1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6026
Book Chapter: Verse
4501 Mal 3:1 | Heere, Dien gijlieden zoekt, te weten de Engel des verbonds,
4502 Mal 3:13 | Uw woorden zijn tegen Mij te sterk geworden, zegt de
4503 Mal 3:14 | zegt: Het is tevergeefs God te dienen; want wat nuttigheid
4504 Mal 3:17 | de HEERE der heirscharen, te dien dage, dien Ik maken
4505 Mal 4:3 | onder de zolen uwer voeten, te dien dage, dien Ik maken
4506 Matt 1:19 | niet wilde openbaarlijk te schande maken, was van wil
4507 Matt 1:19 | was van wil haar heimelijk te verlaten. ~
4508 Matt 1:20 | bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar
4509 Matt 2:1 | Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judea,
4510 Matt 2:1 | wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen. ~
4511 Matt 2:2 | en zijn gekomen om Hem te aanbidden. ~
4512 Matt 2:5 | 5 En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen;
4513 Matt 2:13 | Kindeken zoeken, om Hetzelve te doden. ~
4514 Matt 2:22 | Herodes, vreesde hij daarheen te gaan; maar door Goddelijke
4515 Matt 2:30 | wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden
4516 Matt 2:32 | En meent niet bij uzelven te zeggen: Wij hebben Abraham
4517 Matt 2:34 | niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met den
4518 Matt 2:36 | Johannes, om van hem gedoopt te worden. ~
4519 Matt 2:37 | Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot
4520 Matt 2:38 | betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij
4521 Matt 4:1 | de woestijn, om verzocht te worden van den duivel. ~
4522 Matt 4:6 | zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan
4523 Matt 4:13 | hebbende, is komen wonen te Kapernaum, gelegen aan de
4524 Matt 4:17 | aan heeft Jezus begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert
4525 Matt 4:17 | begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert u; want
4526 Matt 5:13 | van de mensen vertreden te worden. ~
4527 Matt 5:17 | om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen,
4528 Matt 5:17 | ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen. ~
4529 Matt 5:17 | om die te ontbinden, maar te vervullen. ~
4530 Matt 5:22 | 22 Doch Ik zeg u: Zo wie te onrecht op zijn broeder
4531 Matt 5:28 | vrouw aan ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede
4532 Matt 5:41 | wie u zal dwingen een mijl te gaan, gaat met hem twee
4533 Matt 6:1 | mensen, om van hen gezien te worden; anders zo hebt gij
4534 Matt 6:5 | hoeken der straten staande, te bidden, opdat zij van de
4535 Matt 6:26 | gij dezelve niet zeer veel te boven? ~
4536 Matt 6:27 | toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte
4537 Matt 7:5 | uit uws broeders oog uit te doen. ~
4538 Matt 7:6 | zwijnen; opdat zij niet te eniger tijd dezelve met
4539 Matt 7:11 | uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal
4540 Matt 7:11 | gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in
4541 Matt 7:22 | 22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen:
4542 Matt 8:5 | 5 Als nu Jezus te Kapernaum ingegaan was,
4543 Matt 8:6 | Heere! mijn knecht ligt te huis geraakt, en lijdt zware
4544 Matt 8:13 | knecht is gezond geworden te diezelver ure. ~
4545 Matt 8:14 | zag zijn vrouws moeder te bed liggen, hebbende de
4546 Matt 8:18 | aan de andere zijde over te varen. ~
4547 Matt 8:29 | Gods! wat hebben wij met U te doen? Zijt Gij hier gekomen
4548 Matt 8:29 | Gij hier gekomen om ons te pijnigen voor den tijd? ~
4549 Matt 9:5 | 5 Want wat is lichter te zeggen: De zonden zijn u
4550 Matt 9:5 | zonden zijn u vergeven? of te zeggen: Sta op en wandel? ~
4551 Matt 9:6 | heeft op de aarde, de zonden te vergeven (toen zeide Hij
4552 Matt 9:13 | want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar
4553 Matt 9:17 | nieuwe leder zakken, en beide te zamen worden behouden. ~
4554 Matt 10:1 | geesten, om dezelve uit te werpen, en om alle ziekte
4555 Matt 10:1 | alle ziekte en alle kwaal te genezen. ~
4556 Matt 10:25 | hebben geheten, hoeveel te meer Zijn huisgenoten! ~
4557 Matt 10:31 | niet; gij gaat vele musjes te boven. ~
4558 Matt 10:34 | Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik
4559 Matt 10:34 | ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. ~
4560 Matt 10:35 | om den mens tweedrachtig te maken tegen zijn vader,
4561 Matt 10:42 | wie een van deze kleinen te drinken geeft alleenlijk
