Book Chapter: Verse
1 Gen 16:23 | wat mannelijk was onder de lieden van het huis van Abraham,
2 Gen 35:21 | 21 En hij vraagde de lieden van haar plaats, zeggende:
3 Gen 35:22 | gevonden; en ook zeiden de lieden van die plaats: Hier is
4 Gen 36:11 | doen; en niemand van de lieden des huizes was daar binnenshuis.
5 Gen 36:14 | 14 Zo riep zij de lieden van haar huis, en sprak
6 Exo 5:7 | Gij zult voortaan aan deze lieden geen stro meer geven, tot
7 Exo 10:9 | onze jonge en met onze oude lieden; met onze zonen en met onze
8 Exo 22:31 | Gij nu zult Mij heilige lieden zijn; daarom zult gij geen
9 Lev 18:27 | 27 Want de lieden dezes lands, die voor u
10 Num 9:6 | 6 Toen waren er lieden geweest, die over het dode
11 Num 9:7 | 7 En diezelve lieden zeiden tot hem: Wij zijn
12 Deu 21:21 | 21 Dan zullen alle lieden zijner stad hem met stenen
13 Deu 22:21 | haars vaders huis, en de lieden harer stad zullen haar met
14 Deu 25:1 | 1 Wanneer er tussen lieden twist zal zijn, en zij tot
15 Deu 33:6 | niet sterve, en dat zijn lieden van getal zijn! ~
16 Joz 8:25 | twaalf duizend, al te zamen lieden van Ai. ~
17 Ric 7:5 | 5 En hij zeide tot de lieden van Sukkoth: Geeft toch
18 Ric 7:8 | tot hen desgelijks. En de lieden van Pnuel antwoordden hem,
19 Ric 7:8 | antwoordden hem, gelijk als de lieden van Sukkoth geantwoord hadden. ~
20 Ric 7:9 | Daarom sprak hij ook tot de lieden van Pnuel, zeggende: Als
21 Ric 7:14 | ving hij een jongen van de lieden te Sukkoth, en ondervraagde
22 Ric 7:15 | 15 Toen kwam hij tot de lieden van Sukkoth, en zeide: Ziet
23 Ric 7:16 | distelen, en deed het den lieden van Sukkoth door dezelve
24 Ric 7:17 | wierp hij af, en doodde de lieden der stad. ~
25 Ric 8:49 | sterkte met vuur; dat ook alle lieden des torens van Sichem stierven,
26 Ric 8:57 | Desgelijks al het kwaad der lieden van Sichem deed God wederkeren
27 Ric 18:16 | verkeerde te Gibea; maar de lieden dezer plaats waren kinderen
28 1Sa 2:17 | aangezicht des HEEREN; want de lieden verachtten het spijsoffer
29 1Sa 5:9 | kwelling; want Hij sloeg de lieden dier stad van den kleine
30 1Sa 6:10 | 10 En die lieden deden alzo, en namen twee
31 1Sa 6:15 | dien groten steen; en die lieden van Beth-Semes offerden
32 1Sa 6:19 | de Heere sloeg onder die lieden van Beth-Semes, omdat zij
33 1Sa 6:20 | 20 Toen zeiden de lieden van Beth-Semes: Wie zou
34 2Sa 6:20 | gelijk een van de ijdele lieden zich onbeschaamdelijk ontbloot? ~
35 2Sa 16:13 | Alzo ging David met zijn lieden op den weg; en Simei ging
36 2Sa 19:28 | is niet geweest, dan maar lieden des doods voor mijn heer
37 1Kon 13:25| 25 En ziet, er gingen lieden voorbij, en zagen het dode
38 2Kon 19:30| 30 Want de lieden van Babel maakten Sukkoth
39 2Kon 19:30| maakten Sukkoth Benoth, en de lieden van Chut maakten Nergal,
40 2Kon 19:30| Chut maakten Nergal, en de lieden van Hamath maakten Asima, ~
41 2Kon 25:17| grafteken, dat ik zie? En de lieden der stad zeiden tot hem:
42 1Kro 23:15| hout, en allerlei wijze lieden in allerlei werk. ~
43 1Kro 27:7 | Elzabad, zijn broeders, kloeke lieden; Elihu, en Semachja. ~
44 1Kro 27:9 | kinderen en broeders, kloeke lieden, achttien. ~
45 1Kro 27:32| zijn broeders waren kloeke lieden, twee duizend en zevenhonderd
