Book Chapter: Verse
1 Exo 26:32 | zult hem hangen aan vier pilaren van sittim hout, met goud
2 Exo 26:37 | zult tot dit deksel vijf pilaren van sittim hout maken, en
3 Exo 27:10 | Ook zullen zijn twintig pilaren en derzelver twintig voeten,
4 Exo 27:10 | koper zijn; de haken dezer pilaren, en hun banden zullen van
5 Exo 27:11 | lang zijn; en zijn twintig pilaren, en derzelver twintig voeten,
6 Exo 27:11 | van koper; de haken der pilaren, en derzelver banden zullen
7 Exo 27:12 | zijn van vijftig ellen; hun pilaren tien, en derzelver voeten
8 Exo 27:14 | op de ene zijde zijn; hun pilaren drie, en hun voeten drie; ~
9 Exo 27:15 | aan de andere zijde; hun pilaren drie, en hun voeten drie. ~
10 Exo 27:16 | linnen, geborduurd werk; de pilaren vier, en hun voeten vier. ~
11 Exo 27:17 | 17 Al de pilaren des voorhofs zullen rondom
12 Exo 35:11 | berderen, zijn richelen, zijn pilaren, en zijn voeten; ~
13 Exo 35:17 | behangselen des voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten; en het deksel
14 Exo 36:36 | hij maakte daartoe vier pilaren van sittim hout, die hij
15 Exo 36:38 | 38 En de vijf pilaren daarvan, en hun haken; en
16 Exo 38:10 | 10 Hun twintig pilaren en derzelver twintig voeten,
17 Exo 38:10 | van koper; de haken dezer pilaren en hun banden waren van
18 Exo 38:11 | honderd ellen, hun twintig pilaren en derzelver twintig voeten
19 Exo 38:11 | van koper; de haken der pilaren en derzelver banden waren
20 Exo 38:12 | behangselen van vijftig ellen, hun pilaren tien en derzelver voeten
21 Exo 38:12 | voeten tien; de haken der pilaren en hun banden waren van
22 Exo 38:14 | vijftien ellen, derzelver pilaren drie en hun voeten drie. ~
23 Exo 38:15 | van vijftien ellen; hun pilaren drie en derzelver voeten
24 Exo 38:17 | 17 De voeten nu der pilaren waren van koper, de haken
25 Exo 38:17 | van koper, de haken der pilaren, en hun banden waren van
26 Exo 38:17 | was van zilver, en al de pilaren des voorhofs waren met zilver
27 Exo 38:19 | 19 En hun vier pilaren en derzelver vier voeten
28 Exo 38:28 | maakte hij de haken aan de pilaren, en hij overtrok hun hoofden,
29 Exo 39:33 | haar richelen, en haar pilaren, en haar voeten; ~
30 Exo 39:40 | behangselen des voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten, en het deksel
31 Exo 40:18 | en hij richtte deszelfs pilaren op. ~
32 Num 3:36 | en zijn richelen, en zijn pilaren, en zijn voeten, en al zijn
33 Num 3:37 | 37 En de pilaren des voorhofs rondom, en
34 Num 4:31 | en zijn richelen, en zijn pilaren, en zijn voeten; ~
35 Num 4:32 | 32 Mitsgaders de pilaren des voorhofs rondom, hun
36 Ric 15:25 | deden hem staan tussen de pilaren. ~
37 Ric 15:26 | Laat mij gaan, dat ik de pilaren betaste, op dewelke het
38 Ric 15:29 | vatte de twee middelste pilaren, op dewelke het huis was
39 1Kon 7:2 | op vier rijen van cederen pilaren, en cederen balken op de
40 1Kon 7:2 | en cederen balken op de pilaren. ~
41 1Kon 7:3 | die op vijf en veertig pilaren waren, vijftien in een rij. ~
