Book Chapter: Verse
1 Gen 30:4 | tegemoet, en nam hem in den arm, en viel hem aan den hals,
2 Exo 6:5 | verlossen door een uitgestrekten arm, en door grote gerichten; ~
3 Exo 15:16 | door de grootheid van Uw arm zullen zij verstommen, als
4 Exo 22:25 | gij Mijn volk, dat bij u arm is, geld leent, zo zult
5 Lev 14:21 | 21 Maar indien hij arm is, en zijn hand dat niet
6 Deu 4:34 | en door een uitgestrekten arm, en met grote verschrikkingen;
7 Deu 5:15 | hand en een uitgestrekten arm; daarom heeft u de HEERE,
8 Deu 7:19 | hand, en den uitgestrekten arm, door welken u de HEERE
9 Deu 9:29 | en door Uw uitgestrekten arm hebt uitgevoerd! ~
10 Deu 11:2 | hand en Zijn uitgestrekten arm; ~
11 Deu 15:7 | toesluiten voor uw broeder, die arm is; ~
12 Deu 15:9 | zij tegen uw broeder, die arm is, en dat gij hem niet
13 Deu 24:12 | 12 Doch indien hij een arm man is, zo zult gij met
14 Deu 24:15 | niet ondergaan; want hij is arm, en zijn ziel verlangt daarnaar;
15 Deu 26:8 | en door een uitgestrekten arm, en door groten schrik,
16 Deu 33:20 | leeuw, en verscheurt den arm, ja ook den schedel.
17 Rut 3:10 | gezellen zijt nagegaan, hetzij arm of rijk. ~
18 1Sa 2:7 | 7 De HEERE maakt arm en maakt rijk; Hij vernedert,
19 1Sa 2:31 | de dagen komen, dat Ik uw arm zal afhouwen, en den arm
20 1Sa 2:31 | arm zal afhouwen, en den arm van uws vaders huis, dat
21 1Sa 18:23 | schoonzoon te worden, daar ik een arm en verachtzaam man ben? ~
22 2Sa 1:10 | armgesmijde, dat aan zijn arm was, en heb ze hier tot
23 2Sa 12:1 | de een rijk en de ander arm. ~
24 1Kon 8:42| en van Uw uitgestrekten arm) als hij komen en bidden
25 2Kon 19:36| en met een uitgestrekten arm opgevoerd heeft, Dien zult
26 2Kro 32:8 | Met hem is een vreselijke arm, maar met ons is de HEERE,
27 Ezra 4:23| Joden, en beletten hen met arm en geweld. ~
28 Job 26:2 | kracht is, en behouden den arm, die zonder sterkte is? ~
29 Job 31:22 | het schouderbeen, en mijn arm breke van zijn pijp af! ~
30 Job 35:9 | zij schreeuwen vanwege den arm der groten. ~
31 Job 37:15 | geweerd worde, en de hoge arm worde gebroken? ~
32 Job 39:4 | 4 Hebt gij een arm gelijk God? En kunt gij,
33 Psa 10:15 | 15 Breek den arm des goddelozen en bozen.
34 Psa 44:4 | door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil gegeven;
35 Psa 44:4 | maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts,
36 Psa 49:3 | aanzienlijken, te zamen rijk en arm! ~
37 Psa 71:18 | geslachte verkondige Uw arm, allen nakomelingen Uw macht. ~
38 Psa 77:16 | Gij hebt Uw volk door Uw arm verlost; de kinderen van
39 Psa 83:9 | kinderen van Lot tot een arm geweest. Sela. ~
40 Psa 89:11 | vijanden verstrooid met den arm Uwer sterkte. ~
41 Psa 89:14 | 14 Gij hebt een arm met macht; Uw hand is sterk,
42 Psa 89:22 | blijven zal; ook zal hem Mijn arm versterken. ~
43 Psa 98:1 | Zijn rechterhand, en de arm Zijner heiligheid, heeft
44 Psa 129:7 | noch de garvenbinder zijn arm; ~
45 Psa 136:12 | en met een uitgestrekte arm; want Zijn goedertierenheid
46 Spre 10:4 | bedriegelijke hand werkt, wordt arm; maar de hand der vlijtigen
47 Spre 13:7 | en een, die zichzelven arm maakt, en heeft veel goed. ~
48 Spre 20:13| niet lief, opdat gij niet arm wordt; open uw ogen, verzadig
49 Spre 22:22| den arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel den ellendige
