1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5967
Book Chapter: Verse
5501 Luk 4:8 | geschreven: Gij zult den Heere, uw God, aanbidden, en Hem
5502 Luk 4:12 | is gezegd: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken. ~
5503 Luk 5:8 | knieen van Jezus, zeggende: Heere! ga uit van mij; want ik
5504 Luk 5:12 | aangezicht, en bad Hem, zeggende: Heere! zo Gij wilt, Gij kunt mij
5505 Luk 6:5 | De Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat. ~
5506 Luk 6:46 | 46 En wat noemt gij Mij, Heere, Heere! en doet niet hetgeen
5507 Luk 6:46 | wat noemt gij Mij, Heere, Heere! en doet niet hetgeen Ik
5508 Luk 7:6 | vrienden, en zeide tot Hem: Heere, neem de moeite niet; want
5509 Luk 7:13 | 13 En de Heere, haar ziende, werd innerlijk
5510 Luk 7:31 | 31 En de Heere zeide: Bij wien zal Ik dan
5511 Luk 9:54 | dat zagen, zeiden zij: Heere, wilt Gij, dat wij zeggen,
5512 Luk 9:57 | dat een tot Hem zeide: Heere, ik zal U volgen, waar Gij
5513 Luk 9:59 | Volg Mij. Doch hij zeide: Heere, laat mij toe, dat ik heenga,
5514 Luk 9:61 | En ook een ander zeide: Heere, ik zal U volgen; maar laat
5515 Luk 10:1 | 1 En na dezen stelde de Heere nog andere zeventig, en
5516 Luk 10:2 | weinige; daarom, bidt den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders
5517 Luk 10:17 | met blijdschap, zeggende: Heere, ook de duivelen zijn ons
5518 Luk 10:21 | zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde;
5519 Luk 10:27 | antwoordende, zeide: Gij zult den Heere, uw God, liefhebben, uit
5520 Luk 10:40 | daarbij komende, zeide zij: Heere, trekt Gij U dat niet aan,
5521 Luk 11:1 | discipelen tot Hem zeide: Heere, leer ons bidden, gelijk
5522 Luk 11:39 | 39 En de Heere zeide tot hem: Nu gij Farizeen,
5523 Luk 12:41 | En Petrus zeide tot Hem: Heere! zegt Gij deze gelijkenis
5524 Luk 12:42 | 42 En de Heere zeide: Wie is dan de getrouwe
5525 Luk 13:15 | 15 De Heere dan antwoordde hem en zeide:
5526 Luk 13:23 | En er zeide een tot Hem: Heere, zijn er ook weinigen, die
5527 Luk 13:25 | deur te kloppen, zeggende: Heere, Heere, doe ons open! en
5528 Luk 13:25 | kloppen, zeggende: Heere, Heere, doe ons open! en Hij zal
5529 Luk 17:5 | apostelen zeiden tot den Heere: Vermeerder ons het geloof. ~
5530 Luk 17:6 | 6 En de Heere zeide: Zo gij een geloof
5531 Luk 17:37 | en zeiden tot Hem: Waar, Heere? En Hij zeide tot hen: Waar
5532 Luk 18:6 | 6 En de Heere zeide: Hoort, wat de onrechtvaardige
5533 Luk 18:41 | doen zal? En hij zeide: Heere! dat ik ziende mag worden. ~
5534 Luk 19:8 | stond, en zeide tot den Heere: Zie, de helft van mijn
5535 Luk 19:8 | helft van mijn goederen, Heere, geef ik den armen; en indien
5536 Luk 19:31 | hem zeggen: Omdat het de Heere van node heeft. ~
5537 Luk 19:34 | 34 En zij zeiden: De Heere heeft het van node. ~
5538 Luk 20:37 | doornenbos, als hij den Heere noemt den God Abrahams,
5539 Luk 20:42 | het boek der psalmen: De Heere heeft gezegd tot mijn Heere:
5540 Luk 20:42 | Heere heeft gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand, ~
5541 Luk 20:44 | David dan noemt Hem zijn Heere; en hoe is Hij zijn Zoon? ~
5542 Luk 22:31 | 31 En de Heere zeide: Simon, Simon, ziet,
5543 Luk 22:33 | 33 En hij zeide tot Hem: Heere, ik ben bereid, met U ook
5544 Luk 22:38 | 38 En zij zeiden: Heere! zie hier twee zwaarden.
5545 Luk 22:49 | geschieden zou, zeiden tot Hem: Heere, zullen wij met het zwaard
5546 Luk 22:61 | 61 En de Heere, Zich omkerende, zag Petrus
5547 Luk 23:42 | En hij zeide tot Jezus: Heere, gedenk mijner, als Gij
5548 Luk 24:3 | zij het lichaam van den Heere Jezus niet. ~
