Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
tyrier 1
tyriers 4
tyrus 54
u 6044
uchal 1
uel 1
ufaz 2
Frequency    [«  »]
7660 niet
6228 der
6208 uw
6044 u
6026 te
5967 heere
5858 des

Bijbel

IntraText - Concordances

u

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6044

     Book Chapter: Verse
5001 Joha 1:49 | vijgeboom waart, zag Ik u. ~ 5002 Joha 1:51 | zeide tot hem: Omdat Ik u gezegd heb: Ik zag u onder 5003 Joha 1:51 | Ik u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgeboom, zo gelooft 5004 Joha 2:4 | haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn ure is nog 5005 Joha 3:3 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom 5006 Joha 3:5 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren 5007 Joha 3:7 | 7 Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: 5008 Joha 3:7 | Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet 5009 Joha 3:11 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Wij spreken, wat Wij weten, 5010 Joha 3:26 | tot hem: Rabbi, Die met u was over de Jordaan, Welken 5011 Joha 4:10 | en Wie Hij is, Die tot u zegt: Geef Mij te drinken, 5012 Joha 4:10 | hebben begeerd, en Hij zoude u levend water gegeven hebben. ~ 5013 Joha 4:26 | haar: Ik ben het, Die met u spreek. ~ 5014 Joha 4:35 | komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt 5015 Joha 4:38 | 38 Ik heb u uitgezonden, om te maaien, 5016 Joha 5:10 | was: Het is sabbat; het is u niet geoorloofd het beddeken 5017 Joha 5:12 | dan: Wie is de Mens, Die u gezegd heeft: Neem uw beddeken 5018 Joha 5:14 | zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede. ~ 5019 Joha 5:19 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De Zoon kan niets van Zichzelven 5020 Joha 5:20 | tonen dan deze, opdat gij u verwondert. ~ 5021 Joha 5:24 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en 5022 Joha 5:25 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, 5023 Joha 5:28 | 28 Verwondert u daar niet over, want de 5024 Joha 5:38 | Zijn woord hebt gij niet in u blijvende; want gij gelooft 5025 Joha 5:45 | 45 Meent niet, dat Ik u verklagen zal bij den Vader; 5026 Joha 5:45 | verklagen zal bij den Vader; die u verklaagt, is Mozes, op 5027 Joha 6:26 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: gij zoekt Mij, niet omdat 5028 Joha 6:30 | opdat wij het mogen zien, en U geloven? Wat werkt Gij? ~ 5029 Joha 6:32 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Mozes heeft u niet gegeven 5030 Joha 6:32 | voorwaar zeg Ik u: Mozes heeft u niet gegeven het brood uit 5031 Joha 6:32 | hemel; maar Mijn Vader geeft u dat ware Brood uit den hemel. ~ 5032 Joha 6:36 | 36 Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook 5033 Joha 6:47 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft 5034 Joha 6:63 | De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn 5035 Joha 6:65 | Hij zeide: Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot 5036 Joha 6:70 | antwoordde hun: Heb Ik niet u twaalf uitverkoren? En een 5037 Joha 6:70 | uitverkoren? En een uit u is een duivel. ~ 5038 Joha 7:19 | 19 Heeft Mozes u niet de wet gegeven? En 5039 Joha 7:19 | gegeven? En niemand van u doet de wet. Wat zoekt gij 5040 Joha 7:20 | hebt den duivel; wie zoekt U te doden? ~ 5041 Joha 7:21 | gedaan, en gij verwondert u allen. ~ 5042 Joha 7:33 | kleinen tijd ben Ik bij u, en Ik ga heen tot Dengene, 5043 Joha 8:10 | uw beschuldigers? Heeft u niemand veroordeeld? ~ 5044 Joha 8:11 | tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen, en zondig 5045 Joha 8:24 | 24 Ik heb u dan gezegd, dat gij in uw 5046 Joha 8:26 | 26 Ik heb vele dingen van u te zeggen en te oordelen; 5047 Joha 8:32 | verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. ~ 5048 Joha 8:34 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een iegelijk, die de zonde 5049 Joha 8:36 | 36 Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, 5050 Joha 8:37 | want Mijn woord heeft in u geen plaats. ~ 5051 Joha 8:40 | te doden, een Mens, Die u de waarheid gesproken heb, 5052 Joha 8:45 | 45 Maar Mij, omdat Ik u de waarheid zeg, gelooft 5053 Joha 8:46 | 46 Wie van u overtuigt Mij van zonde? 