Book Chapter: Verse
1 Gen 18:20 | derwaarts te vluchten, en zij is klein; laat mij toch derwaarts
2 Gen 18:20 | behouden worden (is zij niet klein?) opdat mijn ziel leve. ~
3 Exo 9:3 | de runderen, en over het klein vee, door een zeer zware
4 Exo 9:9 | 9 En zij zal tot klein stof worden over het ganse
5 Exo 12:4 | Maar indien een huis te klein is voor een lam, zo neme
6 Exo 16:14 | over de woestijn was een klein rond ding, klein als de
7 Exo 16:14 | was een klein rond ding, klein als de rijm, op de aarde. ~
8 Exo 22:1 | Wanneer iemand een os, of klein vee steelt, en slacht het,
9 Exo 22:1 | vier schapen voor een stuk klein vee. ~
10 Exo 22:4 | hetzij os, of ezel, of klein vee, hij zal het dubbel
11 Exo 22:9 | os, over een ezel, over klein vee, over kleding, over
12 Exo 22:10 | naaste een ezel, of os, of klein vee, of enig beest te bewaren
13 Exo 30:36 | gij zult van hetzelve heel klein pulver stoten, en gij zult
14 Exo 32:20 | vermaalde het, totdat het klein werd, en strooide het op
15 Exo 33:20 | vermaalde het, totdat het klein werd, en strooide het op
16 Exo 34:43 | opent, zult gij met een stuk klein vee lossen; maar indien
17 Lev 1:10 | indien zijn offerande is van klein vee, van schapen of van
18 Lev 2:14 | vuur gedord, dat is, het klein gebroken graan van volle
19 Lev 2:16 | gedenkoffer aansteken van zijn klein gebroken graan en van zijn
20 Lev 3:6 | indien zijn offerande van klein vee is, den HEERE tot een
21 Lev 5:6 | brengen zal een wijfje van klein vee, een lam of een jonge
22 Lev 5:7 | als genoeg is tot een stuk klein vee, zo zal hij tot zijn
23 Lev 16:12 | welriekende specerijen, klein gestoten; en hij zal het
24 Lev 22:23 | 23 Doch een os, of klein vee, te lang of te verkrompen
25 Lev 22:28 | Gij zult ook een os, of klein vee, hem en zijn jong, op
26 Lev 26:26 | heiligen; hetzij een os, of klein vee, het is des HEEREN. ~
27 Lev 26:32 | tienden van runderen en klein vee, alles wat onder de
28 Num 15:3 | maken, van runderen of van klein vee; ~
29 Num 15:11 | den enen ram, of met het klein vee, van de lammeren, of
30 Num 22:18 | te overtreden, om te doen klein of groot. ~
31 Deu 4:27 | volken; en gij zult een klein volksken in getal overblijven
32 Deu 7:13 | koeien, en de kudden van uw klein vee, in het land, dat Hij
33 Deu 14:4 | gijlieden eten zult; een os, klein vee der schapen, en klein
34 Deu 14:4 | klein vee der schapen, en klein vee der geiten; ~
35 Deu 17:1 | HEERE, uw God, geen os of klein vee offeren, waaraan een
36 Deu 18:3 | offeren, hetzij een os, of klein vee: dat hij den priester
37 Deu 22:1 | zult uws broeders os of klein vee niet zien afgedreven,
38 Deu 28:4 | koeien, en de kudden van uw klein vee. ~
39 Deu 28:18 | koeien, en de kudden van uw klein vee. ~
40 Deu 28:31 | tot u niet wederkeren; uw klein vee zal aan uw vijanden
41 Deu 28:51 | koeien noch kudden van uw klein vee zal overig laten, totdat
42 Deu 32:14 | van koeien, en melk van klein vee, met het vet der lammeren
43 Joz 6:21 | oude, en tot den os, en het klein vee, en den ezel, door de
44 Joz 19:47 | kinderen van Dan was hun klein uitgekomen; daarom togen
45 Ric 5:4 | leeftocht overig in Israel, noch klein vee, noch os, noch ezel. ~
46 1Sa 15:17 | het niet alzo, toen gij klein waart in uw ogen, dat gij
47 1Sa 22:15 | deze dingen niet geweten, klein noch groot. ~
48 1Sa 25:36 | zij hem niet een woord, klein noch groot, te kennen, tot
49 2Sa 7:19 | Daartoe is dit in Uw ogen nog klein geweest, Heere HEERE, maar
50 2Sa 12:3 | had gans niet dan een enig klein ooilam, dat hij gekocht
51 1Kon 3:7 | vader David; en ik ben een klein jongeling, ik weet niet
52 1Kon 8:64| aangezicht des HEEREN was, was te klein, om de brandofferen, en
53 1Kon 11:17| komen; Hadad nu was een klein jongsken. ~
54 1Kro 12:40| en olie, en runderen, en klein vee in menigte; want er
55 1Kro 17:17| 17 En dit is klein in Uw ogen geweest, o God!
