Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zendbrief 8
zendbrieven 1
zende 22
zenden 97
zendende 10
zending 2
zendt 29
Frequency    [«  »]
97 lengte
97 onzes
97 stil
97 zenden
96 achab
96 gebed
96 klein

Bijbel

IntraText - Concordances

zenden

   Book Chapter: Verse
1 Gen 23:7 | Engel voor uw aangezicht zenden, dat gij voor mijn zoon 2 Gen 23:40 | heb, zal Zijn Engel met u zenden, en Hij zal uw weg voorspoedig 3 Gen 25:45 | gedaan hebt; dan zal ik zenden, en u van daar nemen; waarom 4 Gen 35:17 | een geitenbok van de kudde zenden. En zij zeide: Zo gij pand 5 Exo 3:10 | nu, en Ik zal u tot Farao zenden, opdat gij Mijn volk (de 6 Exo 4:13 | desgenen, dien Gij zoudt zenden. ~ 7 Exo 8:21 | vermenging van ongedierte zenden op u, en op uw knechten, 8 Exo 9:14 | al Mijn plagen in uw hart zenden, en over uw knechten, en 9 Exo 23:27 | schrik voor uw aangezicht zenden, en al het volk, tot hetwelk 10 Exo 23:28 | horzelen voor uw aangezicht zenden; die zullen van voor uw 11 Exo 34:2 | Engel voor uw aangezicht zenden (en Ik zal uitdrijven de 12 Exo 34:12 | weten, wien Gij met mij zult zenden; daar Gij gezegd hebt: Ik 13 Lev 25:22 | 22 Want Ik zal onder u zenden het gedierte des velds, 14 Lev 25:25 | pest in het midden van u zenden, en gij zult in de hand 15 Num 13:2 | vaderen zult gijlieden een man zenden, zijnde ieder een overste 16 Num 22:15 | voer nog voort vorsten te zenden, meer en eerlijker, dan 17 Num 31:4 | een duizend ten strijde zenden. ~ 18 Deu 7:20 | ook horzelen onder hen zenden; totdat zij omkomen, die 19 Deu 19:12 | zullen de oudsten zijner stad zenden, en nemen hem van daar, 20 Deu 28:20 | 20 De HEERE zal onder u zenden den vloek, de verstoring 21 Deu 28:48 | vijanden, die de HEERE onder u zenden zal, dienen, in honger en 22 Joz 1:16 | doen, en alom, waar gij ons zenden zult, zullen wij gaan. ~ 23 1Sa 6:2 | waarmede wij ze aan haar plaats zenden zullen. ~ 24 1Sa 9:16 | dezen tijd zal Ik tot u zenden een man uit het land van 25 1Sa 11:3 | van ons af, dat wij boden zenden in al de landpalen van Israel; 26 1Sa 16:1 | olie, en ga heen; Ik zal u zenden tot Isai, den Bethlehemiet; 27 1Sa 20:21 | En zie, ik zal den jongen zenden, zeggende: Ga heen, zoek 28 2Sa 15:36 | gijlieden door hun hand tot mij zenden alle ding, dat gij zult 29 1Kon 8:44| weg, dien Gij hen henen zenden zult, en zullen tot den 30 1Kon 20:6 | zal ik mijn knechten tot u zenden, dat zij uw huis en de huizen 31 2Kon 5:5 | aan den koning van Israel zenden. En hij ging heen, en nam 32 2Kon 7:13| vergaan zijn), laat ons die zenden, en zien. ~ 33 2Kon 16:37| begon de HEERE in Juda te zenden Rezin, den koning van Syrie, 34 1Kro 13:2 | ons uitbreiden, laat ons zenden aan onze overige broeders, 35 2Kro 37:15| vroeg op zijnde, om die te zenden; want Hij verschoonde Zijn 36 Neh 8:13 | drinken, en om delen te zenden, en om grote blijdschap 37 Job 20:23 | hem de hitte Zijns toorns zenden, en over hem regenen op 38 Job 21:11 | 11 Hun jonge kinderen zenden zij uit als een kudde, en 39 Psa 57:4 | 4 Hij zal van den hemel zenden, en mij verlossen, te schande 40 Psa 57:4 | goedertierenheid en Zijn waarheid zenden. ~ 41 Psa 110:2 | de scepter Uwer sterkte zenden uit Sion, zeggende: Heers 42 Spre 22:21| antwoorden moogt dengenen, die u zenden. ~ 43 Spre 25:13| gezant is dengenen, die hem zenden, als de koude der sneeuw 44 Jes 6:8 | dewelke zeide: Wien zal Ik zenden, en wie zal voor Ons henengaan? 