5549 Luk 24:34 | 34 Welke zeiden: De Heere is waarlijk opgestaan, en
5550 Joha 4:1 | 1 Als dan de Heere verstond, dat de Farizeen
5551 Joha 4:11 | De vrouw zeide tot Hem: Heere! Gij hebt niet om mede te
5552 Joha 4:15 | De vrouw zeide tot Hem: Heere, geef mij dat water, opdat
5553 Joha 4:19 | De vrouw zeide tot Hem: Heere, ik zie, dat Gij een profeet
5554 Joha 4:49 | hoveling zeide tot Hem: Heere, kom af, eer mijn kind sterft. ~
5555 Joha 5:7 | De kranke antwoordde Hem: Heere, ik heb geen mens, om mij
5556 Joha 6:23 | brood gegeten hadden, als de Heere gedankt had.) ~
5557 Joha 6:34 | Zij zeiden dan tot Hem: Heere, geef ons altijd dit Brood. ~
5558 Joha 6:68 | Petrus dan antwoordde Hem: Heere, tot Wien zullen wij heengaan?
5559 Joha 8:11 | 11 En zij zeide: Niemand, Heere! En Jezus zeide tot haar:
5560 Joha 9:36 | antwoordde en zeide: Wie is Hij, Heere, opdat ik in Hem moge geloven? ~
5561 Joha 9:38 | En hij zeide: Ik geloof, Heere! En hij aanbad Hem. ~
5562 Joha 11:2 | Maria nu was degene, die den Heere gezalfd heeft met zalf,
5563 Joha 11:3 | zonden tot Hem, zeggende: Heere, zie, dien Gij liefhebt,
5564 Joha 11:12 | Zijn discipelen dan zeiden: Heere, indien hij slaapt, zo zal
5565 Joha 11:21 | zeide Martha dan tot Jezus: Heere, waart Gij hier geweest,
5566 Joha 11:27 | 27 Zij zeide tot Hem: Ja, Heere; ik heb geloofd, dat Gij
5567 Joha 11:32 | voeten, zeggende tot Hem: Heere, indien Gij hier geweest
5568 Joha 11:34 | gelegd? Zij zeiden tot Hem: Heere, kom en zie het. ~
5569 Joha 11:39 | gestorvenen, zeide tot Hem: Heere, hij riekt nu al, want hij
5570 Joha 12:38 | dat hij gesproken heeft: Heere, wie heeft onze prediking
5571 Joha 13:6 | Petrus; en die zeide tot Hem: Heere, zult Gij mij de voeten
5572 Joha 13:9 | Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, niet alleen mijn voeten,
5573 Joha 13:13 | Gij heet Mij Meester en Heere; en gij zegt wel, want Ik
5574 Joha 13:14 | 14 Indien dan Ik, de Heere en de Meester, uw voeten
5575 Joha 13:25 | van Jezus, zeide tot Hem: Heere, wie is het? ~
5576 Joha 13:36 | Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, waar gaat Gij heen? Jezus
5577 Joha 13:37 | 37 Petrus zeide tot Hem: Heere, waarom kan ik U nu niet
5578 Joha 14:5 | 5 Thomas zeide tot Hem: Heere, wij weten niet, waar Gij
5579 Joha 14:8 | Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en
5580 Joha 14:22 | Iskariot, zeide tot Hem: Heere, wat is het, dat Gij Uzelven
5581 Joha 20:2 | tot hen: Zij hebben den Heere weggenomen uit het graf,
5582 Joha 20:13 | tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik
5583 Joha 20:15 | hovenier was, zeide tot Hem: Heere, zo gij Hem weg gedragen
5584 Joha 20:18 | discipelen, dat zij den Heere gezien had, en dat Hij haar
5585 Joha 20:20 | werden verblijd, als zij den Heere zagen. ~
5586 Joha 20:25 | tot hem: Wij hebben den Heere gezien. Doch hij zeide tot
5587 Joha 20:28 | antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God! ~
5588 Joha 21:7 | zeide tot Petrus: Het is de Heere! Simon Petrus dan, horende,
5589 Joha 21:7 | dan, horende, dat het de Heere was, omgordde het opperkleed (
5590 Joha 21:12 | Gij? wetende, dat het de Heere was. ~
5591 Joha 21:15 | Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb.
5592 Joha 21:16 | Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, gij weet, dat ik U liefheb.
5593 Joha 21:17 | lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij
5594 Joha 21:20 | gevallen was, en gezegd had: Heere! wie is het, die U verraden
5595 Joha 21:21 | zag, zeide hij tot Jezus: Heere, maar wat zal deze? ~
5596 Hand 1:6 | vraagden Hem, zeggende: Heere, zult Gij in dezen tijd
