Book Chapter: Verse
1 Gen 19:7 | profeet, en hij zal voor u bidden, opdat gij leeft; maar zo
2 Gen 23:63 | Izak was uitgegaan om te bidden in het veld, tegen het naken
3 Exo 8:9 | voor uw volk, vuriglijk bidden, om deze vorsen van u en
4 Exo 8:29 | tot den HEERE vuriglijk bidden, dat deze vermenging van
5 1Sa 1:26 | u stond, om den HEERE te bidden. ~
6 1Sa 2:25 | zondigt, wie zal voor hem bidden? Doch zij hoorden de stem
7 1Sa 7:5 | ik zal den HEERE voor u bidden. ~
8 1Sa 12:23 | aflaten voor ulieden te bidden; maar ik zal u den goeden
9 2Sa 7:27 | gevonden, dit gebed tot U te bidden. ~
10 1Kon 8:29| gebed, hetwelk Uw knecht bidden zal in deze plaats. ~
11 1Kon 8:30| die in deze plaats zullen bidden; en Gij, hoor in de plaats
12 1Kon 8:33| belijden, en tot U in dit huis bidden en smeken zullen; ~
13 1Kon 8:35| hebben; en zij in deze plaats bidden, en Uw Naam belijden, en
14 1Kon 8:42| uitgestrekten arm) als hij komen en bidden zal in dit huis; ~
15 1Kon 8:44| en zullen tot den HEERE bidden naar den weg dezer stad,
16 1Kon 8:48| zullen hebben; en tot U bidden zullen naar den weg van
17 1Kon 8:54| smeking tot den HEERE te bidden, dat hij van voor het altaar
18 1Kro 17:25| om voor Uw aangezicht te bidden. ~
19 2Kro 7:20| gebed, hetwelk Uw knecht bidden zal in deze plaats. ~
20 2Kro 7:21| die in deze plaats zullen bidden; en hoor Gij uit de plaats
21 2Kro 7:24| Uw aangezicht in dit huis bidden en smeken zullen, ~
22 2Kro 7:26| hebben; en zij in deze plaats bidden, en Uw Naam belijden, en
23 2Kro 7:32| komen zal; als zij komen, en bidden zullen in dit huis; ~
24 2Kro 7:34| heenzenden zult, en zullen tot U bidden naar den weg dezer stad,
25 2Kro 7:38| gevankelijk weggevoerd hebben, en bidden zullen naar den weg huns
26 2Kro 8:1 | nu Salomo voleind had te bidden, zo daalde het vuur van
27 Ezra 6:10| God des hemels offeren, en bidden voor het leven des konings
28 Job 9:15 | Rechter zal ik om genade bidden. ~
29 Job 22:27 | zult tot Hem ernstiglijk bidden, en Hij zal u verhoren;
30 Job 33:26 | zal tot God ernstiglijk bidden, Die in hem een welbehagen
31 Job 41:8 | knecht Job voor ulieden bidden; want zekerlijk, Ik zal
32 Psa 5:3 | mijn God! Want tot U zal ik bidden. ~
33 Psa 72:15 | zal geduriglijk voor hem bidden; den gansen dag zal men
34 Spre 27:6 | kussingen des haters zijn af te bidden. ~
35 Jes 67:23 | vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt
36 Jer 7:2 | om den HEERE aan te bidden. ~
37 Jer 26:2 | Juda, die komen om aan te bidden in het huis des HEEREN,
38 Jer 29:12 | en henengaan, en tot Mij bidden; en Ik zal naar u horen. ~
39 Jer 42:4 | zal tot den HEERE, uw God, bidden naar uw woorden; en het
40 Dan 3:12 | goden eren zij niet, en zij bidden het gouden beeld niet aan,
41 Zac 14:16 | jaar optrekken om aan te bidden den Koning, den HEERE
42 Matt 6:5 | der straten staande, te bidden, opdat zij van de mensen
43 Matt 7:9 | u, zo zijn zoon hem zou bidden om brood, die hem een steen
44 Matt 7:10| zo hij hem om een vis zou bidden, die hem een slang zal geven? ~
45 Matt 7:11| dengenen, die ze van Hem bidden! ~
46 Matt 14:23| op den berg alleen, om te bidden. En als het nu avond was
47 Matt 17:21| vaart niet uit, dan door bidden en vasten. ~
