1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6044
Book Chapter: Verse
4501 Matt 12:47 | staan daar buiten, zoekende U te spreken. ~
4502 Matt 13:11 | zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden
4503 Matt 13:17 | 17 Want voorwaar zeg Ik u, dat vele profeten en rechtvaardigen
4504 Matt 14:4 | Johannes zeide tot hem: Het is u niet geoorloofd haar te
4505 Matt 14:15 | voorbijgegaan; laat de scharen van U, opdat zij heengaan in de
4506 Matt 14:28 | zijt, zo gebied mij tot U te komen op het water. ~
4507 Matt 15:5 | Het is een gave, zo wat u van mij zou kunnen ten nutte
4508 Matt 15:7 | geveinsden! Wel heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende: ~
4509 Matt 15:22 | Gij Zone Davids, ontferm U mijner! mijn dochter is
4510 Matt 15:23 | zeggende: Laat haar van U; want zij roept ons na. ~
4511 Matt 15:28 | vrouw! groot is uw geloof; u geschiede, gelijk gij wilt.
4512 Matt 16:6 | hen: Ziet toe, en wacht u van den zuurdesem der Farizeen
4513 Matt 16:11 | verstaat gij niet, dat Ik u van geen brood gesproken
4514 Matt 16:11 | heb, als Ik zeide, dat gij u wachten zoudt van den zuurdesem
4515 Matt 16:17 | want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar
4516 Matt 16:18 | 18 En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus,
4517 Matt 16:19 | 19 En Ik zal u geven de sleutelen van het
4518 Matt 16:22 | bestraffen, zeggende: Heere, wees U genadig! dit zal U geenszins
4519 Matt 16:22 | wees U genadig! dit zal U geenszins geschieden. ~
4520 Matt 16:28 | 28 Voorwaar zeg Ik u: Er zijn sommigen van die
4521 Matt 17:4 | tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een,
4522 Matt 17:12 | 12 Maar Ik zeg u, dat Elias nu gekomen is,
4523 Matt 17:15 | 15 Heere! ontferm U over mijn zoon; want hij
4524 Matt 17:17 | ulieden zijn, hoe lang zal Ik u nog verdragen? Brengt hem
4525 Matt 17:20 | wil; want voorwaar zeg Ik u: Zo gij een geloof hadt
4526 Matt 17:20 | zal heengaan; en niets zal u onmogelijk zijn. ~
4527 Matt 17:25 | Jezus, zeggende: Wat dunkt u, Simon! de koningen der
4528 Matt 17:27 | hem aan hen voor Mij en u. ~ ~
4529 Matt 18:3 | En zeide: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij u niet verandert,
4530 Matt 18:3 | Voorwaar zeg Ik u: Indien gij u niet verandert, en wordt
4531 Matt 18:8 | Indien dan uw hand of uw voet u ergert, houwt ze af en werpt
4532 Matt 18:8 | houwt ze af en werpt ze van u. Het is u beter, tot het
4533 Matt 18:8 | en werpt ze van u. Het is u beter, tot het leven in
4534 Matt 18:9 | 9 En indien uw oog u ergert, trekt het uit, en
4535 Matt 18:9 | het uit, en werpt het van u. Het is u beter, maar een
4536 Matt 18:9 | werpt het van u. Het is u beter, maar een oog hebbende,
4537 Matt 18:12 | 12 Wat dunkt u, indien enig mens honderd
4538 Matt 18:13 | hetzelve vindt, voorwaar zeg Ik u, dat hij zich meer verblijdt
4539 Matt 18:15 | indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen
4540 Matt 18:15 | heen en bestraf hem tussen u en hem alleen; indien hij
4541 Matt 18:15 | en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij uw broeder
4542 Matt 18:16 | 16 Maar indien hij u niet hoort, zo neem nog
4543 Matt 18:16 | neem nog een of twee met u; opdat in de mond van twee
4544 Matt 18:17 | gehoor geeft, zo zij hij u als de heiden en de tollenaar. ~
4545 Matt 18:18 | 18 Voorwaar zeg Ik u: Al wat gij op de aarde
4546 Matt 18:19 | 19 Wederom zeg Ik u: Indien er twee van u samenstemmen
4547 Matt 18:19 | Ik u: Indien er twee van u samenstemmen op de aarde,
4548 Matt 18:22 | Jezus zeide tot hem: Ik zeg u, niet tot zevenmaal, maar
4549 Matt 18:26 | lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen. ~
4550 Matt 18:29 | lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen. ~
4551 Matt 18:32 | dienstknecht, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, dewijl
4552 Matt 18:33 | 33 Behoordet gij ook niet u over uw mededienstknecht
4553 Matt 18:33 | gelijk ik ook mij over u ontfermd heb? ~
4554 Matt 18:35 | zal ook Mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet van
4555 Matt 19:8 | de hardigheid uwer harten u toegelaten uw vrouwen te
4556 Matt 19:9 | 9 Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaat,
4557 Matt 19:23 | discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, dat een rijke bezwaarlijk
4558 Matt 19:24 | 24 En wederom zeg Ik u: Het is lichter, dat een
4559 Matt 19:27 | alles verlaten, en zijn U gevolgd, wat zal ons dan