5597 Hand 1:21 | al den tijd, in welken de Heere Jezus onder ons ingegaan
5598 Hand 1:24 | zij baden en zeiden: Gij Heere! Gij Kenner der harten van
5599 Hand 2:25 | zegt van Hem: Ik zag den Heere allen tijd voor mij; want
5600 Hand 2:34 | hemelen; maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn
5601 Hand 2:34 | heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand. ~
5602 Hand 2:36 | Israels, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft,
5603 Hand 2:39 | zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal. ~
5604 Hand 2:47 | bij het ganse volk. En de Heere deed dagelijks tot de Gemeente,
5605 Hand 3:22 | tot de vaderen gezegd: De Heere, uw God, zal u een Profeet
5606 Hand 4:24 | stem op tot God, en zeiden: Heere! Gij zijt de God, Die gemaakt
5607 Hand 4:26 | bijeenvergaderd tegen den Heere, en tegen Zijn Gezalfde. ~
5608 Hand 4:29 | 29 En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen,
5609 Hand 4:33 | van de opstanding van den Heere Jezus; en er was grote genade
5610 Hand 5:4 | zijnde, zeide: Wat is het Heere? En hij zeide tot hem: Uw
5611 Hand 5:14 | Petrus zeide: Geenszins, Heere! want ik heb nooit gegeten
5612 Hand 5:36 | Jezus Christus; deze is een Heere van allen. ~
5613 Hand 6:8 | Maar ik zeide: Geenszins, Heere, want nooit is iets, dat
5614 Hand 6:17 | als ook ons, die in de Heere Jezus Christus geloofd hebben,
5615 Hand 6:20 | Grieksen, verkondigende den Heere Jezus. ~
5616 Hand 6:21 | en bekeerde zich tot den Heere. ~
5617 Hand 6:23 | voornemen des harten bij den Heere zouden blijven. ~
5618 Hand 6:24 | werd een grote schare den Heere toegevoegd. ~
5619 Hand 6:41 | ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft,
5620 Hand 6:47 | verhaalde hij hun, hoe hem de Heere uit de gevangenis uitgeleid
5621 Hand 7:2 | 2 En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide
5622 Hand 7:47 | 47 Want alzo heeft ons de Heere geboden, zeggende: Ik heb
5623 Hand 8:3 | vrijmoediglijk sprekende in den Heere, Die getuigenis gaf aan
5624 Hand 8:23 | vasten, bevalen zij hen den Heere, in Welken zij geloofd hadden. ~
5625 Hand 9:11 | door de genade van den Heere Jezus Christus, zalig te
5626 Hand 9:17 | overblijvende mensen den Heere zoeken, en al de heidenen,
5627 Hand 9:17 | aangeroepen is, spreekt de Heere, Die dit alles doet. ~
5628 Hand 9:26 | voor den Naam van onzen Heere Jezus Christus. ~
5629 Hand 10:10 | besluitende daaruit, dat ons de Heere geroepen had, om denzelven
5630 Hand 10:14 | hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht
5631 Hand 10:15 | hebt geoordeeld, dat ik den Heere getrouw ben, zo komt in
5632 Hand 10:31 | zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult
5633 Hand 11:24 | daarin is; Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde,
5634 Hand 11:27 | 27 Opdat zij den Heere zouden zoeken, of zij Hem
5635 Hand 12:8 | synagoge, geloofde aan den Heere met geheel zijn huis; en
5636 Hand 12:9 | 9 En de Heere zeide tot Paulus door een
5637 Hand 13:5 | gedoopt in den Naam van den Heere Jezus. ~
5638 Hand 13:10 | woonden, het Woord van den Heere Jezus hoorden, beiden Joden
5639 Hand 13:13 | onderwonden den Naam van den Heere Jezus te noemen over degenen,
5640 Hand 13:17 | allen, en de Naam van den Heere Jezus werd groot gemaakt. ~
5641 Hand 14:19 | 19 Dienende den Heere met alle ootmoedigheid,
5642 Hand 14:21 | God en het geloof in onzen Heere Jezus Christus. ~
5643 Hand 14:24 | dienst, welken ik van den Heere Jezus ontvangen heb, om
5644 Hand 14:35 | gedenken aan de woorden van den Heere Jezus, dat Hij gezegd heeft:
