Book Chapter: Verse
1 Gen 29:23 | ze, en deed hen over die beek trekken; en hij deed overtrekken
2 Num 21:12 | en legerden zich bij de beek Zered. ~
3 Deu 2:13 | maakt u op, en trekt over de beek Zered. Alzo trokken wij
4 Deu 2:13 | Alzo trokken wij over de beek Zered. ~
5 Deu 2:14 | Kades-Barnea, totdat wij over de beek Zered getogen zijn, waren
6 Deu 2:24 | reist heen, en gaat over de beek Arnon; ziet, Ik heb Sihon,
7 Deu 2:36 | af, dat aan den oever der beek Arnon is, en de stad, die
8 Deu 2:36 | en de stad, die aan de beek is, ook tot Gilead toe,
9 Deu 2:37 | tot de ganse streek der beek Jabbok, noch tot de steden
10 Deu 3:8 | de Jordaan waren, van de beek Arnon tot den berg Hermon
11 Deu 3:12 | van Aroer af, dat aan de beek Arnon is, en de helft van
12 Deu 3:16 | van Gilead af tot aan de beek Arnon, het midden van de
13 Deu 3:16 | Arnon, het midden van de beek en de landpale; en tot aan
14 Deu 3:16 | landpale; en tot aan de beek Jabbok, de landpale der
15 Deu 4:48 | af, dat aan den oever der beek Arnon is, tot aan den berg
16 Deu 9:21 | zijn stof wierp ik in de beek, die van den berg afvliet. ~
17 Joz 12:1 | den opgang der zon; van de beek Arnon af tot den berg Hermon,
18 Joz 12:2 | welke aan den oever der beek Arnon is, en over het midden
19 Joz 12:2 | en over het midden der beek en de helft van Gilead,
20 Joz 12:2 | van Gilead, en tot aan de beek Jabbok, de landpale der
21 Joz 13:9 | aan, die aan den oever der beek Arnon is, en de stad, die
22 Joz 13:9 | stad, die in het midden der beek is, en al het vlakke land
23 Joz 13:16 | af, dat aan den oever der beek Arnon is, en de stad, die
24 Joz 13:16 | stad, die in het midden der beek is, en al het vlakke land
25 Joz 15:4 | Azmon, en komt uit aan de beek van Egypte; en de uitgangen
26 Joz 15:7 | die aan het zuiden der beek is. Daarna zal deze landpale
27 Joz 16:8 | landpale westwaarts naar de beek Kana, en haar uitgangen
28 Joz 17:9 | komt de landpale af naar de beek Kana tegen het zuiden der
29 Joz 17:9 | Kana tegen het zuiden der beek. Deze steden zijn van Efraim
30 Joz 17:9 | Manasse is aan het noorden der beek, en haar uitgangen zijn
31 Joz 19:11 | Dabbaseth, en reikt tot aan de beek, die voor aan Jokneam is. ~
32 Ric 4:7 | 7 En Ik zal aan de beek Kison tot u trekken Sisera,
33 Ric 4:13 | Haroseth der heidenen tot de beek Kison. ~
34 Ric 4:45 | 21 De beek Kison wentelde hen weg,
35 Ric 4:45 | Kison wentelde hen weg, de beek Kedumin, de beek Kison;
36 Ric 4:45 | weg, de beek Kedumin, de beek Kison; vertreed, o mijn
37 Ric 15:4 | vrouw lief kreeg, aan de beek Sorek, welker naam was Delila. ~
38 1Sa 17:40 | vijf gladde stenen uit de beek, en legde ze in de herderstas,
39 1Sa 30:9 | en als zij kwamen aan de beek Besor, zo bleven de overigen
40 1Sa 30:10 | moede waren, dat zij over de beek Besor niet konden gaan. ~
41 1Sa 30:21 | navolgen, en die zij aan de beek Besor hadden laten blijven,
42 2Sa 15:23 | ook ging de koning over de beek Kidron, en al het volk ging
43 2Sa 17:13 | wij zullen ze tot in de beek nedertrekken, totdat ook
44 2Sa 24:5 | in het midden is van de beek van Gad, en aan Jaezer. ~
45 1Kon 2:37| uitgaan, als gij over de beek Kidron zult gaan, weet voorzeker,
46 1Kon 15:13| en verbrandde hem aan de beek Kidron.