4560 Matt 19:28 | tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd
4561 Matt 20:4 | zo wat recht is, zal ik u geven. En zij gingen. ~
4562 Matt 20:13 | van hen: Vriend! ik doe u geen onrecht; zijt gij niet
4563 Matt 20:14 | laatsten ook geven, gelijk als u. ~
4564 Matt 20:26 | Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder
4565 Matt 20:26 | zijn; maar zo wie onder u zal willen groot worden,
4566 Matt 20:27 | 27 En zo wie onder u zal willen de eerste zijn,
4567 Matt 20:30 | Gij Zone Davids! ontferm U onzer. ~
4568 Matt 20:31 | meer, zeggende: Ontferm U onzer, Heere, Gij Zone Davids! ~
4569 Matt 20:32 | zeide: Wat wilt gij, dat Ik u doe? ~
4570 Matt 21:2 | heen in het vlek, dat tegen u over ligt, en gij zult terstond
4571 Matt 21:3 | 3 En indien u iemand iets zegt, zo zult
4572 Matt 21:5 | Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten
4573 Matt 21:16 | der zuigelingen hebt Gij U lof toebereid? ~
4574 Matt 21:19 | bladeren; en zeide tot hem: Uit u worde geen vrucht meer in
4575 Matt 21:21 | tot hen: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij geloof hadt,
4576 Matt 21:23 | deze dingen? En Wie heeft U deze macht gegeven? ~
4577 Matt 21:24 | antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen, hetwelk
4578 Matt 21:24 | Mij zult zeggen, zo zal Ik u ook zeggen, door wat macht
4579 Matt 21:27 | zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht
4580 Matt 21:28 | 28 Maar wat dunkt u? Een mens had twee zonen,
4581 Matt 21:31 | tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat de tollenaars en de
4582 Matt 21:31 | tollenaars en de hoeren u voorgaan in het Koninkrijk
4583 Matt 21:32 | 32 Want Johannes is tot u gekomen in den weg der gerechtigheid,
4584 Matt 21:43 | het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden, en
4585 Matt 22:17 | 17 Zeg ons dan: wat dunkt U? Is het geoorloofd, den
4586 Matt 22:42 | 42 En zeide: Wat dunkt u van den Christus? Wiens
4587 Matt 23:3 | 3 Daarom, al wat zij u zeggen, dat gij houden zult,
4588 Matt 23:11 | 11 Maar de meeste van u zal uw dienaar zijn. ~
4589 Matt 23:13 | 13 Maar wee u, gij Schriftgeleerden en
4590 Matt 23:14 | 14 Wee u, gij Schriftgeleerden en
4591 Matt 23:15 | 15 Wee u, gij Schriftgeleerden en
4592 Matt 23:16 | 16 Wee u, gij blinde leidslieden,
4593 Matt 23:23 | 23 Wee u, gij Schriftgeleerden en
4594 Matt 23:25 | 25 Wee u, gij Schriftgeleerden en
4595 Matt 23:27 | 27 Wee u, gij Schriftgeleerden en
4596 Matt 23:29 | 29 Wee u, gij Schriftgeleerden en
4597 Matt 23:34 | Daarom ziet, Ik zend tot u profeten, en wijzen, en
4598 Matt 23:35 | 35 Opdat op u kome al het rechtvaardige
4599 Matt 23:36 | 36 Voorwaar zeg Ik u: Al deze dingen zullen komen
4600 Matt 23:37 | doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe menigmaal
4601 Matt 23:38 | 38 Ziet, uw huis wordt u woest gelaten. ~
4602 Matt 23:39 | 39 Want Ik zeg u: Gij zult Mij van nu aan
4603 Matt 24:4 | zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand verleide. ~
4604 Matt 24:9 | 9 Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking,
4605 Matt 24:9 | in verdrukking, en zullen u doden, en gij zult gehaat
4606 Matt 24:25 | 25 Ziet, Ik heb het u voorzegd! ~
4607 Matt 24:26 | 26 Zo zij dan tot u zullen zeggen: Ziet, hij
4608 Matt 24:34 | 34 Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins
4609 Matt 24:47 | 47 Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem zal zetten
4610 Matt 25:9 | misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat
4611 Matt 25:12 | zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet. ~
4612 Matt 25:12 | Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet. ~
4613 Matt 25:21 | geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde
4614 Matt 25:23 | geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde
4615 Matt 25:24 | en zeide: Heer, ik kende u, dat gij een hard mens zijt,
4616 Matt 25:34 | dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging
4617 Matt 25:37 | Heere! wanneer hebben wij U hongerig gezien, en gespijzigd,
4618 Matt 25:38 | 38 En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien,
4619 Matt 25:39 | 39 En wanneer hebben wij U krank gezien, of in de gevangenis,
4620 Matt 25:39 | gevangenis, en zijn tot U gekomen? ~
4621 Matt 25:40 | zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een
4622 Matt 25:44 | Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig,
4623 Matt 25:44 | de gevangenis, en hebben U niet gediend? ~
