Book Chapter: Verse
1 Gen 45:9 | legt zich neder als een leeuw, en als een oude leeuw;
2 Gen 45:9 | een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal hem doen opstaan? ~
3 Num 23:24 | zal opstaan als een oude leeuw, en het zal zich verheffen
4 Num 23:24 | zal zich verheffen als een leeuw; het zal zich niet neerleggen,
5 Num 24:9 | nedergelegd, gelijk een leeuw, en als een oude leeuw;
6 Num 24:9 | een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal hem doen opstaan?
7 Deu 33:20 | hij woont als een oude leeuw, en verscheurt den arm,
8 Deu 33:22 | zeide hij: Dan is een jonge leeuw; hij zal als uit Bazan voortspringen. ~
9 Ric 13:5 | Thimnath, ziet daar, een jonge leeuw, brullende hem tegemoet. ~
10 Ric 13:8 | hij af, om het aas van de leeuw te bezien, en ziet, een
11 Ric 13:8 | was in het lichaam van den leeuw, met honig. ~
12 Ric 13:9 | uit het lichaam van den leeuw genomen had. ~
13 Ric 13:18 | en wat is sterker dan een leeuw? En hij zeide tot hen: Zo
14 1Sa 17:34 | zijns vaders, en er kwam een leeuw en een beer, en nam een
15 1Sa 17:36 | 36 Uw knecht heeft zo den leeuw als den beer geslagen; alzo
16 2Sa 23:20 | ging hij af, en sloeg een leeuw in het midden van een kuil
17 1Kon 13:24| Zo toog hij heen, en een leeuw vond hem op den weg, en
18 1Kon 13:24| stond daarbij; ook stond de leeuw bij het dode lichaam. ~
19 1Kon 13:25| geworpen op den weg, en den leeuw, staande bij het dode lichaam;
20 1Kon 13:26| daarom heeft de HEERE hem den leeuw overgegeven die hem gebroken,
21 1Kon 13:28| weg, en den ezel, en den leeuw, staande bij het dode lichaam;
22 1Kon 13:28| bij het dode lichaam; de leeuw had het dode lichaam niet
23 1Kon 20:36| weggegaan zijt, zo zal u een leeuw slaan. En als hij van bij
24 1Kon 20:36| weggegaan was, zo vond hem een leeuw, die hem sloeg. ~
25 1Kro 11:22| hij af, en versloeg een leeuw in het midden des kuils,
26 Job 4:11 | 11 De oude leeuw vergaat, omdat er geen roof
27 Job 10:16 | verheft zich; gelijk een felle leeuw jaagt Gij mij; Gij keert
28 Job 28:8 | niet betreden, de felle leeuw is daarover niet heengegaan. ~
29 Job 38:1 | Zult gij voor den ouden leeuw roof jagen, of de graagheid
30 Psa 7:3 | mijn ziel niet rove als een leeuw, verscheurende, terwijl
31 Psa 10:9 | verborgen plaats, gelijk een leeuw in zijn hol; hij legt lagen,
32 Psa 17:12 | 12 Hij is gelijk als een leeuw, die begeert te roven, en
33 Psa 17:12 | roven, en als een jonge leeuw, zittende in verborgen plaatsen. ~
34 Psa 22:14 | verscheurende en brullende leeuw. ~
35 Psa 91:13 | 13 Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden,
36 Psa 91:13 | treden, gij zult den jongen leeuw en den draak vertreden. ~
37 Spre 22:13| luiaard zegt: Er is een leeuw buiten; ik mocht op het
38 Spre 26:13| luiaard zegt: Er is een felle leeuw op den weg, een leeuw is
39 Spre 26:13| felle leeuw op den weg, een leeuw is op de straten. ~
40 Spre 28:1 | is moedig, als een jonge leeuw. ~
41 Spre 28:15| arm volk, is een brullende leeuw, en een beer, die ginds
42 Spre 30:30| 30 De oude leeuw geweldig onder de gedierten,
43 Pred 9:4 | hond is beter dan een dode leeuw. ~
44 Jes 5:29 | zal zijn als van een ouden leeuw, en zij zullen brullen als
45 Jes 11:6 | en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen,
46 Jes 11:7 | zamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de
47 Jes 21:8 | 8 En hij riep: Een leeuw, Heere! ik sta op den wachttoren
48 Jes 30:6 | benauwdheid, van waar de sterke leeuw en de oude leeuw is, de
49 Jes 30:6 | sterke leeuw en de oude leeuw is, de basilisk en de vurige
50 Jes 31:4 | mij gezegd: Gelijk als een leeuw, en een jonge leeuw over
51 Jes 31:4 | een leeuw, en een jonge leeuw over zijn roof brult, wanneer
52 Jes 35:9 | 9 Er zal geen leeuw zijn, en geen verscheurend
53 Jes 38:13 | morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen
54 Jes 66:25 | zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund,
55 Jer 2:30 | verteerd, als een verdorven leeuw. ~
56 Jer 4:7 | 7 De leeuw is opgekomen uit zijn haag,
57 Jer 5:6 | Daarom heeft hen een leeuw uit het woud verslagen,
58 Jer 12:8 | is Mij geworden als een leeuw in het woud; zij heeft haar
59 Jer 25:38 | Hij heeft, als een jonge leeuw, Zijn hutte verlaten; want
60 Jer 49:19 | 19 Ziet, gelijk een leeuw van de verheffing der Jordaan,
61 Jer 50:44 | 44 Ziet, gelijk een leeuw van de verheffing der Jordaan,
62 Klaa 1:54| mij een loerende beer, een leeuw in verborgen plaatsen. ~
63 Eze 19:3 | welpen op; het werd een jonge leeuw, die leerde roof te roven,
64 Eze 19:5 | hetwelk zij tot een jongen leeuw stelde. ~
65 Eze 19:6 | leeuwen, werd een jonge leeuw, en leerde roof te roven,
66 Eze 22:25 | van haar als een brullende leeuw, die een roof rooft; zij
67 Eze 32:2 | hem: Gij waart een jongen leeuw onder de heidenen gelijk;
68 Dan 7:4 | Het eerste was als een leeuw, en het had arendsvleugelen;
69 Hos 5:14 | Efraim zijn als een felle leeuw, en den huize van Juda als
70 Hos 5:14 | huize van Juda als een jonge leeuw; Ik, Ik zal verscheuren
71 Hos 11:10 | Hij zal brullen als een leeuw, wanneer Hij brullen zal,
72 Hos 13:7 | werd Ik hun als een felle leeuw; als een luipaard loerde
73 Hos 13:8 | verslond ze aldaar als een oude leeuw; het wild gedierte des velds
74 Amos 3:4 | 4 Zal een leeuw brullen in het woud, als
75 Amos 3:4 | roof heeft? Zal een jonge leeuw uit zijn hol zijn stem verheffen,
76 Amos 3:8 | 8 De leeuw heeft gebruld, wie zou niet
77 Mic 5:7 | van vele volken, als een leeuw onder de beesten des wouds,
78 Mic 5:7 | des wouds, als een jonge leeuw onder de schaapskudden;
79 Nah 2:11 | jonge leeuwen? Alwaar de leeuw, de oude leeuw, en het leeuwenwelp
80 Nah 2:11 | Alwaar de leeuw, de oude leeuw, en het leeuwenwelp wandelde,
81 Nah 2:12 | 12 De leeuw, die genoeg roofde voor
82 1Pet 5:8 | gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou
83 Open 4:7 | het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier
84 Open 5:5 | mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda
85 Open 10:3 | grote stem, gelijkerwijs een leeuw brult; en als hij geroepen
|