Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
tast 5
tastelijken 1
tasten 8
te 6026
tebah 1
tebalja 1
tebeth 1
Frequency    [«  »]
6228 der
6208 uw
6044 u
6026 te
5967 heere
5858 des
5824 hem

Bijbel

IntraText - Concordances

te

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6026

     Book Chapter: Verse
3501 Jes 13:5 | gramschap, om dat ganse land te verderven. ~ 3502 Jes 13:9 | hittigen toorn, om het land te stellen tot verwoesting, 3503 Jes 13:9 | deszelfs zondaars daaruit te verdelgen. ~ 3504 Jes 13:22 | hun tijd toch is nabij om te komen, en hun      dagen 3505 Jes 14:9 | uwentwil, om u tegemoet te gaan, als gij kwaamt; zij 3506 Jes 15:2 | Dibon, en naar Bamoth, om te wenen; over Nebo en over 3507 Jes 15:9 | Dimon nog meer toeschikken: te weten leeuwen over de ontkomenen 3508 Jes 16:4 | einde, de verstoring is te      niet geworden, de vertreders 3509 Jes 16:12 | in zijn heiligdom gaan om te aanbidden, maar hij zal 3510 Jes 17:4 | En het zal geschieden te dien dage, dat de heerlijkheid 3511 Jes 17:7 | 7      Te dien dage zal de mens zien 3512 Jes 17:9 | 9      Te dien dage zullen zijn sterke 3513 Jes 18:6 | 6   Zij zullen te zamen gelaten worden den 3514 Jes 18:7 | 7   Te dien tijd zal den HEERE 3515 Jes 19:12 | uw wijzen? Dat zij u nu te kennen geven of vernemen, 3516 Jes 19:16 | 16      Te dien dage zullen de Egyptenaars 3517 Jes 19:18 | 18      Te dien dage zullen er vijf 3518 Jes 19:19 | 19      Te dien dage zal de HEERE een 3519 Jes 19:21 | zullen den HEERE kennen te dien dage; en zij zullen 3520 Jes 19:23 | 23      Te dien dage zal er een gebaande 3521 Jes 19:24 | 24      Te dien dage zal Israel de 3522 Jes 20:6 | inwoners van dit eiland zullen te dien dage zeggen: Ziet, 3523 Jes 20:6 | henenvloden om hulp, om gered te worden van het   aangezicht 3524 Jes 21:2 | Een hard gezicht is mij te kennen gegeven: die trouweloze 3525 Jes 22:3 | Al uw oversten zijn te zamen weggevlucht; zij zijn 3526 Jes 22:4 | dringt niet aan, om mij te troosten over de verstoring 3527 Jes 22:8 | deksel van Juda ontdekken; en te dien dage zult gij zien 3528 Jes 22:10 | huizen afbreken, om de muren te bevestigen. ~ 3529 Jes 22:12 | 12      En te dien dage zal de Heere, 3530 Jes 22:13 | blijdschap met runderen te doden, en schapen te kelen, 3531 Jes 22:13 | runderen te doden, en schapen te kelen, vlees te eten, en 3532 Jes 22:13 | schapen te kelen, vlees te eten, en wijn te drinken, 3533 Jes 22:13 | vlees te eten, en wijn te drinken, en te zeggen: Laat 3534 Jes 22:13 | en wijn te drinken, en te zeggen: Laat ons eten en 3535 Jes 22:20 | 20      En het zal te dien dage geschieden, dat 3536 Jes 22:21 | en hij zal den inwoneren te Jeruzalem en den huize van      3537 Jes 22:25 | 25      Te dien dage, spreekt de HEERE 3538 Jes 23:7 | om in vreemdelingschap te verkeren. ~ 3539 Jes 23:9 | heerlijksten der aarde verachtelijk te maken. ~ 3540 Jes 23:11 | Kanaan, om haar sterkten te verdelgen. ~ 3541 Jes 23:15 | En het zal geschieden te dien dage, dat Tyrus zal 3542 Jes 24:21 | En het zal geschieden te dien dage, dat de HEERE 3543 Jes 24:23 | zal op den berg Sion en te Jeruzalem, en voor zijn 3544 Jes 25:9 | 9      En men zal te dien dage zeggen: Ziet, 3545 Jes 25:11 | zwemmer die uitbreidt om te zwemmen, en Hij zal hun 3546 Jes 26:1 | 1      Te dien dage zal dit lied gezongen 3547 Jes 26:21 | inwoners der aarde over hen te bezoeken; en de aarde zal 3548 Jes 27:1 | 1      Te dien dage zal de HEERE met 3549 Jes 27:2 | 2      Te dien dage zal er een wijngaard 3550 Jes 27:4 | hem zou aanvallen, en hem te gelijk verbranden zou? ~ 3551 Jes 27:12 | 12      En het zal te dien dage geschieden, dat 3552 Jes 27:13 | 13      En het zal te dien dage geschieden, dat 3553 Jes 27:13 | aanbidden op den heiligen berg te Jeruzalem. ~ 3554 Jes 28:5 | 5      Te dien dage zal de HEERE der 3555 Jes 28:9 | wien zou Hij het gehoorde te verstaan geven? Den gespeenden 3556 Jes 28:14 | heersers over dit volk, dat te Jeruzalem is! ~ 3557 Jes 28:18 | verbond met den dood zal te niet worden, en uw voorzichtig 3558 Jes 28:19 | geschieden, dat het gerucht te verstaan, enkel      beroering 3559 Jes 28:20 | kunne; en het deksel zal te smal wezen, als men zich 3560 Jes 28:21 | van Gibeon, om Zijn werk te doen, Zijn werk zal vreemd 3561 Jes 28:21 | zijn; en om Zijn daad      te doen, Zijn daad zal vreemd 3562 Jes 