4624 Matt 25:45 | zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een
4625 Matt 26:11 | armen hebt gij altijd met u, maar Mij hebt gij niet
4626 Matt 26:13 | 13 Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt
4627 Matt 26:15 | mij geven, en ik zal Hem u overleveren? En zij hebben
4628 Matt 26:17 | Waar wilt Gij, dat wij U bereiden het pascha te eten? ~
4629 Matt 26:18 | tijd is nabij, Ik zal bij u het pascha houden met Mijn
4630 Matt 26:21 | zeide Hij: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden. ~
4631 Matt 26:21 | Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden. ~
4632 Matt 26:29 | 29 En Ik zeg u, dat Ik van nu aan niet
4633 Matt 26:29 | dien dag, wanneer Ik met u dezelve nieuw zal drinken
4634 Matt 26:32 | zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea. ~
4635 Matt 26:33 | werden zij ook allen aan U geergerd, ik zal nimmermeer
4636 Matt 26:34 | tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij in dezen zelfden
4637 Matt 26:35 | Hem: Al moest ik ook met U sterven, zo zal ik U geenszins
4638 Matt 26:35 | met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen!
4639 Matt 26:55 | vangen; dagelijks zat Ik bij u, lerende in den tempel,
4640 Matt 26:62 | Wat getuigen dezen tegen U? ~
4641 Matt 26:63 | zeide tot Hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat
4642 Matt 26:68 | Christus, wie is het, die U geslagen heeft? ~
4643 Matt 26:73 | want ook uw spraak maakt u openbaar. ~
4644 Matt 27:13 | hoevele zaken zij tegen U getuigen? ~
4645 Matt 27:17 | Welken wilt gij, dat ik u zal loslaten, Bar-abbas,
4646 Matt 27:21 | deze twee wilt gij, dat ik u zal loslaten? En zij zeiden:
4647 Matt 28:7 | doden; en ziet, Hij gaat u voor naar Galilea, daar
4648 Matt 28:19 | onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. ~
4649 Mark 1:2 | aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal. ~
4650 Mark 1:8 | met water, maar Hij zal u dopen met den Heilige Geest. ~
4651 Mark 1:15 | Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie. ~
4652 Mark 1:24 | Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener,
4653 Mark 1:24 | ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, namelijk
4654 Mark 1:37 | zeiden tot Hem: Zij zoeken U allen. ~
4655 Mark 2:5 | geraakte: Zoon, uw zonden zijn u vergeven. ~
4656 Mark 2:9 | geraakte: De zonden zijn u vergeven, of te zeggen:
4657 Mark 2:11 | 11 Ik zeg u: Sta op, en neem uw beddeken
4658 Mark 3:28 | 28 Voorwaar, Ik zeg u, dat al de zonden den kinderen
4659 Mark 3:32 | broeders daar buiten zoeken U. ~
4660 Mark 4:11 | Hij zeide tot hen: Het is u gegeven te verstaan de verborgenheid
4661 Mark 4:24 | Met wat maat gij meet, zal u gemeten worden, en u, die
4662 Mark 4:24 | zal u gemeten worden, en u, die hoort, zal meer toegelegd
4663 Mark 4:38 | Meester, bekommert het U niet, dat wij vergaan? ~
4664 Mark 5:7 | zeide hij: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone
4665 Mark 5:7 | Allerhoogsten? Ik bezweer U bij God, dat Gij mij niet
4666 Mark 5:19 | boodschap hun, wat grote dingen u de Heere gedaan heeft, en
4667 Mark 5:23 | in haar uiterste; ik bid U, dat Gij komt en de handen
4668 Mark 5:31 | Gij ziet, dat de schare U verdringt, en zegt Gij:
4669 Mark 5:34 | Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede,
4670 Mark 5:41 | Gij dochtertje (Ik zeg u), sta op. ~
4671 Mark 6:11 | 11 En zo wie u niet zullen ontvangen, noch
4672 Mark 6:11 | niet zullen ontvangen, noch u horen, vertrekkende van
4673 Mark 6:11 | getuigenis. Voorwaar zeg Ik u: Het zal Sodom en Gomorra
4674 Mark 6:18 | zeide tot Herodes: Het is u niet geoorloofd de huisvrouw
4675 Mark 6:22 | ook wilt, en ik zal het u geven. ~
4676 Mark 6:23 | van mij zult eisen, zal ik u geven, ook tot de helft
4677 Mark 6:36 | 36 Laat ze van U, opdat zij heengaan in de
4678 Mark 7:6 | hen: Wel heeft Jesaja, van u, geveinsden, geprofeteerd,
4679 Mark 7:11 | zeggen, een gave), zo wat u van mij zou kunnen ten nutte
4680 Mark 8:12 | teken? Voorwaar, Ik zeg u: Zo aan dit geslacht een
4681 Mark 8:15 | zeggende: Ziet toe, wacht u van den zuurdesem der Farizeen,
4682 Mark 9:1 | tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat er sommigen zijn van
4683 Mark 9:5 | tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een,
4684 Mark 9:13 | 13 Maar Ik zeg u, dat ook Elias gekomen is,
4685 Mark 9:17 | Meester, ik heb mijn zoon tot U gebracht, die een stommen