4562 Matt 11:1 | twaalf discipelen bevelen te geven, dat Hij van daar
4563 Matt 11:1 | Hij van daar voortging, om te leren en te prediken in
4564 Matt 11:1 | voortging, om te leren en te prediken in hun steden. ~
4565 Matt 11:7 | tot de scharen begonnen te zeggen van Johannes: Wat
4566 Matt 11:7 | uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet, dat
4567 Matt 11:8 | Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte
4568 Matt 11:9 | Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik
4569 Matt 11:15 | 15 Wie oren heeft om te horen, die hore. ~
4570 Matt 11:20 | krachten meest geschied waren, te verwijten, omdat zij zich
4571 Matt 12:1 | honger, en begonnen aren te plukken, en te eten. ~
4572 Matt 12:1 | begonnen aren te plukken, en te eten. ~
4573 Matt 12:2 | wat niet geoorloofd is te doen op den sabbat. ~
4574 Matt 12:4 | hem niet geoorloofd waren te eten, noch ook hun, die
4575 Matt 12:10 | geoorloofd op de sabbatdagen te genezen? (opdat zij Hem
4576 Matt 12:12 | gaat nu een mens een schaap te boven? Zo is het dan op
4577 Matt 12:12 | sabbatdagen geoorloofd wel te doen. ~
4578 Matt 12:14 | uitgegaan zijnde, hielden te zamen raad tegen Hem, hoe
4579 Matt 12:42 | de einden der aarde, om te horen, de wijsheid van Salomo;
4580 Matt 12:46 | stonden buiten, zoekende Hem te spreken. ~
4581 Matt 12:47 | daar buiten, zoekende U te spreken. ~
4582 Matt 13:1 | 1 En te dien dage Jezus, uit het
4583 Matt 13:3 | een zaaier ging uit om te zaaien. ~
4584 Matt 13:9 | 9 Wie oren heeft om te horen, die hore. ~
4585 Matt 13:11 | het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het
4586 Matt 13:15 | toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen
4587 Matt 13:17 | rechtvaardigen hebben begeerd te zien de dingen, die gij
4588 Matt 13:17 | hebben ze niet gezien; en te horen de dingen, die gij
4589 Matt 13:30 | 30 Laat ze beiden te zamen opwassen tot den oogst,
4590 Matt 13:30 | in busselen, om hetzelve te verbranden; maar brengt
4591 Matt 13:43 | Vaders. Die oren heeft om te horen, die hore. ~
4592 Matt 14:1 | 1 Te dierzelver tijd hoorde Herodes,
4593 Matt 14:4 | is u niet geoorloofd haar te hebben. ~
4594 Matt 14:7 | hij haar met ede beloofde te geven, wat zij ook eisen
4595 Matt 14:8 | 8 En zij, te voren onderricht zijnde
4596 Matt 14:13 | hoorde, vertrok Hij van daar te scheep, naar een woeste
4597 Matt 14:13 | scharen, dat horende, zijn Hem te voet gevolgd uit de steden. ~
4598 Matt 14:16 | is hun niet van node heen te gaan, geeft gij hun te eten. ~
4599 Matt 14:16 | heen te gaan, geeft gij hun te eten. ~
4600 Matt 14:19 | Hij beval de scharen neder te zitten op het gras, en nam
4601 Matt 14:22 | discipelen in het schip te gaan, en voor Hem af te
4602 Matt 14:22 | te gaan, en voor Hem af te varen naar de andere zijde,
4603 Matt 14:23 | Hij op den berg alleen, om te bidden. En als het nu avond
4604 Matt 14:28 | zijt, zo gebied mij tot U te komen op het water. ~
4605 Matt 14:29 | het water, om tot Jezus te komen. ~
4606 Matt 14:30 | en als hij begon neder te zinken, riep hij, zeggende:
4607 Matt 15:26 | betamelijk het brood der kinderen te nemen, en den hondekens
4608 Matt 15:26 | nemen, en den hondekens voor te werpen. ~
4609 Matt 15:35 | gebood den scharen neder te zitten op de aarde. ~
4610 Matt 16:3 | des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij
4611 Matt 16:5 | zij vergeten broden mede te nemen. ~
4612 Matt 16:21 | begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest
4613 Matt 16:22 | genomen hebbende, begon Hem te bestraffen, zeggende: Heere,
4614 Matt 17:24 | 24 En als zij te Kapernaum ingekomen waren,
4615 Matt 18:1 | 1 Te dierzelfder ure kwamen de
4616 Matt 18:8 | beter, tot het leven in te gaan, kreupel of verminkt
4617 Matt 18:8 | het eeuwige vuur geworpen te worden. ~
4618 Matt 18:9 | hebbende, tot het leven in te gaan, dan twee ogen hebbende,
4619 Matt 18:9 | het helse vuur geworpen te worden. ~
4620 Matt 18:11 | mensen is gekomen om zalig te maken, dat verloren was. ~
4621 Matt 18:24 | 24 Als hij nu begon te rekenen, werd tot hem gebracht
4622 Matt 18:25 | En als hij niet had, om te betalen, beval zijn heer,
4623 Matt 18:33 | over uw mededienstknecht te ontfermen, gelijk ik ook
4624 Matt 19:3 | mens geoorloofd zijn vrouw te verlaten, om allerlei oorzaak? ~