48 Matt 19:13| handen hun zou opleggen en bidden; en de discipelen bestraften
49 Matt 23:14| onder den schijn van lang te bidden; daarom zult gij te zwaarder
50 Matt 26:53| Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan
51 Mark 5:17| 17 En zij begonnen Hem te bidden, dat Hij van hun landpalen
52 Mark 6:46| ging Hij op den berg om te bidden. ~
53 Mark 9:29| nergens door uitgaan, dan door bidden en vasten. ~
54 Mark 11:25| wanneer gij staat om te bidden, vergeeft, indien gij iets
55 Mark 12:40| onder den schijn van lang te bidden. Dezen zullen zwaarder oordeel
56 Luk 2:37 | den tempel, met vasten en bidden, God dienende nacht en dag. ~
57 Luk 6:12 | uitging naar den berg, om te bidden, en Hij bleef den nacht
58 Luk 9:28 | klom op den berg, om te bidden.
59 Luk 11:1 | Hem zeide: Heere, leer ons bidden, gelijk ook Johannes zijn
60 Luk 11:12 | zo hij ook om een ei zou bidden, zal hij hem een schorpioen
61 Luk 11:13 | geven dengenen, die Hem bidden? ~
62 Luk 18:1 | strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen; ~
63 Luk 18:10 | gingen op in den tempel om te bidden, de een was een Farizeer,
64 Joha 14:16| 16 En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen
65 Joha 16:23| Al wat gij den Vader zult bidden in Mijn Naam, dat zal Hij
66 Joha 16:26| dag zult gij in Mijn Naam bidden; en Ik zeg u niet, dat Ik
67 Joha 16:26| dat Ik den Vader voor u bidden zal; ~
68 Hand 1:14| eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen,
69 Hand 5:9 | Petrus op het dak, om te bidden, omtrent de zesde ure. ~
70 Rom 8:26 | wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort,
71 1Kor 4:13| worden gelasterd, en wij bidden; wij zijn geworden als uitvaagsels
72 1Kor 7:5 | opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen; en komt
73 1Kor 14:15| Ik zal wel met den geest bidden, maar ik zal ook met het
74 1Kor 14:15| zal ook met het verstand bidden; ik zal wel met den geest
75 2Kor 5:20| alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat
76 2Kor 6:1 | wij, als medearbeidende, bidden u ook, dat gij de genade
77 Efez 3:20| te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht,
78 Fili 4:6 | begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging
79 Kol 1:9 | niet ophouden voor u te bidden en te begeren, dat gij moogt
80 1The 4:1 | Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere
81 1The 5:12| 12 En wij bidden u, broeders, erkent degenen,
82 1The 5:14| 14 En wij bidden u, broeders, vermaant de
83 2The 1:11| 11 Waarom wij ook altijd bidden voor u, dat onze God u waardig
84 2The 2:1 | 1 En wij bidden u, broeders, door de toekomst
85 1Tim 2:8 | Ik wil dan, dat de mannen bidden in alle plaatsen, opheffende
86 Heb 7:25 | altijd leeft om voor hen te bidden. ~
87 Jako 5:14| Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in
88 1Joh 3:22| 22 En zo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem,
89 1Joh 5:14| hebben, dat zo wij iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort. ~
90 1Joh 5:15| ons verhoort, wat wij ook bidden, zo weten wij, dat wij de
91 1Joh 5:16| tot den dood, die zal God bidden en Hij zal hem het leven
92 1Joh 5:16| zeg ik niet, dat hij zal bidden. ~
93 Open 22:8 | viel ik neder om aan te bidden voor de voeten des engels,
|