Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
vraat 3
vracht 1
vrage 2
vragen 84
vragende 1
vragers 1
vraten 1
Frequency    [«  »]
84 landen
84 pilaren
84 sabbat
84 vragen
83 48
83 beiden
83 daniel

Bijbel

IntraText - Concordances

vragen

   Book Chapter: Verse
1 Gen 23:57 | dochter roepen, en haar mond vragen. ~ 2 Gen 23:89 | zij ging om den HEERE te vragen. ~ 3 Gen 29:17 | broeder, u ontmoeten zal, en u vragen, zeggende: Wiens zijt gij? 4 Exo 13:14 | dat uw zoon u morgen zal vragen, zeggende: Wat is dat? zo 5 Exo 18:15 | mij komt, om God raad te vragen. ~ 6 Num 27:21 | staan, die voor hem raad vragen zal, naar de wijze van Urim, 7 Deu 6:20 | Wanneer uw zoon u morgen zal vragen, zeggende: Wat zijn dat 8 Deu 12:5 | Zijn woning zult gijlieden vragen, en daarheen zult gij komen; ~ 9 Joz 4:6 | wanneer uw kinderen morgen vragen zullen, zeggende: Wat zijn 10 Joz 4:21 | kinderen morgen hun vaderen vragen zullen, zeggende: Wat zijn 11 Ric 4:20 | zo iemand zal komen, en u vragen, en zeggen: Is hier iemand? 12 1Sa 9:9 | als hij ging om God te vragen: Komt en laat ons gaan tot 13 1Sa 10:4 | zullen u naar uw welstand vragen, en zij zullen u twee broden 14 1Sa 22:15 | begonnen God voor hem te vragen? Dat zij verre van mij, 15 1Sa 25:5 | mijn naam naar den welstand vragen; ~ 16 2Sa 8:10 | koning David, om hem te vragen naar zijn welstand, en om 17 2Sa 14:18 | voor mij de zaak, die ik u vragen zal. En de vrouw zeide: 18 2Sa 20:18 | zullen zonder twijfel te Abel vragen; en alzo volbrachten zij 19 1Kon 14:5 | komt, om een zaak van u te vragen, aangaande haar zoon, want 20 1Kon 22:7 | HEEREN, dat wij het van hem vragen mochten? ~ 21 1Kon 22:8 | om door hem den HEERE te vragen; maar ik haat hem, omdat 22 2Kon 1:3 | Baal-Zebub, den god van Ekron, te vragen? ~ 23 2Kon 1:6 | Baal-Zebub, den god van Ekron, te vragen? Daarom zult gij van dat 24 2Kon 1:16| Baal-Zebub, den god van Ekron, te vragen (is het, omdat er geen God 25 2Kon 1:16| Israel is, om Zijn woord te vragen?); daarom, van dat bed, 26 2Kon 3:11| door hem den HEERE mochten vragen? Toen antwoordde een van 27 2Kon 24:18| gezonden heeft, om den HEERE te vragen, alzo zult gij tot hem zeggen: 28 1Kro 18:10| hem naar zijn welstand te vragen, en om hem te zegenen, vanwege 29 1Kro 19:10| hem naar zijn welstand te vragen, en om hem te zegenen, vanwege 30 2Kro 19:6 | HEEREN, dat wij van hem vragen mochten? ~ 31 2Kro 19:7 | om door hem den HEERE te vragen; maar ik haat hem, want 32 2Kro 32:31| hem gezonden hadden, om te vragen naar dat wonderteken, dat 33 2Kro 34:26| gezonden heeft, om den HEERE te vragen, tot hem zult gij alzo zeggen: 34 Job 37:3 | uw lenden, zo zal Ik u vragen, en onderricht Mij. ~ 35 Job 39:2 | man uw lenden; Ik zal u vragen, en onderricht Mij. ~ 36 Job 41:4 | ik zal spreken; ik zal U vragen, en onderricht Gij mij. ~ 37 Psa 24:6 | geslacht dergenen, die naar Hem vragen, die Uw aangezicht zoeken, 38 Pred 7:10| zulks niet uit wijsheid vragen. ~ 39 Jes 8:19 | Zal niet een volk zijn God vragen?      zal men voor de levenden 40 Jes 8:19 | voor de levenden de doden vragen? 