Book Chapter: Verse
1 Gen 45:9 | leeuwenwelp! gij zijt van de roof opgeklommen, mijn zoon!
2 Gen 45:27 | verscheuren; des morgens zal hij roof eten, en des avonds zal
3 Lev 6:2 | hand gesteld was, of van roof, of dat hij met geweld zijn
4 Lev 6:4 | hij wederuitkeren zal den roof, dien hij geroofd, of het
5 Lev 13:23 | uitgespreid zijnde, het is de roof van die zweer, zo zal de
6 Lev 13:28 | verklaren, want het is de roof van den brand. ~
7 Num 14:3 | en onze kinderkens ten roof worden? Zou het ons niet
8 Num 14:31 | gij zeidet: Zij zullen ten roof worden! die zal Ik daarin
9 Num 23:24 | neerleggen, totdat het den roof gegeten, en het bloed der
10 Num 31:11 | 11 En zij namen al den roof, en al den buit, van mensen
11 Num 31:12 | gevangenen, en den buit, en den roof, tot Mozes en tot Eleazar,
12 Num 31:32 | nu, het overschot van den roof, dat het krijgsvolk geroofd
13 Deu 1:39 | zeidet: Zij zullen tot een roof zijn; en uw kinderen, die
14 Deu 2:35 | roofden wij voor ons, en den roof der steden, die wij innamen. ~
15 Deu 3:7 | 7 Doch al het vee en den roof van die steden roofden wij
16 Deu 13:16 | 16 En al haar roof zult gij verzamelen in het
17 Deu 13:16 | God, die stad en al haar roof ganselijk met vuur verbranden;
18 Joz 7:21 | 21 Want ik zag onder den roof een schoon sierlijk Babylonisch
19 Joz 8:2 | hebt; behalve dat gij haar roof en haar vee voor ulieden
20 Joz 11:14 | 14 En al den roof dezer steden, en het vee,
21 Joz 23:8 | veel klederen; deelt den roof uwer vijanden met uw broederen. ~
22 Ric 7:24 | voorhoofdsiersel van zijn roof; want zij hadden gouden
23 Ric 7:25 | voorhoofdsiersel van zijn roof.
24 1Sa 15:19 | gehoord, maar zijt tot den roof gevlogen, en hebt gedaan
25 1Sa 15:21 | nu heeft genomen van den roof, schapen en runderen, het
26 2Sa 3:22 | brachten met zich een groten roof. Abner nu was niet bij David
27 2Sa 8:12 | en van Amalek, en van den roof van Hadad-ezer, den zoon
28 2Sa 12:30 | hij uit een zeer groten roof der stad. ~
29 2Kon 23:14| geven; en zij zullen tot een roof en plundering worden al
30 2Kro 16:11| ten zelfden dage van den roof, dien zij gebracht hadden,
31 2Kro 24:23| volks; en zij zonden al hun roof tot den koning van Damaskus. ~
32 2Kro 28:8 | hen; en zij brachten den roof te Samaria. ~
33 2Kro 28:14| toegerusten de gevangenen en de roof voor het aangezicht der
34 2Kro 28:15| gevangenen, en kleedden van den roof al hun naakten; en zij kleedden
35 Ezra 9:7 | zwaard, in gevangenis, en in roof, en in schaamte des aangezichts,
36 Neh 4:4 | en geef hen over tot een roof in een land der gevangenis. ~
37 Est 50:10 | hun handen niet aan den roof. ~
38 Est 52:2 | sloegen hun hand niet aan den roof. ~
39 Est 52:3 | sloegen hun hand niet aan den roof. ~
40 Job 4:11 | leeuw vergaat, omdat er geen roof is, en de jongens eens oudachtigen
41 Job 24:5 | makende zich vroeg op ten roof; het vlakke veld is hem
42 Job 29:17 | verkeerden, en wierp den roof uit zijn tanden. ~
43 Job 38:1 | gij voor den ouden leeuw roof jagen, of de graagheid der
44 Psa 68:13 | te huis bleef, deelde den roof uit. ~
45 Psa 104:21 | leeuwen, briesende om een roof, en om hun spijs van God
46 Psa 124:6 | heeft overgegeven tot een roof. ~
47 Spre 1:13| onze huizen zullen wij met roof vullen. ~