5645 Hand 15:13 | Jeruzalem voor den Naam van den Heere Jezus. ~
5646 Hand 15:20 | gehoord hebbende, loofden den Heere, en zeiden tot hem: Gij
5647 Hand 16:8 | antwoordde: Wie zijt Gij, Heere? En Hij zeide tot mij: Ik
5648 Hand 16:10 | 10 En ik zeide: Heere! wat zal ik doen? En de
5649 Hand 16:10 | wat zal ik doen? En de Heere zeide tot mij: Sta op, en
5650 Hand 16:19 | 19 En ik zeide: Heere, zij weten, dat ik in de
5651 Hand 17:11 | volgenden nacht stond de Heere bij hem, en zeide: Heb goeden
5652 Hand 20:15 | ik zeide: Wie zijt Gij, Heere? En Hij zeide: Ik ben Jezus,
5653 Hand 22:31 | Gods, en lerende van den Heere Jezus Christus met alle
5654 Rom 1:4 | namelijk Jezus Christus, onzen Heere: ~
5655 Rom 1:7 | God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
5656 Rom 4:8 | Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent. ~
5657 Rom 4:24 | in Hem, Die Jezus, onzen Heere, uit de doden opgewekt heeft; ~
5658 Rom 5:1 | vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus; ~
5659 Rom 5:11 | roemen ook in God, door onzen Heere Jezus Christus, door Welken
5660 Rom 5:21 | door Jezus Christus onzen Heere. ~ ~ ~
5661 Rom 6:11 | in Christus Jezus, onzen Heere. ~
5662 Rom 6:23 | door Jezus Christus, onzen Heere. ~ ~ ~
5663 Rom 7:25 | door Jezus Christus, onzen Heere. ~
5664 Rom 8:39 | in Christus Jezus, onzen Heere. ~ ~ ~
5665 Rom 9:28 | rechtvaardigheid; want de Heere zal een afgesneden zaak
5666 Rom 9:29 | gezegd heeft: Indien de Heere Sebaoth ons geen zaad had
5667 Rom 10:9 | uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven,
5668 Rom 10:12 | Griek; want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over
5669 Rom 10:16 | geweest; want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking
5670 Rom 11:3 | 3 Heere! zij hebben Uw profeten
5671 Rom 12:11 | vurig van geest. Dient den Heere. ~
5672 Rom 12:19 | zal het vergelden, zegt de Heere. ~
5673 Rom 13:14 | 14 Maar doet aan den Heere Jezus Christus, en verzorgt
5674 Rom 14:6 | die neemt hem waar den Heere; en die den dag niet waarneemt,
5675 Rom 14:6 | neemt hem niet waar den Heere. Die daar eet, die eet zulks
5676 Rom 14:6 | daar eet, die eet zulks den Heere, want hij dankt God; en
5677 Rom 14:6 | niet eet, die eet zulks den Heere niet, en hij dankt God. ~
5678 Rom 14:8 | wij leven, wij leven den Heere; hetzij dat wij sterven,
5679 Rom 14:8 | sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat wij leven,
5680 Rom 14:11 | geschreven: Ik leef, zegt de Heere; voor Mij zal alle knie
5681 Rom 14:14 | en ben verzekerd in den Heere Jezus, dat geen ding onrein
5682 Rom 15:6 | den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus. ~
5683 Rom 15:11 | 11 En wederom: Looft den Heere, al gij heidenen, en prijst
5684 Rom 15:30 | u, broeders, door onzen Heere Jezus Christus, en door
5685 Rom 16:2 | gij haar ontvangt in den Heere, gelijk het den heiligen
5686 Rom 16:8 | Amplias, mijn beminde in den Heere. ~
5687 Rom 16:11 | degenen namelijk, die in den Heere zijn. ~
5688 Rom 16:12 | Tryfosa, vrouwen die in den Heere arbeiden. Groet Persis,
5689 Rom 16:12 | veel gearbeid heeft in den Heere. ~
5690 Rom 16:13 | den uitverkorene in den Heere, en zijn moeder en de mijne. ~
5691 Rom 16:18 | Want dezulken dienen onzen Heere Jezus Christus niet, maar
5692 Rom 16:20 | verpletteren. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden.
5693 Rom 16:22 | geschreven heb, groet u in den Heere. ~
5694 Rom 16:24 | 24 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u
5695 1Kor 1:2 | die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen
5696 1Kor 1:2 | plaats, beide hun en onzen Heere; ~