41 Jes 11:10 | banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk 42 Jes 19:3 | dan zullen zij hun afgoden vragen, en den bezweerders, en 43 Jes 21:12 | nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt. ~ 44 Jes 30:2 | te trekken in Egypte, en vragen Mijn mond niet; om zich 45 Jes 41:28 | raadgever, dat Ik hen zou vragen, en zij Mij antwoord geven 46 Jes 59:2 | zijns Gods niet verlaat, vragen zij Mij naar de      rechten 47 Jer 15:5 | aftreden, om u naar vrede te vragen? ~ 48 Jer 23:33 | een profeet, of priester u vragen zal, zeggende: Wat is des 49 Jer 29:13 | wanneer gij naar Mij zult vragen met uw ganse hart. ~ 50 Jer 30:14 | liefhebbers hebben u vergeten, zij vragen niet naar u; want Ik heb 51 Jer 37:7 | gezonden heeft, om Mij te vragen: Ziet, Farao's heir, dat 52 Jer 38:14 | Ik zal u      een ding vragen, verheel geen ding voor 53 Jer 50:5 | Zij zullen naar Sion vragen; op den weg herwaarts zullen 54 Eze 14:7 | profeet, om Mij door hem te vragen; Ik ben de HEERE, hem zal 55 Eze 20:1 | kwamen, om den HEERE te vragen; en zij      zaten neder 56 Eze 20:3 | HEERE: Komt gij, om Mij te vragen? Zo waarachtig als Ik leef, 57 Eze 21:21 | slijpen; hij zal de terafim vragen, hij      zal de lever bezien. ~ 58 Eze 34:8 | herders naar Mijn schapen niet vragen; en de herders weiden zichzelven, 59 Eze 34:11 | Ik zal naar Mijn schapen vragen, en zal ze opzoeken. ~ 60 Zep 1:6 | den HEERE niet zoeken, en vragen naar Hem niet. ~ 61 Matt 21:24| Ik zal u ook een woord vragen, hetwelk indien gij Mij 62 Matt 22:46| van dien dag aan iets meer vragen. ~  ~  ~  63 Mark 9:32| en zij vreesden Hem te vragen. ~ 64 Mark 11:29| Ik zal u ook een woord vragen; antwoordt Mij ook, en zo 65 Mark 12:34| niemand durfde Hem meer vragen. ~ 66 Luk 6:9 | Jezus tot hen: Ik zal u vragen: Wat is geoorloofd op de 67 Luk 9:45 | vreesden van dat woord Hem te vragen. ~ 68 Luk 20:3 | Ik zal u ook een woord vragen, en zegt Mij: ~ 69 Luk 20:40 | durfden Hem niet meer iets vragen. ~ 70 Luk 22:23 | begonnen onder elkander te vragen, wie van hen het toch mocht 71 Joha 1:19| Jeruzalem, opdat zij hem zouden vragen: Wie zijt gij? ~ 72 Joha 8:7 | 7 En als zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op, en 73 Joha 13:24| dan wenkte dezen, dat hij vragen zou, wie hij toch ware, 74 Joha 16:19| bekende, dat zij Hem wilden vragen, en zeide tot hen: Vraagt 75 Joha 16:23| dien dag zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar Ik zeg 76 Joha 21:12| de discipelen durfde Hem vragen: Wie zijt Gij? wetende, 77 Hand 17:29| beschuldigd te worden over vragen hunner wet; maar geen beschuldiging 78 Hand 19:19| Maar hadden tegen hem enige vragen van hun godsdienst, en van 79 Hand 20:3 | hebt van alle gewoonten en vragen, die onder de Joden zijn. 80 1Kor 14:35| te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor 81 1Tim 1:4 | geslachtsrekeningen, welke meer twist vragen voortbrengen dan stichting 82 1Tim 6:4 | hij raast omtrent twist vragen en woordenstrijd; uit welke 83 2Tim 2:23| 23 En verwerp de vragen, die dwaas en zonder lering 84 Tit 3:9 | 9 Maar wedersta de dwaze vragen en geslachtsrekeningen,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License