28:24 | ploeger den gehelen dag om te zaaien? Opent en egt hij 3563 Jes 29:18 | 18      En te dien dage zullen de doven 3564 Jes 30:1 | de HEERE, om een raadslag te maken, maar niet uit Mij, 3565 Jes 30:1 | om zich met een bedekking te bedekken, maar niet uit 3566 Jes 30:1 | om      zonde tot zonde te doen; ~ 3567 Jes 30:2 | 2      Die gaan, om af te trekken in Egypte, en vragen 3568 Jes 30:2 | Mijn mond niet; om zich te sterken met de macht van 3569 Jes 30:2 | Farao, en om hun toevlucht te nemen onder de schaduw van 3570 Jes 30:7 | Egypte zal ijdellijk en te vergeefs helpen; daarom 3571 Jes 30:14 | worden, om vuur uit den haard te nemen, of om water te scheppen 3572 Jes 30:14 | haard te nemen, of om water te scheppen uit een gracht. ~ 3573 Jes 30:19 | volk zal in Sion wonen, te Jeruzalem; gij zult ganselijk 3574 Jes 30:23 | smoutig zijn; uw vee zal te dien dage in een wijde      3575 Jes 30:28 | toe raakt; om de heidenen te schudden met een schudding 3576 Jes 30:29 | die met pijpen wandelt, om te komen tot den      berg 3577 Jes 30:31 | stem des HEEREN zal Assur te morzel geslagen worden, 3578 Jes 31:3 | nedervallen, en zij zullen al te zamen te niet komen. ~ 3579 Jes 31:3 | en zij zullen al te zamen te niet komen. ~ 3580 Jes 31:4 | heirscharen nederdalen, om te strijden voor den berg Sions 3581 Jes 31:7 | 7   Want te dien dage zullen zij verwerpen, 3582 Jes 31:9 | verschrikken, spreekt de HEERE, die te Sion vuur, en te Jeruzalem 3583 Jes 31:9 | HEERE, die te Sion vuur, en te Jeruzalem een oven heeft. ~  ~ 3584 Jes 32:4 | zijn, om bescheidenlijk te spreken. ~ 3585 Jes 32:6 | ongerechtigheid, om huichelarij te plegen, en om dwaling te 3586 Jes 32:6 | te plegen, en om dwaling te spreken tegen den HEERE, 3587 Jes 32:6 | des hongerigen ledig      te laten, en den dorstige drank 3588 Jes 32:6 | laten, en den dorstige drank te doen ontbreken. ~ 3589 Jes 32:7 | verdichtselen, om de ellendigen te bederven met valse redenen, 3590 Jes 33:14 | 14      De zondaren te Sion zijn verschrikt; beving 3591 Jes 34:1 | Nadert, gij heidenen, om te horen, en gij volken, luistert 3592 Jes 34:6 | heeft een slachtoffer te Bozra, en een grote slachting 3593 Jes 36:10 | opgetogen tegen dit land, om dat te verderven. De HEERE heeft 3594 Jes 36:12 | gezonden, om deze woorden te spreken? Is het niet tot 3595 Jes 36:22 | de woorden van Rabsake te kennen. ~  ~  ~  ~ ~ 3596 Jes 37:3 | er is      geen kracht om te baren. ~ 3597 Jes 37:4 | heeft, om den levenden God te honen, en te schelden      3598 Jes 37:4 | levenden God te honen, en te schelden      met woorden, 3599 Jes 37:9 | is uitgetogen, om tegen u te strijden; toen hij zulks 3600 Jes 37:17 | heeft om den levenden God te honen. ~ 3601 Jes 37:21 | van Amoz, tot Hizkia, om te zeggen: Alzo zegt de HEERE, 3602 Jes 37:26 | gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan heb, en dat 3603 Jes 37:26 | zijn, om de vaste steden te      verstoren tot woeste 3604 Jes 37:35 | stad beschermen, om die te verlossen, om Mijnentwil, 3605 Jes 37:37 | keerde weder; en hij bleef te Nineve. ~ 3606 Jes 38:20 | HEERE was gereed om mij te verlossen; daarom zullen 3607 Jes 39:1 | 1   Te dien tijd zond Merodach 3608 Jes 40:5 | geopenbaard worden; en alle vlees te gelijk zal zien, dat het 3609 Jes 40:16 | Libanon is niet genoegzaam om te branden, en zijn gedierte 3610 Jes 40:20 | verarmd is, dat hij niet te offeren heeft, die kiest 3611 Jes 40:20 | werkmeester, om een beeld te bereiden, dat niet wankele. ~ 3612 Jes 40:22 | uit als een tent,      om te bewonen; ~ 3613 Jes 40:23 | 23      Die de vorsten te niet maakt; de richters 3614 Jes 41:11 | zij zullen beschaamd en te schande worden, allen, die 3615 Jes 41:19 | beuk, en den      busboom te gelijk; ~ 3616 Jes 41:20 | bekennen, en overleggen, en te gelijk verstaan, dat de 3617 Jes 41:23 | dat wij verbaasd staan, en te zamen toezien. ~ 3618 Jes 41:26 | het weten mogen, of van te voren, dat wij zeggen mogen: 3619 Jes 42:7 | 7      Om te openen de blinde ogen, om 3620 Jes 42:7 | ogen, om de gebondenen uit te voeren uit de gevangenis, 3621 Jes 42:14 | Ik zal ze verwoesten, en te zamen opslokken. ~ 3622 Jes 42:18 | schouwt aan, gij blinden! om te zien. ~ 3623 Jes 43:14 | vluchtig doen nederdalen, te weten de Chaldeen, in de      3624 Jes 43:17 | heir en macht voortbracht; te zamen zijn zij nedergelegen, 3625 Jes 43:20 | uitverkorenen drinken      te geven. ~ 3626 Jes 43:26 | Mij indachtig, laat ons te zamen richten, vertelt gij 3627 Jes 44:9 | gesneden beelden zijn al te zamen ijdelheid, en hun 3628 Jes 44:11 | verschrikken, zij zullen      te zamen beschaamd worden. ~ 3629 Jes 44:15 | is het voor den mens om te verbranden, dan neemt hij 3630 Jes 45:1 | voor zijn aangezicht neder te werpen; en Ik zal de lendenen 3631 Jes 45:1 | zijn aangezicht de deuren te openen, en de poorten zullen 3632 Jes 45:8 | uitwasse, en gerechtigheid te zamen uitspruiten; Ik, de      3633 Jes 45:16 | schande worden, zij allen; te zamen zullen zij met schande 3634 Jes 45:19 | Jakob niet gezegd: Zoekt Mij te vergeefs; Ik ben de HEERE, 3635 Jes 47:14 | zal geen kool zijn om bij te warmen, geen vuur om      3636 Jes 47:14 | vuur om      daarvoor neder te zitten. ~ 3637 Jes 48:13 | ze roep, staan zij daar te zamen. ~ 3638 Jes 49:4 | Doch Ik zeide: Ik heb te vergeefs gearbeid, Ik heb 3639 Jes 49:6 | Verder zeide Hij: Het is te gering, dat Gij Mij een 3640 Jes 49:6 | Knecht zoudt zijn, om op te richten de stammen van Jakob, 3641 Jes 49:6 | stammen van Jakob, en om weder te brengen de bewaarden in 3642 Jes 49:6 | der heidenen, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der 3643 Jes 49:8 | om het aardrijk op te richten, om de verwoeste 3644 Jes 49:8 | de verwoeste erfenissen te doen beerven; ~ 3645 Jes 49:9 | 9      Om te zeggen tot de gebondenen: 3646 Jes 49:9 | in duisternis zijn: Komt te voorschijn; zij zullen op 3647 Jes 49:20 | uw oren: De plaats is mij te nauw, wijk van mij, dat 3648 Jes 50:2 | geen kracht om uit      te redden? Ziet, door Mijn 3649 Jes 50:4 | een woord ter rechter tijd te spreken; Hij wekt allen 3650 Jes 50:7 | Mij, daarom word Ik niet te schande; daarom heb Ik Mijn 3651 Jes 50:8 | met Mij twisten? Laat ons te zamen staan; wie heeft een 3652 Jes 51:13 | wanneer hij zich bereidt om te verderven? Waar is dan de 3653 Jes 51:16 | Mijner hand; om den hemel te planten, en om de aarde 3654 Jes 51:16 | planten, en om de aarde te gronden, en om te zeggen 3655 Jes 51:16 | aarde te gronden, en om te zeggen tot Sion: Gij zijt 3656 Jes 52:4 | om als vreemdeling aldaar te verkeren; en Assur heeft 3657 Jes 52:5 | En nu, wat heb Ik hier te doen? spreekt de HEERE, 3658 Jes 52:8 | verheffen de stem, zij juichen te zamen; want zij zullen oog 3659 Jes 52:9 | Maakt een geschal, juicht te zamen, gij woeste plaatsen 3660 Jes 53:10 | het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft 3661 Jes 54:4 | schaamrood, want gij zult niet te schande worden; maar gij 3662 Jes 54:16 | verderver geschapen, om te vernielen. ~ 3663 Jes 55:6 | Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, 3664 Jes 56:6 | Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, 3665 Jes 57:1 | want Mijn heil is nabij om te komen, en Mijn gerechtigheid 3666 Jes 57:1 | gerechtigheid om geopenbaard te worden. ~ 3667 Jes 57:2 | bewaart van enig      kwaad te doen. ~ 3668 Jes 57:6 | den HEERE voegen, om Hem te dienen, en om den Naam des 3669 Jes 57:6 | den Naam des HEEREN lief te hebben, om Hem tot knechten 3670 Jes 57:6 | hebben, om Hem tot knechten te zijn; al wie den sabbat 3671 Jes 57:9 | gedierten des velds, komt om te eten, ja, al gij gedierten 3672 Jes 58:7 | derwaarts op, om slachtoffer te offeren. ~ 3673 Jes 59:2 | hebben een lust tot God te naderen; ~ 3674 Jes 59:4 | goddelooslijk met de vuist te slaan; vast niet gelijk 3675 Jes 59:4 | gelijk heden, om uw stem te doen horen in de hoogte. ~ 3676 Jes 59:12 | paden weder opmaakt, om te bewonen. ~ 3677 Jes 59:13 | den sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heiligen 3678 Jes 59:13 | HEERE geheiligd worde, Die te      eren is; en indien 3679 Jes 60:7 | haasten om onschuldig bloed te vergieten; hun gedachten 3680 Jes 61:9 | om uw kinderen van verre te brengen, hun zilver en hun 3681 Jes 61:13 | beukeboom en de busboom te gelijk, om te versieren 3682 Jes 61:13 | de busboom te gelijk, om te versieren de plaats Mijns 3683 Jes 61:21 | En uw volk zullen allen te zamen rechtvaardigen zijn, 3684 Jes 61:22 | Ik, de HEERE, zal zulks te zijner tijd snellijk doen 3685 Jes 62:1 | om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; 3686 Jes 62:1 | Hij heeft Mij gezonden om te verbinden      de gebrokenen 3687 Jes 62:1 | gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen 3688 Jes 62:2 | 2      Om uit te roepen het jaar van het 3689 Jes 62:2 | Gods; om alle treurigen te troosten; ~ 3690 Jes 62:3 | Om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven 3691 Jes 64:1 | spreek, Die machtig ben te verlossen. ~ 3692 Jes 65:2 | Uw wederpartijders bekend te maken! Laat alzo de heidenen 3693 Jes 66:25 | De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw 3694 Jes 67:13 | u troosten; ja, gij zult te Jeruzalem getroost worden. ~ 3695 Jes 67:15 | grimmigheid Zijn toorn hiertoe te wenden, en Zijn schelding 3696 Jes 67:17 | en verfoeisel, en muizen; te zamen zullen zij verteerd      3697 Jes 67:23 | alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, 3698 Jer 1:1 | uit de priesteren, die te Anathoth waren, in het land 3699 Jer 1:8 | want Ik ben met u, om u te redden, spreekt de HEERE. ~ 3700 Jer 1:10 | 10      Zie, Ik stel u te dezen dage over de volken 3701 Jer 1:10 | de koninkrijken, om uit te rukken, en af te breken, 3702 Jer 1:10 | om uit te rukken, en af te breken, en te verderven, 3703 Jer 1:10 | rukken, en af te breken, en te verderven, en te verstoren; 3704 Jer 1:10 | breken, en te verderven, en te verstoren; ook om te bouwen 3705 Jer 1:10 | en te verstoren; ook om te bouwen en te planten. ~ 3706 Jer 1:10 | verstoren; ook om te bouwen en te planten. ~ 3707 Jer 1:12 | over Mijn woord, om dat te doen. ~ 3708 Jer 1:19 | spreekt de HEERE, om u uit te helpen. ~  ~ 3709 Jer 2:7 | hetzelve en het goede er van te eten; maar toen gij daarin 3710 Jer 2:13 | om zichzelven bakken uit te houwen, gebroken bakken, 3711 Jer 2:18 | En nu, wat hebt gij te doen met den weg van Egypte, 3712 Jer 2:18 | om de wateren van Sihor te drinken? En wat hebt gij 3713 Jer 2:18 | drinken? En wat hebt gij te doen met den weg van Assur, 3714 Jer 2:18 | om de wateren der rivier te drinken? ~ 3715 Jer 3:3 | gij weigert schaamrood te worden. ~ 3716 Jer 3:14 | geslacht, en zal u brengen te Sion. ~ 3717 Jer 3:17 | 17      Te dier tijd zullen zij Jeruzalem 3718 Jer 3:17 | om des HEEREN Naams wil, te Jeruzalem; en zij zullen 3719 Jer 3:18 | van Israel; en zij zullen te zamen komen uit het land 3720 Jer 4:5 | Juda, en laat het horen te Jeruzalem, en zegt het; 3721 Jer 4:7 | zijn plaats, om uw land te stellen in verwoestingen; 3722 Jer 4:9 | 9      En het zal te dier tijd geschieden, spreekt 3723 Jer 4:11 | 11      Te dier tijd zal tot dit volk 3724 Jer 4:11 | dochter Mijns volks; niet om te wannen, noch      om te 3725 Jer 4:11 | te wannen, noch      om te zuiveren. ~ 3726 Jer 4:12 | een wind komen, die hun te sterk zal zijn. Nu zal Ik 3727 Jer 4:22 | wijs zijn zij om kwaad te doen, maar goed te doen 3728 Jer 4:22 | kwaad te doen, maar goed te doen weten zij niet. ~ 3729 Jer 5:3 | hebben geweigerd de tucht aan te      nemen; zij hebben hun 3730 Jer 5:3 | zij hebben geweigerd zich te bekeren. ~ 3731 Jer 5:5 | huns Gods; maar zij hadden te zamen het juk verbroken, 3732 Jer 5:28 | daden der bozen gaan zij te boven; de rechtzaak richten 3733 Jer 6:1 | Jeruzalem, en blaast de bazuin te Thekoa, en heft een vuurteken 3734 Jer 6:1 | en heft een vuurteken op te Beth-Cherem; want er kijkt 3735 Jer 6:11 | vergadering der      jongelingen te zamen; want zelfs de man 3736 Jer 6:12 | worden tot anderen, met te zamen de akkers en vrouwen; 3737 Jer 6:15 | ook niet van schaamrood te maken; daarom zullen zij 3738 Jer 6:21 | daaraan zullen zich stoten te zamen vaders en kinderen, 3739 Jer 6:29 | is van het vuur verteerd; te vergeefs heeft de smelter 3740 Jer 7:2 | ingaat, om den HEERE aan te      bidden. ~ 3741 Jer 7:10 | verlost, om al deze gruwelen te doen? ~ 3742 Jer 7:12 | henen naar Mijn plaats, die te Silo was, alwaar Ik Mijn 3743 Jer 7:18 | deeg, om gebeelde koeken te maken voor de Melecheth 3744 Jer 7:18 | goden drankofferen te offeren, om Mij verdriet 3745 Jer 7:18 | offeren, om Mij verdriet aan te doen. ~ 3746 Jer 7:30 | genoemd is, om      dat te verontreinigen. ~ 3747 Jer 7:31 | en hun dochteren met vuur te verbranden; hetwelk Ik niet 3748 Jer 8:5 | Waarom keert dan dit volk te Jeruzalem af met een altoosdurende 3749 Jer 8:5 | bedrog, zij weigeren weder te keren. ~ 3750 Jer 8:12 | en weten niet schaamrood te worden; daarom zullen zij 3751 Jer 8:19 | lande: Is dan de HEERE niet te Sion, is haar koning niet 3752 Jer 9:5 | moede met verkeerdelijk te handelen. ~ 3753 Jer 9:6 | bedrog weigeren zij Mij te kennen, spreekt de HEERE. ~ 3754 Jer 9:21 | gekomen, om de kinderkens uit te roeien van de wijken, de 3755 Jer 10:9 | der wijzen zijn zij al te zamen. ~ 3756 Jer 10:24 | toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt. ~ 3757 Jer 11:5 | vaderen gezworen heb, hun te geven een land, vloeiende 3758 Jer 11:5 | melk en honig, als het is te dezen dage. Toen antwoordde 3759 Jer 11:8 | verbonds, dat Ik geboden heb te doen, maar zij niet gedaan 3760 Jer 11:10 | woorden geweigerd hebben te horen; en zij hebben andere 3761 Jer 11:10 | goden nagewandeld, om die te dienen;      het huis Israels 3762 Jer 11:13 | altaren om den      Baal te roken. ~ 3763 Jer 11:15 | Mijn beminde in Mijn huis te doen, dewijl zij die schandelijke 3764 Jer 11:17 | zich      bedrijven, om Mij te vertoornen, rokende den 3765 Jer 11:18 | De HEERE nu heeft het mij te kennen gegeven, dat ik het 3766 Jer 11:19 | os, die geleid wordt om te slachten; want ik wist niet, 3767 Jer 12:9 | gedierte des velds, komt om te eten! ~ 3768 Jer 12:16 | Mijn volk geleerd hebben te      zweren bij Baal, zo 3769 Jer 13:6 | Ik u geboden heb aldaar te      versteken. ~ 3770 Jer 13:10 | dat Mijn woorden weigert te horen, dat in het goeddunken 3771 Jer 13:10 | andere goden navolgt, om die te dienen, en voor die zich 3772 Jer 13:10 | en voor die zich neder te buigen;      dat zal worden 3773 Jer 13:11 | spreekt de HEERE, om Mij te zijn      tot een volk, 3774 Jer 13:14 | de vaders als de kinderen te zamen, spreekt de HEERE; 3775 Jer 13:21 | vorsten, tot een hoofd over u te zijn; zullen u de smarten 3776 Jer 13:23 | die geleerd zijt kwaad te doen. ~ 3777 Jer 14:8 | die slechts inkeert om te vernachten? ~ 3778 Jer 14:10 | Zij hebben zo liefgehad te zwerven, zij hebben hun 3779 Jer 15:3 | HEERE: met het zwaard, om te doden; en met de honden, 3780 Jer 15:3 | doden; en met de honden, om te slepen; en met het gevogelte 3781 Jer 15:3 | gedierte der aarde, om op te eten en te verderven. ~ 3782 Jer 15:3 | aarde, om op te eten en te verderven. ~ 3783 Jer 15:4 | van Juda, om hetgeen hij te Jeruzalem gedaan heeft. ~ 3784 Jer 15:5 | aftreden, om u naar vrede te vragen? ~ 3785 Jer 15:18 | smartelijk? Zij weigert geheeld te worden; zoudt Gij mij ganselijk 3786 Jer 15:20 | want Ik ben met u, om u te behouden en om u uit te      3787 Jer 15:20 | te behouden en om u uit te      rukken, spreekt de 3788 Jer 16:5 | houdt, en ga niet henen om te rouwklagen, en heb geen 3789 Jer 16:7 | over den rouw, om iemand te troosten over een dode; 3790 Jer 16:7 | over een dode; noch hun te drinken geven uit den troostbeker, 3791 Jer 16:8 | des maaltijds, om bij hen te zitten, om te eten en te 3792 Jer 16:8 | om bij hen te zitten, om te eten en te drinken. ~ 3793 Jer 16:8 | te zitten, om te eten en te drinken. ~ 3794 Jer 16:12 | boos hart, om naar Mij niet te horen. ~ 3795 Jer 17:8 | houdt niet op van vrucht te dragen. ~ 3796 Jer 17:10 | en dat, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, naar 3797 Jer 17:23 | hun nek verhard, om niet te horen, en om de tucht niet 3798 Jer 17:23 | en om de tucht niet aan te nemen. ~ 3799 Jer 17:27 | horen, om den sabbatdag te heiligen, en om geen last 3800 Jer 17:27 | heiligen, en om geen last te dragen als gij op den sabbatdag 3801 Jer 18:4 | ogen des      pottenbakkers te maken. ~ 3802 Jer 18:8 | dat Ik hetzelve gedacht te doen. ~ 3803 Jer 18:10 | hetwelk Ik gezegd had hetzelve te zullen weldoen. ~ 3804 Jer 18:16 | 16      Om hun land te stellen tot een ontzetting, 3805 Jer 18:20 | gestaan heb, om goed voor hen te spreken, om Uw      grimmigheid 3806 Jer 18:20 | grimmigheid van hen af te wenden. ~ 3807 Jer 18:22 | kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken      3808 Jer 19:5 | gebouwd, om hun zonen met vuur te verbranden, aan Baal tot 3809 Jer 19:11 | andere plaats zal zijn om te begraven. ~ 3810 Jer 19:12 | inwoners; en dat om deze stad te stellen als een Tofeth. ~ 3811 Jer 19:14 | de HEERE gezonden had, om te profeteren, stond hij in 3812 Jer 19:15 | hebben, om Mijn woorden niet te horen. ~  ~  ~  ~ ~ 3813 Jer 20:6 | gevangenis; en gij zult te Babel komen, en aldaar sterven, 3814 Jer 20:7 | overreed geworden; Gij zijt mij te sterk geweest, en hebt overmocht; 3815 Jer 20:9 | ik bemoeide mij      om te verdragen, maar konde niet. ~ 3816 Jer 20:10 | Magor-missabib, zeggende: Geef ons te kennen, en wij zullen het 3817 Jer 20:10 | kennen, en wij zullen het te kennen geven; al mijn vredegenoten 3818 Jer 20:18 | om moeite en droefenis te zien, en dat mijn dagen 3819 Jer 22:16 | hem wel; is dat niet Mij te kennen? spreekt de HEERE. ~ 3820 Jer 22:17 | onschuldig bloed, om dat te vergieten, en op verdrukking 3821 Jer 22:17 | verdrukking en overlast, om die te doen. ~ 3822 Jer 22:22 | gij zekerlijk beschaamd en te schande worden, vanwege 3823 Jer 22:27 | ziel verlangt om daar weder te komen, daarhenen zullen 3824 Jer 23:9 | als een man, dien de wijn te boven gaat;      vanwege 3825 Jer 23:27 | denken om Mijn volk Mijn Naam te doen vergeten, door hun 3826 Jer 23:28 | heeft het stro met het koren te doen? spreekt      de HEERE. ~ 3827 Jer 23:29 | hamer, die een steenrots te morzel slaat? ~ 3828 Jer 24:1 | smeden van Jeruzalem, en hen te Babel gebracht had. ~ 3829 Jer 24:7 | hun een hart geven om Mij te kennen, dat Ik de HEERE 3830 Jer 25:4 | noch uw oor geneigd om te horen); ~ 3831 Jer 25:6 | andere goden niet na, om die te dienen, en u voor die neder 3832 Jer 25:6 | dienen, en u voor die neder te buigen; en vertoornt Mij 3833 Jer 25:15 | Mijn hand, en geef dien te drinken al den volken, tot 3834 Jer 25:17 | des HEEREN hand, en ik gaf te drinken al den volken, tot 3835 Jer 25:18 | en haar vorsten; om die te stellen tot een woestheid, 3836 Jer 25:18 | vloek, gelijk      het is te dezen dage; ~ 3837 Jer 25:28 | zullen den beker van uw hand te nemen om te drinken, dat 3838 Jer 25:28 | van uw hand te nemen om te drinken, dat gij tot hen 3839 Jer 25:29 | Naam genoemd is, begin Ik te plagen, en zoudt gij enigszins 3840 Jer 25:33 | verslagenen des HEEREN zullen te dien dage liggen van het 3841 Jer 26:2 | van Juda, die komen om aan te bidden in het huis des HEEREN, 3842 Jer 26:2 | u geboden heb tot hen te spreken, doe er niet een 3843 Jer 26:3 | het kwaad, dat Ik hun denk te doen vanwege de boosheid 3844 Jer 26:8 | als Jeremia geeindigd had te spreken alles, wat de HEERE 3845 Jer 26:8 | geboden had tot al het volk te spreken, dat de priesters 3846 Jer 26:12 | huis en tegen deze stad te profeteren al de woorden, 3847 Jer 26:15 | deze woorden voor uw oren te spreken. ~ 3848 Jer 26:21 | hoorden, zocht de koning hem te doden; als Uria dat hoorde, 3849 Jer 26:24 | de hand des volk, om hem te doden. ~  ~ 3850 Jer 27:3 | hand der boden, die te Jeruzalem tot Zedekia, den 3851 Jer 27:4 | beveel hun aan hun heren te zeggen: Zo zegt de HEERE 3852 Jer 27:6 | heb Ik hem gegeven, om hem te      dienen. ~ 3853 Jer 27:10 | om u verre uit uw land te brengen, en dat Ik u uitstote, 3854 Jer 27:18 | des konings van Juda, en te Jeruzalem zijn overgebleven, 3855 Jer 27:21 | des konings van Juda, en te Jeruzalem zijn overgebleven: ~ 3856 Jer 28:4 | weggevoerd zijn van Juda, die te Babel gekomen zijn, tot 3857 Jer 28:14 | Nebukadnezar, den koning van Babel, te dienen, en      zij zullen 3858 Jer 29:10 | Zekerlijk, als zeventig jaren te Babel zullen vervuld zijn, 3859 Jer 29:16 | dat in deze stad woont, te weten, uw broederen, die 3860 Jer 29:25 | hebt tot al het volk, dat te Jeruzalem is, en tot Zefanja, 3861 Jer 30:8 | 8      Want het zal te dien dage geschieden, spreekt 3862 Jer 30:11 | spreekt de HEERE, om u te verlossen; want Ik zal een 3863 Jer 30:21 | borg      worde, om tot Mij te genaken? spreekt de HEERE. ~ 3864 Jer 31:2 | henenging om hem tot rust te brengen. ~ 3865 Jer 31:8 | lammen, zwangeren en barenden te      zamen; met een grote 3866 Jer 31:13 | de jongelingen en ouden te zamen; want Ik zal hunlieder 3867 Jer 31:15 | kinderen; zij weigert zich te laten troosten over haar 3868 Jer 31:24 | mitsgaders al zijn steden, zullen te zamen daarin wonen; de akkerlieden, 3869 Jer 31:28 | hen gewaakt heb, om uit te rukken, en af te breken, 3870 Jer 31:28 | om uit te rukken, en af te breken, en te verstoren, 3871 Jer 31:28 | rukken, en af te breken, en te verstoren, en te verderven, 3872 Jer 31:28 | breken, en te verstoren, en te verderven, en kwaad aan 3873 Jer 31:28 | verderven, en kwaad aan te doen; alzo zal Ik over hen 3874 Jer 31:28 | over hen waken,      om te bouwen en te planten, spreekt 3875 Jer 31:28 | waken,      om te bouwen en te planten, spreekt de HEERE. ~ 3876 Jer 31:32 | om hen uit Egypteland uit te voeren, welk Mijn verbond 3877 Jer 32:7 | het recht van lossing, om