5697 1Kor 1:3 | God onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
5698 1Kor 1:7 | de openbaring van onzen Heere Jezus Christus. ~
5699 1Kor 1:8 | zijn in den dag van onzen Heere Jezus Christus. ~
5700 1Kor 1:9 | Zoon Jezus Christus, onzen Heere. ~
5701 1Kor 1:10 | door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij
5702 1Kor 1:31 | Die roemt, roeme in den Heere. ~ ~
5703 1Kor 2:8 | hadden, zo zouden zij den Heere der heerlijkheid niet gekruist
5704 1Kor 3:5 | hebt, en dat, gelijk de Heere aan een iegelijk gegeven
5705 1Kor 3:20 | 20 En wederom: De Heere kent de overleggingen der
5706 1Kor 4:4 | Die mij oordeelt, is de Heere. ~
5707 1Kor 4:5 | voor den tijd, totdat de Heere zal gekomen zijn, Welke
5708 1Kor 4:17 | getrouwe zoon is in den Heere, welke u zal indachtig maken
5709 1Kor 4:19 | haast tot u komen, zo de Heere wil, en ik zal dan verstaan,
5710 1Kor 5:4 | 4 In den Naam van onzen Heere Jezus Christus, als gijlieden
5711 1Kor 5:4 | met de kracht van onzen Heere Jezus Christus, ~
5712 1Kor 5:5 | worden in den dag van den Heere Jezus. ~
5713 1Kor 6:11 | gerechtvaardigd, in den Naam van den Heere Jezus, en door den Geest
5714 1Kor 6:13 | hoererij, maar voor den Heere en de Heere voor het lichaam. ~
5715 1Kor 6:13 | maar voor den Heere en de Heere voor het lichaam. ~
5716 1Kor 6:14 | 14 En God heeft ook den Heere opgewekt, en zal ons opwekken
5717 1Kor 6:17 | 17 Maar die den Heere aanhangt, is een geest met
5718 1Kor 7:10 | gebiede niet ik, maar de Heere, dat de vrouw van den man
5719 1Kor 7:12 | anderen zeg ik, niet de Heere: Indien enig broeder een
5720 1Kor 7:17 | heeft uitgedeeld, gelijk de Heere een iegelijk geroepen heeft,
5721 1Kor 7:22 | 22 Want die in den Heere geroepen is, een dienstknecht
5722 1Kor 7:25 | die barmhartigheid van den Heere gekregen heb, om getrouw
5723 1Kor 7:32 | des Heeren, hoe hij den Heere zal behagen; ~
5724 1Kor 7:35 | voegt, en bekwaam is, om den Heere wel aan te hangen, zonder
5725 1Kor 7:39 | zij wil, alleenlijk in den Heere. ~
5726 1Kor 8:6 | wij tot Hem; en maar een Heere, Jezus Christus, door Welken
5727 1Kor 9:1 | niet Jezus Christus, onzen Heere, gezien? Zijt gijlieden
5728 1Kor 9:1 | gijlieden niet mijn werk in den Heere? ~
5729 1Kor 9:2 | apostelschaps zijt gijlieden in den Heere. ~
5730 1Kor 9:14 | 14 Alzo heeft ook de Heere geordineerd dengenen, die
5731 1Kor 10:22 | 22 Of tergen wij den Heere? Zijn wij sterker dan Hij? ~
5732 1Kor 11:11 | vrouw zonder den man, in den Heere. ~
5733 1Kor 11:23 | 23 Want ik heb van den Heere ontvangen, hetgeen ik ook
5734 1Kor 11:23 | overgegeven heb, dat de Heere Jezus in den nacht, in welken
5735 1Kor 11:32 | worden, zo worden wij van den Heere getuchtigd, opdat wij met
5736 1Kor 12:3 | niemand kan zeggen, Jezus den Heere te zijn, dan door den Heiligen
5737 1Kor 12:5 | bedieningen, en het is dezelfde Heere; ~
5738 1Kor 14:21 | Mij niet horen, zegt de Heere. ~
5739 1Kor 15:31 | in Christus Jezus, onzen Heere. ~
5740 1Kor 15:47 | aards; de tweede Mens is de Heere uit den hemel. ~
5741 1Kor 15:57 | overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus. ~
5742 1Kor 15:58 | arbeid niet ijdel is in den Heere. ~ ~ ~
5743 1Kor 16:7 | te blijven, indien het de Heere zal toelaten. ~
5744 1Kor 16:19 | Azie. U groeten zeer in den Heere Aquila en Priscilla, met
5745 1Kor 16:22 | 22 Indien iemand den Heere Jezus Christus niet liefheeft,
5746 1Kor 16:23 | 23 De genade van den Heere Jezus Christus zij met u. ~
5747 2Kor 1:2 | God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
5748 2Kor 1:3 | de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, de Vader
