Book Chapter: Verse
1 Gen 23:27 | 27 En hij zeide: Geloofd zij de HEERE, de God van
2 Num 20:12 | Omdat gijlieden Mij niet geloofd hebt, dat gij Mij heiligdet
3 Rut 4:14 | zeiden de vrouwen tot Naomi: Geloofd zij de HEERE, Die niet heeft
4 2Sa 18:28 | ter aarde, en hij zeide: Geloofd zij de HEERE, uw God, Die
5 2Sa 22:47 | 47 De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen; en verhoogd
6 1Kon 1:48 | de koning aldus gezegd: Geloofd zij de HEERE, de God Israels,
7 1Kon 8:15 | 15 En hij zeide: Geloofd zij de HEERE, de God Israels,
8 1Kon 8:56 | 56 Geloofd zij de HEERE, Die aan Zijn
9 1Kon 10:7 | Ik heb die woorden niet geloofd, totdat ik gekomen ben,
10 1Kon 10:9 | 9 Geloofd zij de HEERE, uw God, Die
11 2Kon 19:14 | den HEERE, hun God, niet geloofd hadden. ~
12 1Kro 16:36 | 36 Geloofd zij de HEERE, de God Israels,
13 1Kro 30:10 | gemeente; en David zeide: Geloofd zijt Gij, HEERE, God van
14 2Kro 2:12 | 12 Verder zeide Huram: Geloofd zij de HEERE, de God Israels,
15 2Kro 7:4 | 4 En hij zeide: Geloofd zij de HEERE, de God van
16 2Kro 10:6 | ik heb hun woorden niet geloofd, totdat ik gekomen ben,
17 2Kro 10:8 | 8 Geloofd zij de HEERE, uw God, Die
18 Ezra 7:27 | 27 Geloofd zij de HEERE, de God onzer
19 Job 1:21 | de Naam des HEEREN zij geloofd! ~
20 Psa 18:47 | 47 De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen, en verhoogd
21 Psa 27:13 | 13 Zo ik niet had geloofd, dat ik het goede des HEEREN
22 Psa 31:22 | 22 Geloofd zij de HEERE, want Hij heeft
23 Psa 42:14 | 14 Geloofd zij de HEERE, de God Israels,
24 Psa 66:20 | 20 Geloofd zij God, Die mijn gebed
25 Psa 68:20 | 20 Geloofd zij de HEERE; dag bij dag
26 Psa 68:36 | volke sterkte en krachten. Geloofd zij God! ~
27 Psa 72:18 | 18 Geloofd zij de HEERE God, de God
28 Psa 72:19 | 19 En geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid
29 Psa 89:53 | 53 Geloofd zij de HEERE in eeuwigheid!
30 Psa 106:48 | 48 Geloofd zij de HEERE, de God Israels,
31 Psa 113:3 | zij de Naam des HEEREN geloofd. ~
32 Psa 116:10 | 10 Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben
33 Psa 119:66 | want ik heb aan Uw geboden geloofd. ~
34 Psa 124:6 | 6De HEERE zij geloofd, Die ons in hun tanden niet
35 Psa 135:21 | 21 Geloofd zij de HEERE uit Sion, Die
36 Jes 53:1 | Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wien is de arm des
37 Klaa 1:122| der aarde zouden het niet geloofd hebben, noch al de inwoners
38 Eze 3:12 | grote ruising, zeggende: Geloofd zij de heerlijkheid des
39 Dan 2:20 | zeide: De Naam Gods zij geloofd van eeuwigheid tot in eeuwigheid,
40 Dan 3:28 | Nebukadnezar antwoordde en zeide: Geloofd zij de God van Sadrach,
41 Dan 6:24 | dewijl hij in zijn God geloofd had.
42 Zac 11:5 | die ze verkopen, zegt: Geloofd zij de HEERE, dat ik rijk
43 Matt 8:13 | u geschiede, gelijk gij geloofd hebt. En zijn knecht is
44 Matt 21:25 | Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? ~
45 Matt 21:32 | gerechtigheid, en gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars en de
46 Matt 21:32 | en de hoeren hebben hem geloofd; doch gij, zulks ziende,
47 Mark 11:31 | Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? ~
48 Mark 16:14 | des harten, omdat zij niet geloofd hadden degenen, die Hem
49 Mark 16:16 | 16 Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal
50 Mark 16:16 | worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden. ~
51 Mark 16:17 | 17 En degenen, die geloofd zullen hebben, zullen deze
52 Luk 1:20 | dat gij mijn woorden niet geloofd hebt, welke vervuld zullen
53 Luk 1:45 | 45 En zalig is zij, die geloofd heeft; want de dingen, die
54 Luk 1:68 | 68 Geloofd zij de Heere, de God Israels,
55 Luk 20:5 | Waarom hebt gij dan hem niet geloofd? ~
56 Joha 3:18 | veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren
57 Joha 6:69 | 69 En wij hebben geloofd en bekend, dat Gij zijt
58 Joha 7:48 | iemand uit de oversten in Hem geloofd, of uit de Farizeen? ~
59 Joha 11:27 | tot Hem: Ja, Heere; ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus,
60 Joha 12:38 | wie heeft onze prediking geloofd, en wien is de arm des Heeren
61 Joha 12:47 | woorden gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem
62 Joha 16:27 | liefgehad hebt, en hebt geloofd, dat Ik van God ben uitgegaan. ~
63 Joha 17:8 | uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt. ~
64 Joha 20:29 | hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig zijn zij, die niet
65 Joha 20:29 | hebben, en nochtans zullen geloofd hebben. ~
66 Hand 6:17 | de Heere Jezus Christus geloofd hebben, wie was ik toch,
67 Hand 8:23 | den Heere, in Welken zij geloofd hadden. ~
68 Hand 13:2 | Geest ontvangen, als gij geloofd hebt? En zij zeiden tot
69 Rom 4:17 | voor Hem, aan Welken hij geloofd heeft, namelijk God, Die
70 Rom 4:18 | Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou worden
71 Rom 10:14 | aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij
72 Rom 10:16 | wie heeft onze prediking geloofd? ~
73 Rom 13:11 | nader, dan toen wij eerst geloofd hebben. ~
74 1Kor 3:5 | dienaars, door welken gij geloofd hebt, en dat, gelijk de
75 1Kor 15:2 | tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt. ~
76 1Kor 15:11 | prediken wij, en alzo hebt gij geloofd. ~
77 2Kor 1:3 | 3 Geloofd zij de God en Vader van
78 2Kor 4:13 | er geschreven is: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken;
79 Gal 2:16 | wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd
80 Gal 3:6 | Gelijkerwijs Abraham Gode geloofd heeft, en het is hem tot
81 Efez 1:13 | Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden
82 2The 1:10 | onze getuigenis onder u is geloofd geworden) in dien dag. ~
83 2The 2:12 | worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen
84 1Tim 3:16 | gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen
85 2Tim 1:12 | beschaamd; want ik weet, Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd,
86 Heb 4:3 | 3 Want wij, die geloofd hebben, gaan in de rust,
87 Heb 11:13 | dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden,
88 1Pet 1:3 | 3 Geloofd zij de God en Vader van
89 1Joh 4:16 | En wij hebben gekend en geloofd de liefde, die God tot ons
90 1Joh 5:10 | gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis, die
|