Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
jorim 1
jorkeam 1
josa 1
josafat 91
josafath 1
josafats 2
josavia 1
Frequency    [«  »]
91 armen
91 denwelken
91 hizkia
91 josafat
91 kudde
91 moet
91 vet

Bijbel

IntraText - Concordances

josafat

   Book Chapter: Verse
1 2Sa 8:16 | Zeruja, was over het heir; en Josafat, zoon van Achilud, was kanselier. ~ 2 2Sa 20:24 | was over de schatting; en Josafat, de zoon van Ahilud, was 3 1Kon 4:3 | Sisa, waren schrijvers; Josafat, de zoon van Ahilud, was 4 1Kon 15:24| vader David; en zijn zoon Josafat werd koning in zijn plaats. ~ 5 1Kon 22:2 | geschiedde in het derde jaar, als Josafat, de koning van Juda, tot 6 1Kon 22:4 | 4 Daarna zeide hij tot Josafat: Zult gij met mij trekken 7 1Kon 22:4 | naar Ramoth in Gilead? En Josafat zeide tot den koning van 8 1Kon 22:5 | 5 Verder zeide Josafat tot den koning van Israel: 9 1Kon 22:7 | 7 Maar Josafat zeide: Is hier niet nog 10 1Kon 22:8 | de koning van Israel tot Josafat: Er is nog een man, om door 11 1Kon 22:8 | Micha, de zoon van Jimla. En Josafat zeide: De koning zegge niet 12 1Kon 22:10| koning van Israel nu, en Josafat, de koning van Juda, zaten 13 1Kon 22:18| de koning van Israel tot Josafat: Heb ik tot u niet gezegd: 14 1Kon 22:29| de koning van Israel en Josafat, de koning van Juda, op 15 1Kon 22:30| koning van Israel zeide tot Josafat: Als ik mij versteld heb, 16 1Kon 22:32| de oversten der wagenen Josafat zagen, dat zij zeiden: Gewisselijk, 17 1Kon 22:32| hem, om te strijden; maar Josafat riep uit. ~ 18 1Kon 22:41| 41 Josafat nu, de zoon van Asa, werd 19 1Kon 22:42| 42 Josafat was vijf en dertig jaren 20 1Kon 22:45| 45 En Josafat maakte vrede met den koning 21 1Kon 22:46| der geschiedenissen van Josafat, en zijn macht, die hij 22 1Kon 22:49| 49 En Josafat maakte schepen van Tharsis, 23 1Kon 22:50| de zoon van Achab, tot Josafat: Laat mijn knechten met 24 1Kon 22:50| op de schepen varen; maar Josafat wilde niet. ~ 25 1Kon 22:51| 51 En Josafat ontsliep met zijn vaderen, 26 1Kon 22:52| het zeventiende jaar van Josafat, den koning van Juda, en 27 2Kon 1:17| van Joram, den zoon van Josafat, den koning van Juda; want 28 2Kon 3:1 | het achttiende jaar van Josafat, den koning van Juda, en 29 2Kon 3:7 | hij ging heen, en zond tot Josafat, den koning van Juda, zeggende: 30 2Kon 3:11| 11 En Josafat zeide: Is hier geen profeet 31 2Kon 3:12| 12 En Josafat zeide: Des HEEREN woord 32 2Kon 3:12| de koning van Israel, en Josafat, en de koning van Edom. ~ 33 2Kon 3:14| niet het aangezicht van Josafat, den koning van Juda, opnam, 34 2Kon 8:16| koning van Israel, toen Josafat koning was van Juda, begon 35 2Kon 8:16| begon Jehoram, de zoon van Josafat, den koning van Juda, te 36 2Kon 9:2 | waar Jehu, de zoon van Josafat, den zoon van Nimsi, is; 37 2Kon 9:14| maakte Jehu, de zoon van Josafat, den zoon van Nimsi, een 38 2Kon 12:18| de geheiligde dingen, die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn 39 2Kon 13:18| de geheiligde dingen, die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn 40 1Kro 3:10| zoon was Asa; zijn zoon was Josafat; ~ 41 1Kro 11:43| de zoon van Maacha, en Josafat, de Mithniet; ~ 42 1Kro 15:24| 24 En Sebanja, en Josafat, en Nethaneel, en Amasai, 43 1Kro 18:15| Zeruja, was over het heir; en Josafat, de zoon van Ahilud, was 44 1Kro 19:15| Zeruja, was over het heir; en