5749 2Kor 1:14 | zijt, in den dag van den Heere Jezus. ~
5750 2Kor 2:12 | deur geopend was in den Heere, zo heb ik geen rust gehad
5751 2Kor 3:16 | Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt
5752 2Kor 3:17 | 17 De Heere nu is de Geest; en waar
5753 2Kor 4:5 | maar Christus Jezus, den Heere; en onszelven, dat wij uw
5754 2Kor 4:10 | Altijd de doding van den Heere Jezus in het lichaam omdragende,
5755 2Kor 4:14 | Wetende, dat Hij, Die den Heere Jezus opgewekt heeft, ook
5756 2Kor 5:6 | lichaam, uitwonen van den Heere; ~
5757 2Kor 5:8 | uit te wonen, en bij den Heere in te wonen. ~
5758 2Kor 6:17 | en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen
5759 2Kor 6:18 | dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige. ~ ~
5760 2Kor 8:5 | zichzelven eerst aan den Heere en daarna aan ons, door
5761 2Kor 8:9 | weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij
5762 2Kor 8:21 | is, niet alleen voor den Heere, maar ook voor de mensen. ~
5763 2Kor 10:8 | van onze macht, welke de Heere ons gegeven heeft tot stichting,
5764 2Kor 10:17 | roemt, die roeme in den Heere. ~
5765 2Kor 10:18 | zichzelven prijst, maar dien de Heere prijst, die is beproefd. ~ ~
5766 2Kor 11:17 | spreek ik niet naar den Heere, maar als in onwijsheid,
5767 2Kor 11:31 | De God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die geprezen
5768 2Kor 12:8 | 8 Hierover heb ik den Heere driemaal gebeden, opdat
5769 2Kor 13:10 | naar de macht, die mij de Heere gegeven heeft tot opbouwing,
5770 2Kor 13:13 | 13 De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde
5771 Gal 1:3 | God den Vader, en onzen Heere Jezus Christus; ~
5772 Gal 5:10 | Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij niet anders zult
5773 Gal 6:14 | dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus; door Welken
5774 Gal 6:17 | draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam. ~
5775 Gal 6:18 | 18 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw
5776 Efez 1:2 | God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
5777 Efez 1:3 | de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons
5778 Efez 1:15 | hebbende het geloof in den Heere Jezus, dat onder u is, en
5779 Efez 1:17 | 17 Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader
5780 Efez 2:21 | een heiligen tempel in den Heere; ~
5781 Efez 3:11 | in Christus Jezus, onzen Heere; ~
5782 Efez 3:14 | tot den Vader van onzen Heere Jezus Christus, ~
5783 Efez 4:1 | ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk
5784 Efez 4:5 | 5 Een Heere, een geloof, een doop, ~
5785 Efez 4:17 | dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt,
5786 Efez 5:8 | nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des
5787 Efez 5:10 | 10 Beproevende wat den Heere welbehagelijk zij. ~
5788 Efez 5:19 | zingende en psalmende den Heere in uw hart; ~
5789 Efez 5:20 | Vader, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus; ~
5790 Efez 5:22 | onderdanig, gelijk aan den Heere; ~
5791 Efez 5:29 | het, gelijkerwijs ook de Heere de Gemeente. ~
5792 Efez 6:1 | ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht. ~
5793 Efez 6:7 | Dienende met goedwilligheid den Heere, en niet de mensen; ~
5794 Efez 6:8 | hebben, hij datzelve van den Heere zal ontvangen, hetzij dienstknecht,
5795 Efez 6:9 | die weet, dat ook uw eigen Heere in de hemelen is, en dat
5796 Efez 6:10 | broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner
5797 Efez 6:21 | getrouwe dienaar in den Heere, bekend maken; ~
5798 Efez 6:23 | van God den Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