4686 Mark 9:19 | ulieden zijn, hoe lang zal Ik u nog verdragen? Brengt hem
4687 Mark 9:25 | en dove geest! Ik beveel u, ga uit van hem, en kom
4688 Mark 9:41 | Christus zijt, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins
4689 Mark 9:43 | 43 En indien uw hand u ergert, houwt ze af; het
4690 Mark 9:43 | ergert, houwt ze af; het is u beter verminkt tot het leven
4691 Mark 9:45 | 45 En indien uw voet u ergert, houwt hem af; het
4692 Mark 9:45 | ergert, houwt hem af; het is u beter kreupel tot het leven
4693 Mark 9:47 | 47 En indien uw oog u ergert, werpt het uit; het
4694 Mark 9:47 | ergert, werpt het uit; het is u beter maar een oog hebbende
4695 Mark 10:3 | zeide tot hen: Wat heeft u Mozes geboden? ~
4696 Mark 10:15 | 15 Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods
4697 Mark 10:21 | hem: Een ding ontbreekt u; ga heen, verkoop alles,
4698 Mark 10:28 | alles verlaten, en zijn U gevolgd. ~
4699 Mark 10:36 | hen: Wat wilt gij, dat Ik u doe? ~
4700 Mark 10:43 | Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder
4701 Mark 10:43 | zijn; maar zo wie onder u groot zal willen worden,
4702 Mark 10:44 | 44 En zo wie van u de eerste zal willen worden,
4703 Mark 10:47 | Gij Zone Davids! ontferm U mijner. ~
4704 Mark 10:48 | Gij Zone Davids! ontferm U mijner. ~
4705 Mark 10:49 | moed; sta op; Hij roept u. ~
4706 Mark 10:51 | hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En de blinde zeide
4707 Mark 10:52 | Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd
4708 Mark 11:2 | heen in het vlek, dat tegen u over is; en terstond als
4709 Mark 11:3 | 3 En indien iemand tot u zegt: Waarom doet gij dat?
4710 Mark 11:14 | ete enige vrucht meer van u in der eeuwigheid! En Zijn
4711 Mark 11:23 | 23 Want voorwaar zeg Ik u, dat, zo wie tot dezen berg
4712 Mark 11:24 | 24 Daarom zeg Ik u: Alle dingen, die gij biddende
4713 Mark 11:24 | ontvangen zult, en zij zullen u geworden. ~
4714 Mark 11:28 | deze dingen? En wie heeft U deze macht gegeven, dat
4715 Mark 11:29 | antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen; antwoordt
4716 Mark 11:29 | antwoordt Mij ook, en zo zal Ik u zeggen, door wat macht Ik
4717 Mark 11:33 | zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht
4718 Mark 12:38 | hen in Zijn leer: Wacht u voor de schriftgeleerden,
4719 Mark 12:43 | tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat deze arme weduwe meer
4720 Mark 13:5 | te zeggen: Ziet toe, dat u niemand verleide. ~
4721 Mark 13:9 | uzelven toe; want zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen,
4722 Mark 13:11 | 11 Doch wanneer zij u leiden zullen, om u over
4723 Mark 13:11 | zij u leiden zullen, om u over te leveren, zo zijt
4724 Mark 13:11 | bedenkt het niet; maar zo wat u in die ure gegeven zal worden,
4725 Mark 13:23 | gijlieden ziet toe; ziet, Ik heb u alles voorzegd! ~
4726 Mark 13:30 | 30 Voorwaar, Ik zeg u, dat dit geslacht niet zal
4727 Mark 13:36 | niet onvoorziens kome, en u slapende vinde. ~
4728 Mark 13:37 | 37 En hetgeen Ik u zeg, dat zeg Ik allen: Waakt. ~ ~
4729 Mark 14:7 | armen hebt gij altijd met u, en wanneer gij wilt, kunt
4730 Mark 14:9 | 9 Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt
4731 Mark 14:13 | Gaat henen in de stad, en u zal een mens ontmoeten,
4732 Mark 14:15 | 15 En hij zal u wijzen een grote opperzaal,
4733 Mark 14:18 | Jezus: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u, die met
4734 Mark 14:18 | Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u, die met Mij eet, Mij zal
4735 Mark 14:25 | 25 Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik niet meer zal drinken
4736 Mark 14:28 | zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea. ~
4737 Mark 14:30 | tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat heden in dezen nacht,
4738 Mark 14:31 | te meer: Al moest ik met U sterven, zo zal ik U geenszins
4739 Mark 14:31 | met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen.
4740 Mark 14:36 | Vader, alle dingen zijn U mogelijk; neem dezen drinkbeker
4741 Mark 14:60 | Wat getuigen dezen tegen U? ~
4742 Mark 15:4 | hoe vele zaken zij tegen U getuigen! ~
4743 Mark 15:9 | zeggende: Wilt gij, dat ik u den Koning der Joden loslate? ~
4744 Mark 16:7 | discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar
4745 Luk 1:3 | onderzocht, vervolgens aan u te schrijven, voortreffelijke
4746 Luk 1:13 | en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult
4747 Luk 1:14 | 14 En u zal blijdschap en verheuging
4748 Luk 1:19 | ben uitgezonden, om tot u te spreken, en u deze dingen
4749 Luk 1:19 | om tot u te spreken, en u deze dingen te verkondigen. ~
4750 Luk 1:28 | begenadigde; de Heere is met u; gij zijt gezegend onder
4751 Luk 1:35 | De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des
4752 Luk 1:35 | kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook,
4753 Luk 1:35 | ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal
4754 Luk 2:10 | want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al
4755 Luk 2:11 | 11 Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker,
4756 Luk 2:12 | 12 En dit zal u het teken zijn: gij zult
4757 Luk 2:48 | Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. ~
4758 Luk 3:7 | adderengebroedsels, wie heeft u aangewezen te vlieden van
4759 Luk 3:8 | tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze
4760 Luk 3:13 | Eist niet meer, dan hetgeen u gezet is. ~
4761 Luk 3:14 | zijne met bedrog, en laat u vergenoegen met uw bezoldigingen. ~
4762 Luk 3:16 | allen, zeggende: Ik doop u wel met water; maar Hij
4763 Luk 3:16 | schoenen te ontbinden; Deze zal u dopen met den Heiligen Geest
4764 Luk 3:22 | zijt Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen! ~
4765 Luk 4:6 | duivel zeide tot Hem: Ik zal U al deze macht, en de heerlijkheid
4766 Luk 4:10 | dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, dat zij U bewaren
4767 Luk 4:10 | van U bevelen zal, dat zij U bewaren zullen; ~
4768 Luk 4:11 | 11 En dat zij U op de handen nemen zullen,
4769 Luk 4:24 | Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, dat geen profeet aangenaam
4770 Luk 4:25 | 25 Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren
4771 Luk 4:34 | Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener?
4772 Luk 4:34 | ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, namelijk
4773 Luk 5:20 | hem: Mens, uw zonden zijn u vergeven. ~
4774 Luk 5:23 | te zeggen: Uw zonden zijn u vergeven, of te zeggen:
4775 Luk 5:24 | tot den geraakte): Ik zeg u, sta op, en neem uw beddeken
4776 Luk 6:9 | dan Jezus tot hen: Ik zal u vragen: Wat is geoorloofd
4777 Luk 6:22 | Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten, en wanneer
4778 Luk 6:22 | mensen haten, en wanneer zij u afscheiden, en smaden, en
4779 Luk 6:23 | 23 Verblijdt u in dien dag, en zijt vrolijk;
4780 Luk 6:24 | 24 Maar wee u, gij rijken, want gij hebt
4781 Luk 6:25 | 25 Wee u, die verzadigd zijt, want
4782 Luk 6:25 | want gij zult hongeren. Wee u, die nu lacht, want gij
4783 Luk 6:26 | 26 Wee u, wanneer al de mensen wel
4784 Luk 6:26 | wanneer al de mensen wel van u spreken, want hun vaders
4785 Luk 6:27 | doet wel dengenen, die u haten. ~
4786 Luk 6:28 | 28 Zegent degenen, die u vervloeken, en bidt voor
4787 Luk 6:28 | en bidt voor degenen, die u geweld doen. ~
4788 Luk 6:29 | 29 Dengene, die u aan de wang slaat, biedt
4789 Luk 6:29 | andere; en dengene, die u den mantel neemt, verhindert
4790 Luk 6:30 | geeft een iegelijk, die van u begeert; en van dengene,
4791 Luk 6:31 | En gelijk gij wilt, dat u de mensen doen zullen, doet
4792 Luk 6:32 | indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat dank hebt
4793 Luk 6:33 | goed doet dengenen, die u goed doen, wat dank hebt
4794 Luk 6:38 | 38 Geeft, en u zal gegeven worden; een
4795 Luk 6:47 | en dezelve doet, Ik zal u tonen, wien hij gelijk is. ~
4796 Luk 7:7 | niet waardig geacht, om tot U te komen; maar zeg het met
4797 Luk 7:14 | zeide: Jongeling, Ik zeg u, sta op! ~
4798 Luk 7:20 | Johannes de Doper heeft ons tot U afgezonden, zeggende: Zijt
4799 Luk 7:26 | Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet. ~
4800 Luk 7:27 | aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal. ~
4801 Luk 7:32 | toeroepen, en zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en
4802 Luk 7:32 | niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen,
4803 Luk 7:40 | zeide tot hem: Simon! Ik heb u wat te zeggen. En hij sprak:
4804 Luk 7:47 | 47 Daarom zeg Ik u: Haar zonden zijn haar vergeven,
4805 Luk 7:48 | tot haar: Uw zonden zijn u vergeven. ~
4806 Luk 7:50 | de vrouw: Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede. ~ ~
4807 Luk 8:10 | 10 En Hij zeide: U is het gegeven, de verborgenheden
4808 Luk 8:20 | staan daar buiten, begerende U te zien. ~
4809 Luk 8:28 | grote stem: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone
4810 Luk 8:28 | des Allerhoogsten, ik bid U, dat Gij mij niet pijnigt! ~
4811 Luk 8:39 | vertel, wat grote dingen u God gedaan heeft. En hij
4812 Luk 8:45 | scharen drukken en verdringen U, en zegt Gij: Wie is het,
4813 Luk 8:48 | welgemoed, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede. ~
4814 Luk 9:3 | noch geld; noch iemand van u zal twee rokken hebben. ~
4815 Luk 9:5 | 5 En zo wie u niet zullen ontvangen, uitgaande
4816 Luk 9:12 | Hem: Laat de schare van U, opdat zij, heengaande in
4817 Luk 9:27 | 27 En Ik zeg u waarlijk: Er zijn sommigen
4818 Luk 9:33 | tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een,
4819 Luk 9:38 | zeggende: Meester, ik bid U, zie toch mijn zoon aan;
4820 Luk 9:48 | Want die de minste onder u allen is, die zal groot
4821 Luk 9:49 | hem verboden, omdat hij U met ons niet volgt. ~
4822 Luk 9:57 | Hem zeide: Heere, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat. ~
4823 Luk 9:61 | ander zeide: Heere, ik zal U volgen; maar laat mij eerst
4824 Luk 10:3 | Gaat henen; ziet, Ik zend u als lammeren in het midden
4825 Luk 10:6 | niet, zo zal uw vrede tot u wederkeren. ~
4826 Luk 10:8 | gij zult ingaan, en zij u ontvangen, eet hetgeen ulieden
4827 Luk 10:9 | Koninkrijk Gods is nabij u gekomen. ~
4828 Luk 10:10 | gij zult ingaan, en zij u niet ontvangen, uitgaande
4829 Luk 10:11 | het Koninkrijk Gods nabij u gekomen is. ~
4830 Luk 10:12 | 12 En Ik zeg u, dat het dien van Sodom
4831 Luk 10:13 | 13 Wee u, Chorazin, wee u, Bethsaida,
4832 Luk 10:13 | 13 Wee u, Chorazin, wee u, Bethsaida, want zo in Tyrus
4833 Luk 10:13 | krachten geschied waren, die in u geschied zijn, zij zouden
4834 Luk 10:16 | 16 Wie u hoort, die hoort Mij; en
4835 Luk 10:16 | hoort, die hoort Mij; en wie u verwerpt, die verwerpt Mij;
4836 Luk 10:19 | 19 Ziet, Ik geve u de macht, om op slangen
4837 Luk 10:19 | vijands; en geen ding zal u enigszins beschadigen. ~
4838 Luk 10:20 | 20 Doch verblijdt u daarin niet, dat de geesten
4839 Luk 10:20 | daarin niet, dat de geesten u onderworpen zijn; maar verblijdt
4840 Luk 10:20 | onderworpen zijn; maar verblijdt u veel meer, dat uw namen
4841 Luk 10:21 | geest, en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels
4842 Luk 10:21 | geweest het welbehagen voor U. ~
4843 Luk 10:24 | 24 Want Ik zeg u, dat vele profeten en koningen
4844 Luk 10:35 | zult leggen, dat zal ik u wedergeven, als ik wederkom. ~
4845 Luk 10:36 | dan van deze drie dunkt u de naaste geweest te zijn
4846 Luk 10:40 | zeide zij: Heere, trekt Gij U dat niet aan, dat mijn zuster
4847 Luk 10:41 | gij bekommert en ontrust u over vele dingen; ~
4848 Luk 11:5 | Hij zeide tot hen: Wie van u zal een vriend hebben, en
4849 Luk 11:7 | ik kan niet opstaan, om u te geven. ~
4850 Luk 11:9 | Ik zeg ulieden: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt,
4851 Luk 11:9 | gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. ~
4852 Luk 11:11 | 11 En wat vader onder u, dien de zoon om brood bidt,
4853 Luk 11:20 | het Koninkrijk Gods tot u gekomen. ~
4854 Luk 11:27 | zeide: Zalig is de buik, die U gedragen heeft, en de borsten,
4855 Luk 11:35 | niet het licht, hetwelk in u is, duisternis zij. ~
4856 Luk 11:36 | kaars met het schijnsel u verlicht. ~
4857 Luk 11:39 | maar het binnenste van u is vol van roof en boosheid. ~
4858 Luk 11:41 | daarin is; en ziet, alles is u rein. ~
4859 Luk 11:42 | 42 Maar wee u, Farizeen, want gij vertient
4860 Luk 11:43 | 43 Wee u, Farizeen, want gij bemint
4861 Luk 11:44 | 44 Wee u, gij Schriftgeleerden en
4862 Luk 11:46 | Doch Hij zeide: Wee ook u, wetgeleerden! want gij
4863 Luk 11:47 | 47 Wee u, want gij bouwt de graven
4864 Luk 11:51 | het huis Gods; ja, zeg Ik u, het zal afgeeist worden
4865 Luk 11:52 | 52 Wee u, gij wetgeleerden, want
4866 Luk 12:4 | 4 En Ik zeg u, Mijn vrienden: Vreest u
4867 Luk 12:4 | u, Mijn vrienden: Vreest u niet voor degenen, die het
4868 Luk 12:5 | 5 Maar Ik zal u tonen, Wien gij vrezen zult:
4869 Luk 12:5 | hel te werpen; ja, Ik zeg u, vreest Dien! ~
4870 Luk 12:8 | 8 En Ik zeg u: Een iegelijk, die Mij belijden
4871 Luk 12:11 | 11 En wanneer zij u heenbrengen zullen in de
4872 Luk 12:12 | Want de Heilige Geest zal u in dezelve ure leren, hetgeen
4873 Luk 12:15 | tot hen: Ziet toe en wacht u van de gierigheid; want
4874 Luk 12:20 | nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij
4875 Luk 12:22 | discipelen: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor
4876 Luk 12:22 | het lichaam, waarmede gij u kleden zult. ~
4877 Luk 12:25 | 25 Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn,
4878 Luk 12:27 | spinnen niet; en Ik zeg u: ook Salomo in al zijn heerlijkheid
4879 Luk 12:28 | alzo bekleedt, hoeveel meer u, gij kleingelovigen! ~
4880 Luk 12:31 | en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. ~
4881 Luk 12:37 | vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden,
4882 Luk 12:51 | op de aarde? Neen, zeg Ik u, maar veeleer verdeeldheid. ~
4883 Luk 12:58 | worden; opdat hij misschien u niet voor den rechter trekke,
4884 Luk 12:58 | rechter trekke, en de rechter u den gerechtsdienaar overlevere,
4885 Luk 12:58 | overlevere, en de gerechtsdienaar u in de gevangenis werpe. ~
4886 Luk 12:59 | 59 Ik zeg u: Gij zult van daar geenszins
4887 Luk 13:3 | 3 Ik zeg u: Neen zij; maar indien gij
4888 Luk 13:3 | Neen zij; maar indien gij u niet bekeert, zo zult gij
4889 Luk 13:5 | 5 Ik zeg u: Neen zij; maar indien gij
4890 Luk 13:5 | Neen zij; maar indien gij u niet bekeert, zo zult gij
4891 Luk 13:14 | dan in dezelve, en laat u genezen, en niet op den
4892 Luk 13:15 | maakt niet een iegelijk van u op den sabbat zijn os of
4893 Luk 13:24 | poort; want velen, zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan,
4894 Luk 13:25 | Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik ken u niet, van
4895 Luk 13:25 | en tot u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt. ~
4896 Luk 13:27 | En Hij zal zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar
4897 Luk 13:27 | zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar gij zijt;
4898 Luk 13:31 | van hier; want Herodes wil U doden. ~
4899 Luk 13:34 | doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal
4900 Luk 13:35 | gelaten. En voorwaar, Ik zeg u, dat gij Mij niet zult zien,
4901 Luk 14:8 | genood zult zijn, zo zet u niet in de eerste zitplaats;
4902 Luk 14:9 | 9 En hij, komende, die u en hem genood heeft, tot
4903 Luk 14:9 | en hem genood heeft, tot u zegge: Geef dezen plaats;
4904 Luk 14:10 | zult zijn, ga heen en zet u in de laatste plaats; opdat,
4905 Luk 14:10 | opdat, wanneer hij komt, die u genood heeft, hij tot u
4906 Luk 14:10 | u genood heeft, hij tot u zegge: Vriend, ga hoger
4907 Luk 14:10 | hoger op. Alsdan zal het u eer zijn voor degenen, die
4908 Luk 14:10 | zijn voor degenen, die met u aanzitten. ~
4909 Luk 14:12 | geburen; opdat ook dezelve u niet te eniger tijd wedernoden,
4910 Luk 14:12 | eniger tijd wedernoden, en u vergelding geschiede. ~
4911 Luk 14:14 | omdat zij niet hebben, om u te vergelden; want het zal
4912 Luk 14:14 | vergelden; want het zal u vergolden worden in de opstanding
4913 Luk 14:18 | uitga, en hem bezie; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. ~
4914 Luk 14:19 | die te beproeven; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. ~
4915 Luk 14:28 | 28 Want wie van u, willende een toren bouwen,
4916 Luk 14:33 | Alzo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles,
4917 Luk 15:4 | 4 Wat mens onder u, hebbende honderd schapen;
4918 Luk 15:18 | tegen den Hemel, en voor u; ~
4919 Luk 15:21 | tegen den Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig
4920 Luk 15:29 | den vader: Zie, ik dien u nu zo vele jaren, en heb
4921 Luk 16:2 | hem: Hoe hoor ik dit van u? Geef rekenschap van uw
4922 Luk 16:9 | onrechtvaardigen Mammon, opdat, wanneer u ontbreken zal, zij u mogen
4923 Luk 16:9 | wanneer u ontbreken zal, zij u mogen ontvangen in de eeuwige
4924 Luk 16:11 | getrouw zijt geweest, wie zal u het ware vertrouwen? ~
4925 Luk 16:12 | getrouw zijt geweest, wie zal u het uwe geven? ~
4926 Luk 16:24 | Vader Abraham, ontferm u mijner, en zend Lazarus,
4927 Luk 16:26 | degenen, die van hier tot u willen overgaan, niet zouden
4928 Luk 16:27 | 27 En hij zeide: Ik bid u dan, vader, dat gij hem
4929 Luk 17:3 | indien uw broeder tegen u zondigt, zo bestraf hem;
4930 Luk 17:4 | hij zevenmaal daags tegen u zondigt, en zevenmaal daags
4931 Luk 17:4 | en zevenmaal daags tot u wederkeert, zeggende: Het
4932 Luk 17:6 | zee geplant, en hij zou u gehoorzaam zijn. ~
4933 Luk 17:7 | 7 En wie van u heeft een dienstknecht ploegende,
4934 Luk 17:8 | avond zal eten, en omgord u, en dien mij, totdat ik
4935 Luk 17:10 | gedaan hebben al hetgeen u bevolen is, zo zegt: Wij
4936 Luk 17:13 | Jezus, Meester! ontferm U onzer! ~
4937 Luk 17:19 | ga heen; uw geloof heeft u behouden. ~