47 1Kon 17:3 | oosten, en verberg u aan de beek Krith, die voor aan de Jordaan
48 1Kon 17:4 | geschieden, dat gij uit de beek drinken zult; en Ik heb
49 1Kon 17:5 | hij ging en woonde bij de beek Krith, die voor aan de Jordaan
50 1Kon 17:6 | avonds; en hij dronk uit de beek. ~
51 1Kon 17:7 | einde van vele dagen, dat de beek uitdroogde; want geen regen
52 1Kon 18:40| Elia voerde hen af naar de beek Kison, en slachtte hen aldaar. ~
53 2Kon 10:33| Manassieten; van Aroer, dat aan de beek van Arnon is, en Gilead,
54 2Kon 25:6 | buiten Jeruzalem, tot de beek Kidron, en verbrandde het
55 2Kon 25:6 | en verbrandde het aan de beek Kidron, en vergruisde het
56 2Kon 25:12| wierp het stof daarvan in de beek Kidron. ~
57 2Kro 16:16| en verbrandde hem aan de beek Kidron. ~
58 2Kro 29:16| buiten uit te brengen, in de beek Kidron. ~
59 2Kro 30:14| rooktuig weg, hetwelk zij in de beek Kidron wierpen. ~
60 2Kro 32:4 | fonteinen stopte, mitsgaders de beek, die door het midden des
61 Neh 2:15 | op, des nachts, door de beek, en ik brak aan den muur;
62 Job 6:15 | trouwelooslijk gehandeld als een beek; als de storting der beken
63 Job 28:4 | 4 Breekt er een beek door, bij dengene, die daar
64 Psa 37:9 | en Gij drenkt hen uit de beek Uwer wellusten. ~
65 Psa 74:15 | Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke
66 Psa 83:10 | Sisera, als Jabin aan de beek Kison; ~
67 Psa 110:7 | 7Hij zal op den weg uit de beek drinken; daarom zal Hij
68 Spre 18:4 | wijsheid is een uitstortende beek. ~
69 Spre 30:17| dat zullen de raven der beek uitpikken, en des arends
70 Jes 15:7 | weggelegd hebben, aan de beek der wilgen voeren. ~
71 Jes 30:28 | adem is als een overlopende beek, die tot aan den hals toe
72 Jes 67:12 | heidenen als een overlopende beek; dan zult gijlieden zuigen;
73 Jer 31:40 | al de velden tot aan de beek Kidron, tot aan den hoek
74 Jer 47:2 | worden tot een overlopende beek, en overlopen het land en
75 Klaa 1:40| tranen afvlieten als een beek; geef uzelve geen rust,
76 Eze 47:5 | duizend, en het was een beek, waar ik niet kon doorgaan;
77 Eze 47:5 | door zwemmen moest, een beek, waar men niet kon
78 Eze 47:6 | weder tot aan den oever der beek. ~
79 Eze 47:7 | was er aan den oever der beek zeer veel geboomte, van
80 Eze 47:9 | leven, alles, waarhenen deze beek zal komen. ~
81 Eze 47:12 | 12 Aan de beek nu, aan haar oever, zal
82 Eze 47:19 | van Kades, voorts naar de beek henen, tot aan de grote
83 Eze 48:28 | van Kades, voorts naar de beek henen, tot aan de grote
84 Amos 5:24| gerechtigheid als een sterke beek. ~
85 Amos 6:14| Hamath, tot aan de beek der wildernis. ~ ~
86 Joha 18:1 | Zijn discipelen over de beek Kedron, waar een hof was,
|