Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hoeveel 38
hoevele 6
hoeven 5
hoewel 87
hoezeer 2
hof 41
hofmeester 13
Frequency    [«  »]
88 linnen
88 zalig
87 alleenlijk
87 hoewel
87 kind
87 lammeren
87 tabernakel

Bijbel

IntraText - Concordances

hoewel

   Book Chapter: Verse
1 Gen 17:27 | te spreken tot den Heere, hoewel ik stof en as ben! ~ 2 Gen 44:14 | op het hoofd van Efraim, hoewel hij de minste was, en zijn 3 Exo 13:17 | het land der Filistijnen, hoewel die nader was; want God 4 Num 5:14 | over zijn huisvrouw ijvert, hoewel zij niet onrein geworden 5 Num 11:26 | onder de aangeschrevenen, hoewel zij tot de tent niet uitgegaan 6 Joz 23:17 | gereinigd zijn tot op dezen dag, hoewel de plaag in de vergadering 7 Ric 17:29 | aan Israel geboren was; hoewel de naam dezer stad te voren 8 Rut 2:13 | dienstmaagd gesproken hebt, hoewel ik niet ben, gelijk een 9 2Sa 4:10 | en te Ziklag gedood heb, hoewel hij meende, dat ik hem bodenloon 10 2Sa 16:6 | knechten van den koning David, hoewel al het volk en al de helden 11 2Sa 23:5 | 5 Hoewel mijn huis alzo niet is bij 12 2Sa 23:5 | mijn heil, en alle lust, hoewel Hij het nog niet doet uitspruiten. ~ 13 1Kon 2:15| dat ik koning zijn zou; hoewel het koninkrijk omgewend 14 1Kon 2:28| zich gewend achter Adonia, hoewel hij zich niet had gewend 15 2Kro 24:24| 24 Hoewel de heirkracht van Syrie 16 2Kro 28:13| zonden en tot onze schulden, hoewel wij vele schulden hebben, 17 2Kro 30:19| zijner vaderen, te zoeken, hoewel niet naar de reinigheid 18 2Kro 33:17| offerde nog op de hoogten, hoewel aan den HEERE, hun God. ~ 19 Neh 13:2 | hadden, om hen te vloeken, hoewel onze God den vloek omkeerde 20 Neh 13:26 | Israel, daarin gezondigd, hoewel er onder vele heidenen geen 21 Job 2:3 | aan zijn oprechtigheid, hoewel gij Mij tegen hem opgehitst 22 Job 4:18 | zou Hij niet vertrouwen; hoewel Hij in Zijn engelen klaarheid 23 Job 8:12 | in zijn groenigheid is, hoewel het niet afgesneden wordt, 24 Job 10:8 | handen doen mij smart aan, hoewel zij mij gemaakt hebben, 25 Job 11:12 | man kloekzinnig worden; hoewel de mens als het veulen eens 26 Psa 44:20 | 20 Hoewel Gij ons verpletterd hebt 27 Psa 49:19 | 19 Hoewel hij zijn ziel in zijn leven 28 Psa 71:15 | den gansen dag Uw heil; hoewel ik de getallen niet weet. ~ 29 Psa 99:8 | geweest een vergevend God, hoewel wraak doende over hun daden. ~ 30 Spre 29:19| niet getuchtigd worden; hoewel hij u verstaat, nochtans 31 Pred 8:12| 12      Hoewel een zondaar honderd maal 32 Pred 9:16| Wijsheid is beter dan kracht, hoewel de wijsheid des armen veracht, 33 Jes 10:7 | 7      Hoewel hij het zo niet meent, en 34 Jes 17:9 | der kinderen Israels wil, hoewel daar verwoesting zal wezen. ~ 35 Jes 45:4 | uw naam, Ik noemde u toe, hoewel gij Mij niet kendet. ~ 36 Jes 45:5 | geen God; Ik zal u gorden, hoewel gij Mij niet kent. ~ 37 Jes 54:6 | de huisvrouw der jeugd, hoewel gij versmaad zijt geweest, 38 Jes 59:2 | 2      Hoewel zij Mij dagelijks zoeken, 39 Jer 2:11 | volk de goden veranderd, hoewel dezelve geen goden zijn? 40 Jer 14:7 | 7      Hoewel onze ongerechtigheden tegen 41 Jer 31:32 | vernietigd hebben,      hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt 42 Jer 