Book Chapter: Verse
1 Gen 14:33 | geit, en een driejarige ram, en een tortelduif, en een
2 Gen 21:13 | en ziet, achter was een ram in de verwarde struiken
3 Gen 21:13 | Abraham ging, en nam dien ram, en offerde hem ten brandoffer
4 Exo 29:15 | Daarna zult gij den ene ram nemen, en Aaron en zijn
5 Exo 29:16 | 16 En gij zult den ram slachten, en gij zult zijn
6 Exo 29:17 | 17 En den ram zult gij in zijn delen delen;
7 Exo 29:18 | Alzo zult gij den gehelen ram aansteken op het altaar;
8 Exo 29:19 | Daarna zult gij den anderen ram nemen, en Aaron en zijn
9 Exo 29:20 | 20 En gij zult den ram slachten, en van zijn bloed
10 Exo 29:22 | Daarna zult gij van den ram nemen het vet mitsgaders
11 Exo 29:22 | rechterschouder; want het is een ram der vulofferen; ~
12 Exo 29:26 | En neem de borst van den ram der vulofferen, die van
13 Exo 29:27 | opgeheven zal zijn van den ram des vuloffers, van hetgeen
14 Exo 29:31 | 31 Gij zult den ram der vulling nemen, en gij
15 Exo 29:32 | zullen het vlees van dezen ram eten, en het brood, dat
16 Lev 5:15 | HEERE brengen een volkomen ram uit de kudde, met uw schatting
17 Lev 5:16 | zal de priester met den ram des schuldoffers voor hem
18 Lev 5:18 | En hij zal een volkomen ram uit de kudde tot den priester
19 Lev 6:6 | den priester, een volkomen ram uit de kudde, met uw schatting,
20 Lev 8:18 | 18 Daarna deed hij den ram des brandoffers bijbrengen;
21 Lev 8:18 | handen op het hoofd van den ram. ~
22 Lev 8:20 | 20 Hij deelde ook den ram in zijn delen; en Mozes
23 Lev 8:21 | Mozes stak dien gehelen ram aan op het altaar; het was
24 Lev 8:22 | Daarna deed hij den anderen ram, den ram des vuloffers,
25 Lev 8:22 | hij den anderen ram, den ram des vuloffers, bijbrengen;
26 Lev 8:22 | handen op het hoofd van den ram.
27 Lev 8:29 | werd Mozes ten dele van den ram des vuloffers, gelijk als
28 Lev 9:2 | rund, ten zondoffer, en een ram ten brandoffer, die volkomen
29 Lev 9:4 | 4 Ook een os en ram ten dankoffer, om voor het
30 Lev 9:18 | slachtte hij den os, en den ram ten dankoffer, dat voor
31 Lev 9:19 | vet van den os, en van den ram, den staart, en wat het
32 Lev 16:3 | rund ten zondoffer, en een ram ten brandoffer. ~
33 Lev 16:5 | geitenbokken ten zondoffer, en een ram ten brandoffer. ~
34 Lev 19:21 | samenkomst brengen, een ram ten schuldoffer. ~
35 Lev 19:22 | de priester zal met den ram des schuldoffers, voor hem
36 Num 5:8 | priesters zijn; behalve den ram der verzoening, met welken
37 Num 6:14 | zondoffer, en een volkomen ram ten dankoffer. ~
38 Num 6:17 | 17 Hij zal ook den ram ten dankoffer den HEERE
39 Num 6:19 | gezoden schouder nemen van den ram, en een ongezuurden koek
40 Num 7:15 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
41 Num 7:21 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
42 Num 7:27 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
43 Num 7:33 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
44 Num 7:39 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
45 Num 7:45 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
46 Num 7:51 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
47 Num 7:57 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
48 Num 7:63 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
49 Num 7:69 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
50 Num 7:75 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
51 Num 7:81 | var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was,
52 Num 15:6 | 6 Of voor een ram zult gij een spijsoffer
53 Num 15:11 | enen os, of met den enen ram, of met het klein vee, van
54 Num 23:2 | offerden een var en een ram, op elk altaar. ~
55 Num 23:4 | toegericht, en heb een var en een ram op elk altaar geofferd. ~
56 Num 23:14 | hij offerde een var en een ram op elk altaar. ~
57 Num 23:30 | hij offerde een var en een ram op elk altaar. ~ ~ ~ ~
58 Num 28:11 | twee jonge varren, en een ram, zeven volkomen eenjarige
59 Num 28:12 | olie gemengd, tot den enen ram; ~
60 Num 28:14 | deel van een hin tot een ram, en een vierendeel van een
61 Num 28:19 | twee jonge varren, en een ram, daartoe zeven eenjarige
62 Num 28:20 | en twee tienden tot een ram zult gij bereiden. ~
63 Num 28:27 | twee jonge varren, een ram, zeven eenjarige lammeren; ~
64 Num 28:28 | var, twee tienden tot een ram; ~
65 Num 29:2 | bereiden: een jongen var, een ram, zeven volkomen eenjarige
66 Num 29:3 | var, twee tienden tot den ram. ~
67 Num 29:8 | offeren: een jongen var, een ram, zeven eenjarige lammeren;
68 Num 29:9 | twee tienden tot den enen ram; ~
69 Num 29:14 | toe; twee tienden tot een ram, onder die twee rammen; ~
70 Num 29:36 | den HEERE; een var, een ram, zeven volkomen eenjarige
71 Num 29:37 | drankofferen tot den var, tot den ram, en tot de lammeren, in
72 Rut 4:19 | 19 En Hezron gewon Ram; en Ram gewon Amminadab; ~
73 Rut 4:19 | En Hezron gewon Ram; en Ram gewon Amminadab; ~
74 1Kro 2:9 | zijn, waren Jerahmeel, en Ram, en Chelubai. ~
75 1Kro 2:10| 10 Ram nu gewon Amminadab, en Amminadab
76 1Kro 2:25| deze: de eerstgeborene was Ram, daartoe Buna, en Oren,
77 1Kro 2:27| 27 En de kinderen van Ram, den eerstgeborene van Jerahmeel
78 Ezra 10:19| zijnde, offerden zij een ram van de kudde voor hun schuld.
79 Job 32:2 | Buziet, van het geslacht van Ram; tegen Job werd zijn toorn
80 Eze 43:23 | offeren, en een volkomen ram van de kudde. ~
81 Eze 43:25 | var, een jong rund, en een ram van de kudde, beide volkomen
82 Eze 45:24 | var, en een efa tot een ram; en een hin olie tot een
83 Eze 46:4 | lammeren, en een volkomen ram. ~
84 Eze 46:5 | spijsoffer, een efa tot den ram, maar tot de lammeren zal
85 Eze 46:6 | en zes lammeren, en een ram; volkomen zullen zij zijn. ~
86 Eze 46:7 | var, en een efa tot den ram; maar tot de lammeren, zoals
87 Eze 46:11 | var, en een efa tot een ram; maar tot de lammeren, een
88 Dan 8:3 | en ik zag, en ziet, een ram stond voor dien vloed, die
89 Dan 8:4 | 4 Ik zag, dat de ram met de hoornen tegen het
90 Dan 8:6 | En hij kwam tot den ram, die de twee hoornen had,
91 Dan 8:7 | zag hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich
92 Dan 8:7 | tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide
93 Dan 8:7 | beide hoornen; en in den ram was geen kracht, om voor
94 Dan 8:7 | er was niemand, die den ram uit zijn hand verloste. ~
95 Dan 8:20 | 20 De ram met de twee hoornen, dien
|