Book Chapter: Verse
1 Lev 22:71 | HEEREN, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn. ~
2 Deu 12:7 | HEEREN, uws Gods, eten en vrolijk zijn, gijlieden en uw huizen,
3 Deu 12:12 | 12 En gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht
4 Deu 12:18 | poorten is; en gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht
5 Deu 14:26 | HEEREN, uws Gods, en weest vrolijk, gij en uw huis. ~
6 Deu 16:11 | 11 En gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht
7 Deu 16:14 | 14 En gij zult vrolijk zijn op uw feest, gij, en
8 Deu 16:15 | daarom zult gij immers vrolijk zijn.
9 Deu 26:11 | 11 En gij zult vrolijk zijn over al het goede,
10 Deu 27:7 | en zult aldaar eten, en vrolijk zijn voor het aangezicht
11 Ric 8:13 | verlaten, die God en mensen vrolijk maakt? En zou ik heengaan
12 Ric 8:19 | gehandeld hebt, zo weest vrolijk over Abimelech, en hij zij
13 Ric 8:19 | Abimelech, en hij zij ook vrolijk over ulieden. ~
14 Ric 15:25 | geschiedde, als hun hart vrolijk was, dat zij zeiden: Roept
15 Ric 17:20 | het hart van den priester vrolijk, en hij nam den efod, en
16 Ric 18:3 | vrouw hem zag, werd hij vrolijk over zijn ontmoeting. ~
17 Ric 18:6 | vernacht, en laat uw hart vrolijk zijn. ~
18 Ric 18:9 | vernacht hier, en laat uw hart vrolijk zijn, en maak u morgen vroeg
19 Ric 18:22 | 22 Toen zij nu hun hart vrolijk maakten, ziet, zo omringden
20 Rut 3:7 | gedronken had, en zijn hart vrolijk was, zo kwam hij om neder
21 1Sa 25:36 | en het hart van Nabal was vrolijk op denzelven, en hij was
22 2Sa 13:28 | er nu op, als Amnons hart vrolijk is van den wijn, en ik tot
23 1Kon 21:7 | eet brood, en uw hart zij vrolijk; ik zal u den wijngaard
24 Neh 12:43 | slachtofferen, en waren vrolijk; want God had hen vrolijk
25 Neh 12:43 | vrolijk; want God had hen vrolijk gemaakt met grote vrolijkheid;
26 Neh 12:43 | de vrouwen en de kinderen vrolijk; zodat de vrolijkheid van
27 Neh 12:44 | Levieten; want Juda was vrolijk over de priesteren en over
28 Est 1:10 | dag, toen des konings hart vrolijk was van den wijn, zeide
29 Est 28:2 | Haman ten zelfden dage uit, vrolijk en goedsmoeds; maar toen
30 Est 29:2 | Mordechai daaraan hange; ga dan vrolijk met den koning tot dien
31 Est 49:8 | stad Susan juichte en was vrolijk. ~
32 Job 3:7 | nacht zij eenzaam; dat geen vrolijk gezang daarin kome; ~
33 Job 29:13 | hart der weduwe deed ik vrolijk zingen. ~
34 Job 37:7 | de morgensterren te zamen vrolijk zongen, en al de kinderen
35 Job 38:24 | in den grond, en het is vrolijk in zijn kracht; en trekt
36 Psa 19:6 | zijn slaapkamer; zij is vrolijk als een held, om het pad
37 Psa 32:11 | rechtvaardigen! en zingt vrolijk, alle gij oprechten van
38 Psa 33:1 | Gij rechtvaardigen! zingt vrolijk in den HEERE; lof betaamt
39 Psa 33:3 | nieuw lied; speelt wel met vrolijk geschal. ~
40 Psa 34:1 | Gij rechtvaardigen! zingt vrolijk in den HEERE; lof betaamt
41 Psa 34:3 | nieuw lied; speelt wel met vrolijk geschal. ~
42 Psa 36:9 | verheugen in den HEERE; zij zal vrolijk zijn in Zijn heil. ~
43 Psa 36:27 | 27 Laat hen vrolijk zingen en verblijd zijn,
44 Psa 41:17 | 17 Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen,
45 Psa 51:16 | mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen. ~
46 Psa 59:17 | morgens Uw goedertierenheid vrolijk roemen, omdat Gij mij een
47 Psa 63:6 | mijn mond zou roemen met vrolijk zingende lippen. ~