te kopen. ~ 3878 Jer 32:17 | uitgestrekten arm; geen ding is U te wonderlijk. ~ 3879 Jer 32:19 | mensenkinderen, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, en 3880 Jer 32:20 | Naam gemaakt, als Hij is te dezen dage! ~ 3881 Jer 32:22 | vaderen gezworen hadt hun te zullen geven, een land vloeiende 3882 Jer 32:23 | Gij      hun geboden hadt te doen; dies hebt Gij hun 3883 Jer 32:24 | gekomen aan de stad, om die in te nemen, en de stad is gegeven 3884 Jer 32:27 | vlees; zou Mij enig ding te wonderlijk zijn? ~ 3885 Jer 32:29 | geofferd hebben, om Mij te vertoornen. ~ 3886 Jer 32:32 | zij gedaan hebben om Mij te vertoornen, zij, hun koningen, 3887 Jer 32:33 | hoorden zij niet, om tucht aan te nemen; ~ 3888 Jer 32:34 | Naam genoemd is, om dat te verontreinigen. ~ 3889 Jer 32:35 | den Molech door het vuur te laten gaan; hetwelk Ik hun      3890 Jer 32:39 | enerlei weg geven, om Mij te vrezen al de dagen, hun 3891 Jer 33:5 | zijn er wel ingekomen, om te strijden tegen de Chaldeen, 3892 Jer 33:5 | Chaldeen, maar het is om die te vullen met dode lichamen 3893 Jer 33:15 | 15      In die dagen, en te dier tijd zal Ik David een 3894 Jer 34:3 | mond spreken, en gij zult te Babel komen. ~ 3895 Jer 34:6 | Zedekia, den koning van Juda, te Jeruzalem. ~ 3896 Jer 34:8 | met het ganse volk, dat te Jeruzalem was, om vrijheid 3897 Jer 34:8 | om vrijheid voor hen uit te      roepen. ~ 3898 Jer 34:16 | ondergebracht, om ulieden te wezen tot knechten en tot 3899 Jer 34:17 | gehoord, om vrijheid uit te roepen, een iegelijk voor 3900 Jer 34:21 | dergenen, die hun ziel zoeken, te weten, in de hand van het 3901 Jer 35:2 | kameren, en geef hun wijn te drinken. ~ 3902 Jer 35:11 | der Syriers; alzo zijn wij te Jeruzalem gebleven. ~ 3903 Jer 35:15 | op zijnde en zendende, om te zeggen: Bekeert u toch, 3904 Jer 35:15 | andere goden niet na, om hen te dienen, zo zult gij in het 3905 Jer 36:3 | kwaad, dat Ik hun gedenk te doen; opdat zij zich bekeren, 3906 Jer 36:9 | uitriepen,      allen volke te Jeruzalem, mitsgaders allen 3907 Jer 36:9 | die uit de steden van Juda te Jeruzalem kwamen. ~ 3908 Jer 36:14 | van Cuschi, tot Baruch, om te zeggen: De rol, waarin gij 3909 Jer 36:21 | koning Jehudi, om de rol te halen; en hij haalde ze 3910 Jer 36:26 | den profeet      Jeremia te vangen. Maar de HEERE had 3911 Jer 37:3 | den profeet Jeremia, om te zeggen: Bid toch voor ons 3912 Jer 37:7 | Mij gezonden heeft, om Mij te vragen: Ziet, Farao's heir, 3913 Jer 37:12 | uit Jeruzalem uitging, om te gaan in het land van Benjamin, 3914 Jer 37:12 | van Benjamin, om van daar te scheiden door het midden 3915 Jer 38:21 | Maar indien gij weigert uit te gaan, zo is dit het woord, 3916 Jer 38:26 | Jonathans huis, om aldaar te sterven. ~ 3917 Jer 39:6 | slachtte de zonen van Zedekia te Ribla voor zijn ogen; ook 3918 Jer 39:7 | ketenen, om hem naar Babel te voeren. ~ 3919 Jer 39:10 | van Juda; en hij gaf hun te dien dage wijngaarden      3920 Jer 39:16 | ten goede; en zij zullen te dien dage voor uw aangezicht 3921 Jer 39:17 | 17      Maar Ik zal u te dien dage redden, spreekt 3922 Jer 40:4 | ogen met mij naar Babel te komen, zo kom, en ik zal 3923 Jer 40:4 | ogen met mij naar Babel te komen, zo laat het; zie, 3924 Jer 40:4 | goed en recht in uw ogen is te      gaan, ga daar. ~ 3925 Jer 40:5 | het in uw ogen recht is te gaan, ga er henen. En de 3926 Jer 40:6 | Gedalia, den zoon van Ahikam, te Mizpa; en hij woonde bij 3927 Jer 40:8 | Zo kwamen zij tot Gedalia te Mizpa, namelijk, Ismael, 3928 Jer 40:9 | Vreest niet van de Chaldeen te dienen; blijft in het land, 3929 Jer 40:10 | 10      En ziet, ik woon te Mizpa, om te staan voor 3930 Jer 40:10 | ziet, ik woon te Mizpa, om te staan voor het aangezicht 3931 Jer 40:12 | land van Juda tot Gedalia te Mizpa; en zij verzamelden 3932 Jer 40:13 | waren, kwamen tot Gedalia te Mizpa; ~ 3933 Jer 40:14 | heeft, om u aan het leven te slaan? Maar Gedalia, de      3934 Jer 40:15 | Gedalia, in het verborgene, te Mizpa, zeggende: Laat mij 3935 Jer 41:1 | de oversten des konings, te weten tien mannen,      3936 Jer 41:1 | Gedalia, den zoon van Ahikam, te Mizpa; en zij aten aldaar 3937 Jer 41:1 | en zij aten aldaar brood te zamen, te Mizpa. ~ 3938 Jer 41:1 | aten aldaar brood te zamen, te Mizpa. ~ 3939 Jer 41:3 | hem, namelijk met Gedalia, te Mizpa waren, en de Chaldeen, 3940 Jer 41:5 | om