5054 Joha 8:51 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord zal 5055 Joha 8:58 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Eer Abraham was, ben Ik. ~ 5056 Joha 9:7 | zeide tot hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam ( 5057 Joha 9:10 | zeiden tot hem: Hoe zijn u de ogen geopend? ~ 5058 Joha 9:11 | badwater Siloam, en was u. En ik ging heen, en wies 5059 Joha 9:26 | wederom tot hem: Wat heeft Hij u gedaan? Hoe heeft Hij uw 5060 Joha 9:27 | antwoordde hun: Ik heb het u alrede gezegd, en gij hebt 5061 Joha 9:37 | hebt Hem gezien, en Die met u spreekt, Dezelve is het. ~ 5062 Joha 10:7 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. ~ 5063 Joha 10:25 | antwoordde hun: Ik heb het u gezegd, en gij gelooft het 5064 Joha 10:26 | Mijn schapen, gelijk Ik u gezegd heb. ~ 5065 Joha 10:32 | Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele treffelijke werken 5066 Joha 10:33 | zeggende: Wij stenigen U niet over enig goed werk, 5067 Joha 11:8 | Rabbi! de Joden hebben U nu onlangs gezocht te stenigen, 5068 Joha 11:22 | van God begeren zult, God U het geven zal. ~ 5069 Joha 11:28 | Meester is daar, en Hij roept u. ~ 5070 Joha 11:40 | Jezus zeide tot haar: Heb Ik u niet gezegd, dat, zo gij 5071 Joha 11:41 | en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord hebt. ~ 5072 Joha 11:56 | in den tempel: Wat dunkt u? Dunkt u, dat Hij niet komen 5073 Joha 11:56 | tempel: Wat dunkt u? Dunkt u, dat Hij niet komen zal 5074 Joha 12:8 | hebt gijlieden altijd met u, maar Mij hebt gij niet 5075 Joha 12:24 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in 5076 Joha 12:35 | hebt, opdat de duisternis u niet bevange. En die in 5077 Joha 13:8 | antwoordde hem: Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen 5078 Joha 13:15 | 15 Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, 5079 Joha 13:15 | opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook 5080 Joha 13:16 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een dienstknecht is niet 5081 Joha 13:18 | 18 Ik zeg niet van u allen: Ik weet, welke Ik 5082 Joha 13:20 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo Ik iemand zende, wie 5083 Joha 13:21 | Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat een van ulieden Mij 5084 Joha 13:33 | kleinen tijd ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en 5085 Joha 13:34 | Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; 5086 Joha 13:34 | elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij 5087 Joha 13:37 | Hem: Heere, waarom kan ik U nu niet volgen? Ik zal mijn 5088 Joha 13:37 | Ik zal mijn leven voor U zetten. ~ 5089 Joha 13:38 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De haan zal niet kraaien, 5090 Joha 14:2 | anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen 5091 Joha 14:2 | gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. ~ 5092 Joha 14:3 | heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, 5093 Joha 14:3 | zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij 5094 Joha 14:16 | Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, 5095 Joha 14:16 | Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; ~ 5096 Joha 14:17 | blijft bij ulieden, en zal in u zijn. ~ 5097 Joha 14:18 | 18 Ik zal u geen wezen laten; Ik kom 5098 Joha 14:18 | laten; Ik kom weder tot u. ~ 5099 Joha 14:20 | en gij in Mij, en Ik in u. ~ 5100 Joha 14:25 | 25 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende. ~ 5101 Joha 14:25 | Ik tot u gesproken, bij u blijvende. ~ 5102 Joha 14:26 | zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig 5103 Joha 14:26 | zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat 5104 Joha 14:26 | indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb. ~ 5105 Joha 14:27 | 27 Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet 5106 Joha 14:27 | Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld 5107 Joha 14:27 | wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd 5108 Joha 14:28 | hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen, 5109 Joha 14:28 | ga heen, en kom weder tot u. Indien gij Mij liefhadt, 5110 Joha 14:28 | Mij liefhadt, zo zoudt gij u verblijden, omdat Ik gezegd 5111 Joha 14:29 | 29 En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschied 5112 Joha 14:30 | Ik zal niet meer veel met u spreken; want de overste 5113 Joha 15:3 | om het woord, dat Ik tot u gesproken heb. 5114 Joha 15:4 | Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen 5115 Joha 15:7 | blijft, en Mijn woorden in u blijven, zo wat gij wilt, 5116 Joha 15:7 | gij begeren, en het zal u geschieden. ~ 5117 Joha 15:9 | liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze 5118 Joha 15:11 | 11 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap 5119 Joha 15:11 | opdat