4625 Matt 19:7 | geboden een scheidbrief te geven en haar te verlaten? ~
4626 Matt 19:7 | scheidbrief te geven en haar te verlaten? ~
4627 Matt 19:8 | u toegelaten uw vrouwen te verlaten; maar van den beginne
4628 Matt 19:10 | zo is het niet oorbaar te trouwen. ~
4629 Matt 19:14 | verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is
4630 Matt 20:1 | morgenstond uitging, om arbeiders te huren in zijn wijngaard. ~
4631 Matt 20:15 | het mij niet geoorloofd, te doen met het mijne, wat
4632 Matt 20:19 | heidenen overleveren, om Hem te bespotten en te geselen,
4633 Matt 20:19 | om Hem te bespotten en te geselen, en te kruisigen;
4634 Matt 20:19 | bespotten en te geselen, en te kruisigen; en ten derden
4635 Matt 20:23 | hand staat bij Mij niet te geven, maar het zal gegeven
4636 Matt 20:28 | niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen,
4637 Matt 20:28 | gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te
4638 Matt 20:28 | te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor
4639 Matt 20:31 | zouden; maar zij riepen te meer, zeggende: Ontferm
4640 Matt 21:1 | genaakten, en gekomen waren te Beth-fage, aan de Olijfberg,
4641 Matt 21:10 | 10 En als Hij te Jeruzalem inkwam, werd de
4642 Matt 21:32 | geen berouw gehad, om hem te geloven. ~
4643 Matt 21:34 | landlieden, om zijn vruchten te ontvangen. ~
4644 Matt 21:46 | 46 En zoekende Hem te vangen, vreesden zij de
4645 Matt 22:3 | de genoden ter bruiloft te roepen; en zij wilden niet
4646 Matt 22:11 | om de aanzittende gasten te overzien, zag hij aldaar
4647 Matt 22:15 | Farizeen heen, en hielden te zamen raad, hoe zij Hem
4648 Matt 22:17 | geoorloofd, den keizer schatting te geven of niet? ~
4649 Matt 22:23 | 23 Te dienzelfden dage kwamen
4650 Matt 22:34 | den mond gestopt had, zijn te zamen bijeenvergaderd. ~
4651 Matt 23:4 | zwaar zijn en kwalijk om te dragen, en leggen ze op
4652 Matt 23:5 | om van de mensen gezien te worden; want zij maken hun
4653 Matt 23:7 | en van de mensen genaamd te worden: Rabbi, Rabbi! ~
4654 Matt 23:14 | onder den schijn van lang te bidden; daarom zult gij
4655 Matt 23:14 | bidden; daarom zult gij te zwaarder oordeel ontvangen. ~
4656 Matt 23:15 | land, om een Jodengenoot te maken, en als hij het geworden
4657 Matt 24:1 | de gebouwen des tempels te tonen. ~
4658 Matt 24:17 | om iets uit zijn huis weg te nemen; ~
4659 Matt 24:18 | terug, om zijn klederen weg te nemen. ~
4660 Matt 24:45 | om hunlieder hun voedsel te geven ter rechter tijd? ~
4661 Matt 24:48 | zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; ~
4662 Matt 24:49 | zijn mededienstknechten te slaan, en te eten en te
4663 Matt 24:49 | mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken met de
4664 Matt 24:49 | te slaan, en te eten en te drinken met de dronkaards; ~
4665 Matt 25:10 | Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom;
4666 Matt 25:35 | geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig
4667 Matt 25:35 | geweest, en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was
4668 Matt 25:37 | gespijzigd, of dorstig, en te drinken gegeven? ~
4669 Matt 25:42 | geweest, en gij hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben dorstig
4670 Matt 25:42 | geweest, en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; ~
4671 Matt 26:2 | overgeleverd worden, om gekruisigd te worden. ~
4672 Matt 26:4 | 4 En zij beraadslaagden te zamen, dat zij Jezus met
4673 Matt 26:6 | 6 Als nu Jezus te Bethanie was, ten huize
4674 Matt 26:17 | wij U bereiden het pascha te eten? ~
4675 Matt 26:22 | iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere? ~
4676 Matt 26:37 | droevig en zeer beangst te worden. ~
4677 Matt 26:55 | zwaarden en stokken, om Mij te vangen; dagelijks zat Ik
4678 Matt 26:58 | de dienaren, om het einde te zien. ~
4679 Matt 26:74 | 74 Toen begon hij zich te vervloeken, en te zweren:
4680 Matt 26:74 | hij zich te vervloeken, en te zweren: Ik ken den Mens
4681 Matt 27:1 | de ouderlingen des volks te zamen raad genomen tegen
4682 Matt 27:6 | dezelve in de offerkist te leggen, dewijl het een prijs
4683 Matt 27:7 | 7 En te zamen raad gehouden hebbende,
4684 Matt 27:15 | volke een gevangene los te laten, welke zij wilden. ~
4685 Matt 27:19 | zeggende: Heb toch niet te doen met dien Rechtvaardige;
4686 Matt 27:23 | kwaads gedaan? En zij riepen te meer, zeggende: Laat Hem
