Book Chapter: Verse
1 Gen 5:12 | 12 En Kenan leefde zeventig jaren, en hij gewon Mahalal-el. ~
2 Gen 5:31 | Lamech zevenhonderd zeven en zeventig jaren; en hij stierf. ~
3 Gen 11:26 | 26 En Terah leefde zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor
4 Gen 12:4 | hem; en Abram was vijf en zeventig jaren oud, toen hij uit
5 Gen 23:74 | geleefd heeft, honderd vijf en zeventig jaren. ~
6 Gen 42:27 | in Egypte kwamen, waren zeventig. ~
7 Gen 46:3 | Egyptenaars beweenden hem zeventig dagen. ~
8 Exo 1:5 | voortgekomen zijn, waren zeventig zielen; doch Jozef was in
9 Exo 15:27 | twaalf waterfonteinen, en zeventig palmbomen; en zij legerden
10 Exo 24:1 | Aaron, Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel;
11 Exo 24:9 | ook Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel. ~
12 Exo 38:25 | duizend zevenhonderd vijf en zeventig sikkelen, naar den sikkel
13 Exo 38:28 | duizend zevenhonderd vijf en zeventig sikkelen maakte hij de haken
14 Exo 38:29 | nu des beweegoffers was zeventig talenten, en twee duizend
15 Num 1:27 | den stam van Juda vier en zeventig duizend en zeshonderd. ~
16 Num 2:4 | zijn getelden waren vier en zeventig duizend en zeshonderd. ~
17 Num 3:43 | duizend tweehonderd en drie en zeventig. ~
18 Num 3:46 | Aangaande de tweehonderd drie en zeventig, die gelost zullen worden,
19 Num 7:13 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
20 Num 7:19 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
21 Num 7:25 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
22 Num 7:31 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
23 Num 7:37 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
24 Num 7:43 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
25 Num 7:49 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
26 Num 7:55 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
27 Num 7:61 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
28 Num 7:67 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
29 Num 7:73 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
30 Num 7:79 | zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel
31 Num 7:85 | en een sprengbekken van zeventig; al het zilver van de vaten
32 Num 11:16 | tot Mozes: Verzamel Mij zeventig mannen uit de oudsten van
33 Num 11:24 | volk; en hij verzamelde zeventig mannen uit de oudsten des
34 Num 11:25 | hem was, legde Hem op de zeventig mannen, die oudsten; en
35 Num 26:22 | naar hun getelden: zes en zeventig duizend en vijfhonderd. ~
36 Num 31:32 | was zeshonderd vijf en zeventig duizend schapen; ~
37 Num 31:33 | 33 En twee en zeventig duizend runderen; ~
38 Num 31:37 | schapen was zeshonderd vijf en zeventig. ~
39 Num 31:38 | schatting voor den HEERE twee en zeventig. ~
40 Num 32:9 | twaalf waterfonteinen en zeventig palmbomen, en zij legerden
41 Deu 10:22 | togen af naar Egypte met zeventig zielen; en nu heeft u de
42 Ric 1:7 | Toen zeide Adoni-Bezek: Zeventig koningen, met afgehouwen
43 Ric 7:14 | en hun oudsten, zeven en zeventig mannen. ~
44 Ric 7:30 | 30 Gideon nu had zeventig zonen, die uit zijn heupe
45 Ric 8:2 | Sichem: Wat is u beter, dat zeventig mannen, alle zonen van Jerubbaal,
