Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
stijvigheid 1
stikdonker 1
stiksel 1
stil 97
stilde 3
stilden 1
stilgezwegen 1
Frequency    [«  »]
97 hunlieder
97 lengte
97 onzes
97 stil
97 zenden
96 achab
96 gebed

Bijbel

IntraText - Concordances

stil

   Book Chapter: Verse
1 Gen 8:1 | doorgaan, en de wateren werden stil. ~ 2 Exo 14:14 | ulieden strijden, en gij zult stil zijn. ~ 3 Exo 23:11 | zevende zult gij het rusten en stil liggen laten, dat de armen 4 Lev 10:3 | worden. Doch Aaron zweeg stil. ~ 5 Num 30:11 | dat gehoord, en tegen haar stil zal gezwegen hebben, dat 6 Deu 28:65 | onder dezelve volken niet stil zijn, en uw voetzool zal 7 Joz 3:8 | water van de Jordaan, staat stil in de Jordaan. ~ 8 Joz 10:12 | der Israelieten: Zon, sta stil te Gibeon, en gij, maan, 9 Joz 10:13 | 13 En de zon stond stil, en de maan bleef staan, 10 Joz 10:13 | oprechten? De zon nu stond stil in het midden des hemels, 11 Joz 10:19 | Maar staat gijlieden niet stil, jaagt uw vijanden achterna, 12 Ric 3:11 | was het land veertig jaren stil, en Othniel, de zoon van 13 Ric 3:30 | ondergebracht; en het land was stil tachtig jaren. ~ 14 Ric 4:55 | kracht. En het land was stil, veertig jaren. ~  ~ 15 Ric 7:28 | meer op. En het land was stil veertig jaren, in de dagen 16 Ric 15:2 | hielden zich den gansen nacht stil, zeggende: Tot aan het morgenlicht, 17 Ric 17:7 | de wijze der Sidoniers, stil en zeker zijnde; en daar 18 Ric 17:9 | zeer goed; zoudt gij dan stil zijn? Weest niet lui om 19 Ric 17:27 | kwamen te Lais, tot een stil en zeker volk, en sloegen 20 Rut 3:18 | 18 Toen zeide zij: Zit stil, mijn dochter, totdat gij 21 1Sa 9:27 | heen; maar sta gij als nu stil, en ik zal u Gods woord 22 1Sa 14:9 | aldus tot ons zeggen: Staat stil, totdat wij aan ulieden 23 1Sa 20:38 | Haast u, spoed u, sta niet stil! De jongen van Jonathan 24 1Sa 25:9 | gesproken hadden, zo hielden zij stil. ~ 25 2Sa 2:28 | bazuin; en al het volk stond stil, en zij jaagden Israel niet 26 2Sa 13:20 | dan, mijn zuster, zwijg stil, hij is uw broeder; zet 27 1Kon 22:1 | En zij zaten drie jaren stil, dat er geen krijg was tussen 28 1Kon 22:3 | Gilead onze is? En wij zijn stil, zonder dat te nemen uit 29 2Kon 2:3 | het ook wel, zwijgt gij stil. ~ 30 2Kon 2:5 | het ook wel, zwijgt gij stil. ~ 31 2Kon 4:6 | vat meer. En de olie stond stil. ~ 32 2Kon 7:9 | boodschap, en wij zwijgen stil. Indien wij vertoeven tot 33 2Kon 10:9 | toen hij uitging, dat hij stil stond, en tot al het volk 34 2Kon 11:20| blijde, en de stad werd stil, nadat zij Athalia met het 35 2Kon 14:18| driemaal; daarna stond hij stil. ~ 36 2Kon 20:36| 36 Doch het volk zweeg stil en antwoordde hem niet een 37 1Kro 4:40| land, wijd van begrip, en stil, en gerust; want die van 38 2Kro 15:1 | was het land tien jaren stil. ~ 39 2Kro 15:5 | koninkrijk was voor hem stil. ~ 40 2Kro 15:6 | Juda; want het land was stil, en er was geen oorlog in 41 2Kro 21:30| het koninkrijk van Josafat stil; en zijn God gaf hem rust 42 2Kro 23:34| blijde, en de stad werd stil, nadat zij Athalia met het 43 Job 3:13 | nu zou ik nederliggen, en stil zijn; ik zou slapen, dan 44 Job 3:26 | niet gerust; en was niet stil, en rustte niet; en de beroering 45 Job 13:13 | 13 Houdt stil van mij, opdat ik spreke, 46 Job 21:23 | volkomenheid, daar hij gans stil en gerust was; ~ 47 Job 30:27 | ingewand ziedt, en is niet stil; de dagen der verdrukking 