Mijn blijdschap in u blijve, en uw blijdschap 5120 Joha 15:12 | liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb. ~ 5121 Joha 15:14 | vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede. ~ 5122 Joha 15:15 | 15 Ik heet u niet meer dienstknechten; 5123 Joha 15:15 | zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd; want al 5124 Joha 15:15 | gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt. ~ 5125 Joha 15:16 | uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u 5126 Joha 15:16 | u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan 5127 Joha 15:16 | begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve. ~ 5128 Joha 15:17 | 17 Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt. ~ 5129 Joha 15:18 | 18 Indien u de wereld haat, zo weet, 5130 Joha 15:18 | weet, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. ~ 5131 Joha 15:19 | wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, 5132 Joha 15:19 | uitverkoren, daarom haat u de wereld. ~ 5133 Joha 15:20 | Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht 5134 Joha 15:20 | vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn 5135 Joha 15:26 | zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, 5136 Joha 16:1 | 1 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij niet 5137 Joha 16:2 | 2 Zij zullen u uit de synagogen werpen; 5138 Joha 16:2 | komt, dat een iegelijk, die u zal doden, zal menen Gode 5139 Joha 16:3 | En deze dingen zullen zij u doen, omdat zij den Vader 5140 Joha 16:4 | Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer 5141 Joha 16:4 | moogt gedenken, dat Ik ze u gezegd heb; doch deze dingen 5142 Joha 16:4 | doch deze dingen heb Ik u van het begin niet gezegd, 5143 Joha 16:5 | gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij 5144 Joha 16:6 | omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, zo heeft 5145 Joha 16:7 | 7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, 5146 Joha 16:7 | zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want 5147 Joha 16:7 | zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien 5148 Joha 16:7 | heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden. ~ 5149 Joha 16:12 | 12 Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt 5150 Joha 16:13 | Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; 5151 Joha 16:13 | toekomende dingen zal Hij u verkondigen. ~ 5152 Joha 16:14 | Mijne nemen, en zal het u verkondigen. ~ 5153 Joha 16:15 | het Mijne zal nemen, en u verkondigen. ~ 5154 Joha 16:20 | Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, 5155 Joha 16:22 | wel droefheid; maar Ik zal u wederom zien, en uw hart 5156 Joha 16:22 | niemand zal uw blijdschap van u wegnemen. ~ 5157 Joha 16:23 | Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Al wat gij den Vader zult 5158 Joha 16:23 | in Mijn Naam, dat zal Hij u geven. ~ 5159 Joha 16:25 | Ik door gelijkenissen tot u gesproken; maar de ure komt, 5160 Joha 16:25 | meer door gelijkenissen tot u spreken zal, maar u vrijuit 5161 Joha 16:25 | tot u spreken zal, maar u vrijuit van den Vader zal 5162 Joha 16:26 | Mijn Naam bidden; en Ik zeg u niet, dat Ik den Vader voor 5163 Joha 16:26 | niet, dat Ik den Vader voor u bidden zal; ~ 5164 Joha 16:27 | Want de Vader Zelf heeft u lief, dewijl gij Mij liefgehad 5165 Joha 16:30 | hebt niet van node, dat U iemand vrage. Hierom geloven 5166 Joha 16:33 | 33 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in 5167 Joha 17:1 | Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke. ~ 5168 Joha 17:3 | het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen 5169 Joha 17:4 | 4 Ik heb U verheerlijkt op de aarde; 5170 Joha 17:5 | heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was. ~ 5171 Joha 17:7 | Gij Mij gegeven hebt, van U is. ~ 5172 Joha 17:8 | waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben 5173 Joha 17:11 | de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze 5174 Joha 17:13 | 13 Maar nu kom Ik tot U, en spreek dit in de wereld, 5175 Joha 17:21 | Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een 5176 Joha 17:25 | Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb 5177 Joha 17:25 | niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben 5178 Joha 18:8 | Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd, dat Ik het ben. 5179 Joha 18:26 | afgehouwen had, zeide: Heb ik u niet gezien in den hof met 5180 Joha 18:30 | ware, zo zouden wij Hem u niet overgeleverd hebben. ~ 5181 Joha 18:34 | van uzelven, of hebben het u anderen van Mij gezegd? ~ 5182 Joha 18:35 | de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat 5183 Joha 18:39 | hebt een gewoonte, dat ik u op het pascha een loslate. 