48 Psa 63:8 | schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen. ~
49 Psa 68:4 | aangezicht, en van blijdschap vrolijk zijn. ~
50 Psa 70:5 | 5Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen,
51 Psa 81:2 | 2 Zingt vrolijk Gode, onze Sterkte; juicht
52 Psa 95:1 | Komt, laat ons den HEERE vrolijk zingen; laat ons juichen
53 Psa 98:4 | uit van vreugde, en zingt vrolijk, en psalmzingt. ~
54 Psa 100:2 | voor Zijn aanschijn met vrolijk gezang. ~
55 Psa 119:162 | 162 Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als
56 Spre 7:18 | morgen toe; laat ons ons vrolijk maken in grote liefde. ~
57 Spre 15:13 | 13 Een vrolijk hart zal het aangezicht
58 Spre 15:15 | bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. ~
59 Jes 12:6 | 6 Juich en zing vrolijk, gij inwoneres van Sion!
60 Jes 22:2 | gij woelige stad, gij, vrolijk huppelende stad! Uw verslagenen
61 Jes 23:7 | 7 Is dit uw vrolijk huppelende stad? welker
62 Jes 23:12 | gezegd: Gij zult niet meer vrolijk huppelen, o gij verdrukte
63 Jes 24:8 | trommelen rust; het geluid der vrolijk huppelenden houdt op, de
64 Jes 24:14 | stem opheffen, zij zullen vrolijk zingen; vanwege de heerlijkheid
65 Jes 29:9 | daarom verwondert u; zij zijn vrolijk, derhalve roept gijlieden;
66 Jes 32:13 | alle vreugdehuizen, in de vrolijk huppelende stad. ~
67 Jes 35:1 | plaatsen zullen hierover vrolijk zijn, en de wildernis zal
68 Jes 54:1 | 1 Zing vrolijk, gij onvruchtbare, die niet
69 Jes 54:1 | gebaard hebt! maak geschal met vrolijk gezang, en juich, die geen
70 Jes 55:12 | zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht,
71 Jes 56:12 | zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht,
72 Jes 62:10 | 10 Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel
73 Jes 63:5 | en gelijk de bruidegom vrolijk is over de bruid, alzo zal
74 Jes 63:5 | alzo zal uw God over u vrolijk zijn. ~
75 Jes 66:18 | Maar weest gijlieden vrolijk, en verheugt u tot in der
76 Jes 66:19 | verheugen over Jeruzalem, en vrolijk zijn over Mijn volk; en
77 Jes 67:10 | haar liefhebbers! Weest vrolijk over haar met vreugde, gij
78 Jes 67:14 | het zien, en uw hart zal vrolijk zijn, en uw beenderen zullen
79 Jer 44:17 | brood verzadigd, en waren vrolijk, en zagen geen kwaad. ~
80 Klaa 1:21 | mijn kwaad; en zij zijn vrolijk, dat Gij het gedaan hebt;
81 Klaa 1:131| 21 Schin. Wees vrolijk, en verblijd u, gij dochter
82 Eze 21:10 | hebbe; of wij dan zullen vrolijk zijn? het is de roede Mijns
83 Dan 6:24 | koning bij zichzelven zeer vrolijk, en zeide, dat men Daniel
84 Zep 3:14 | 14 Zing vrolijk, gij dochter Sions, juich,
85 Zep 3:17 | verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij
86 Luk 6:23 | Verblijdt u in dien dag, en zijt vrolijk; want, ziet, uw loon is
87 Luk 12:19 | neem rust, eet, drink, wees vrolijk. ~
88 Luk 15:23 | het; en laat ons eten en vrolijk zijn. ~
89 Luk 15:24 | gevonden! En zij begonnen vrolijk te zijn. ~
90 Luk 15:29 | met mijn vrienden mocht vrolijk zijn. ~
91 Luk 15:32 | 32 Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want
92 Luk 16:19 | lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig. ~
93 Rom 15:10 | wederom zegt Hij: Weest vrolijk, gij heidenen met Zijn volk! ~
94 2Kor 2:2 | is het toch, die mij zal vrolijk maken, dan degene, die van
95 Gal 4:27 | Want er is geschreven: Wees vrolijk, gij onvruchtbare, die niet
|