5799 Efez 6:24 | met al degenen, die onzen Heere Jezus Christus liefhebben
5800 Fili 1:2 | God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
5801 Fili 1:14 | deel der broederen in den Heere, door mijn banden vertrouwen
5802 Fili 2:11 | belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods
5803 Fili 2:19 | 19 En ik hoop in den Heere Jezus Timotheus haast tot
5804 Fili 2:24 | Doch ik vertrouw in den Heere, dat ik ook zelf haast tot
5805 Fili 2:29 | Ontvangt hem dan in den Heere, met alle blijdschap, en
5806 Fili 3:1 | broeders, verblijdt u in den Heere. Dezelfde dingen aan u te
5807 Fili 3:8 | van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die
5808 Fili 3:20 | verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus; ~
5809 Fili 4:1 | kroon, staat alzo in den Heere, geliefden! ~
5810 Fili 4:2 | zij eensgezind zijn in den Heere. ~
5811 Fili 4:4 | 4 Verblijdt u in den Heere te allen tijd; wederom zeg
5812 Fili 4:5 | allen mensen bekend. De Heere is nabij. ~
5813 Fili 4:10 | verblijd geweest in den Heere, dat gij nu eenmaal wederom
5814 Fili 4:23 | 23 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u
5815 Kol 1:2 | God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
5816 Kol 1:3 | den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, altijd voor
5817 Kol 1:10 | wandelen waardiglijk den Heere, tot alle behagelijkheid,
5818 Kol 2:6 | dan Christus Jezus, den Heere, hebt aangenomen, wandelt
5819 Kol 3:16 | geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw
5820 Kol 3:17 | alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de
5821 Kol 3:18 | gelijk het betaamt in den Heere. ~
5822 Kol 3:20 | in alles, want dat is de Heere welbehagelijk. ~
5823 Kol 3:23 | doet dat van harte als den Heere en niet den mensen; ~
5824 Kol 3:24 | Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen de vergelding
5825 Kol 3:24 | erfenis; want gij dient de Heere Christus. ~
5826 Kol 4:1 | wetende, dat ook gij een Heere hebt in de hemelen. ~
5827 Kol 4:7 | en mededienstknecht in de Heere; ~
5828 Kol 4:17 | gij aangenomen hebt in de Heere, dat gij die vervult. ~
5829 1The 1:1 | in God den Vader, en den Heere Jezus Christus: genade zij
5830 1The 1:1 | God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
5831 1The 1:3 | verdraagzaamheid der hoop op onzen Heere Jezus Christus, voor onzen
5832 1The 2:15 | Welke ook gedood hebben den Heere Jezus, en hun eigen profeten;
5833 1The 2:19 | die ook niet voor onzen Heere Jezus Christus in Zijn toekomst? ~
5834 1The 3:8 | indien gij vast staat in den Heere. ~
5835 1The 3:11 | God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus Christus richte onzen
5836 1The 3:12 | 12 En de Heere vermeerdere u, en make u
5837 1The 3:13 | in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus met al Zijn
5838 1The 4:1 | bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons
5839 1The 4:2 | gegeven hebben door den Heere Jezus. ~
5840 1The 4:6 | zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles,
5841 1The 4:16 | 16 Want de Heere Zelf zal met een geroep,
5842 1The 4:17 | worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en
5843 1The 4:17 | zullen wij altijd met den Heere wezen. ~
5844 1The 5:9 | der zaligheid, door onzen Heere Jezus Christus; ~
5845 1The 5:12 | voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen; ~
5846 1The 5:23 | in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus. ~
5847 1The 5:27 | bezweer ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief al den
5848 1The 5:28 | 28 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden.