46 Ric 8:4 | 4 En zij gaven hem zeventig zilverlingen, uit het huis
47 Ric 8:5 | de zonen van Jerubbaal, zeventig mannen, op een steen; doch
48 Ric 8:18 | vaders, en hebt zijn zonen, zeventig mannen, op een steen gedood;
49 Ric 8:24 | het geweld, gedaan aan de zeventig zonen van Jerubbaal, kwame,
50 Ric 8:56 | gedaan had, dodende zijn zeventig broederen. ~
51 Ric 11:14 | zoons zonen, rijdende op zeventig ezelveulens; en hij richtte
52 1Sa 6:19 | Hij sloeg van het volk zeventig mannen, en vijftig duizend
53 2Sa 24:15 | van Dan tot Ber-seba toe, zeventig duizend mannen. ~
54 1Kon 5:15| 15 Daartoe had Salomo zeventig duizend, die last droegen,
55 2Kon 10:1 | 1 Achab nu had zeventig zonen te Samaria; en Jehu
56 2Kon 10:6 | De zonen nu de konings, zeventig mannen, waren bij de groten
57 2Kon 10:7 | zonen des konings namen, en zeventig mannen sloegen; en zij legden
58 1Kro 22:5 | vierhonderd duizend, en zeventig duizend man, die het zwaard
59 1Kro 22:14| en er vielen van Israel zeventig duizend man. ~
60 2Kro 2:2 | 2 En Salomo telde zeventig duizend lastdragende mannen,
61 2Kro 2:18| En hij maakte uit dezelve zeventig duizend lastdragers, en
62 2Kro 29:32| de gemeente bracht, was zeventig runderen, honderd rammen,
63 2Kro 37:21| der verwoesting, totdat de zeventig jaren vervuld waren. ~
64 Ezra 2:3 | duizend honderd twee en zeventig. ~
65 Ezra 2:4 | Sefatja, driehonderd twee en zeventig. ~
66 Ezra 2:5 | Arach, zevenhonderd vijf en zeventig. ~
67 Ezra 2:36| Jesua, negenhonderd drie en zeventig. ~
68 Ezra 2:40| kinderen van Hodavja, vier en zeventig. ~
69 Ezra 8:7 | van Athalja; en met hem zeventig manspersonen. ~
70 Ezra 8:14| Uthai en Zabbud; en met hen zeventig manspersonen. ~
71 Ezra 8:35| negentig rammen, zeven en zeventig lammeren, twaalf bokken
72 Neh 7:8 | duizend, honderd twee en zeventig; ~
73 Neh 7:9 | Sefatja, driehonderd twee en zeventig; ~
74 Neh 7:39 | Jesua, negenhonderd drie en zeventig; ~
75 Neh 7:43 | kinderen van Hodeva, vier en zeventig; ~
76 Neh 11:19 | poorten, waren honderd twee en zeventig. ~
77 Est 52:3 | onder hun haters vijf en zeventig duizend; maar zij sloegen
78 Psa 90:10 | onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk
79 Jes 23:15 | Tyrus zal vergeten worden zeventig jaren, gelijk eens konings
80 Jes 23:15 | dagen; maar ten einde van zeventig jaren zal in Tyrus als een
81 Jes 23:17 | geschieden ten einde van zeventig jaren, dat de HEERE Tyrus
82 Jer 25:11 | koning van Babel dienen zeventig jaren. ~
83 Jer 25:12 | het zal geschieden, als de zeventig jaren vervuld zijn, dan
84 Jer 29:10 | de HEERE: Zekerlijk, als zeventig jaren te Babel zullen vervuld
85 Eze 8:11 | 11 En zeventig mannen uit de oudsten van
86 Eze 41:12 | het westen, was de breedte zeventig ellen, en van den wand des
87 Dan 9:2 | verwoestingen van Jeruzalem, zeventig jaren was. ~
88 Dan 9:24 | 24 Zeventig weken zijn bestemd over
89 Zac 1:12 | geweest zijt, deze zeventig jaren? ~
90 Zac 7:5 | zevende maand, namelijk nu zeventig jaren, hebt gijlieden
91 Luk 10:1 | stelde de Heere nog andere zeventig, en zond hen heen voor Zijn
92 Hand 17:23| naar Cesarea trekken, en zeventig ruiters, en tweehonderd
93 Hand 21:37| alles tweehonderd zes en zeventig zielen. ~
|