Book Chapter: Verse
1 Gen 4:17 | stad, en noemde den naam dier stad naar den naam zijns
2 Gen 18:4 | legden, zo hebben de mannen dier stad, de mannen van Sodom,
3 Gen 18:29 | omkering, in het omkeren dier steden, in welke Lot gewoond
4 Gen 24:33 | Seba; daarom is de naam dier stad Ber-seba, tot op dezen
5 Gen 26:11 | en hij nam van de stenen dier plaats, en maakte zijn hoofdpeluw,
6 Gen 26:19 | 19 En hij noemde den naam dier plaats Beth-El; daar toch
7 Gen 26:19 | Beth-El; daar toch de naam dier stad te voren was Luz. ~
8 Gen 27:22 | verzamelde Laban al de mannen dier plaats, en maakte een maaltijd. ~
9 Gen 29:30 | En Jakob noemde den naam dier plaats Pniel: Want, zeide
10 Gen 30:17 | daarom noemde hij den naam dier plaats Sukkoth. ~
11 Gen 32:15 | En Jakob noemde den naam dier plaats, alwaar God met hem
12 Gen 34:20 | zullen zeggen: een boos dier heeft hem opgegeten; zo
13 Gen 34:33 | mijns zoons rok! een boos dier heeft hem opgegeten! voorzeker
14 Exo 17:7 | 7 En hij noemde den naam dier plaats Massa en Meriba,
15 Num 11:3 | Daarom noemde hij den naam dier plaats Thab-era, omdat het
16 Num 21:3 | en hij noemde den naam dier plaats Horma. ~
17 Num 22:4 | groente des velds oplikt. Te dier tijd nu was Balak, de zoon
18 Deu 1:18 | 18 Alzo gebood ik u te dier tijd alle zaken, die gij
19 Deu 2:34 | 34 En wij namen te dier tijd al zijn steden in,
20 Deu 3:4 | 4 En wij namen te dier tijd al zijn steden; er
21 Deu 3:8 | 8 Zo namen wij te dier tijd het land uit de hand
22 Deu 3:12 | Ditzelfde land nu namen wij te dier tijd in bezit; van Aroer
23 Deu 5:5 | 5 (Ik stond te dier tijd tussen den HEERE en
24 Joz 5:2 | 2 Te dier tijd sprak de HEERE tot
25 Joz 5:9 | daarom noemde men den naam dier plaats Gilgal, tot op dezen
26 Joz 7:26 | Daarom noemde men den naam dier plaats het dal van Achor,
27 Joz 11:21 | 21 Te dier tijde nu kwam Jozua, en
28 Ric 2:5 | Daarom noemden zij den naam dier plaats Bochim; en zij offerden
29 Ric 3:29 | sloegen de Moabieten te dier tijd, omtrent tien duizend
30 Ric 4:4 | Lappidoth, deze richtte te dier tijd Israel. ~
31 Ric 7:16 | 16 En hij nam de oudsten dier stad, en doornen der woestijn,
32 Ric 11:6 | veren van de Jordaan, dat te dier tijd van Efraim vielen twee
33 Ric 13:4 | Filistijnen heersten te dier tijd over Israel. ~
34 Ric 20:24 | togen de kinderen Israels te dier tijd van daar, een iegelijk
35 1Sa 2:13 | 13 Want de wijze dier priesters met het volk was,
36 1Sa 5:9 | want Hij sloeg de lieden dier stad van den kleine tot
37 1Kon 1:41| zeide: Waarom is het geroep dier stad, die in roer is? ~
38 1Kon 7:39| 39 En hij zette vijf dier stellingen aan de rechterzijde
39 1Kon 11:29| 29 Het geschiedde nu te dier tijd, als Jerobeam uit Jeruzalem
40 2Kon 20:16| 16 Te dier tijd sneed Hizkia het goud
41 2Kon 22:12| 12 Te dier tijd zond Berodach Baladan
42 2Kon 26:10| 10 Te dier tijd togen de knechten van
43 1Kro 12:22| 22 Want er kwamen er te dier tijd dag bij dag tot David,
