Psa 83:19 | weten, dat Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste
3382 Psa 84:2 | 2 Hoe liefelijk zijn Uw woningen, o HEERE der heirscharen! ~
3383 Psa 84:4 | zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen,
3384 Psa 84:5 | Welgelukzalig zijn zij, die in Uw huis wonen; zij prijzen
3385 Psa 84:11 | 11 Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend
3386 Psa 85:2 | 2 Gij zijt Uw lande gunstig geweest, HEERE!
3387 Psa 85:4 | 4 Gij hebt weggenomen al Uw verbolgenheid; Gij hebt
3388 Psa 85:5 | onzes heils! en doe te niet Uw toornigheid over ons. ~
3389 Psa 85:6 | tegen ons toornen? Zult Gij Uw toorn uitstrekken van geslacht
3390 Psa 85:7 | weder levend maken, opdat Uw volk zich in U verblijde? ~
3391 Psa 85:8 | 8 Toon ons Uw goedertierenheid, o HEERE,
3392 Psa 85:8 | goedertierenheid, o HEERE, en geef ons Uw heil. ~
3393 Psa 86:1 | gebed van David. HEERE! neig Uw oor, verhoor mij; want ik
3394 Psa 86:2 | Bewaar mijn ziel, want ik ben Uw gunstgenoot, o Gij, mijn
3395 Psa 86:2 | o Gij, mijn God! verlos Uw knecht die op U betrouwt. ~
3396 Psa 86:8 | en er zijn geen gelijk Uw werken. ~
3397 Psa 86:9 | komen, en zullen zich voor Uw aanschijn nederbuigen, en
3398 Psa 86:9 | aanschijn nederbuigen, en Uw Naam eren. ~
3399 Psa 86:11 | 11 Leer mij, HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid
3400 Psa 86:11 | HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig
3401 Psa 86:12 | ganse hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid; ~
3402 Psa 86:13 | 13 Want Uw goedertierenheid is groot
3403 Psa 86:16 | en zijt mij genadig, geef Uw knecht Uw sterkte, en verlos
3404 Psa 86:16 | genadig, geef Uw knecht Uw sterkte, en verlos den zoon
3405 Psa 88:3 | 3 Laat mijn gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw
3406 Psa 88:3 | Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei. ~
3407 Psa 88:6 | zij zijn afgesneden van Uw hand.
3408 Psa 88:8 | 8 Uw grimmigheid ligt op mij;
3409 Psa 88:8 | mij nedergedrukt met al Uw baren. Sela. ~
3410 Psa 88:12 | 12 Zal Uw goedertierenheid in het
3411 Psa 88:12 | het graf verteld worden, Uw getrouwheid in het verderf? ~
3412 Psa 88:13 | 13 Zullen Uw wonderen bekend worden in
3413 Psa 88:13 | worden in de duisternis, en Uw gerechtigheid in het land
3414 Psa 88:15 | Gij mijn ziel, en verbergt Uw aanschijn voor mij? ~
3415 Psa 88:16 | en doodbrakende; ik draag Uw vervaarnissen, ik ben twijfelmoedig. ~
3416 Psa 88:17 | 17 Uw hittige toornigheden gaan
3417 Psa 88:17 | toornigheden gaan over mij; Uw verschrikkingen doen mij
3418 Psa 89:2 | eeuwiglijk zingen; ik zal Uw waarheid met mijn mond bekend
3419 Psa 89:3 | 3 Want ik heb gezegd: Uw goedertierenheid zal eeuwiglijk
3420 Psa 89:3 | de hemelen zelve hebt Gij Uw waarheid bevestigd, zeggende: ~
3421 Psa 89:5 | 5 Ik zal uw zaad tot in eeuwigheid bevestigen,
3422 Psa 89:5 | eeuwigheid bevestigen, en uw troon opbouwen van geslacht
3423 Psa 89:6 | 6 Dies loven de hemelen Uw wonderen, o HEERE! ook is
3424 Psa 89:6 | wonderen, o HEERE! ook is Uw getrouwheid in de gemeente
3425 Psa 89:9 | grootmachtig, o HEERE! en Uw getrouwheid is rondom U. ~
3426 Psa 89:11 | een verslagene; Gij hebt Uw vijanden verstrooid met
3427 Psa 89:13 | Thabor en Hermon juichen in Uw Naam. ~
3428 Psa 89:14 | hebt een arm met macht; Uw hand is sterk, Uw rechterhand
3429 Psa 89:14 | macht; Uw hand is sterk, Uw rechterhand is hoog. ~
3430 Psa 89:15 | goedertierenheid en waarheid gaan voor Uw aanschijn henen. ~
3431 Psa 89:17 | gansen dag verheugen in Uw Naam, en door Uw gerechtigheid
3432 Psa 89:17 | verheugen in Uw Naam, en door Uw gerechtigheid verhoogd worden. ~
3433 Psa 89:18 | hunner sterkte; en door Uw welbehagen zal onze hoorn
3434 Psa 89:20 | een gezicht gesproken van Uw heilige, en gezegd: Ik heb
3435 Psa 89:39 | verbolgen geworden tegen Uw gezalfde. ~
3436 Psa 89:47 | U steeds verbergen, zal Uw grimmigheid branden als
3437 Psa 89:50 | 50 HEERE! waar zijn Uw vorige goedertierenheden,
3438 Psa 89:50 | David gezworen hebt bij Uw trouw? ~
3439 Psa 89:52 | 52 Waarmede, o HEERE! Uw vijanden smaden, waarmede
3440 Psa 90:4 | Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren,
