Book Chapter: Verse
1 2Kon 19:15| betuigd had, en wandelden de ijdelheid na, dat zij ijdel werden,
2 Job 7:3 | Alzo zijn mij maanden der ijdelheid ten erve geworden, en nachten
3 Job 7:16 | mij, want mijn dagen zijn ijdelheid. ~
4 Job 15:31 | 31 Hij betrouwe niet op ijdelheid, waardoor hij verleid wordt;
5 Job 15:31 | hij verleid wordt; want ijdelheid zal zijn vergelding wezen. ~
6 Job 15:35 | ontvangen moeite, en baren ijdelheid, en hun buik richt bedrog
7 Job 21:34 | vertroost gij mij dan met ijdelheid, dewijl in uw antwoorden
8 Job 27:12 | waarom wordt gij dus door ijdelheid verijdeld? ~
9 Job 31:5 | 5 Zo ik met ijdelheid omgegaan heb, en mijn voet
10 Job 35:13 | 13 Gewisselijk zal God de ijdelheid niet verhoren, en de Almachtige
11 Job 35:16 | 16 Zo heeft Job in ijdelheid zijn mond geopend, en zonder
12 Psa 2:1 | heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? ~
13 Psa 4:3 | zijn? Hoe lang zult gij de ijdelheid beminnen, de leugen zoeken?
14 Psa 24:4 | zijn ziel niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk
15 Psa 40:6 | hoe vast hij staat, enkel ijdelheid. Sela. ~
16 Psa 40:12 | immers is een ieder mens ijdelheid. Sela. ~
17 Psa 60:13 | want 's mensen heil is ijdelheid. ~
18 Psa 62:10 | Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen;
19 Psa 62:10 | samen lichter zijn dan de ijdelheid. ~
20 Psa 78:33 | Hij hun dagen vergaan in ijdelheid, en hun jaren in verschrikking. ~
21 Psa 94:11 | gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn. ~
22 Psa 108:13 | want des mensen heil is ijdelheid. ~
23 Psa 119:37 | mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door
24 Psa 144:4 | 4 De mens is der ijdelheid gelijk; zijn dagen zijn
25 Spre 13:11| 11 Goed, van ijdelheid gekomen, zal verminderd
26 Spre 21:6 | tong, is een voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken. ~
27 Spre 30:8 | 8 Ijdelheid en leugentaal doe verre
28 Spre 31:30| bedrog, en de schoonheid ijdelheid; maar een vrouw, die den
29 Pred 1:2 | 2 Ijdelheid der ijdelheden, zegt de
30 Pred 1:2 | ijdelheden, zegt de prediker; ijdelheid der ijdelheden, het is al
31 Pred 1:2 | der ijdelheden, het is al ijdelheid. ~
32 Pred 1:14| geschieden; en ziet, het was al ijdelheid en kwelling des geestes.
33 Pred 2:1 | aan; maar zie, ook dat was ijdelheid. ~
34 Pred 2:11| gearbeid had; ziet, het was al ijdelheid en kwelling des geestes,
35 Pred 2:15| hart, dat ook hetzelve ijdelheid was. ~
36 Pred 2:17| geschiedt; want het is al ijdelheid en kwelling des geestes. ~
37 Pred 2:19| onder de zon. Dat is ook ijdelheid. ~
38 Pred 2:21| gearbeid heeft. Dit is ook ijdelheid en een groot kwaad. ~
39 Pred 2:23| hart niet. Datzelve is ook ijdelheid. ~
40 Pred 2:26| Gods aangezicht. Dit is ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~ ~
41 Pred 3:19| geen; want allen zijn zij ijdelheid. ~
42 Pred 4:4 | naaste aanbrengt. Dat is ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~
43 Pred 4:7 | mij wederom, en ik zag een ijdelheid onder de zon; ~
44 Pred 4:8 | van het goede? Dit is ook ijdelheid, en het is een moeilijke
45 Pred 4:16| gewisselijk, dat is ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~
