Book Chapter: Verse
1 Gen 23:53 | En de knecht langde voort zilveren kleinoden, en gouden kleinoden,
2 Gen 40:2 | 2 En mijn beker, den zilveren beker, zult gij leggen in
3 Exo 3:22 | waardin haars huizes, eisen zilveren vaten, en gouden vaten,
4 Exo 11:2 | iedere vrouw van haar naaste zilveren vaten en gouden vaten eise. ~
5 Exo 12:35 | van de Egyptenaren geeist zilveren vaten, en gouden vaten,
6 Exo 20:23 | zult nevens Mij niet maken zilveren goden, en gouden goden zult
7 Exo 26:19 | 19 Gij zult ook veertig zilveren voeten maken onder de twintig
8 Exo 26:21 | 21 Met hun veertig zilveren voeten; twee voeten onder
9 Exo 26:25 | acht berderen zijn met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten;
10 Exo 26:32 | goud zijn; staande op vier zilveren voeten. ~
11 Exo 27:17 | voorhofs zullen rondom met zilveren banden bezet zijn; hun haken
12 Exo 36:24 | 24 En hij maakte veertig zilveren voeten onder de twintig
13 Exo 36:26 | 26 Met hun veertig zilveren voeten; twee voeten onder
14 Exo 36:30 | er acht berderen met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten:
15 Exo 36:36 | goud, en hij goot hun vier zilveren voeten. ~
16 Lev 5:15 | kudde, met uw schatting aan zilveren sikkelen, naar den sikkel
17 Num 7:13 | zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
18 Num 7:13 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
19 Num 7:19 | offerde zijn offerande: een zilveren schotel, welks gewicht was
20 Num 7:19 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
21 Num 7:25 | Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
22 Num 7:25 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
23 Num 7:31 | Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
24 Num 7:31 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
25 Num 7:37 | Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
26 Num 7:37 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
27 Num 7:43 | Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
28 Num 7:43 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
29 Num 7:49 | Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
30 Num 7:49 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
31 Num 7:55 | Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
32 Num 7:55 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
33 Num 7:61 | Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
34 Num 7:61 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
35 Num 7:67 | Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
36 Num 7:67 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
37 Num 7:73 | Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
38 Num 7:73 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
39 Num 7:79 | Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was
40 Num 7:79 | honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig
41 Num 7:84 | hetzelve gezalfd werd: twaalf zilveren schotels, twaalf zilveren
42 Num 7:84 | zilveren schotels, twaalf zilveren sprengbekkens, twaalf gouden
43 Num 7:85 | 85 Een zilveren schotel was van honderd
44 Num 10:2 | 2 Maak u twee zilveren trompetten; van dicht werk
45 1Sa 9:8 | hand het vierendeel eens zilveren sikkels; dat zal ik den
46 2Sa 8:10 | en in zijn hand waren zilveren vaten, en gouden vaten,
47 2Sa 24:24 | de runderen voor vijftig zilveren sikkelen. ~
48 1Kon 10:25| een ieder zijn geschenk, zilveren vaten, en gouden vaten,
49 2Kon 12:13| voor het huis des HEEREN zilveren schalen, gaffelen, sprengbekkens,
50 2Kon 12:13| noch enig gouden vat, of zilveren vat, van het geld, dat ten
51 2Kon 13:13| voor het huis des HEEREN zilveren schalen, gaffelen, sprengbekkens,
52 2Kon 13:13| noch enig gouden vat, of zilveren vat, van het geld, dat ten
53 2Kon 16:20| geven, voor elk man vijftig zilveren sikkels; alzo keerde de
54 1Kro 18:10| Thou), en alle gouden, en zilveren, en koperen vaten; ~
55 1Kro 19:10| Thou), en alle gouden, en zilveren, en koperen vaten; ~
56 1Kro 29:14| dienst; ook zilver tot alle zilveren vaten bij gewicht, tot al
57 1Kro 29:15| zijn lampen; ook tot de zilveren kandelaars, naar het gewicht
58 1Kro 29:16| tafel, en het zilver tot de zilveren tafelen; ~
59 1Kro 29:17| elken beker, desgelijks tot zilveren bekers, tot elken beker
60 1Kro 30:2 | tot gouden, en zilver tot zilveren, en koper tot koperen, ijzer
61 1Kro 30:5 | gouden, en zilver tot de zilveren vaten, en tot alle werk,
62 2Kro 10:24| een ieder zijn geschenk, zilveren vaten, en gouden vaten,
63 2Kro 24:14| rookschalen, en gouden en zilveren vaten; en zij offerden geduriglijk
64 Ezra 1:6 | sterkten hunlieder handen met zilveren vaten, met goud, met have,
65 Ezra 1:9 | gouden bekkens, duizend zilveren bekkens, negen en twintig
66 Ezra 1:10| vierhonderd en tien andere zilveren bekers; andere vaten, duizend. ~
67 Ezra 6:5 | zal men ook de gouden en zilveren vaten van het huis Gods,
68 Ezra 8:26| talenten zilvers, en honderd zilveren vaten in talenten; aan goud,
69 Neh 5:15 | en wijn, daarna veertig zilveren sikkelen; ook heersten hun
70 Est 1:6 | linnen en purperen banden, in zilveren ringen, en aan marmeren
71 Spre 25:11| is als gouden appelen in zilveren gebeelde schalen. ~
72 Pred 12:6 | 6 Eer dat het zilveren koord ontketend wordt, en
73 Hoo 1:11 | gouden spangen maken, met zilveren stipjes. ~
74 Jes 2:20 | dien dag zal de mens zijn zilveren afgoden, en zijn gouden
75 Jes 30:22 | onrein houden het deksel uwer zilveren gesneden beelden, en het
76 Jes 31:7 | verwerpen, een ieder zijn zilveren afgoden en zijn gouden afgoden,
77 Jes 40:19 | het met goud, en giet er zilveren ketenen toe. ~
78 Jer 32:9 | het geld toe, zeventien zilveren sikkelen. ~
79 Dan 5:2 | hij, dat men de gouden en zilveren vaten voorbrengen zou, die
80 Dan 5:4 | prezen de gouden, en de zilveren, de koperen, de ijzeren,
81 Matt 26:15| hebben hem toegelegd dertig zilveren penningen. ~
82 Matt 27:3 | gehad, en heeft de dertig zilveren penningen den overpriesters
83 Matt 27:5 | 5 En als hij de zilveren penningen in den tempel
84 Matt 27:6 | En de overpriesters, de zilveren penningen nemende, zeiden:
85 Matt 27:9 | En zij hebben de dertig zilveren penningen genomen, de waarde
86 Hand 13:19| bevonden vijftig duizend zilveren penningen. ~
87 Hand 13:24| een zilversmid, die kleine zilveren tempelen van Diana maakte,
88 2Tim 2:20| zijn niet alleen gouden en zilveren vaten, maar ook houten en
89 Open 9:20| duivelen; en de gouden, en zilveren, en koperen, en stenen,
|