48 Job 32:16 | spreken niet; want zij staan stil; zij antwoorden niet meer. ~ 49 Job 36:50 | worden, als Hij de aarde stil maakt uit het zuiden? ~ 50 Psa 4:5 | hart op uw leger, en zijt stil. Sela. ~ 51 Psa 28:1 | ik niet, zo Gij U van mij stil houdt, vergeleken worde 52 Psa 36:15 | klederen, en zwegen niet stil. ~ 53 Psa 62:2 | 2 Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn 54 Psa 76:9 | de aarde vreesde en werd stil, ~ 55 Psa 83:2 | niet als doof, en zijt niet stil, o God! ~ 56 Psa 131:2 | mijn ziel niet heb gezet en stil gehouden, gelijk een gespeend 57 Spre 11:12| van groot verstand zwijgt stil. ~ 58 Jes 14:7 | ganse aarde rust, zij is stil; zij maken groot geschal 59 Jes 18:4 | HEERE tot mij gezegd: Ik zal stil zijn, en zien in Mijn woning, 60 Jes 26:16 | bezocht; zij hebben hun stil gebed uitgestort, als Uw 61 Jes 36:21 | 21      Doch zij zwegen stil, en antwoordden hem niet 62 Jes 42:14 | ouds gezwegen, Ik heb Mij stil gehouden en Mij ingehouden; 63 Jes 63:1 | Jeruzalems wil zal ik niet stil zijn; totdat haar gerechtigheid 64 Jes 63:7 | 7      En zwijgt niet stil voor Hem, totdat Hij bevestige, 65 Jer 30:10 | zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en er zal 66 Jer 46:27 | zal      wederkomen, en stil en gerust zijn, en niemand 67 Jer 47:6 | Hoe lang zult gij niet stil houden? Vaar in uw schede, 68 Jer 47:6 | uw schede, rust en wees stil! ~ 69 Jer 47:7 | 7   Hoe zoudt gij stil houden? De HEERE heeft toch 70 Jer 48:11 | hij heeft op zijn heffe stil gelegen, en is van vat in 71 Klaa 1:32| op de aarde, zij zwijgen stil, zij werpen stof op hun 72 Klaa 1:72| zitte eenzaam, en zwijge stil, omdat Hij het hem opgelegd 73 Eze 16:42 | van u afwijken; en Ik zal stil zijn, en niet meer toornig 74 Eze 23:42 | geruis der menigte daarop stil was, zo zonden zij tot mannen 75 Eze 24:17 | 17      Houd stil van kermen, gij zult geen 76 Jona 1:11| wij u doen, opdat de zee stil worde van ons? Want de zee 77 Jona 1:12| in de zee, zo zal de zee stil worden van ulieden; want 78 Jona 1:15| de zee. Toen stond de zee stil van haar verbolgenheid. ~ 79 Zac 1:11 | ganse land zit en het is stil. ~ 80 Matt 20:32| 32 En Jezus, stil staande, riep hen en zeide: 81 Matt 26:63| 63 Doch Jezus zweeg stil. En de hogepriester, antwoordende, 82 Mark 1:25| bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil, en ga uit van hem. ~ 83 Mark 3:4 | te doden? En zij zwegen stil. ~ 84 Mark 4:39| tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen, 85 Mark 10:49| 49 En Jezus, stil staande, zeide, dat men 86 Mark 14:61| 61 Maar Hij zweeg stil, en antwoordde niets. Wederom 87 Mark 15:36| drinken, zeggende: Houdt stil, laat ons zien, of Elias 88 Luk 4:35 | bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil, en ga van hem uit. En de 89 Luk 7:14 | de dragers nu stonden stil) en Hij zeide: Jongeling, 90 Luk 9:36 | gevonden. En zij zwegen stil, en verhaalden in die dagen 91 Luk 14:4 | 4 Maar zij zwegen stil. En Hij nam hem, en genas 92 Luk 20:26 | Zijn antwoord, zwegen zij stil. ~ 93 Hand 9:12| 12 En al de menigte zweeg stil, en zij hoorden Barnabas 94 Hand 13:36| is het behoorlijk dat gij stil zijt, en niets onbedachts 95 Hand 16:2 | hielden zij zich te meer stil. En hij zeide:) ~ 96 1The 4:11| En dat gij u benaarstigt stil te zijn, en uw eigen dingen 97 1Tim 2:2 | opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License