4687 Matt 27:26 | hij Hem over om gekruisigd te worden. ~
4688 Matt 27:31 | en leidden Hem heen om te kruisigen. ~
4689 Matt 27:34 | 34 Gaven zij Hem te drinken edik met gal gemengd;
4690 Matt 27:48 | een rietstok, en gaf Hem te drinken. ~
4691 Matt 27:49 | zien, of Elias komt, om Hem te verlossen. ~
4692 Matt 27:55 | waren van Galilea, om Hem te dienen. ~
4693 Matt 28:1 | de sabbat, als het begon te lichten, tegen den eersten
4694 Matt 28:1 | andere Maria, om het graf te bezien. ~
4695 Matt 28:8 | hetzelve Zijn discipelen te boodschappen. ~
4696 Matt 28:9 | heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus
4697 Matt 28:12 | zijnde met de ouderlingen, en te zamen raad genomen hebbende,
4698 Matt 28:14 | indien zulks komt gehoord te worden van den stadhouder,
4699 Mark 1:7 | den riem Zijner schoenen te ontbinden. ~
4700 Mark 1:24 | af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener,
4701 Mark 1:24 | zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U, wie
4702 Mark 1:34 | liet de duivelen niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden. ~
4703 Mark 1:45 | zijnde, begon vele dingen te verkondigen, en dat woord
4704 Mark 1:45 | verkondigen, en dat woord te verbreiden, alzo dat Hij
4705 Mark 2:9 | 9 Wat is lichter, te zeggen tot den geraakte:
4706 Mark 2:9 | zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op, en neem
4707 Mark 2:10 | om de zonden op de aarde te vergeven (zeide Hij tot
4708 Mark 2:17 | Ik ben niet gekomen, om te roepen rechtvaardigen, maar
4709 Mark 2:23 | begonnen, al gaande, aren te plukken. ~
4710 Mark 2:26 | niemand zijn geoorloofd te eten, dan den priesteren,
4711 Mark 3:4 | geoorloofd op sabbatdagen goed te doen, of kwaad te doen,
4712 Mark 3:4 | sabbatdagen goed te doen, of kwaad te doen, een mens te behouden,
4713 Mark 3:4 | kwaad te doen, een mens te behouden, of te doden? En
4714 Mark 3:4 | een mens te behouden, of te doden? En zij zwegen stil. ~
4715 Mark 3:6 | terstond met de Herodianen te zamen raad gehouden tegen
4716 Mark 3:14 | dezelve zou uitzenden om te prediken; ~
4717 Mark 3:15 | 15 En om macht te hebben, de ziekten te genezen,
4718 Mark 3:15 | macht te hebben, de ziekten te genezen, en de duivelen
4719 Mark 3:15 | genezen, en de duivelen uit te werpen. ~
4720 Mark 3:21 | gingen zij uit, om Hem vast te houden; want zij zeiden:
4721 Mark 4:1 | 1 En Hij begon wederom te leren omtrent de zee; en
4722 Mark 4:3 | een zaaier ging uit om te zaaien. ~
4723 Mark 4:9 | tot hen: Wie oren heeft om te horen, die hore. ~
4724 Mark 4:11 | tot hen: Het is u gegeven te verstaan de verborgenheid
4725 Mark 4:12 | verstaan; opdat zij zich niet te eniger tijd, bekeren en
4726 Mark 4:22 | niets geschied, om verborgen te zijn, maar opdat het in
4727 Mark 4:23 | Zo iemand oren heeft om te horen, die hore. ~
4728 Mark 5:4 | niemand was machtig om hem te temmen. ~
4729 Mark 5:7 | zeide hij: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone Gods,
4730 Mark 5:14 | land. En zij gingen uit, om te zien, wat het was, dat er
4731 Mark 5:17 | 17 En zij begonnen Hem te bidden, dat Hij van hun
4732 Mark 5:20 | hij ging heen, en begon te verkondigen in het land
4733 Mark 5:32 | En Hij zag rondom om haar te zien, die dat gedaan had. ~
4734 Mark 5:37 | Hij liet niemand toe Hem te volgen, dan Petrus, en Jakobus,
4735 Mark 5:43 | zeide, dat men haar zou te eten geven. ~ ~
4736 Mark 6:2 | begon Hij in de synagoge te leren; en velen, die Hem
4737 Mark 6:7 | twaalven, en begon hen uit te zenden twee en twee, en
4738 Mark 6:18 | de huisvrouw uws broeders te hebben. ~
4739 Mark 6:27 | scherprechter, en gebood zijn hoofd te brengen. Deze nu ging heen,
4740 Mark 6:31 | zelfs geen gelegen tijd om te eten. ~
4741 Mark 6:33 | kennende, en liepen gezamenlijk te voet van alle steden derwaarts,
4742 Mark 6:34 | Hij begon hun vele dingen te leren. ~
4743 Mark 6:37 | zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden tot
4744 Mark 6:37 | penningen brood, en hun te eten geven? ~
4745 Mark 6:40 | in gedeelten bij honderd te zamen, en bij vijftig te
4746 Mark 6:40 | te zamen, en bij vijftig te zamen. ~
4747 Mark 6:45 | discipelen in het schip te gaan, en voor henen te varen
4748 Mark 6:45 | schip te gaan, en voor henen te varen aan de andere zijde
4749 Mark 6:46 | ging Hij op den berg om te bidden. ~