50 Spre 23:21| een zuiper en vraat zal arm worden; en de sluimering
51 Spre 28:3 | 3 Een arm man, die de geringen verdrukt,
52 Spre 28:15| goddeloze, heersende over een arm volk, is een brullende leeuw,
53 Pred 4:13| 13 Beter is een arm en wijs jongeling, dan een
54 Hoo 8:6 | hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk
55 Jes 17:5 | koren verzamelt, en zijn arm aren afmaait; ja, hij zal
56 Jes 33:2 | hebben op U gewacht; wees hun arm allen morgen, daartoe onze
57 Jes 40:10 | tegen den sterke, en Zijn arm zal heersen; ziet, Zijn
58 Jes 44:12 | werkt het met zijn sterken arm; ook lijdt hij honger, totdat
59 Jes 48:14 | tegen Babel doen, en Zijn arm zal tegen de Chaldeen
60 Jes 51:5 | eilanden wachten, en op Mijn arm zullen zij hopen. ~
61 Jes 51:9 | ontwaak, trek sterkte aan, Gij arm des HEEREN! ontwaak als
62 Jes 52:10 | HEERE heeft Zijn heiligen arm ontbloot voor de ogen aller
63 Jes 53:1 | geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? ~
64 Jes 60:16 | daarom bracht Hem Zijn arm heil aan, en Zijn gerechtigheid
65 Jes 63:8 | rechterhand, en bij den arm Zijner sterkte: indien Ik
66 Jes 64:5 | ondersteunde; daarom heeft Mijn arm Mij heil beschikt, en Mijn
67 Jes 64:12 | 12 Die den arm Zijner heerlijkheid heeft
68 Jer 5:4 | zeide: Zekerlijk, deze zijn arm; zij handelen zottelijk,
69 Jer 5:17 | dewelke gij vertrouwt, zal het arm maken, door het zwaard. ~
70 Jer 17:5 | vertrouwt, en vlees tot zijn arm stelt, en wiens hart van
71 Jer 21:5 | hand en met een sterken arm, ja, met toorn, en met grimmigheid,
72 Jer 27:5 | door Mijn uitgestrekten arm, en Ik geef ze aan welken
73 Jer 32:17 | en door Uw uitgestrekten arm; geen ding is U te wonderlijk. ~
74 Jer 32:21 | en door een uitgestrekten arm, en door grote verschrikking. ~
75 Jer 39:10 | Maar van het volk, die arm waren, die niet met al hadden,
76 Jer 48:25 | hoorn is afgesneden, en zijn arm verbroken, spreekt de HEERE. ~
77 Eze 4:7 | belegering van Jeruzalem, en uw arm zal ontbloot zijn; en gij
78 Eze 17:9 | dat niet door een groten arm, noch door veel volks, om
79 Eze 20:33 | sterke hand, en uitgestrekten arm, en met een uitgegoten grimmigheid
80 Eze 20:34 | en door een uitgestrekten arm, en door een uitgegoten
81 Eze 30:21 | Mensenkind! Ik heb den arm van Farao, den koning van
82 Eze 31:17 | het zwaard; en die zijn arm geweest waren, die onder
83 Dan 11:6 | daarom zal hij, noch zijn arm, niet bestaan; maar zij
84 Zep 3:12 | overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den
85 Zac 9:9 | en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel,
86 Zac 11:17 | Het zwaard zal over zijn arm zijn, en over zijn rechteroog;
87 Zac 11:17 | over zijn rechteroog; zijn arm zal ten enenmale verdorren,
88 Luk 1:51 | krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de
89 Joha 12:38| prediking geloofd, en wien is de arm des Heeren geopenbaard? ~
90 Hand 7:17| heeft hen met een hogen arm daaruit geleid. ~
91 2Kor 6:10| doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende;
92 2Kor 8:9 | dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk
93 Jako 2:2 | kleding, en er kwam ook een arm man in met een slechte kleding; ~
94 Open 3:17| ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. ~
|