5184 Joha 18:39 | loslate. Wilt gij dan, dat ik u den Koning der Joden loslate? ~ 5185 Joha 19:10 | Gij niet, dat ik macht heb U te kruisigen, en macht heb 5186 Joha 19:10 | kruisigen, en macht heb U los te laten? ~ 5187 Joha 19:11 | hebben tegen Mij, indien het u niet van boven gegeven ware; 5188 Joha 19:11 | ware; daarom die Mij aan u heeft overgeleverd, heeft 5189 Joha 21:3 | tot hem: Wij gaan ook met u. Zij gingen uit, en traden 5190 Joha 21:15 | Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: 5191 Joha 21:16 | Heere, gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: 5192 Joha 21:17 | dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot 5193 Joha 21:18 | Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, 5194 Joha 21:18 | uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar 5195 Joha 21:20 | Heere! wie is het, die U verraden zal? ~ 5196 Joha 21:22 | totdat Ik kome, wat gaat het u aan? Volg gij Mij. ~ 5197 Joha 21:23 | totdat Ik kome, wat gaat het u aan? ~ 5198 Hand 1:7 | zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden 5199 Hand 1:8 | Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn 5200 Hand 1:11 | hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, 5201 Hand 2:14 | Jeruzalem woont, dit zij u bekend, en laat mijn woorden 5202 Hand 2:22 | heeft, in het midden van u, gelijk ook gijzelven weet; ~ 5203 Hand 2:29 | geoorloofd vrij uit tot u te spreken van den patriarch 5204 Hand 2:38 | Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde 5205 Hand 2:38 | Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam 5206 Hand 2:39 | 39 Want u komt de belofte toe, en 5207 Hand 3:6 | hetgeen ik heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus, 5208 Hand 3:12 | mannen, wat verwondert gij u over dit, of wat ziet gij 5209 Hand 3:14 | verloochend, en hebt begeerd, dat u een man, die een doodslager 5210 Hand 3:19 | 19 Betert u dan, en bekeert u, opdat 5211 Hand 3:19 | Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist 5212 Hand 3:20 | hebben Jezus Christus, Die u tevoren gepredikt is; ~ 5213 Hand 3:22 | gezegd: De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken, uit 5214 Hand 3:22 | horen, in alles, wat Hij tot u spreken zal. ~ 5215 Hand 3:26 | heeft Denzelven eerst tot u gezonden, dat Hij ulieden 5216 Hand 3:26 | dat Hij een iegelijk van u afkere van uw boosheden. ~  ~  ~  5217 Hand 4:10 | 10 Zo zij u allen kennelijk, en het 5218 Hand 4:10 | ik, staat deze hier voor u gezond. ~ 5219 Hand 4:11 | Deze is de Steen, Die van u, de bouwlieden, veracht 5220 Hand 5:6 | heeft bij de zee; deze zal u zeggen, wat gij doen moet. ~ 5221 Hand 5:19 | Zie, drie mannen zoeken u; ~ 5222 Hand 5:22 | heiligen engel, dat hij u zou ontbieden te zijnen 5223 Hand 5:22 | zijnen huize, en dat hij van u woorden der zaligheid zou 5224 Hand 5:32 | hier gekomen zijnde, tot u spreken zal. ~ 5225 Hand 5:33 | ik dan van stonde aan tot u gezonden, en gij hebt welgedaan, 5226 Hand 5:33 | om te horen al hetgeen u van God bevolen is. ~ 5227 Hand 6:14 | 14 Die woorden tot u zal spreken, door welke 5228 Hand 6:38 | engel zeide tot hem: Omgord u, en bind uw schoenzolen 5229 Hand 7:11 | hand des Heeren is tegen u, en gij zult blind zijn, 5230 Hand 7:15 | vertroosting tot het volk in u is, zo spreekt. ~ 5231 Hand 7:26 | geslacht Abrahams, en die onder u God vrezen, tot u is het 5232 Hand 7:26 | onder u God vrezen, tot u is het woord dezer zaligheid 5233 Hand 7:32 | 32 En wij verkondigen u de belofte, die tot de vaderen 5234 Hand 7:33 | Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. ~ 5235 Hand 7:38 | 38 Zo zij u dan bekend, mannen broeders, 5236 Hand 7:38 | broeders, dat door Dezen u vergeving der zonden verkondigd 5237 Hand 7:41 | verachters, en verwondert u, en verdwijnt; want Ik werk 5238 Hand 7:41 | niet zult geloven, zo het u iemand verhaalt. ~ 5239 Hand 7:46 | was nodig, dat eerst tot u het Woord Gods gesproken 5240 Hand 7:47 | geboden, zeggende: Ik heb u gesteld tot een licht der 5241 Hand 8:15 | verkondigen ulieden, dat gij u zoudt van deze ijdele dingen 5242 Hand 9:24 | van ons uitgegaan zijn, u met woorden ontroerd hebben 5243 Hand 9:25 | mannen te verkiezen, en tot u te zenden, met onze geliefden, 5244 Hand 9:29 | 29 Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den 5245 Hand 10:18 | tot den geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus, 5246 Hand 11:32 | sommigen zeiden: Wij zullen u wederom hiervan horen. ~ 5247 Hand 12:10 | 10 Want Ik ben met u, en niemand zal de hand 5248 Hand 12:10 | niemand zal de hand aan u leggen om u kwaad te doen; 5249 Hand 12:10 | de hand aan u leggen om u kwaad te doen; want Ik heb 5250 Hand 12:15 | en over de wet, die onder u is, zo zult gij zelven toezien; 5251 Hand 12:21 | houden; doch ik zal tot u wederkeren, zo God wil. 5252 Hand 13:13 | zeggende: Wij bezweren u bij Jezus, Dien Paulus predikt! ~ 5253 Hand 14:18 | ben aangekomen, hoe ik bij u den gansen tijd geweest 5254 Hand 14:20 | hetgeen nuttig was, dat ik u niet zou verkondigd en u 5255 Hand 14:20 | u niet zou verkondigd en u geleerd hebben, in het openbaar 5256 Hand 14:26 | rein ben van het bloed van u allen. ~ 5257 Hand 14:27 | niet achtergehouden, dat ik u niet zou verkondigd hebben 5258 Hand 14:28 | gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners 5259 Hand 14:29 | vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde 5260 Hand 14:32 | nu, broeders, ik bevele u Gode, en den woorde Zijner 5261 Hand 14:32 | Zijner genade, Die machtig is u op te bouwen, en u een erfdeel 5262 Hand 14:32 | machtig is u op te bouwen, en u een erfdeel te geven onder 5263 Hand 14:35 | 35 Ik heb u in alles getoond, dat men, 5264 Hand 15:21 | 21 En zij zijn aangaande u bericht, dat gij al de Joden, 5265 Hand 15:23 | 23 Doe dan hetgeen wij u zeggen: Wij hebben vier 5266 Hand 15:24 | 24 Neem dezen tot u, en heilig u met hen, en 5267 Hand 15:24 | Neem dezen tot u, en heilig u met hen, en doe de onkosten 5268 Hand 15:24 | waarvan zij, aangaande u, bericht zijn; maar dat 5269 Hand 15:37 | Is het mij geoorloofd tot u wat te spreken? En hij zeide: 5270 Hand 15:39 | stad in Cilicie, en ik bid u, laat mij toe tot het volk 5271 Hand 16:1 | die ik tegenwoordig tot u doen zal. ~ 5272 Hand 16:10 | Damaskus; en aldaar zal met u gesproken worden, van al 5273 Hand 16:10 | gesproken worden, van al hetgeen u geordineerd is te doen. ~ 5274 Hand 16:14 | God onzer vaderen heeft u te voren verordineerd, om 5275 Hand 16:16 | vertoeft gij? Sta op, en laat u dopen, en uw zonden afwassen, 5276 Hand 16:18 | Hij tot mij zeide: Spoed u, en ga in der haast uit 5277 Hand 16:19 | synagogen geselde, die in U geloofden; ~ 5278 Hand 16:21 | mij: Ga heen; want Ik zal u ver tot de heidenen afzenden. ~ 5279 Hand 17:3 | Paulus tot hem: God zal u slaan, gij gewitte wand! 5280 Hand 17:15 | dat hij hem morgen tot u afbrenge, alsof gij nadere 5281 Hand 17:15 | te brengen, eer hij bij u komt. ~ 5282 Hand 17:18 | dat ik dezen jongeling tot u zou brengen, die u wat heeft 5283 Hand 17:18 | jongeling tot u zou brengen, die u wat heeft te zeggen. ~ 5284 Hand 17:20 | zijn overeengekomen, om van u te begeren, dat gij Paulus 5285 Hand 17:21 | verwachtende de toezegging van u. ~ 5286 Hand 17:30 | heb ik hem terstond aan u gezonden; gebiedende ook 5287 Hand 17:30 | ook den beschuldigers voor u te zeggen, hetgeen zij tegen 5288 Hand 17:35 | 35 Zeide hij: Ik zal u horen, als ook uw beschuldigers 5289 Hand 18:3 | Dat wij grote vrede door u bekomen, en dat vele loffelijke 5290 Hand 18:4 | 4 Maar opdat ik u niet lang ophoude, ik bid 5291 Hand 18:4 | niet lang ophoude, ik bid u, dat gij ons, naar uw bescheidenheid, 5292 Hand 18:8 | Gebiedende zijn beschuldigers tot u te komen; van dewelken gij 5293 Hand 18:14 | 14 Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken 5294 Hand 18:19 | Welke behoorden hier voor u tegenwoordig te zijn, en 5295 Hand 18:25 | hebben bekomen, zo zal ik u tot mij roepen. ~ 5296 Hand 19:5 | Die dan, zeide hij, onder u kunnen, dat zij mede afreizen, 5297 Hand 19:12 | gesproken had: Hebt gij u op den keizer beroepen? 