Book Chapter: Verse
1 Gen 2:9 | spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; en
2 Gen 14:25 | HEEREN tot Abram in een gezicht, zeggende: Vrees niet, Abram!
3 Gen 27:75 | lammeren, en hij wendde het gezicht der kudde op het gesprenkelde,
4 Gen 30:18 | hij legerde zich in het gezicht der stad. ~
5 Exo 3:3 | wenden, en bezien dat grote gezicht, waarom het braambos niet
6 Exo 10:5 | 5 En zij zullen het gezicht des lands bedekken, alzo
7 Exo 10:15 | 15 Want zij bedekten het gezicht des gansen lands, alzo dat
8 Lev 13:12 | bedekt heeft, naar al het gezicht van de ogen des priesters; ~
9 Num 6:20 | beweegoffer, voor het aan gezicht des HEEREN; het is een heilig
10 Num 12:6 | de HEERE, zal door een gezicht Mij aan hem bekend maken,
11 Num 22:5 | getogen; zie, het heeft het gezicht des lands bedekt, en het
12 Num 22:11 | getogen, en het heeft het gezicht des lands bedekt; kom nu,
13 Num 24:4 | redenen Gods spreekt, die het gezicht des Almachtigen ziet; die
14 Num 24:16 | Allerhoogsten weet; die het gezicht des Almachtigen ziet, die
15 Deu 28:34 | onzinnig zijn, vanwege het gezicht uwer ogen, dat gij zien
16 Deu 28:67 | verschrikt zijn, en vermits het gezicht uwer ogen, dat gij zien
17 Ric 15:3 | hoogte des bergs, die in het gezicht van Hebron is. ~
18 1Sa 3:1 | dagen; er was geen openbaar gezicht. ~
19 1Sa 3:15 | doch Samuel vreesde dit gezicht aan Eli te kennen te geven. ~
20 2Sa 7:17 | woorden, en naar dit ganse gezicht, alzo sprak Nathan tot David. ~
21 2Kon 8:11| 11 En hij hield zijn gezicht staande, en zette het vast
22 1Kro 17:15| woorden, en naar dit ganse gezicht, alzo sprak Nathan tot David. ~
23 2Kro 32:32| die zijn geschreven in het gezicht van den profeet Jesaja,
24 Job 20:8 | verjaagd worden als een gezicht des nachts. ~
25 Job 33:15 | 15 In den droom, door het gezicht des nachts, als een diepe
26 Job 33:21 | vlees verdwijnt uit het gezicht, en zijn beenderen, die
27 Job 39:28 | feilen; zal hij ook voor zijn gezicht nedergeslagen worden? ~ ~
28 Psa 89:20 | 20 Toen hebt Gij in een gezicht gesproken van Uw heilige,
29 Pred 5:10| bezitters daarvan, dan het gezicht hunner ogen? ~
30 Jes 1:1 | 1 Het gezicht van Jesaja, den zoon van
31 Jes 11:3 | HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten;
32 Jes 21:2 | 2 Een hard gezicht is mij te kennen gegeven:
33 Jes 22:4 | Daarom zeg ik: Wendt het gezicht van mij af; laat mij bitterlijk
34 Jes 22:5 | heirscharen, in het dal des gezicht, een dag van ontmuring des
35 Jes 28:7 | drank; zij dwalen in het gezicht; zij waggelen in het gericht. ~
36 Jes 29:11 | Daarom is ulieden alle gezicht geworden als de woorden
37 Jer 14:14 | profeteren ulieden een vals gezicht, en waarzegging, en nietigheid,
38 Jer 23:16 | u ijdel; zij spreken het gezicht huns harten, niet uit des
39 Klaa 1:31| profeten vinden ook geen gezicht van den HEERE. ~
40 Eze 7:13 | levenden ware; overmits het gezicht, aangaande de gehele menigte
41 Eze 7:26 | wezen; dan zullen zij het gezicht van een profeet zoeken;
42 Eze 11:24 | Geest op, en bracht mij in gezicht door den Geest Gods in Chaldea
43 Eze 11:24 | gevankelijk weggevoerden; en het gezicht, dat ik gezien had, voer
44 Eze 12:22 | verlengd worden, en al het gezicht zal vergaan? ~
45 Eze 12:23 | en het woord van ieder gezicht. ~
46 Eze 12:24 | 24 Want geen ijdel gezicht zal er meer wezen, noch
47 Eze 12:27 | huis Israels zeggen: Het gezicht dat hij ziet, is voor vele
48 Eze 13:7 | Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige
49 Eze 13:16 | profeteren, en voor haar een gezicht des vredes zien, waar geen
50 Eze 43:3 | was de gedaante van het gezicht, dat ik zag, gelijk het
51 Eze 43:3 | dat ik zag, gelijk het gezicht, dat ik gezien had, toen
52 Eze 43:3 | waren gezichten, als het gezicht, dat ik gezien had
53 Dan 7:2 | en zeide: Ik zag in mijn gezicht bij nacht, en ziet, de vier
54 Dan 8:1 | Belsazar, verscheen mij een gezicht, mij Daniel, na hetgeen
55 Dan 8:2 | 2 En ik zag een gezicht, (het geschiedde nu, toen
56 Dan 8:2 | Elam is) ik zag dan in een gezicht, dat ik aan den vloed Ulai
57 Dan 8:13 | sprak: Tot hoelang zal dat gezicht van het gedurig offer en
58 Dan 8:15 | geschiedde, toen ik dat gezicht zag, ik Daniel, zo zocht
59 Dan 8:16 | Gabriel! geef dezen het gezicht te verstaan. ~
60 Dan 8:17 | gij mensenkind! want dit gezicht zal zijn tot den tijd van
61 Dan 8:26 | 26 Het gezicht nu van avond en morgen,
62 Dan 8:26 | waarheid; en gij, sluit dit gezicht toe, want er zijn nog vele
63 Dan 8:27 | en ik was ontzet over dit gezicht; maar niemand merkte het. ~ ~
64 Dan 9:21 | die ik in het begin in een gezicht gezien had, snellijk gevlogen,
65 Dan 9:23 | woord, en merk op dit gezicht. ~
66 Dan 9:24 | aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen,
67 Dan 10:1 | hij had verstand van het gezicht. ~
68 Dan 10:7 | Daniel, alleen zag dat gezicht, maar de mannen, die bij
69 Dan 10:7 | bij mij waren, zagen dat gezicht niet; doch een grote verschrikking
70 Dan 10:8 | overgelaten, en zag dit grote gezicht, en er bleef in mij geen
71 Dan 10:14 | vervolg der dagen, want het gezicht is nog voor vele dagen. ~
72 Dan 11:14 | verheven worden, om het gezicht te bevestigen, doch zij
73 Hos 12:11 | profeten, en Ik zal het gezicht vermenigvuldigen; en door
74 Oba 1:1 | 1 Het gezicht van Obadja. Alzo zegt de
75 Jona 1:3 | naar Tarsis, van het aan gezicht des HEEREN. ~
76 Mic 3:6 | ulieden worden vanwege het gezicht, en ulieden zal duisternis
77 Zac 13:4 | een iegelijk van wege zijn gezicht, wanneer hij profeteert;
78 Matt 6:16| vast, toont geen droevig gezicht, gelijk de geveinsden; want
79 Matt 17:9 | zeggende: Zegt niemand dit gezicht, totdat de Zoon des mensen
80 Luk 1:22 | zij bekenden, dat hij een gezicht in den tempel gezien had.
81 Luk 4:19 | loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen
82 Luk 7:21 | velen blinden gaf Hij het gezicht. ~
83 Luk 24:23 | zeiden, dat zij ook een gezicht van engelen gezien hadden,
84 Luk 24:31 | en Hij kwam weg uit hun gezicht. ~
85 Hand 5:3 | 3 Deze zag in een gezicht klaarlijk, omtrent de negende
86 Hand 5:17| twijfelde, wat toch het gezicht mocht zijn, dat hij gezien
87 Hand 5:19| 19 En als Petrus over dat gezicht dacht, zeide de Geest tot
88 Hand 6:5 | vertrekking van zinnen een gezicht, namelijk een zeker vat,
89 Hand 6:39| hij meende, dat hij een gezicht zag. ~
90 Hand 10:9 | Paulus werd in den nacht een gezicht gezien: er was een Macedonisch
91 Hand 10:10| 10 Als hij nu dit gezicht gezien had, zo zochten wij
92 Hand 12:9 | zeide tot Paulus door een gezicht in den nacht: Zijt niet
93 Hand 15:3 | En als wij Cyprus in het gezicht gekregen, en dat aan de
94 Hand 20:19| Agrippa, ben ik dat Hemels gezicht niet ongehoorzaam geweest; ~
95 Heb 12:21 | Mozes, zo vreselijk was het gezicht, zeide: Ik ben gans bevreesd
96 Open 9:17| zag alzo de paarden in dit gezicht, en die daarop zaten, hebbende
97 Open 12:14| halven tijd, buiten het gezicht der slang. ~
|