48 Spre 16:19| met de zachtmoedigen, dan roof te delen met de hovaardigen. ~
49 Jes 3:14 | dezen wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe
50 Jes 5:29 | zij zullen briesen, en den roof aangrijpen en wegvoeren;
51 Jes 8:1 | griffel: Haastende tot den roof, is hij spoedig tot den
52 Jes 10:6 | verbolgenheid; opdat hij den roof rove, en plundere de plundering,
53 Jes 31:4 | een jonge leeuw over zijn roof brult, wanneer schoon een
54 Jes 33:23 | niet uitspannen; dan zal de roof van een overvloedigen buit
55 Jes 33:23 | zelfs zullen de lammen den roof roven. ~
56 Jes 42:22 | gevangenhuizen; zij zijn tot een roof geworden, en er is niemand,
57 Jes 53:12 | zal de machtigen als een roof delen, omdat Hij Zijn ziel
58 Jes 60:15 | wijkt, stelt zich tot een roof; en de HEERE zag het, en
59 Jes 62:8 | recht lief, Ik haat den roof in het brandoffer, en Ik
60 Jer 2:14 | huizes? Waarom is hij dan ten roof geworden? ~
61 Jer 15:13 | vermogen en uw schatten tot een roof geven, zonder prijs; en
62 Jer 17:3 | vermogen en al uw schatten ten roof geven, mitsgaders uw hoogten,
63 Jer 49:32 | En hun kemelen zullen ten roof zijn, en de menigte van
64 Jer 50:10 | En Chaldea zal ten roof zijn; allen, die het beroven,
65 Eze 7:21 | der vreemden overgeven ten roof, en den goddelozen der aarde
66 Eze 18:7 | zijn pand wedergeeft, geen roof rooft, den hongerige zijn
67 Eze 18:16 | pand niet behoudt, en geen roof rooft, zijn brood den hongerige
68 Eze 19:3 | jonge leeuw, die leerde roof te roven, hij at mensen
69 Eze 19:6 | een jonge leeuw, en leerde roof te roven, hij at mensen
70 Eze 22:25 | brullende leeuw, die een roof rooft; zij eten de zielen
71 Eze 22:27 | haar als wolven, die een roof roven, om bloed te vergieten,
72 Eze 23:46 | ze ter beroering en ten roof overgeven. ~
73 Eze 26:5 | zij zal den heidenen ten roof worden. ~
74 Eze 29:19 | buit buiten, en deszelfs roof roven, en het zal het loon
75 Eze 34:8 | schapen geworden zijn tot een roof, en Mijn schapen al het
76 Eze 34:22 | dat zij niet meer tot een roof zullen zijn; en Ik zal richten
77 Eze 34:28 | den heidenen niet meer ten roof zijn, en het wild gedierte
78 Eze 36:4 | verlaten steden, die tot een roof en tot een spot geworden
79 Eze 38:12 | Om buit te buiten, en om roof te roven; om uw hand te
80 Eze 38:13 | vergadering vergaderd, om roof te roven? om zilver
81 Dan 11:24 | vaderen, niet gedaan hebben; roof, en buit, en goederen, zal
82 Amos 3:4 | in het woud, als hij geen roof heeft? Zal een jonge leeuw
83 Nah 2:12 | zijn holen vervulde met roof, en zijn woningen met het
84 Nah 2:13 | leeuwen verteren, en Ik zal uw roof uitroeien van de aarde,
85 Nah 3:1 | en verscheuring is! de roof houdt niet op. ~
86 Zep 1:13 | Daarom zal hun vermogen ten roof worden, en hun huizen tot
87 Zep 3:8 | als Ik Mij opmake tot den roof; want Mijn oordeel is, de
88 Zac 2:9 | zullen hunnen knechten een roof wezen. Alzo zult gijlieden
89 Zac 14:1 | dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden in
90 Matt 23:25| binnen zijn zij vol van roof en onmatigheid. ~
91 Luk 11:22 | vertrouwde, en deelt zijn roof uit. ~
92 Luk 11:39 | binnenste van u is vol van roof en boosheid. ~
93 Fili 2:6 | gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk
94 Kol 2:8 | toe, dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie,
|