42 1Kon 7:6 | maakte hij een voorhuis van pilaren; vijftig ellen was zijn
43 1Kon 7:6 | was tegenover die, en de pilaren met de dikke balken tegenover
44 1Kon 7:15| hij vormde twee koperen pilaren; de hoogte van den enen
45 1Kon 7:16| koper, om op de hoofden der pilaren te zetten; vijf ellen was
46 1Kon 7:17| kapitelen, die op het hoofd der pilaren waren; zeven waren voor
47 1Kon 7:18| 18 Zo maakte hij de pilaren, mitsgaders twee rijen rondom
48 1Kon 7:19| dewelke waren op het hoofd der pilaren, waren van leliewerk in
49 1Kon 7:20| kapitelen nu waren op de twee pilaren, ja, daarboven tegenover
50 1Kon 7:21| 21 Daarna richtte hij de pilaren op in het voorhuis des tempels;
51 1Kon 7:22| 22 En op het hoofd der pilaren was het leliewerk; alzo
52 1Kon 7:22| alzo werd het werk der pilaren volmaakt. ~
53 1Kon 7:41| 41 Te weten de twee pilaren, en bollen der kapitelen,
54 1Kon 7:41| die op het hoofd der twee pilaren waren, en de twee netten,
55 1Kon 7:41| bedekken, die op het hoofd der pilaren waren; ~
56 1Kon 7:42| bedekken, die boven op de pilaren waren; ~
57 2Kon 27:13| braken de Chaldeen de koperen pilaren, die in het huis des HEEREN
58 2Kon 27:16| 16 De twee pilaren, de ene zee, en de stellingen,
59 1Kro 18:8 | Salomo de koperen zee, en de pilaren, en de koperen vaten gemaakt. ~
60 1Kro 19:8 | Salomo de koperen zee, en de pilaren, en de koperen vaten gemaakt. ~
61 2Kro 3:15| maakte hij voor het huis twee pilaren, van vijf en dertig ellen
62 2Kro 3:16| zette ze op de hoofden der pilaren; daartoe maakte hij honderd
63 2Kro 3:17| 17 En hij richtte de pilaren op voor aan den tempel,
64 2Kro 4:12| 12 De twee pilaren, en de bollen, en de twee
65 2Kro 4:12| kapitelen, op het hoofd der pilaren; en de twee netten, om de
66 2Kro 4:12| te bedekken, die op der pilaren hoofd waren; ~
67 2Kro 4:13| bedekken, die boven op de pilaren waren. ~
68 Est 1:6 | ringen, en aan marmeren pilaren; de bedsteden waren van
69 Job 9:6 | uit haar plaats, dat haar pilaren schudden; ~
70 Job 26:11 | 11 De pilaren des hemels sidderen, en
71 Psa 75:4 | versmolten; maar ik heb zijn pilaren vastgemaakt. Sela. ~
72 Spre 9:1 | gebouwd; Zij heeft Haar zeven pilaren gehouwen. ~
73 Hoo 3:10 | 10 De pilaren derzelve maakte hij van
74 Hoo 5:15 | schenkelen zijn als marmeren pilaren, gegrond op voeten van het
75 Jer 27:19 | der heirscharen, van de pilaren, en van de zee, en van de
76 Jer 31:21 | merktekenen op, stel u spitse pilaren, zet uw hart op de baan,
77 Jer 52:17 | braken de Chaldeen de koperen pilaren, die in het huis des HEEREN
78 Jer 52:20 | 20 De twee pilaren, de ene zee, en de twaalf
79 Jer 52:21 | 21 Aangaande de pilaren, achttien ellen was de hoogte
80 Eze 40:49 | daarin opging; ook waren er pilaren aan de posten, een van deze,
81 Eze 42:6 | rijen, maar hadden geen pilaren gelijk de pilaren der voorhoven;
82 Eze 42:6 | hadden geen pilaren gelijk de pilaren der voorhoven; daarom waren
83 Gal 2:9 | Johannes, die geacht waren pilaren te zijn, de genade, die
84 Open 10:1 | en zijn voeten waren als pilaren van vuur. ~
|