4750 Mark 6:48 | pijnigden, om het schip voort te krijgen; want de wind was
4751 Mark 6:55 | kwalijk gesteld waren, om te dragen, ter plaatse, waar
4752 Mark 7:4 | die zij aangenomen hebben te houden, als namelijk de
4753 Mark 7:9 | doet zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen
4754 Mark 7:11 | zegt: Het is korban (dat is te zeggen, een gave), zo wat
4755 Mark 7:12 | zijn vader of zijn moeder te doen; ~
4756 Mark 7:16 | Zo iemand oren heeft om te horen, die hore. ~
4757 Mark 7:36 | verkondigden zij het des te meer. ~
4758 Mark 8:6 | Hij gebood de schare neder te zitten op de aarde, en Hij
4759 Mark 8:11 | uit, en begonnen met Hem te twisten, begerende van Hem
4760 Mark 8:14 | hadden vergeten brood mede te nemen, en hadden niet dan
4761 Mark 8:22 | 22 En Hij kwam te Bethsaida; en zij brachten
4762 Mark 8:31 | 31 En Hij begon hun te leren, dat de Zoon des mensen
4763 Mark 8:32 | genomen hebbende, begon Hem te bestraffen; ~
4764 Mark 9:22 | het water geworpen, om hem te verderven; maar zo Gij iets
4765 Mark 9:24 | kom mijn ongelovigheid te hulp. ~
4766 Mark 9:32 | niet, en zij vreesden Hem te vragen. ~
4767 Mark 9:33 | 33 En Hij kwam te Kapernaum, en in het huis
4768 Mark 9:41 | ulieden een beker water zal te drinken geven in Mijn Naam,
4769 Mark 9:43 | verminkt tot het leven in te gaan, dan de twee handen
4770 Mark 9:43 | twee handen hebbende, heen te gaan in de hel, in het onuitblusselijk
4771 Mark 9:45 | kreupel tot het leven in te gaan, dan de twee voeten
4772 Mark 9:45 | voeten hebbende, geworpen te worden in de hel, in het
4773 Mark 9:47 | in het Koninkrijk Gods in te gaan, dan twee ogen hebbende,
4774 Mark 9:47 | het helse vuur geworpen te worden; ~
4775 Mark 10:2 | geoorloofd is, zijn vrouw te verlaten, Hem verzoekende. ~
4776 Mark 10:4 | toegelaten een scheidbrief te schrijven, en haar te verlaten. ~
4777 Mark 10:4 | scheidbrief te schrijven, en haar te verlaten. ~
4778 Mark 10:19 | geven; gij zult niemand te kort doen; eer uw vader
4779 Mark 10:28 | En Petrus begon tot Hem te zeggen: Zie, wij hebben
4780 Mark 10:32 | Zich nemende, begon Hij hun te zeggen de dingen, die Hem
4781 Mark 10:40 | hand staat bij Mij niet te geven; maar het zal gegeven
4782 Mark 10:41 | en Johannes zeer kwalijk te nemen. ~
4783 Mark 10:42 | die geacht worden oversten te zijn der volken, heerschappij
4784 Mark 10:45 | niet gekomen, om gediend te worden, maar om te dienen,
4785 Mark 10:45 | gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te
4786 Mark 10:45 | te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor
4787 Mark 10:46 | 46 En zij kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn
4788 Mark 10:47 | Nazarener was, begon hij te roepen en te zeggen: Jezus,
4789 Mark 10:47 | begon hij te roepen en te zeggen: Jezus, Gij Zone
4790 Mark 11:1 | zij Jeruzalem genaakten, te Beth-fage en Bethanie, aan
4791 Mark 11:13 | bladeren had, ging Hij om te zien, of Hij ook iets op
4792 Mark 11:15 | 15 En zij kwamen te Jeruzalem; en Jezus, in
4793 Mark 11:15 | verkochten en kochten, uit te drijven; en de tafelen der
4794 Mark 11:25 | En wanneer gij staat om te bidden, vergeeft, indien
4795 Mark 11:27 | 27 En zij kwamen wederom te Jeruzalem. En als Hij in
4796 Mark 12:1 | door gelijkenissen tot hen te zeggen: Een mens plantte
4797 Mark 12:12 | 12 En zij zochten Hem te vangen, maar zij vreesden
4798 Mark 12:14 | geoorloofd, den keizer schatting te geven, of niet? Zullen wij
4799 Mark 12:28 | Schriftgeleerden horende, dat zij te zamen in woorden waren,
4800 Mark 12:33 | 33 En Hem lief te hebben uit geheel het hart,
4801 Mark 12:33 | kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven, is
4802 Mark 12:40 | onder den schijn van lang te bidden. Dezen zullen zwaarder
4803 Mark 13:5 | hun antwoordende, begon te zeggen: Ziet toe, dat u
4804 Mark 13:11 | leiden zullen, om u over te leveren, zo zijt te voren
4805 Mark 13:11 | over te leveren, zo zijt te voren niet bezorgd, wat
4806 Mark 13:15 | om iets uit zijn huis weg te nemen. ~
4807 Mark 13:16 | weder terug, om zijn kleed te nemen. ~
4808 Mark 13:22 | tekenen en wonderen doen, om te verleiden, indien het mogelijk
4809 Mark 14:3 | 3 En als Hij te Bethanie was, in het huis
4810 Mark 14:8 | voorgekomen, om Mijn lichaam te zalven, tot een voorbereiding
4811 Mark 14:11 | verblijd, en beloofden hem geld te geven; en hij zocht, hoe