44 1Kro 22:29| des brandoffers, was te dier tijd op de hoogte te Gibeon. ~
45 2Kro 14:18| kinderen Israels vernederd te dier tijd; maar de kinderen van
46 2Kro 21:29| Gods over alle koninkrijken dier landen, als zij hoorden,
47 2Kro 32:13| Hebben de goden van de natien dier landen hun land enigszins
48 Ezra 5:3 | 3 Te dier tijd kwam tot hen Thathnai,
49 Neh 2:12 | te doen; en er was geen dier met mij, dan het dier, waarop
50 Neh 2:12 | geen dier met mij, dan het dier, waarop ik reed. ~
51 Neh 2:14 | was geen plaats voor het dier, om onder mij voort te gaan. ~
52 Neh 4:22 | 22 Ook zeide ik te dier tijd tot het volk: Een iegelijk
53 Jer 3:17 | 17 Te dier tijd zullen zij Jeruzalem
54 Jer 4:9 | 9 En het zal te dier tijd geschieden, spreekt
55 Jer 4:11 | 11 Te dier tijd zal tot dit volk en
56 Jer 33:15 | In die dagen, en te dier tijd zal Ik David een SPRUIT
57 Jer 50:20 | In die dagen en te dier tijd, spreekt de HEERE,
58 Eze 10:15 | omhoog; dit was hetzelfde dier, dat ik bij de rivier Chebar
59 Eze 10:20 | 20 Dit is het dier, dat ik zag onder den Gods
60 Dan 3:7 | 7 Daarom te dier tijd, als al die volken
61 Dan 7:5 | Daarna, ziet, het andere dier, het tweede, was gelijk
62 Dan 7:6 | en ziet, er was een ander dier, gelijk een luipaard, en
63 Dan 7:6 | zijn rug; ook had hetzelve dier vier hoofden, en aan hetzelve
64 Dan 7:7 | nachtgezichten, en ziet, het vierde dier was schrikkelijk en gruwelijk,
65 Dan 7:11 | ik zag toe, totdat het dier gedood, en zijn lichaam
66 Dan 7:19 | waarheid van het vierde dier, hetwelk verscheiden was
67 Dan 7:23 | zeide aldus: Het vierde dier zal het vierde rijk op aarde
68 Dan 12:1 | 1 En te dier tijd zal Michael opstaan,
69 Dan 12:1 | dienzelven tijd toe; en te dier tijd zal uw volk verlost
70 Joe 3:1 | ziet, in die dagen en te dier tijd, als Ik de gevangenis
71 Amos 5:13| Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal
72 Mic 3:4 | maar zal Zijn aangezicht te dier tijd voor hen verbergen,
73 Zep 3:20 | 20 Te dier tijd zal Ik ulieden herwaarts
74 Zac 8:5 | 5 En de straten dier stad zullen vervuld worden
75 Matt 24:29| terstond na de verdrukking dier dagen, zal de zon verduisterd
76 Luk 5:12 | geschiedde, als Hij in een dier steden was, ziet, er was
77 Luk 5:17 | En het geschiedde in een dier dagen, dat Hij leerde, en
78 Luk 10:21 | 21 Te dier ure verheugde Zich Jezus
79 2Pet 2:16| want het jukdragende stomme dier, sprekende met mensenstem,
80 Open 4:7 | 7 En het eerste dier was een leeuw gelijk, en
81 Open 4:7 | leeuw gelijk, en het tweede dier een kalf gelijk, en het
82 Open 4:7 | kalf gelijk, en het derde dier had het aangezicht als een
83 Open 4:7 | een mens, en het vierde dier was een vliegenden arend
84 Open 6:3 | had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom en zie! ~
85 Open 6:5 | had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie! En ik
86 Open 6:7 | een stem van het vierde dier, die zeide: Kom en zie! ~
|