56 2Kro 18:11| brachten hem de Arabieren klein vee, zeven duizend en zevenhonderd
57 2Kro 35:7 | Josia gaf voor het volk, van klein vee, lammeren en jonge geitenbokken,
58 2Kro 35:8 | twee duizend en zeshonderd klein vee, en driehonderd runderen. ~
59 2Kro 35:9 | paasofferen, vijf duizend klein vee en vijfhonderd runderen. ~
60 2Kro 36:7 | Josia gaf voor het volk, van klein vee, lammeren en jonge geitenbokken,
61 2Kro 36:8 | twee duizend en zeshonderd klein vee, en driehonderd runderen. ~
62 2Kro 36:9 | paasofferen, vijf duizend klein vee en vijfhonderd runderen. ~
63 Ezra 9:8 | 8 En nu is er, als een klein ogenblik, een genade geschied
64 Job 14:21 | het niet; of zij worden klein, en hij let niet op hen. ~
65 Job 15:11 | vertroostingen Gods u te klein, en schuilt er enige zaak
66 Job 26:14 | Zijner wegen; en wat een klein stukje der zaak hebben wij
67 Psa 42:21 | Jordaan, en Hermon, uit het klein gebergte. ~
68 Psa 119:141| 141 Ik ben klein en veracht, doch Uw bevelen
69 Jes 10:25 | 25 Want nog een klein weinig, zo zal volbracht
70 Jes 11:6 | mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven. ~
71 Jes 16:14 | het overblijfsel zal klein, weinig, onmachtig wezen. ~ ~ ~ ~ ~
72 Jes 26:20 | u toe; verberg u als een klein ogenblik, totdat de gramschap
73 Jes 29:17 | Is het niet nog om een klein weinig, dat de Libanon in
74 Jes 54:7 | 7 Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten;
75 Jer 49:15 | Want zie, Ik heb u klein gemaakt onder de heidenen,
76 Eze 34:17 | Ziet, Ik zal richten tussen klein vee en klein vee, tussen
77 Eze 34:17 | richten tussen klein vee en klein vee, tussen de rammen en
78 Eze 34:20 | richten tussen het vette klein vee, en tussen het magere
79 Eze 34:20 | vee, en tussen het magere klein vee. ~
80 Eze 34:22 | en Ik zal richten tussen klein vee en klein vee. ~
81 Eze 34:22 | richten tussen klein vee en klein vee. ~
82 Amos 7:2 | blijven staan; want hij is klein! ~
83 Amos 7:5 | blijven staan; want hij is klein! ~
84 Oba 1:2 | 2 Ziet, Ik heb u klein gemaakt onder de heidenen,
85 Mic 5:1 | Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden
86 Luk 12:32 | 32 Vreest niet, gij klein kuddeken, want het is uws
87 Luk 19:3 | vanwege de schare, omdat hij klein van persoon was. ~
88 Hand 13:24| dien van die kunst geen klein gewin toe; ~
89 Hand 20:22| dezen dag, betuigende beiden klein en groot; niets zeggende
90 Hand 21:20| verschenen in vele dagen, en geen klein onweder ons drukte, zo werd
91 Heb 12:5 | spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren,
92 Jako 3:4 | worden omgewend van een zeer klein roer, waarhenen ook de begeerte
93 Jako 3:5 | Alzo is ook de tong een klein lid, en roemt nochtans grote
94 Jako 3:5 | grote dingen. Ziet, een klein vuur, hoe groten hoop houts
95 Open 19:5 | die Hem vreest, beiden klein en groot! ~
96 Open 20:12| 12 En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God;
|