4812 Mark 14:19 | En zij begonnen bedroefd te worden, en de een na de
4813 Mark 14:19 | een na de ander tot Hem te zeggen: Ben ik het? En een
4814 Mark 14:31 | 31 Maar hij zeide nog des te meer: Al moest ik met U
4815 Mark 14:33 | verbaasd en zeer beangst te worden; ~
4816 Mark 14:48 | tegen een moordenaar, om Mij te vangen? ~
4817 Mark 14:55 | getuigenis tegen Jezus, om Hem te doden, en vonden niet. ~
4818 Mark 14:64 | Hem, des doods schuldig te zijn. ~
4819 Mark 14:65 | En sommigen begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht
4820 Mark 14:65 | bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken, en met vuisten
4821 Mark 14:65 | bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen:
4822 Mark 14:65 | vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de
4823 Mark 14:69 | hem wederom ziende, begon te zeggen tot degenen, die
4824 Mark 14:71 | En hij begon zichzelven te vervloeken en te zweren:
4825 Mark 14:71 | zichzelven te vervloeken en te zweren: Ik ken dezen Mens
4826 Mark 15:1 | hielden de overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen
4827 Mark 15:8 | schare riep uit, en begon te begeren, dat hij deed, gelijk
4828 Mark 15:14 | kwaads gedaan? En zij riepen te meer: Kruis Hem! ~
4829 Mark 15:15 | gegeseld had, om gekruist te worden. ~
4830 Mark 15:18 | 18 En begonnen Hem te groeten, zeggende: Wees
4831 Mark 15:20 | leidden Hem uit, om Hem te kruisigen. ~
4832 Mark 15:23 | gaven Hem gemirreden wijn te drinken; maar Hij nam dien
4833 Mark 15:36 | een rietstok, en gaf Hem te drinken, zeggende: Houdt
4834 Mark 15:36 | of Elias komt, om Hem af te nemen. ~
4835 Luk 1:1 | genomen hebben, om in orde te stellen een verhaal van
4836 Luk 1:3 | onderzocht, vervolgens aan u te schrijven, voortreffelijke
4837 Luk 1:9 | priesterlijke bediening, hem te lote was gevallen, dat hij
4838 Luk 1:9 | den tempel des Heeren om te reukofferen. ~
4839 Luk 1:17 | de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen
4840 Luk 1:17 | rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk. ~
4841 Luk 1:19 | ben uitgezonden, om tot u te spreken, en u deze dingen
4842 Luk 1:19 | spreken, en u deze dingen te verkondigen. ~
4843 Luk 1:25 | versmaadheid onder de mensen weg te nemen. ~
4844 Luk 1:59 | kwamen, om het kindeken te besnijden, en noemden het
4845 Luk 1:68 | heeft bezocht, en verlossing te weeg gebracht Zijn volke; ~
4846 Luk 1:73 | gezworen heeft, om ons te geven, ~
4847 Luk 1:76 | heengaan, om Zijn wegen te bereiden; ~
4848 Luk 1:77 | volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner
4849 Luk 1:79 | 79 Om te verschijnen dengenen, die
4850 Luk 1:79 | des doods; om onze voeten te richten op den weg des vredes. ~
4851 Luk 2:3 | gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar
4852 Luk 2:5 | 5 Om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde
4853 Luk 2:19 | bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die
4854 Luk 2:22 | Mozes, brachten zij Hem te Jeruzalem, opdat zij Hem
4855 Luk 2:25 | En ziet, er was een mens te Jeruzalem, wiens naam was
4856 Luk 2:27 | gewoonte der wet met Hem te doen; ~
4857 Luk 2:38 | 38 En deze, te dierzelfder ure daarbij
4858 Luk 2:39 | wat naar de wet des Heeren te doen was, keerden zij weder
4859 Luk 2:43 | wederkeerden, bleef het Kind Jezus te Jeruzalem, en Jozef en Zijn
4860 Luk 2:51 | ging met hen af, en kwam te Nazareth, en was hun onderdanig.
4861 Luk 3:7 | uitkwamen, om van hem gedoopt te worden: Gij adderengebroedsels,
4862 Luk 3:7 | wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden
4863 Luk 3:8 | waardig; en begint niet te zeggen bij uzelven: Wij
4864 Luk 3:12 | ook tollenaars om gedoopt te worden, en zeiden tot hem:
4865 Luk 3:16 | den riem van Zijn schoenen te ontbinden; Deze zal u dopen
4866 Luk 3:23 | omtrent dertig jaren oud te wezen, zijnde (alzo men
4867 Luk 4:11 | opdat Gij Uw voet niet te eniger tijd aan een steen
4868 Luk 4:16 | 16 En Hij kwam te Nazareth, daar Hij opgevoed
4869 Luk 4:16 | synagoge; en stond op om te lezen. ~
4870 Luk 4:18 | den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen,
4871 Luk 4:18 | Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn
4872 Luk 4:19 | 19 Om den gevangenen te prediken loslating, en den
4873 Luk 4:19 | om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te