5298 Hand 19:26 | voorgebracht, en meest voor u, koning Agrippa, opdat ik, 5299 Hand 20:1 | zeide tot Paulus: Het is u geoorloofd voor uzelven 5300 Hand 20:2 | Agrippa, dat ik mij heden voor u zal verantwoorden van alles, 5301 Hand 20:3 | Joden zijn. Daarom bid ik u, dat gij mij lankmoediglijk 5302 Hand 20:14 | vervolgt gij Mij? Het is u hard, tegen de prikkels 5303 Hand 20:16 | 16 Maar richt u op, en sta op uw voeten; 5304 Hand 20:16 | voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen, om u te stellen 5305 Hand 20:16 | ben Ik u verschenen, om u te stellen tot een dienaar 5306 Hand 20:16 | gezien hebt en in welke Ik u nog zal verschijnen; ~ 5307 Hand 20:17 | 17 Verlossende u van dit volk, en van de 5308 Hand 20:17 | heidenen, tot dewelke Ik u nu zende; ~ 5309 Hand 20:24 | grote geleerdheid brengt u tot razernij! ~ 5310 Hand 21:22 | van iemands leven onder u, maar alleen van het schip. ~ 5311 Hand 21:24 | worden; en zie, God heeft u geschonken allen, die met 5312 Hand 21:24 | geschonken allen, die met u varen. ~ 5313 Hand 21:34 | 34 Daarom vermaan ik u spijze te nemen, want dat 5314 Hand 21:34 | behouding; want niemand van u zal een haar van het hoofd 5315 Hand 22:20 | deze oorzaak dan heb ik u bij mij geroepen, om u te 5316 Hand 22:20 | ik u bij mij geroepen, om u te zien en aan te spreken; 5317 Hand 22:21 | Wij hebben noch brieven u aangaande van Judea ontvangen; 5318 Hand 22:21 | gekomen zijnde, heeft van u iets kwaads geboodschapt 5319 Hand 22:22 | Maar wij begeren wel van u te horen, wat gij gevoelt; 5320 Hand 22:28 | 28 Het zij u dan bekend, dat de zaligheid 5321 Rom 1:7 | geroepen heiligen, genade zij u, en vrede van God, onzen 5322 Rom 1:8 | door Jezus Christus over u allen, dat uw geloof verkondigd 5323 Rom 1:11 | 11 Want ik verlang om u te zien, opdat ik u enige 5324 Rom 1:11 | verlang om u te zien, opdat ik u enige geestelijke gave mocht 5325 Rom 1:12 | vertroost te worden onder u, door het onderlinge geloof, 5326 Rom 1:13 | 13 Doch ik wil niet, dat u onbekend zij, broeders, 5327 Rom 1:13 | menigmaal voorgenomen heb tot u te komen (en ben tot nog 5328 Rom 1:13 | geweest), opdat ik ook onder u enige vrucht zou hebben, 5329 Rom 1:15 | is, dat is volvaardig, om u ook, die te Rome zijt, het 5330 Rom 2:4 | de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? ~ 5331 Rom 2:27 | als zij de wet volbrengt, u niet oordelen, die door 5332 Rom 4:17 | geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken 5333 Rom 6:14 | 14 Want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt 5334 Rom 6:21 | die dingen, waarover gij u nu schaamt? Want het einde 5335 Rom 8:9 | anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den 5336 Rom 8:11 | doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus 5337 Rom 8:11 | door Zijn Geest, Die in u woont. ~ 5338 Rom 9:7 | kinderen; maar: In Izaak zal u het zaad genoemd worden. ~ 5339 Rom 9:17 | Farao: Tot ditzelve heb Ik u verwekt, opdat Ik in u Mijn 5340 Rom 9:17 | Ik u verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, 5341 Rom 10:8 | Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond 5342 Rom 10:19 | onverstandig volk zal ik u tot toorn verwekken. ~ 5343 Rom 11:13 | 13 Want ik spreek tot u, heidenen, voor zoveel ik 5344 Rom 11:18 | wortel niet, maar de wortel u. ~ 5345 Rom 11:21 | toe, dat Hij ook mogelijk u niet spare. ~ 5346 Rom 11:22 | de goedertierenheid over u, indien gij in de goedertierenheid 5347 Rom 11:25 | wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend 5348 Rom 12:1 | 1 Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen 5349 Rom 12:3 | een iegelijk, die onder u is, dat hij niet wijs zij 5350 Rom 12:12 | 12 Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig 5351 Rom 12:14 | 14 Zegent hen, die u vervolgen; zegent en vervloekt 5352 Rom 12:15 | 15 Verblijdt u met de blijden; en weent 5353 Rom 12:16 | hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet 5354 Rom 12:18 | het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle 5355 Rom 13:4 | Want zij is Gods dienares, u ten goede. Maar indien gij 5356 Rom 15:3 | smadingen dergenen, die U smaden, zijn op Mij gevallen. ~ 5357 Rom 15:5 | en der vertroosting geve u, dat gij eensgezind zijt 5358 Rom 15:9 | geschreven is: Daarom zal ik U belijden onder de heidenen, 5359 Rom 15:14 | ik zelf ben verzekerd van u, dat gij ook zelven vol 5360 Rom 15:15 | 15 Maar ik heb u eensdeels te stoutelijker 5361 Rom 15:15 | stoutelijker geschreven, broeders, u als wederom dit indachtig 5362 Rom 15:22 | verhinderd geweest ben tot u te komen. ~ 5363 Rom 15:23 | verlangen hebbende, om tot u te komen, ~ 5364 Rom 15:24 | ik naar Spanje reis, tot u komen; want ik hoop in het 5365 Rom 15:24 | ik hoop in het doorreizen u te zien, en van u derwaarts 5366 Rom 15:24 | doorreizen u te zien, en van u derwaarts geleid te worden, 5367 Rom 15:29 | En ik weet, dat ik, tot u komende, met vollen zegen 5368 Rom 15:30 | 30 En ik bid u, broeders, door onzen Heere 5369 Rom 15:32 | door den wil van God, tot u mag komen, en met u verkwikt 5370 Rom 15:32 | tot u mag komen, en met u verkwikt worden. ~ 5371 Rom 