46 Pred 5:9 | inkomen niet zat. Dit is ook ijdelheid. ~
47 Pred 6:2 | man dat opeet. Dit is ook ijdelheid en een kwade smart. ~
48 Pred 6:4 | 4 Want met ijdelheid komt zij, en in duisternis
49 Pred 6:9 | begeerlijkheid. Dit is ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~
50 Pred 6:11| zijn veel dingen, die de ijdelheid vermeerderen; wat heeft
51 Pred 6:12| dagen van het leven zijner ijdelheid, welke hij doorbrengt als
52 Pred 7:6 | lachen eens zots. Dit is ook ijdelheid. ~
53 Pred 7:15| gezien in de dagen mijner ijdelheid; er is een rechtvaardige,
54 Pred 8:10| gedaan hadden. Dit is ook ijdelheid. ~
55 Pred 8:14| 14 Er is nog een ijdelheid, die op aarde geschiedt:
56 Pred 8:14| rechtvaardigen. Ik zeg, dat dit ook ijdelheid is. ~
57 Pred 11:8 | zal gekomen is, is ijdelheid. ~
58 Pred 11:10| jeugd, en de jonkheid is ijdelheid. ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
59 Pred 12:8 | 8 Ijdelheid der ijdelheden, zegt de
60 Pred 12:8 | zegt de prediker; het is al ijdelheid! ~
61 Jes 5:18 | trekken met koorden der ijdelheid, en de zonde als met dikke
62 Jes 30:28 | schudden met een schudding der ijdelheid, en als een misleidende
63 Jes 40:17 | geacht minder dan niet, en ijdelheid. ~
64 Jes 40:23 | der aarde maakt Hij tot ijdelheid. ~
65 Jes 41:29 | Ziet, zij zijn altemaal ijdelheid, hun werken zijn een nietig
66 Jes 44:9 | beelden zijn al te zamen ijdelheid, en hun gewenste dingen
67 Jes 58:13 | hen allen wegvoeren, de ijdelheid zal hen wegnemen. Maar die
68 Jes 60:4 | begeeft; zij vertrouwen op ijdelheid, en spreken leugen; met
69 Jer 2:5 | geweken zijn, en hebben de ijdelheid nagewandeld, en zij zijn
70 Jer 4:14 | zult gij de gedachten uwer ijdelheid in het binnenste van u laten
71 Jer 10:3 | inzettingen der volken zijn ijdelheid; want het is hout, dat men
72 Jer 10:15 | 15 Ijdelheid zijn zij, een werk van verleidingen;
73 Jer 16:19 | leugen erfelijk bezeten, en ijdelheid, waarin toch niets was,
74 Jer 18:15 | vergeten, zij roken der ijdelheid; want zij hebben hen doen
75 Jer 51:18 | 18 Ijdelheid zijn zij, een werk van verleidingen;
76 Klaa 1:36| Nun. Uw profeten hebben u ijdelheid en ongerijmdheid gezien,
77 Eze 13:6 | 6 Zij zien ijdelheid en leugenachtige voorzegging,
78 Eze 13:8 | Heere HEERE: omdat gijlieden ijdelheid spreekt, en leugen ziet;
79 Eze 13:9 | zijn tegen de profeten, die ijdelheid zien, en leugen voorzeggen;
80 Eze 13:23 | Daarom zult gij niet meer ijdelheid zien, noch waarzegging gebruiken;
81 Eze 21:29 | 29 Terwijl zij u ijdelheid zien, terwijl zij u leugen
82 Eze 22:28 | hen met loze kalk; ziende ijdelheid en hun leugen voorzeggende,
83 Hos 12:12 | ongerechtigheid, zij zijn enkel ijdelheid; te Gilgal offeren zij ossen,
84 Zac 10:2 | Want de terafim spreken ijdelheid, en de waarzeggers zien
85 Zac 10:2 | dromen, zij troosten met ijdelheid; daarom zijn zij henengetogen
86 Rom 8:20 | Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig,
87 Rom 8:20 | om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft; ~
88 Efez 4:17| heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds. ~
89 2Pet 2:18| Want zij, zeer opgeblazene ijdelheid sprekende, verlokken, door
|