ten huize des HEEREN te brengen. ~ 3941 Jer 41:10 | overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, 3942 Jer 41:10 | Mizpa was, gevankelijk, te weten des konings dochteren, 3943 Jer 41:10 | dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, 3944 Jer 41:10 | toog henen, om      over te gaan tot de kinderen Ammons. ~ 3945 Jer 41:12 | den zoon van Nethanja, te strijden; en zij vonden 3946 Jer 41:16 | van Ahikam, geslagen had) te weten de mannen, die krijgslieden 3947 Jer 41:17 | henen, en sloegen zich neder te Geruth-Chimham, dat bij 3948 Jer 41:17 | bij Bethlehem is, om voort te trekken, dat zij in Egypte 3949 Jer 42:9 | voor Zijn aangezicht neder te werpen: ~ 3950 Jer 42:11 | Ik zal met u zijn, om u te behouden en u      van zijn 3951 Jer 42:11 | en u      van zijn hand te redden. ~ 3952 Jer 42:15 | stellen om in      Egypte te gaan, en zult henen ingaan, 3953 Jer 42:15 | aldaar als vreemdelingen te verkeren; ~ 3954 Jer 42:17 | aangezichten stellen, om in Egypte te gaan, om aldaar als vreemdelingen 3955 Jer 42:17 | aldaar als vreemdelingen te verkeren; zij zullen sterven 3956 Jer 42:22 | het u gelust heeft henen te gaan, om aldaar als vreemdelingen      3957 Jer 42:22 | aldaar als vreemdelingen      te verkeren. ~  ~ 3958 Jer 43:1 | geeindigd had tot het ganse volk te spreken al de woorden des 3959 Jer 43:1 | tot hen gezonden      had, te weten al die woorden, ~ 3960 Jer 43:2 | u niet      gezonden, om te zeggen: Gijlieden zult niet 3961 Jer 43:2 | aldaar als vreemdelingen te verkeren. ~ 3962 Jer 43:4 | om in het land van Juda te blijven. ~ 3963 Jer 43:5 | om in het land van Juda te wonen; ~ 3964 Jer 43:8 | HEEREN woord tot Jeremia te Tachpanhes, zeggende: ~ 3965 Jer 43:9 | de deur van Farao's huis te Tachpanhes is, voor de ogen 3966 Jer 44:1 | Egypteland woonden, die te Migdol woonden, en te Tachpanhes, 3967 Jer 44:1 | die te Migdol woonden, en te Tachpanhes, en te Nof, en 3968 Jer 44:1 | woonden, en te Tachpanhes, en te Nof, en in het land Pathros, 3969 Jer 44:2 | zijn een      woestheid te deze dage, en niemand woont 3970 Jer 44:3 | zij gedaan hebben, om Mij te tergen, gaande om te roken 3971 Jer 44:3 | Mij te tergen, gaande om te roken en andere goden te 3972 Jer 44:3 | te roken en andere goden te dienen, die zij niet kenden, 3973 Jer 44:4 | op zijnde en zendende, om te zeggen: Doet toch deze gruwelijke 3974 Jer 44:5 | om zich van hun boosheid te bekeren, dat zij anderen 3975 Jer 44:6 | geworden zijn, gelijk het is te dezen dage. ~ 3976 Jer 44:8 | om daar als vreemdeling te verkeren; opdat gij uzelven      3977 Jer 44:11 | kwade, en om gans Juda uit te roeien. ~ 3978 Jer 44:12 | hebben, om in Egypteland te gaan, om aldaar als vreemdelingen 3979 Jer 44:12 | aldaar als vreemdelingen te verkeren; en zij zullen 3980 Jer 44:14 | aldaar als vreemdelingen te verkeren, geen zal hebben, 3981 Jer 44:14 | ontkome, of overblijve; te weten om weder te      keren 3982 Jer 44:14 | overblijve; te weten om weder te      keren in het land van 3983 Jer 44:14 | hun ziel verlangt weder te keren, om aldaar te wonen; 3984 Jer 44:14 | weder te keren, om aldaar te wonen; maar zij zullen er 3985 Jer 44:18 | aan Melecheth des hemels te roken, en haar drankofferen 3986 Jer 44:18 | roken, en haar drankofferen te offeren, hebben wij van 3987 Jer 44:19 | gebeelde koeken, om haar af te beelden, en offeren wij 3988 Jer 44:22 | in woont, gelijk het is te dezen dage; ~ 3989 Jer 44:23 | wedervaren, gelijk het is te dezen dage. ~ 3990 Jer 44:28 | aldaar als vreemdelingen te verkeren, zullen weten, 3991 Jer 46:12 | tegen held, zij zijn beiden te zamen gevallen. ~ 3992 Jer 46:13 | van Babel, om Egypteland te slaan. ~ 3993 Jer 46:14 | Egypte, en doet het horen te Migdol; doet het ook horen 3994 Jer 46:14 | Migdol; doet het ook horen te Nof en Tachpanhes; zegt: 3995 Jer 46:21 | zich ook gewend, zij zijn te zamen gevlucht, zij hebben 3996 Jer 46:23 | HEERE, hoewel het niet is te onderzoeken; want zij zijn 3997 Jer 47:4 | komt om alle Filistijnen te verstoren, om Tyrus en Sidon 3998 Jer 47:4 | overgeblevenen helper af te snijden; want de HEERE zal 3999 Jer 48:7 | priesteren en zijn vorsten te zamen. ~ 4000 Jer 48:16 | Moabs verderf is nabij om te komen, en zijn kwaad haast


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6026

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License