4938 Luk 17:23 | 23 En zij zullen tot u zeggen: Ziet hier, of ziet
4939 Luk 17:34 | 34 Ik zeg u: In dien nacht zullen twee
4940 Luk 18:8 | 8 Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk
4941 Luk 18:11 | zichzelven: O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk
4942 Luk 18:17 | 17 Voorwaar, zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods
4943 Luk 18:22 | Nog een ding ontbreekt u; verkoop alles, wat gij
4944 Luk 18:28 | alles verlaten, en zijn U gevolgd.
4945 Luk 18:38 | Gij Zone Davids, ontferm U mijner! ~
4946 Luk 18:39 | meer: Zone Davids, ontferm U mijner! ~
4947 Luk 18:41 | Zeggende: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En hij zeide:
4948 Luk 18:42 | ziende; uw geloof heeft u behouden. ~
4949 Luk 19:5 | tot hem: Zacheus! haast u, en kom af; want Ik moet
4950 Luk 19:21 | 21 Want ik vreesde u, omdat gij een straf mens
4951 Luk 19:22 | hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht!
4952 Luk 19:26 | 26 Want ik zeg u, dat een iegelijk, die heeft,
4953 Luk 19:31 | 31 En indien iemand u vraagt: Waarom ontbindt
4954 Luk 19:43 | Want er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een
4955 Luk 19:43 | vijanden een begraving rondom u zullen opwerpen, en zullen
4956 Luk 19:43 | zullen opwerpen, en zullen u omsingelen, en u van alle
4957 Luk 19:43 | zullen u omsingelen, en u van alle zijden benauwen; ~
4958 Luk 19:44 | 44 En zullen u tot den grond nederwerpen,
4959 Luk 19:44 | nederwerpen, en uw kinderen in u; en zij zullen in u den
4960 Luk 19:44 | kinderen in u; en zij zullen in u den enen steen op den anderen
4961 Luk 20:2 | doet; of wie Hij is, Die U deze macht heeft gegeven? ~
4962 Luk 20:3 | antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen, en
4963 Luk 20:8 | zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht
4964 Luk 20:46 | 46 Wacht u van de Schriftgeleerden,
4965 Luk 21:3 | zeide: Waarlijk, Ik zeg u, dat deze arme weduwe meer
4966 Luk 21:12 | handen aan ulieden slaan, en u vervolgen, u overleverende
4967 Luk 21:12 | ulieden slaan, en u vervolgen, u overleverende in de synagogen
4968 Luk 21:13 | 13 En dit zal u overkomen tot een getuigenis. ~
4969 Luk 21:14 | niet te overdenken, hoe gij u verantwoorden zult; ~
4970 Luk 21:15 | 15 Want Ik zal u mond en wijsheid geven,
4971 Luk 21:15 | wederstaan allen, die zich tegen u zetten. ~
4972 Luk 21:16 | zij zullen er sommigen uit u doden. ~
4973 Luk 21:32 | 32 Voorwaar Ik zeg u, dat dit geslacht geenszins
4974 Luk 21:34 | zorgvuldigheden dezes levens, en dat u die dag niet onvoorziens
4975 Luk 22:10 | zult gekomen zijn, zo zal u een mens ontmoeten, dragende
4976 Luk 22:11 | dat huis: De Meester zegt u: Waar is de eetzaal, daar
4977 Luk 22:12 | 12 En hij zal u een grote toegeruste opperzaal
4978 Luk 22:15 | begeerd, dit pascha met u te eten, eer dat Ik lijde; ~
4979 Luk 22:16 | 16 Want Ik zeg u, dat Ik niet meer daarvan
4980 Luk 22:18 | 18 Want Ik zeg u, dat Ik niet drinken zal
4981 Luk 22:19 | Mijn lichaam, hetwelk voor u gegeven wordt; doet dat
4982 Luk 22:20 | Mijn bloed, hetwelk voor u vergoten wordt. ~
4983 Luk 22:26 | alzo; maar de meeste onder u, die zij gelijk de minste,
4984 Luk 22:27 | Ik ben in het midden van u, als een die dient. ~
4985 Luk 22:29 | 29 En Ik verordineer u het Koninkrijk, gelijkerwijs
4986 Luk 22:32 | 32 Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet
4987 Luk 22:33 | Heere, ik ben bereid, met U ook in de gevangenis en
4988 Luk 22:34 | 34 Maar Hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden
4989 Luk 22:35 | Hij zeide tot hen: Als Ik u uitzond, zonder buidel,
4990 Luk 22:35 | male, en schoenen, heeft u ook iets ontbroken? En zij
4991 Luk 22:37 | 37 Want Ik zeg u, dat nog dit, hetwelk geschreven
4992 Luk 22:53 | 53 Als Ik dagelijks met u was in den tempel, zo hebt
4993 Luk 22:64 | Profeteer, wie het is, die U geslagen heeft? ~
4994 Luk 22:67 | zeide tot hen: Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven; ~
4995 Luk 23:43 | tot hem: Voorwaar, zeg Ik u: Heden zult gij met Mij
4996 Luk 24:6 | opgestaan. Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft, als Hij
4997 Luk 24:44 | zijn de woorden, die Ik tot u sprak, als Ik nog met u
4998 Luk 24:44 | u sprak, als Ik nog met u was, namelijk dat het alles
4999 Luk 24:49 | belofte Mijns Vaders op u; maar blijft gij in de stad
5000 Joha 1:49 | antwoordde en zeide tot hem: Eer u Filippus riep, daar gij
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6044 |