3441 Psa 90:7 | 7 Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid
3442 Psa 90:7 | vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt. ~
3443 Psa 90:9 | onze dagen gaan henen door Uw verbolgenheid; wij brengen
3444 Psa 90:11 | de sterkte Uws toorns, en Uw verbolgenheid, naardat Gij
3445 Psa 90:13 | lange? en het berouwe U over Uw knechten. ~
3446 Psa 90:14 | ons in den morgenstond met Uw goedertierenheid, zo zullen
3447 Psa 90:16 | 16 Laat Uw werk aan Uw knechten gezien
3448 Psa 90:16 | 16 Laat Uw werk aan Uw knechten gezien worden,
3449 Psa 90:16 | knechten gezien worden, en Uw heerlijkheid over hun kinderen. ~
3450 Psa 91:7 | 7 Aan uw zijden zullen er duizend
3451 Psa 91:7 | vallen, en tien duizend aan uw rechterhand; tot u zal het
3452 Psa 91:8 | Alleenlijk zult gij het met uw ogen aanschouwen; en gij
3453 Psa 91:9 | Allerhoogste hebt gij gesteld tot uw Vertrek; ~
3454 Psa 91:10 | wedervaren, en geen plage zal uw tent naderen. ~
3455 Psa 91:11 | dat zij u bewaren in al uw wegen. ~
3456 Psa 91:12 | handen dragen, opdat gij uw voet aan geen steen stoot. ~
3457 Psa 92:2 | dat men den HEERE love, en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste! ~
3458 Psa 92:3 | Dat men in den morgenstond Uw goedertierenheid verkondige,
3459 Psa 92:3 | goedertierenheid verkondige, en Uw getrouwheid in de nachten; ~
3460 Psa 92:5 | mij verblijd, HEERE! met Uw daden, ik zal juichen over
3461 Psa 92:6 | O HEERE! hoe groot zijn Uw werken! zeer diep zijn Uw
3462 Psa 92:6 | Uw werken! zeer diep zijn Uw gedachten. ~
3463 Psa 92:10 | 10 Want zie, Uw vijanden, o HEERE! want
3464 Psa 92:10 | vijanden, o HEERE! want zie, Uw vijanden zullen vergaan;
3465 Psa 93:2 | 2Van toen af is Uw troon bevestigd, Gij zijt
3466 Psa 93:5 | getrouw; de heiligheid is Uw huize sierlijk, HEERE! tot
3467 Psa 94:5 | HEERE! zij verbrijzelen Uw volk, en zij verdrukken
3468 Psa 94:5 | volk, en zij verdrukken Uw erfdeel. ~
3469 Psa 94:12 | tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet, ~
3470 Psa 94:18 | zeide: Mijn voet wankelt; Uw goedertierenheid, o HEERE!
3471 Psa 94:19 | vermenigvuldigd werden, hebben Uw vertroostingen mijn ziel
3472 Psa 95:8 | 8 Verhardt uw hart niet, gelijk te Meriba,
3473 Psa 95:9 | 9 Waar Mij uw vaders verzochten, Mij beproefden,
3474 Psa 97:8 | hebben zich verheugd vanwege Uw oordelen, o HEERE! ~
3475 Psa 99:3 | 3Dat zij Uw groten en vreselijken Naam
3476 Psa 102:3 | 3 Verberg Uw aangezicht niet voor mij,
3477 Psa 102:3 | aangezicht niet voor mij, neig Uw oor tot mij ten dage mijner
3478 Psa 102:11 | 11 Vanwege Uw verstoordheid en Uw groten
3479 Psa 102:11 | Vanwege Uw verstoordheid en Uw groten toorn; want Gij hebt
3480 Psa 102:13 | blijft in eeuwigheid, en Uw gedachtenis van geslacht
3481 Psa 102:15 | 15 Want Uw knechten hebben een welgevallen
3482 Psa 102:16 | alle koningen der aarde Uw heerlijkheid. ~
3483 Psa 102:25 | het midden mijner dagen; Uw jaren zijn van geslacht
3484 Psa 102:28 | Maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet geeindigd
3485 Psa 102:29 | wonen, en hun zaad zal voor Uw aangezicht bevestigd worden. ~ ~
3486 Psa 103:3 | 3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft,
3487 Psa 103:3 | ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest; ~
3488 Psa 103:4 | 4 Die uw leven verlost van het verderf,
3489 Psa 103:5 | 5 Die uw mond verzadigt met het goede,
3490 Psa 103:5 | verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens
3491 Psa 104:7 | 7 Van Uw schelden vloden zij, zij
3492 Psa 104:24 | 24 Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt
3493 Psa 104:24 | het aardrijk is vol van Uw goederen. ~
3494 Psa 104:28 | vergaderen ze; doet Gij Uw hand open, zij worden met
3495 Psa 104:29 | 29 Verbergt Gij Uw aangezicht, zij worden verschrikt;
3496 Psa 104:30 | 30 Zendt Gij Uw Geest uit, zo worden zij
3497 Psa 106:4 | naar het welbehagen tot Uw volk, bezoek mij met Uw
3498 Psa 106:4 | Uw volk, bezoek mij met Uw heil; ~
3499 Psa 106:5 | opdat ik mij beroeme met Uw erfdeel.
3500 Psa 106:7 | Egypte hebben niet gelet op Uw wonderen; zij zijn der menigte
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6208 |