Book Chapter: Verse
1 Gen 18:27 | Abraham maakte zich deszelven morgens vroeg op, naar de plaats,
2 Gen 19:8 | Toen stond Abimelech des morgens vroeg op, en riep al zijn
3 Gen 20:14 | 14 Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en nam brood,
4 Gen 21:3 | 3 Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en zadelde zijn
5 Gen 23:54 | vernachtten, en zij stonden des morgens op, en hij zeide: Laat mij
6 Gen 24:31 | 31 En zij stonden des morgens vroeg op, en zwoeren de
7 Gen 26:18 | 18 Toen stond Jakob des morgens vroeg op, en hij nam dien
8 Gen 27:25 | 25 En het geschiedde des morgens, en ziet, het was Lea. Daarom
9 Gen 28:55 | 55 En Laban stond des morgens vroeg op, en kuste zijn
10 Gen 36:29 | 6 En Jozef kwam des morgens tot hen, en hij zag hen
11 Gen 40:3 | 3 Des morgens, als het licht werd, zo
12 Gen 45:27 | een wolf verscheuren; des morgens zal hij roof eten, en des
13 Exo 10:13 | nacht; het geschiedde des morgens, dat de oostenwind de sprinkhanen
14 Exo 24:4 | en hij maakte zich des morgens vroeg op, en hij bouwde
15 Exo 29:39 | Het ene lam zult gij des morgens bereiden; maar het andere
16 Exo 34:27 | eerste; en Mozes stond des morgens vroeg op, en klom op den
17 Num 14:40 | 40 En zij stonden des morgens vroeg op, en klommen op
18 Num 22:13 | 13 Toen stond Bileam des morgens op, en zeide tot de vorsten
19 Num 22:21 | 21 Toen stond Bileam des morgens op, en zadelde zijn ezelin,
20 Num 22:41 | 41 En het geschiedde des morgens, dat Balak Bileam nam, en
21 Num 28:4 | lam zult gij bereiden des morgens; en het andere lam zult
22 Num 28:8 | gelijk het spijsoffer des morgens, en gelijk zijn drankoffer
23 Deu 16:7 | zal; daarna zult gij u des morgens keren, en heengaan naar
24 Deu 28:67 | 67 Des morgens zult gij zeggen: Och, dat
25 Joz 3:1 | Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op, en zij reisden
26 Joz 6:12 | 12 Daarna stond Jozua des morgens vroeg op, en de priesters
27 Joz 7:16 | Toen maakte zich Jozua des morgens vroeg op, en deed Israel
28 Joz 8:10 | En Jozua maakte zich des morgens vroeg op, en hij monsterde
29 Ric 5:28 | mannen van die stad des morgens vroeg opstonden, ziet, zo
30 Ric 18:5 | geschiedde het, dat zij des morgens vroeg op waren, en hij opstond
31 Ric 18:8 | hij op den vijfden dag des morgens vroeg op was, om weg te
32 Ric 18:27 | 27 Als nu haar heer des morgens opstond en de deuren van
33 Rut 2:7 | en heeft gestaan van des morgens af tot nu toe; nu is haar
34 1Sa 1:19 | 19 En zij stonden des morgens vroeg op, en zij aanbaden
35 1Sa 5:4 | nu des anderen daags des morgens vroeg opstonden, ziet, Dagon
36 1Sa 15:12 | Daarna maakte zich Samuel des morgens vroeg op, Saul tegemoet;
37 1Sa 17:16 | Filistijn nu trad toe, des morgens vroeg en des avonds. Alzo
38 1Sa 17:20 | Toen maakte zich David des morgens vroeg op, en hij liet de
39 1Sa 19:2 | nu dan, wacht u toch des morgens, en blijf in het verborgene,
40 1Sa 19:11 | bewaarden, en dat zij hem des morgens doodden. Dit gaf Michal,
41 1Sa 20:35 | 35 En het geschiedde des morgens, dat Jonathan in het veld
42 1Sa 29:11 | zijn mannen, dat zij des morgens weggingen, om weder te keren
43 2Sa 11:14 | 14 Des morgens nu geschiedde het, dat David
44 2Sa 15:2 | maakte zich Absalom des morgens vroeg op, en stond aan de