15:33 | de God des vredes zij met u allen. Amen. ~  ~  ~  5372 Rom 16:1 | 1 En ik beveel u Febe, onze zuster, die een 5373 Rom 16:2 | bijstaat, in wat zaak zij u zou mogen van doen hebben; 5374 Rom 16:17 | 17 En ik bid u, broeders, neemt acht op 5375 Rom 16:21 | 21 U groeten, Timotheus, mijn 5376 Rom 16:22 | brief geschreven heb, groet u in den Heere. ~ 5377 Rom 16:23 | 23 U groet Gajus, de huiswaard 5378 Rom 16:23 | van de gehele Gemeente. U groet Erastus, de rentmeester 5379 Rom 16:24 | Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~ 5380 Rom 16:25 | 25 Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, naar mijn 5381 1Kor 1:3 | 3 Genade zij u en vrede van God onzen Vader, 5382 1Kor 1:4 | mijn God allen tijd over u, vanwege de genade Gods, 5383 1Kor 1:4 | vanwege de genade Gods, die u gegeven is in Christus Jezus; ~ 5384 1Kor 1:6 | Christus bevestigd is onder u; ~ 5385 1Kor 1:7 | 7 Alzo dat het u aan gene gave ontbreekt, 5386 1Kor 1:8 | 8 Welke God u ook zal bevestigen tot het 5387 1Kor 1:10 | 10 Maar ik bid u, broeders, door den Naam 5388 1Kor 1:10 | hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar 5389 1Kor 1:11 | 11 Want mij is van u bekend gemaakt, mijn broeders, 5390 1Kor 1:11 | zijn, dat er twisten onder u zijn. ~ 5391 1Kor 1:12 | ik, dat een iegelijk van u zegt: Ik ben van Paulus, 5392 1Kor 1:13 | gedeeld? Is Paulus voor u gekruist? Of zijt gij in 5393 1Kor 2:1 | ik, broeders, als ik tot u ben gekomen, ben niet gekomen 5394 1Kor 2:1 | woorden, of van wijsheid, u verkondigende de getuigenis 5395 1Kor 2:2 | voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en 5396 1Kor 3:1 | En ik, broeders, kon tot u niet spreken als tot geestelijken, 5397 1Kor 3:2 | 2 Ik heb u met melk gevoed, en niet 5398 1Kor 3:3 | vleselijk; want dewijl onder u nijd is, en twist, en tweedracht, 5399 1Kor 3:18 | zichzelven. Zo iemand onder u dunkt, dat hij wijs is in 5400 1Kor 4:7 | 7 Want wie onderscheidt u? En wat hebt gij, dat gij 5401 1Kor 4:8 | heerstet, opdat ook wij met u heersen mochten! ~ 5402 1Kor 4:14 | schrijf deze dingen niet om u te beschamen, maar als mijn 5403 1Kor 4:14 | lieve kinderen vermaan ik u. ~ 5404 1Kor 4:15 | in Christus Jezus heb ik u door het Evangelie geteeld. ~ 5405 1Kor 4:16 | 16 Zo vermaan ik u dan: zijt mijn navolgers. ~ 5406 1Kor 4:17 | Daarom heb ik Timotheus tot u gezonden, die mijn lieve 5407 1Kor 4:17 | zoon is in den Heere, welke u zal indachtig maken mijn 5408 1Kor 4:19 | 19 Maar ik zal haast tot u komen, zo de Heere wil, 5409 1Kor 4:21 | Zal ik met de roede tot u komen, of in liefde en in 5410 1Kor 5:1 | ganselijk, dat er hoererij onder u is, en zodanige hoererij, 5411 1Kor 5:2 | opdat hij uit het midden van u weggedaan worde, die deze 5412 1Kor 5:9 | 9 Ik heb u geschreven in den brief, 5413 1Kor 5:9 | geschreven in den brief, dat gij u niet zoudt vermengen met 5414 1Kor 5:11 | 11 Maar nu heb ik u geschreven, dat gij u niet 5415 1Kor 5:11 | ik u geschreven, dat gij u niet zult vermengen, namelijk 5416 1Kor 6:2 | oordelen zullen? En indien door u de wereld geoordeeld wordt, 5417 1Kor 6:5 | 5 Ik zeg u dit tot schaamte. Is er 5418 1Kor 6:5 | schaamte. Is er dan alzo onder u geen, die wijs is, ook niet 5419 1Kor 6:7 | nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken 5420 1Kor 6:19 | den Heiligen Geest, Die in u is, Dien gij van God hebt, 5421 1Kor 7:5 | 5 Onttrekt u elkander niet, tenzij dan 5422 1Kor 7:5 | voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt 5423 1Kor 7:5 | komt wederom bijeen, opdat u de satan niet verzoeke, 5424 1Kor 7:5 | niet verzoeke, omdat gij u niet kunt onthouden. ~ 5425 1Kor 7:21 | dienstknecht zijnde, geroepen, laat u dat niet bekommeren; maar 5426 1Kor 7:35 | opdat ik een strik over u zou werpen, maar om u te 5427 1Kor 7:35 | over u zou werpen, maar om u te leiden tot hetgeen wel 5428 1Kor 8:10 | 10 Want zo iemand u, die de kennis hebt, ziet 5429 1Kor 9:12 | anderen deze macht over u deelachtig zijn, waarom 5430 1Kor 10:13 | doch God is getrouw, Die u niet zal laten verzocht 5431 1Kor 10:27 | 27 En indien u iemand van de ongelovigen 5432 1Kor 10:28 | niet, om desgenen wil, die u dat te kennen gegeven heeft, 5433 1Kor 11:2 | 2 En ik prijs u, broeders, dat gij in alles 5434 1Kor 11:2 | inzettingen behoudt, gelijk ik die u overgegeven heb. ~ 5435 1Kor 11:14 | 14 Of leert u ook de natuur zelve niet, 5436 1Kor 11:17 | 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, 5437 1Kor 11:18 | er scheuringen zijn onder u; en ik geloof het ten dele; ~ 5438 1Kor 11:19 | moeten ook ketterijen onder u zijn, opdat degenen, die 5439 1Kor 11:19 | openbaar mogen worden onder u. ~ 5440 1Kor 11:22 | niet hebben? Wat zal ik u zeggen? Zal ik u prijzen? 