4874 Luk 4:19 | te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar
4875 Luk 4:21 | 21 En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift
4876 Luk 4:29 | om Hem van de steilte af te werpen. ~
4877 Luk 4:31 | 31 En Hij kwam af te Kapernaum, een stad van
4878 Luk 4:34 | af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener?
4879 Luk 4:34 | Zijt Gij gekomen, om ons te verderven? Ik ken U, wie
4880 Luk 4:35 | hem uit, zonder hem iets te beschadigen. ~
4881 Luk 5:1 | aandrong, om het Woord Gods te horen, dat Hij stond bij
4882 Luk 5:4 | en werp uw netten uit om te vangen. ~
4883 Luk 5:15 | het gerucht van Hem ging te meer voort; en vele scharen
4884 Luk 5:15 | scharen kwamen samen om Hem te horen, en door Hem genezen
4885 Luk 5:15 | horen, en door Hem genezen te worden van hun krankheden. ~
4886 Luk 5:17 | des Heeren was er om hen te genezen. ~
4887 Luk 5:18 | geraakt was, en zochten hem in te brengen, en voor Hem te
4888 Luk 5:18 | te brengen, en voor Hem te leggen. ~
4889 Luk 5:21 | en de Farizeen begonnen te overdenken, zeggende: Wie
4890 Luk 5:23 | 23 Wat is lichter te zeggen: Uw zonden zijn u
4891 Luk 5:23 | zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel? ~
4892 Luk 5:24 | heeft op de aarde, de zonde te vergeven (zeide Hij tot
4893 Luk 5:32 | 32 Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar
4894 Luk 5:38 | doen, en zij worden beide te zamen behouden. ~
4895 Luk 6:2 | wat niet geoorloofd is te doen op de sabbatten? ~
4896 Luk 6:4 | welke niet zijn geoorloofd te eten, dan alleen den priesteren. ~
4897 Luk 6:9 | geoorloofd op de sabbatten, goed te doen, of kwaad te doen,
4898 Luk 6:9 | goed te doen, of kwaad te doen, een mens te behouden,
4899 Luk 6:9 | kwaad te doen, een mens te behouden, of te verderven? ~
4900 Luk 6:9 | een mens te behouden, of te verderven? ~
4901 Luk 6:12 | uitging naar den berg, om te bidden, en Hij bleef den
4902 Luk 6:18 | Die gekomen waren, om Hem te horen, en om van hun ziekten
4903 Luk 6:18 | van hun ziekten genezen te worden, en die van onreine
4904 Luk 6:19 | de schare zocht Hem aan te raken; want er ging kracht
4905 Luk 6:29 | verhindert ook den rok niet te nemen. ~
4906 Luk 6:34 | van welke gij hoopt weder te ontvangen, wat dank hebt
4907 Luk 6:35 | leent, zonder iets weder te hopen; en uw loon zal groot
4908 Luk 6:42 | bezien, om den splinter uit te doen, die in uws broeders
4909 Luk 7:1 | aanhore des volks, ging Hij in te Kapernaum. ~
4910 Luk 7:7 | waardig geacht, om tot U te komen; maar zeg het met
4911 Luk 7:15 | dode zat overeind, en begon te spreken. En Hij gaf hem
4912 Luk 7:24 | de scharen van Johannes te zeggen: Wat zijt gij uitgegaan
4913 Luk 7:24 | uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet, dat
4914 Luk 7:25 | Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte
4915 Luk 7:26 | Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik
4916 Luk 7:38 | begon zij Zijn voeten nat te maken met tranen, en zij
4917 Luk 7:40 | hem: Simon! Ik heb u wat te zeggen. En hij sprak: Meester!
4918 Luk 7:42 | En als zij niet hadden om te betalen, schold hij het
4919 Luk 7:45 | niet afgelaten Mijn voeten te kussen. ~
4920 Luk 7:49 | mede aanzaten, begonnen te zeggen bij zichzelven: Wie
4921 Luk 8:5 | zaaier ging uit, om zijn zaad te zaaien; en als hij zaaide,
4922 Luk 8:8 | Hij: Wie oren heeft, om te horen, die hore. ~
4923 Luk 8:10 | van het Koninkrijk Gods te verstaan; maar tot de anderen
4924 Luk 8:18 | heeft, ook hetgeen hij meent te hebben, zal van hem genomen
4925 Luk 8:20 | daar buiten, begerende U te zien. ~
4926 Luk 8:28 | grote stem: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone Gods,
4927 Luk 8:29 | boeien gebonden, om bewaard te zijn; en hij verbrak de
4928 Luk 8:31 | zou in den afgrond heen te varen. ~
4929 Luk 8:32 | wilde toelaten in dezelve te varen. En Hij liet het hun
4930 Luk 8:35 | 35 En zij gingen uit, om te zien hetgeen geschied was,
4931 Luk 8:55 | Hij gebood, dat men haar te eten geven zoude. ~
4932 Luk 9:1 | duivelen, en om ziekten te genezen. ~
4933 Luk 9:2 | En Hij zond hen heen, om te prediken het Koninkrijk
4934 Luk 9:2 | Gods, en de kranken gezond te maken. ~
4935 Luk 9:9 | dingen hoor? En hij zocht Hem te zien. ~
4936 Luk 9:12 | 12 En de dag begon te dalen; en de twaalven, tot
4937 Luk 9:13 | zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden: Wij