45 2Sa 23:4 | zijn gelijk het licht des morgens, wanneer de zon opgaat,
46 2Sa 23:4 | wanneer de zon opgaat, des morgens zonder wolken, wanneer van
47 2Sa 24:11 | 11 Als nu David des morgens opstond, zo geschiedde het
48 1Kon 17:6 | de raven brachten hem des morgens brood en vlees, desgelijks
49 2Kon 3:20| 20 En het geschiedde des morgens, als men het spijsoffer
50 2Kon 3:22| 22 En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, en de zon
51 2Kon 10:9 | 9 En het geschiedde des morgens, toen hij uitging, dat hij
52 2Kon 21:35| duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, ziet, die
53 1Kro 16:40| het brandofferaltaar, des morgens en des avonds; en zulks
54 1Kro 24:30| 30 En om alle morgens te staan, om den HEERE te
55 1Kro 30:21| brandofferen, des anderen morgens van dien dag, duizend varren,
56 2Kro 2:4 | voor de brandofferen des morgens en des avonds, op de sabbatten,
57 2Kro 21:20| En zij maakten zich des morgens vroeg op, en togen uit naar
58 2Kro 31:3 | tot de brandofferen des morgens en des avonds, en de brandofferen
59 Ezra 3:3 | HEERE, brandofferen des morgens en des avonds. ~
60 Est 6:3 | ging zij daarin, en des morgens ging zij weder naar het
61 Job 1:5 | en hen heiligde en des morgens vroeg opstond, en brandofferen
62 Psa 5:4 | 4 Des morgens, HEERE, zult Gij mijn stem
63 Psa 5:4 | Gij mijn stem horen; des morgens zal ik mij tot U schikken,
64 Psa 30:6 | vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich. ~
65 Psa 55:18 | 18 Des avonds, en des morgens, en des middags zal ik klagen
66 Psa 59:17 | Uw sterkte zingen, en des morgens Uw goedertierenheid vrolijk
67 Psa 65:9 | Gij doet de uitgangen des morgens en des avonds juichen. ~
68 Psa 73:14 | mijn straffing is er alle morgens. ~
69 Spre 27:14| met luider stem, zich des morgens vroeg opmakende, het zal
70 Jes 37:36 | duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, ziet, die
71 Jer 21:12 | zegt de HEERE: Richt des morgens recht, en verlost den beroofde
72 Eze 12:8 | 8 En des morgens geschiedde het woord des
73 Eze 33:22 | opengedaan, totdat hij des morgens tot mij kwam. Alzo werd
74 Eze 46:13 | brandoffer den HEERE; alle morgens zult gij dat bereiden. ~
75 Eze 46:14 | spijsoffer daarop doen, alle morgens een zesde deel van een efa,
76 Eze 46:15 | spijsoffer, en de olie alle morgens bereiden tot een gedurig
77 Dan 8:14 | en driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom gerechtvaardigd
78 Hos 7:6 | slaapt den gansen nacht; 's morgens brandt hij als een vlammend
79 Amos 4:4 | en brengt uw offers des morgens, uw tienden om de drie dagen! ~
80 Matt 16:3 | 3 En des morgens: Heden onweder; want de
81 Matt 21:18| 18 En des morgens vroeg, als Hij wederkeerde
82 Mark 1:35| 35 En des morgens vroeg, als het nog diep
83 Mark 11:20| 20 En des morgens vroeg voorbijgaande, zagen
84 Mark 15:1 | 1 En terstond, des morgens vroeg, hielden de overpriesters
85 Mark 16:9 | Jezus opgestaan was, des morgens vroeg, op den eersten dag
86 Luk 21:38 | En al het volk kwam des morgens vroeg tot Hem in den tempel,
87 Joha 8:2 | 2 En des morgens vroeg kwam Hij wederom in
88 Joha 18:28| rechthuis. En het was 's morgens vroeg; en zij gingen niet
89 Hand 22:23| en de profeten, van des morgens vroeg tot den avond toe. ~
|