46 Ezra 1:4 | verkeert, dien zullen de lieden zijner plaats bevorderlijk
47 Job 11:3 | 3 Zouden uw leugenen de lieden doen zwijgen, en zoudt gij
48 Job 11:11 | Want Hij kent de ijdele lieden en Hij ziet de ondeugd;
49 Job 22:15 | waargenomen, dat de ongerechtige lieden betreden hebben? ~
50 Job 24:12 | 12 Uit de stad zuchten de lieden, en de ziel der verwonden
51 Job 31:31 | 31 Zo de lieden mijner tent niet hebben
52 Job 33:15 | als een diepe slaap op de lieden valt, in de sluimering op
53 Job 33:16 | Hij het voor het oor der lieden, en Hij verzegelt hun kastijding; ~
54 Job 34:8 | en wandelt met goddeloze lieden. ~
55 Job 34:10 | 10 Daarom, gij, lieden van verstand, hoort naar
56 Job 34:34 | 34 De lieden van verstand zullen met
57 Job 34:36 | wil onder de ongerechtige lieden. ~
58 Job 36:24 | groot maakt, hetwelk de lieden aanschouwen. ~
59 Job 36:40 | toe, opdat Hij kenne al de lieden Zijns werks. ~
60 Job 36:57 | 24 Daarom vreze Hem de lieden; Hij ziet geen wijzen van
61 Psa 17:14 | 14 Met Uw hand van de lieden, o HEERE! van de lieden,
62 Psa 17:14 | lieden, o HEERE! van de lieden, die van de wereld zijn,
63 Psa 26:4 | 4 Ik zit niet bij ijdele lieden, en met bedekte lieden ga
64 Psa 26:4 | ijdele lieden, en met bedekte lieden ga ik niet om. ~
65 Psa 62:10 | 10 Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden
66 Psa 62:10 | lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal
67 Psa 73:8 | 8 Zij mergelen de lieden uit, en spreken boselijk
68 Spre 22:29| aangezicht der ongeachte lieden zal hij niet gesteld
69 Spre 24:1 | niet nijdig over de boze lieden, en laat u niet gelusten,
70 Spre 28:5 | 5 De kwade lieden verstaan het recht niet;
71 Spre 29:8 | 8 Spotdrijvende lieden blazen een stad aan brand;
72 Spre 29:10| 10 Bloedgierige lieden haten den vrome; maar de
73 Pred 9:14| een kleine stad, en weinig lieden waren daarin; en een groot
74 Jes 41:11 | worden als niet, en die lieden, die met u twisten, zullen
75 Jes 41:12 | zult hen niet vinden; de lieden, die met u kijven, zullen
76 Jes 41:12 | worden als niet, en die lieden, die met u oorlogen, als
77 Jes 51:4 | Mij, Mijn volk! en Mijn lieden, neigt naar Mij het oor!
78 Jes 58:1 | harte neemt; en de weldadige lieden worden weggeraapt, zonder
79 Jes 67:24 | zullen de dode lichamen der lieden zien, die tegen Mij overtreden
80 Jer 41:5 | 5 Zo kwamen er lieden van Sichem, van Silo, en
81 Jer 48:31 | zal Ik krijten; over de lieden van Kir-heres zal men zuchten. ~
82 Jer 48:36 | ook zal Mijn hart over de lieden van Kir-heres getier maken
83 Eze 9:4 | teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen
84 Eze 12:16 | Doch Ik zal van hen weinige lieden doen overblijven van het
85 Eze 23:23 | hoofdmannen en vermaarde lieden, die allen te paard rijden. ~
86 Eze 24:17 | niet bewinden, en zult der lieden brood niet eten. ~
87 Eze 24:22 | gij niet bewinden, en der lieden brood zult gij niet eten. ~
88 Jona 3:5 | 5 En de lieden van Nineve geloofden aan
89 Mic 6:12 | 12 Dewijl haar rijke lieden vol zijn van geweld, en
90 Joha 4:28| de stad en zeide tot de lieden: ~
91 1Kor 14:21| geschreven: Ik zal door lieden van andere talen, en door
92 2Kor 10:15| buiten de maat in anderer lieden arbeid, maar hebbende hoop,
|