5441 1Kor 11:22 | zal ik u zeggen? Zal ik u prijzen? In dezen prijs 5442 1Kor 11:22 | prijzen? In dezen prijs ik u niet. ~ 5443 1Kor 11:23 | ontvangen, hetgeen ik ook u overgegeven heb, dat de 5444 1Kor 11:24 | is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat 5445 1Kor 11:30 | 30 Daarom zijn onder u vele zwakken en kranken, 5446 1Kor 12:3 | 3 Daarom maak ik u bekend, dat niemand, die 5447 1Kor 12:21 | zeggen tot de hand: Ik heb u niet van node; of wederom 5448 1Kor 12:21 | hoofd tot de voeten: Ik heb u niet van node. ~ 5449 1Kor 12:31 | beste gaven; en ik wijs u een weg, die nog uitnemender 5450 1Kor 14:6 | broeders, indien ik tot u kwam, en sprak vreemde talen, 5451 1Kor 14:6 | talen, wat nuttigheid zou ik u doen, zo ik tot u niet sprak, 5452 1Kor 14:6 | zou ik u doen, zo ik tot u niet sprak, of in openbaring, 5453 1Kor 14:25 | dat God waarlijk onder u is. ~ 5454 1Kor 14:26 | samenkomt, een iegelijk van u, heeft hij een psalm, heeft 5455 1Kor 14:36 | 36 Is het Woord Gods van u uitgegaan? Of is het tot 5456 1Kor 14:36 | uitgegaan? Of is het tot u alleen gekomen? ~ 5457 1Kor 14:37 | erkenne, dat, hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden 5458 1Kor 15:1 | Voorts, broeders, ik maak u bekend het Evangelie, dat 5459 1Kor 15:1 | bekend het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, hetwelk 5460 1Kor 15:2 | zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb; tenzij dan 5461 1Kor 15:12 | hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding 5462 1Kor 15:34 | van God niet. Ik zeg het u tot schaamte. ~ 5463 1Kor 15:51 | 51 Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen 5464 1Kor 16:2 | legge een iegelijk van u iets bij zichzelven weg, 5465 1Kor 16:5 | 5 Doch ik zal tot u komen, wanneer ik Macedonie 5466 1Kor 16:6 | 6 En ik zal mogelijk bij u blijven, of ook overwinteren, 5467 1Kor 16:7 | 7 Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan, 5468 1Kor 16:7 | ik hoop enigen tijd bij u te blijven, indien het de 5469 1Kor 16:10 | dat hij buiten vreze bij u zij; want hij werkt het 5470 1Kor 16:12 | hij met de broederen tot u komen zou; maar het was 5471 1Kor 16:13 | staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk. ~ 5472 1Kor 16:15 | 15 En ik bid u, broeders, gij kent het 5473 1Kor 16:16 | 16 Dat gij ook u aan de zodanigen onderwerpt, 5474 1Kor 16:17 | vervuld hetgeen mij aan u ontbrak; ~ 5475 1Kor 16:19 | 19 U groeten de Gemeenten van 5476 1Kor 16:19 | groeten de Gemeenten van Azie. U groeten zeer in den Heere 5477 1Kor 16:20 | 20 U groeten al de broeders. 5478 1Kor 16:23 | Heere Jezus Christus zij met u. ~ 5479 1Kor 16:24 | 24 Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus. 5480 2Kor 1:2 | 2 Genade zij u en vrede van God, onzen 5481 2Kor 1:7 | 7 En onze hoop van u is vast, als die weten, 5482 2Kor 1:13 | 13 Want wij schrijven u geen andere dingen, dan 5483 2Kor 1:15 | betrouwen wilde ik te voren tot u komen, opdat gij een tweede 5484 2Kor 1:16 | wederom van Macedonie tot u komen, en van ulieden naar 5485 2Kor 1:18 | dat ons woord, hetwelk tot u is geschied, niet is geweest 5486 2Kor 1:19 | Jezus Christus, Die onder u door ons is gepredikt, namelijk 5487 2Kor 1:21 | 21 Maar Die ons met u bevestigt in Christus, en 5488 2Kor 1:23 | over mijn ziel, dat ik, om u te sparen, nog te Korinthe 5489 2Kor 2:1 | wederom in droefheid tot u komen zou. ~ 5490 2Kor 2:3 | 3 En ditzelfde heb ik u geschreven, opdat ik, daar 5491 2Kor 2:3 | worden; vertrouwende van u allen, dat mijn blijdschap 5492 2Kor 2:4 | die ik overvloediglijk tot u heb. ~ 5493 2Kor 2:8 | 8 Daarom bid ik u, dat gij de liefde aan hem 5494 2Kor 3:1 | Beginnen wij onszelven wederom u aan te prijzen? Of behoeven 5495 2Kor 3:1 | brieven van voorschrijving aan u, of brieven van voorschrijving 5496 2Kor 3:1 | brieven van voorschrijving van u? ~ 5497 2Kor 5:12 | Want wij prijzen onszelven u niet wederom aan, maar wij 5498 2Kor 5:12 | wederom aan, maar wij geven u oorzaak van roem over ons, 5499 2Kor 5:20 | van Christus wege: laat u met God verzoenen. ~ 5500 2Kor 6:1 | als medearbeidende, bidden u ook, dat gij de genade Gods


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6044

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License