Book Chapter: Verse
1 Gen 20:18 | den jongen op, en houd hem vast met uwe hand; want Ik zal
2 Gen 21:13 | in de verwarde struiken vast met zijn hoornen; en Abraham
3 Exo 10:24 | schapen en uw runderen zullen vast blijven; ook zullen uw kinderkens
4 Exo 14:13 | volk: Vreest niet, staat vast, en ziet het heil des HEEREN,
5 Num 13:28 | woont, en de steden zijn vast, en zeer groot; en ook hebben
6 Num 21:24 | der kinderen Ammons was vast. ~
7 Num 24:21 | en zeide: Uw woning is vast, en gij hebt uw nest in
8 Deu 12:23 | 23 Alleen houdt vast, dat gij het bloed niet
9 Ric 4:21 | hoofds, dat hij in de aarde vast werd; hij nu was met een
10 Ric 15:14 | 14 En zij maakte ze vast met een pin, en zeide tot
11 1Sa 23:23 | komt dan weder tot mij met vast bescheid, zo zal ik met
12 2Sa 7:16 | aangezicht; uw stoel zal vast zijn tot in eeuwigheid. ~
13 2Sa 13:19 | hand op haar hoofd, en ging vast henen en kreet. ~
14 2Sa 18:9 | eik, zo werd zijn hoofd vast aan den eik, dat hij hangen
15 1Kon 6:10| hoogte; en hij voegde ze vast aan dat huis met cederenhout. ~
16 2Kon 8:11| gezicht staande, en zette het vast tot schamens toe; en de
17 1Kro 17:14| eeuwigheid; en zijn stoel zal vast zijn tot in eeuwigheid. ~
18 2Kro 10:18| van goud, aan den troon vast zijnde, en leuningen aan
19 2Kro 24:13| gestaltenis, en maakten het vast. ~
20 Neh 9:38 | dit alles maken wij een vast verbond en schrijven het;
21 Job 2:3 | kwaad; en hij houdt nog vast aan zijn oprechtigheid,
22 Job 2:9 | huisvrouw tot hem: Houdt gij nog vast aan uw oprechtigheid? Zegen
23 Job 11:15 | uit de gebreken, en zult vast wezen, en niet vrezen. ~
24 Job 26:9 | het vlakke Zijns troons vast; Hij spreidt Zijn wolk daarover. ~
25 Job 36:8 | gebonden zijnde in boeien, vast gehouden worden met banden
26 Job 36:17 | gericht en het recht houden u vast. ~
27 Job 36:51 | hemelen uitgespannen, die vast zijn, als een gegoten spiegel? ~
28 Job 39:13 | Zijn beenderen zijn als vast koper; zijn gebeenten zijn
29 Job 40:14 | kleven samen; elkeen is vast in hem, het wordt niet bewogen. ~
30 Job 40:15 | 15 Zijn hart is vast gelijk een steen; ja, vast
31 Job 40:15 | vast gelijk een steen; ja, vast gelijk een deel van den
32 Psa 31:3 | Rotssteen, tot een zeer vast Huis, om mij te behouden. ~
33 Psa 40:6 | immers is een ieder mens, hoe vast hij staat, enkel ijdelheid.
34 Psa 89:22 | 22 Met welken Mijn hand vast blijven zal; ook zal hem
35 Psa 89:29 | en Mijn verbond zal hem vast blijven. ~
36 Psa 112:7 | vrezen; Nun. zijn hart is vast, betrouwende op den HEERE. ~
37 Psa 119:31 | 31 Ik kleef vast aan Uw getuigenissen; o
38 Psa 119:133| 133 Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen
39 Spre 4:4 | hart houde mijn woorden vast, onderhoud mijn geboden,
40 Spre 5:5 | haar treden houden de hel vast. ~
41 Spre 10:5 | zoon; maar die in den oogst vast slaapt, is een zoon die
42 Spre 11:16| aangename huisvrouw houdt de eer vast, gelijk de geweldigen den
43 Spre 21:29| oprechte, die maakt zijn weg vast. ~
44 Spre 24:5 | wetenschap maakt de kracht vast. ~
45 Pred 2:3 | wijsheid) en om de dwaasheid vast te houden, totdat ik zou
46 Hoo 3:4 | liefheeft; ik hield Hem vast, en liet Hem niet gaan,
47 Jes 28:16 | kostelijken hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft,
48 Jes 28:22 | verdelging, ja, een, die vast besloten is over het
49 Jes 35:3 | stelt de struikelende knieen vast. ~
50 Jes 41:7 | daarna maakt hij het vast met nagelen, dat het niet
51 Jes 54:2 | lang, en steek uw pinnen vast in. ~
52 Jes 59:3 | dage, wanneer gijlieden vast, zo vindt gij uw lust, en
53 Jes 59:4 | Ziet, tot twist en gekijf vast gijlieden, en om goddelooslijk
54 Jes 59:4 | goddelooslijk met de vuist te slaan; vast niet gelijk heden, om uw
55 Jer 8:5 | altoosdurende afkering? Zij houden vast aan bedrog, zij weigeren
56 Jer 50:33 | gevangen hadden, hebben hen vast gehouden; zij hebben
57 Jer 51:29 | des HEEREN gedachten staat vast tegen Babel, om Babels land
58 Jer 51:53 | hemel op, en al maakte zij vast de hoogte harer sterkte,
59 Eze 16:7 | sierlijkheid; uw borsten zijn vast geworden, en uw haar
60 Eze 36:35 | en verstoorde steden zijn vast en bewoond. ~
61 Dan 11:17 | verderven, maar zij zal niet vast staan, en zij zal voor hem
62 Matt 6:16| 16 En wanneer gij vast, toont geen droevig gezicht,
63 Matt 6:17| 17 Maar gij, als gij vast, zalft uw hoofd, en wast
64 Matt 6:18| niet gezien worde, als gij vast, maar van uw Vader, Die
65 Mark 3:21| gingen zij uit, om Hem vast te houden; want zij zeiden:
66 Luk 18:12 | 12 Ik vast tweemaal per week; ik geef
67 Hand 3:7 | werden zijn voeten en enkelen vast. ~
68 Rom 4:16 | zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen
69 Rom 9:11 | dat naar de verkiezing is, vast bleve, niet uit de werken,
70 Rom 14:4 | want God is machtig hem vast te stellen. ~
71 1Kor 7:37| 37 Doch die vast staat in zijn hart, geen
72 2Kor 1:7 | 7 En onze hoop van u is vast, als die weten, dat, gelijk
73 Kol 1:23 | het geloof, gefondeerd en vast, en niet bewogen wordt van
74 1The 3:8 | nu leven wij, indien gij vast staat in den Heere. ~
75 2The 2:15| Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen,
76 Heb 2:2 | door de engelen gesproken, vast is geweest, en alle overtreding
77 Heb 3:6 | der hoop tot het einde toe vast behouden. ~
78 Heb 3:14 | grond tot het einde toe vast behouden; ~
79 Heb 6:18 | om de voorgestelde hoop vast te houden; ~
80 Heb 6:19 | der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste
81 Heb 9:17 | 17 Want een testament is vast in de doden, dewijl het
82 Heb 10:23 | onwankelbare belijdenis der hoop vast houden; (want Die het beloofd
83 Heb 11:27 | konings; want hij hield zich vast, als ziende den Onzienlijke. ~
84 Heb 12:28 | ontvangen, laat ons de genade vast houden, door dewelke wij
85 1Pet 5:9 | 9 Denwelken wederstaat, vast zijnde in het geloof, wetende,
86 2Pet 1:10| uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende
87 2Pet 1:19| profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat
|