4938 Luk 9:16 | discipelen, om der schare voor te leggen. ~
4939 Luk 9:28 | en klom op den berg, om te bidden.
4940 Luk 9:31 | dien Hij zoude volbrengen te Jeruzalem. ~
4941 Luk 9:45 | vreesden van dat woord Hem te vragen. ~
4942 Luk 9:51 | aangezicht, om naar Jeruzalem te reizen. ~
4943 Luk 9:52 | Samaritanen, om voor Hem herberg te bereiden. ~
4944 Luk 9:56 | gekomen om der mensen zielen te verderven, maar om te behouden.
4945 Luk 9:56 | zielen te verderven, maar om te behouden. En zij gingen
4946 Luk 10:19 | slangen en schorpioenen te treden, en over alle kracht
4947 Luk 10:21 | 21 Te dier ure verheugde Zich
4948 Luk 10:24 | koningen hebben begeerd te zien, hetgeen gij ziet,
4949 Luk 10:24 | hebben het niet gezien; en te horen, hetgeen gij hoort,
4950 Luk 10:36 | dunkt u de naaste geweest te zijn desgenen, die onder
4951 Luk 11:7 | ik kan niet opstaan, om u te geven. ~
4952 Luk 11:13 | uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal
4953 Luk 11:13 | gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader
4954 Luk 11:29 | bijeenvergaderden, begon Hij te zeggen: Dit is een boos
4955 Luk 11:31 | de einden der aarde, om te horen de wijsheid van Salomo;
4956 Luk 11:46 | mensen met lasten, zwaar om te dragen, en zelven raakt
4957 Luk 11:53 | Schriftgeleerden en Farizeen hard aan te houden, en Hem van vele
4958 Luk 11:53 | en Hem van vele dingen te doen spreken; ~
4959 Luk 11:54 | zoekende iets uit Zijn mond te bejagen, opdat zij Hem beschuldigen
4960 Luk 12:1 | elkander vertraden, begon Hij te zeggen tot Zijn discipelen:
4961 Luk 12:5 | ook macht heeft in de hel te werpen; ja, Ik zeg u, vreest
4962 Luk 12:7 | niet; gij gaat vele musjes te boven. ~
4963 Luk 12:24 | hoeveel gaat gij de vogelen te boven? ~
4964 Luk 12:25 | toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte
4965 Luk 12:32 | ulieden het Koninkrijk te geven. ~
4966 Luk 12:42 | het bescheiden deel spijze te geven? ~
4967 Luk 12:45 | zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; en zou beginnen de
4968 Luk 12:45 | knechten en de dienstmaagden te slaan, en te eten en te
4969 Luk 12:45 | dienstmaagden te slaan, en te eten en te drinken, en dronken
4970 Luk 12:45 | te slaan, en te eten en te drinken, en dronken te worden; ~
4971 Luk 12:45 | en te drinken, en dronken te worden; ~
4972 Luk 12:49 | gekomen, om vuur op de aarde te werpen; en wat wil Ik, indien
4973 Luk 12:51 | Ik gekomen ben, om vrede te geven op de aarde? Neen,
4974 Luk 12:56 | aarde en des hemels weet gij te beproeven; en hoe beproeft
4975 Luk 12:58 | weg, om van hem verlost te worden; opdat hij misschien
4976 Luk 13:1 | 1 En er waren te dierzelfder tijd enigen
4977 Luk 13:15 | los, en leidt hem heen om te doen drinken? ~
4978 Luk 13:24 | 24 Strijdt om in te gaan door de enge poort;
4979 Luk 13:24 | zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen; ~
4980 Luk 13:25 | gij zult beginnen buiten te staan, en aan de deur te
4981 Luk 13:25 | te staan, en aan de deur te kloppen, zeggende: Heere,
4982 Luk 13:26 | Alsdan zult gij beginnen te zeggen: Wij hebben in Uw
4983 Luk 13:31 | 31 Te dienzelfden dage kwamen
4984 Luk 14:1 | op den sabbat, om brood te eten, dat zij Hem waarnamen. ~
4985 Luk 14:3 | geoorloofd op den sabbat gezond te maken? ~
4986 Luk 14:9 | schaamte de laatste plaats te houden. ~
4987 Luk 14:12 | opdat ook dezelve u niet te eniger tijd wedernoden,
4988 Luk 14:14 | omdat zij niet hebben, om u te vergelden; want het zal
4989 Luk 14:17 | avondmaals, om den genoden te zeggen: Komt, want alle
4990 Luk 14:18 | allen zich eendrachtelijk te ontschuldigen. De eerste
4991 Luk 14:19 | gekocht, en ik ga heen, om die te beproeven; ik bid u, houd
4992 Luk 14:23 | en heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol
4993 Luk 14:29 | die het zien, hem beginnen te bespotten. ~
4994 Luk 14:30 | Deze mens heeft begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen
4995 Luk 14:31 | tegen een anderen koning te slaan, zit niet eerst neder,
4996 Luk 14:31 | machtig is met tien duizend te ontmoeten dengene, die met
4997 Luk 14:35 | weg. Wie oren heeft, om te horen, die hore. ~ ~ ~
4998 Luk 15:1 | naderden tot Hem, om Hem te horen. ~
4999 Luk 15:6 | 6 En te huis komende, roept hij
5000 Luk 15:14 | land, en hij begon gebrek te lijden. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6026 |