45 Jes 10:6 | 6      Ik zal hem zenden tegen een huichelachtig 46 Jes 10:16 | zijn vetten een magerheid zenden; en onder zijn heerlijkheid 47 Jes 19:20 | Heiland en Meester zenden, Die zal hen verlossen. ~ 48 Jes 67:19 | ontkomen zullen zijn, zal Ik zenden tot de heidenen naar Tarsis, 49 Jer 1:7 | want overal, waarhenen Ik u zenden zal, zult gij gaan, en alles, 50 Jer 9:16 | zal het zwaard achter hen zenden, totdat Ik hen verteerd 51 Jer 14:3 | En hun voortreffelijken zenden hun kleinen naar water; 52 Jer 16:16 | 16      Ziet, Ik zal zenden tot veel vissers, spreekt 53 Jer 16:16 | vissen; en daarna zal Ik zenden tot veel jagers, die zullen 54 Jer 24:10 | En Ik zal onder hen zenden het zwaard, den honger en 55 Jer 25:9 | 9      Ziet, Ik zal zenden, en nemen alle geslachten 56 Jer 25:16 | zwaard, dat Ik onder hen zal zenden. ~ 57 Jer 25:27 | dat Ik onder u zal zenden. ~ 58 Jer 29:17 | de pestilentie onder hen zenden; en Ik zal ze maken als 59 Jer 42:5 | HEERE, uw God, tot ons zal zenden,      alzo zullen doen! ~ 60 Jer 42:6 | onzes Gods, tot Welken wij u zenden, gehoorzaam zijn; opdat 61 Jer 49:37 | zal het zwaard achter hen zenden, totdat Ik hen verteerd 62 Eze 5:17 | beroven zullen, zal Ik over u zenden; ook zal pestilentie en 63 Eze 7:3 | Ik zal Mijn toorn tegen u zenden, en Ik zal u richten naar 64 Eze 14:13 | en een      honger daarin zenden, dat Ik daaruit mensen en 65 Eze 28:23 | zal de pestilentie in haar zenden, en bloed op haar straten, 66 Eze 39:6 | En Ik zal een vuur zenden in Magog, en onder degenen, 67 Hos 8:14 | vermenigvuldigd; maar Ik zal een vuur zenden in zijn steden, dat zal 68 Amos 1:4 | vuur in het huis van Hazael zenden, dat zal de paleizen van 69 Amos 1:7 | Daarom zal Ik een vuur zenden in den muur van Gaza, dat 70 Amos 1:10| Daarom zal Ik een vuur zenden in den muur van Tyrus, dat 71 Amos 1:12| Daarom zal Ik een vuur zenden in Theman, dat zal de paleizen 72 Amos 2:2 | zal Ik een vuur in Moab zenden, dat zal de paleizen van 73 Amos 2:5 | zal Ik een vuur in Juda zenden, dat zal Jeruzalems paleizen 74 Amos 8:11| een honger in het land zal zenden; niet een honger naar brood, 75 Mal 2:2 | zal Ik den vloek onder u zenden, en Ik zal      uw zegeningen 76 Matt 21:3 | en hij zal ze terstond zenden. ~ 77 Mark 6:7 | twaalven, en begon hen uit te zenden twee en twee, en gaf hun 78 Mark 11:3 | zal het terstond herwaarts zenden. 79 Luk 4:19 | om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken 80 Luk 11:49 | profeten en apostelen tot hen zenden, en van die zullen zij sommigen 81 Luk 20:13 | zal mijn geliefden zoon zenden; mogelijk dezen ziende, 82 Joha 14:26| Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal 83 Joha 15:26| gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk 84 Joha 16:7 | heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden. ~ 85 Hand 6:29| besloot elk van hen iets te zenden ten dienste der broederen, 86 Hand 9:22| met Paulus en Barnabas te zenden naar Antiochie: namelijk 87 Hand 9:25| te verkiezen, en tot u te zenden, met onze geliefden, Barnabas 88 Hand 19:21| dat ik hem tot den keizer zenden zou. ~ 89 Hand 19:25| heeft, heb besloten hem te zenden. ~ 90 Hand 19:27| tegen rede, een gevangene te zenden, en niet ook de beschuldigingen, 91 1Kor 16:3 | bekwaam achten door brieven, zenden, om uw gave naar Jeruzalem 92 Fili 2:19| Timotheus haast tot u te zenden, opdat ik ook welgemoed 93 Fili 2:23| dezen van stonde aan te zenden, zo haast als ik in mijn 94 Fili 2:25| heb nodig geacht tot u te zenden Epafroditus, mijn broeder, 95 2The 2:11| 11 En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, 96 Tit 3:12 | Als ik Artemas tot u zal zenden, of Tychikus, zo benaarstig 97 Open 11:10| zullen elkander geschenken zenden; omdat deze twee profeten


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License