Josafat, de zoon van Ahilud, was 45 2Kro 18:1 | 1 En zijn zoon Josafat werd koning in zijn plaats, 46 2Kro 18:3 | 3 En de HEERE was met Josafat; want hij wandelde in de 47 2Kro 18:5 | zijn hand, en gans Juda gaf Josafat geschenken; en hij had rijkdom 48 2Kro 18:10| zij niet krijgden tegen Josafat. ~ 49 2Kro 18:11| Filistijnen brachten zij Josafat geschenken met het opgelegde 50 2Kro 18:12| 12 Alzo nam Josafat toe, en werd ten hoogste 51 2Kro 19:1 | 1 Josafat nu had rijkdom en eer in 52 2Kro 19:3 | koning van Israel, zeide tot Josafat, den koning van Juda: Zult 53 2Kro 19:4 | 4 Verder zeide Josafat tot den koning van Israel: 54 2Kro 19:6 | 6 Maar Josafat zeide: Is hier niet nog 55 2Kro 19:7 | de koning van Israel tot Josafat: Er is nog een man, om door 56 2Kro 19:7 | Micha, de zoon van Jimla. En Josafat zeide: de koning zegge niet 57 2Kro 19:9 | koning van Israel nu en Josafat, de koning van Juda, zaten 58 2Kro 19:17| de koning van Israel tot Josafat: Heb ik tot u niet gezegd: 59 2Kro 19:28| de koning van Israel, en Josafat, de koning van Juda, op 60 2Kro 19:29| koning van Israel zeide tot Josafat: Als ik mij versteld heb, 61 2Kro 19:31| de oversten der wagenen Josafat zagen, dat zij zeiden: Die 62 2Kro 19:31| hem, om te strijden; maar Josafat riep, en de HEERE hielp 63 2Kro 20:1 | 1 En Josafat, de koning van Juda, keerde 64 2Kro 20:2 | en zeide tot den koning Josafat: Zoudt gij den goddeloze 65 2Kro 20:4 | 4 Josafat nu woonde in Jeruzalem; 66 2Kro 20:8 | 8 Daartoe stelde Josafat ook te Jeruzalem enige van 67 2Kro 21:1 | Ammonieten, kwamen tegen Josafat ten strijde. ~ 68 2Kro 21:2 | 2 Toen kwamen er, die Josafat boodschapten, zeggende: 69 2Kro 21:3 | 3 Josafat nu vreesde, en stelde zijn 70 2Kro 21:5 | 5 En Josafat stond in de gemeente van 71 2Kro 21:15| Jeruzalem, en gij, koning Josafat! Alzo zegt de HEERE tot 72 2Kro 21:18| 18 Toen neigde zich Josafat met het aangezicht ter aarde; 73 2Kro 21:20| als zij uittogen, stond Josafat en zeide: Hoort mij, o Juda, 74 2Kro 21:25| 25 Josafat nu en zijn volk kwamen, 75 2Kro 21:27| Juda en Jeruzalem weder, en Josafat in de voorspitse van hen, 76 2Kro 21:30| Alzo was het koninkrijk van Josafat stil; en zijn God gaf hem 77 2Kro 21:31| 31 Zo regeerde Josafat over Juda; hij was vijf 78 2Kro 21:34| der geschiedenissen van Josafat, de eerste en de laatste, 79 2Kro 21:35| dezen vergezelschapte zich Josafat, de koning van Juda, met 80 2Kro 21:37| Maresa, profeteerde tegen Josafat, zeggende: Omdat gij u met 81 2Kro 22:1 | 1 Daarna ontsliep Josafat met zijn vaderen, en werd 82 2Kro 22:2 | deze allen waren zonen van Josafat, den koning van Israel. ~ 83 2Kro 22:12| in de wegen van uw vader Josafat, en in de wegen van Asa, 84 2Kro 22:21| 1 Daarna ontsliep Josafat met zijn vaderen, en werd 85 2Kro 22:22| deze allen waren zonen van Josafat, den koning van Israel. ~ 86 2Kro 22:32| in de wegen van uw vader Josafat, en in de wegen van Asa, 87 2Kro 23:9 | zeiden: Hij is de zoon van Josafat, die den HEERE met zijn 88 Joe 3:2 | afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar 89 Joe 3:12 | optrekken naar het dal van Josafat; maar aldaar zal Ik zitten, 90 Matt 1:8 | 8 En Asa gewon Josafat, en Josafat gewon Joram, 91 Matt 1:8 | En Asa gewon Josafat, en Josafat gewon Joram, en Joram gewon


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License