32:33 | en niet het aangezicht; hoewel Ik hen leerde, vroeg op 43 Jer 36:25 | 25      Hoewel ook Elnathan, en Delaja, 44 Jer 46:23 | afgehouwen, spreekt de HEERE, hoewel het niet is te onderzoeken; 45 Jer 51:5 | den HEERE der heirscharen (hoewel hunlieder land vol van schuld 46 Eze 2:6 | vrees niet voor hun woorden, hoewel wederwilligen en doornen 47 Eze 8:18 | en Ik zal niet sparen; hoewel zij voor Mijn oren met luider 48 Eze 11:16 | Zo zegt de Heere HEERE: Hoewel Ik hen verre onder de heidenen 49 Eze 11:16 | heidenen weggedaan heb, en hoewel Ik hen in de landen verstrooid 50 Eze 12:3 | misschien zullen zij het merken, hoewel zij een wederspannig huis 51 Eze 12:13 | ook zal hij dat niet zien, hoewel      hij daar sterven zal. ~ 52 Zac 9:2 | bepalen; Tyrus en Sidon, hoewel zij zeer wijs is; ~ 53 Mal 2:15 | Hij niet maar een gemaakt, hoewel Hij des geestes overig had? 54 Matt 26:60| 60 En hoewel er vele valse getuigen toegekomen 55 Luk 11:8 | 8 Ik zeg ulieden: Hoewel hij niet zou opstaan en 56 Luk 18:4 | zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen 57 Luk 18:7 | en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen? ~ 58 Joha 4:2 | 2 (Hoewel Jezus zelf niet doopte, 59 Joha 8:14| antwoordde, en zeide tot hen: Hoewel Ik van Mijzelven getuig, 60 Joha 12:37| 37 En hoewel Hij zovele tekenen voor 61 Joha 21:11| honderd drie en vijftig; en hoewel er zovele waren, zo scheurde 62 Hand 8:17| 17 Hoewel Hij nochtans Zichzelven 63 Hand 11:27| tasten en vinden mochten; hoewel Hij niet verre is van een 64 1Kor 8:5 | 5 Want hoewel er ook zijn, die goden genaamd 65 2Kor 4:16| vertragen wij niet; maar hoewel onze uitwendige mens verdorven 66 2Kor 7:8 | 8 Want hoewel ik u in den zendbrief bedroefd 67 2Kor 7:8 | heb, het berouwt mij niet, hoewel het mij berouwd heeft; want 68 2Kor 7:8 | dat dezelve zendbrief, hoewel voor een kleinen tijd, u 69 2Kor 7:12| 12 Hoewel ik dan aan u geschreven 70 2Kor 12:11| uitnemendste apostelen, hoewel ik niets ben. ~ 71 2Kor 12:15| ten koste gegeven worden; hoewel ik, u overvloediger beminnende, 72 2Kor 13:4 | 4 Want hoewel Hij gekruist is door zwakheid, 73 Gal 4:1 | niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles; ~ 74 Fili 3:4 | 4 Hoewel ik heb, dat ik ook in het 75 Kol 2:5 | 5 Want hoewel ik met het vlees van u ben, 76 1The 2:2 | 2 Maar, hoewel wij te voren geleden hadden, 77 1The 2:6 | van u, noch van anderen; hoewel wij u tot last konden zijn 78 File 1:8 | 8 Daarom, hoewel ik grote vrijmoedigheid 79 Heb 4:3 | zullen ingaan in Mijn rust! hoewel Zijn werken van de grondlegging 80 Heb 5:8 | 8 Hoewel Hij de Zoon was, nochtans 81 Heb 6:9 | met de zaligheid gevoegd, hoewel wij alzo spreken. ~ 82 Heb 7:5 | dat is, van hun broederen, hoewel die uit de lenden van Abraham 83 Heb 12:17 | geen plaats des berouws, hoewel hij dezelve met tranen zocht. ~ 84 Jako 3:4 | 4 Ziet ook de schepen, hoewel zij zo groot zijn, en van 85 1Pet 1:8 | liefhebt, in Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, 86 2Pet 1:12| altijd daarvan te vermanen, hoewel gij het weet, en in de tegenwoordige 87 Open 17:8 | beest, dat was en niet is, hoewel het is. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License