5849 2The 1:1 | God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus: ~
5850 2The 1:2 | God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
5851 2The 1:7 | in de openbaring van den Heere Jezus van den hemel met
5852 2The 1:8 | het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus niet gehoorzaam
5853 2The 1:12 | Opdat de Naam van onzen Heere Jezus Christus verheerlijkt
5854 2The 1:12 | genade van onzen God en den Heere Jezus Christus. ~ ~
5855 2The 2:1 | door de toekomst van onzen Heere Jezus Christus, en onze
5856 2The 2:8 | geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest
5857 2The 2:13 | u, broeders, die van den Heere bemind zijt, dat u God van
5858 2The 2:14 | der heerlijkheid van onzen Heere Jezus Christus. ~
5859 2The 2:16 | 16 En onze Heere Jezus Christus Zelf, en
5860 2The 3:3 | 3 Maar de Heere is getrouw, Die u zal versterken
5861 2The 3:4 | vertrouwen van u in den Heere, dat gij, hetgeen wij u
5862 2The 3:5 | 5 Doch de Heere richte uw harten tot de
5863 2The 3:6 | broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij
5864 2The 3:12 | vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, dat zij
5865 2The 3:16 | 16 De Heere nu des vredes Zelf geve
5866 2The 3:16 | tijd, in allerlei wijze. De Heere zij met u allen. ~
5867 2The 3:18 | 18 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u
5868 1Tim 1:1 | onzen Zaligmaker, en den Heere Jezus Christus, Die onze
5869 1Tim 1:2 | en Christus Jezus, onzen Heere.
5870 1Tim 1:12 | namelijk Christus Jezus, onzen Heere, dat Hij mij getrouw geacht
5871 1Tim 5:21 | betuig voor God, en den Heere Jezus Christus, en de uitverkoren
5872 1Tim 6:3 | gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de
5873 1Tim 6:14 | de verschijning van onzen Heere Jezus Christus; ~
5874 1Tim 6:15 | zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen,
5875 1Tim 6:15 | Koning der koningen, en Heere der heren; ~
5876 2Tim 1:2 | en Christus Jezus, onzen Heere. ~
5877 2Tim 1:16 | 16 De Heere geve den huize van Onesiforus
5878 2Tim 1:18 | 18 De Heere geve hem, dat hij barmhartigheid
5879 2Tim 1:18 | barmhartigheid vinde bij den Heere, in dien dag; en hoeveel
5880 2Tim 2:7 | hetgeen ik zeg; doch de Heere geve u verstand in alle
5881 2Tim 2:14 | gedachtenis, en betuig voor den Heere, dat zij geen woordenstrijd
5882 2Tim 2:19 | hebbende dit zegel: De Heere kent degenen, die de Zijnen
5883 2Tim 2:22 | vrede, met degenen, die den Heere aanroepen uit een rein hart. ~
5884 2Tim 3:11 | vervolgingen ik geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle verlost. ~
5885 2Tim 4:1 | betuig dan voor God en den Heere Jezus Christus, Die de levenden
5886 2Tim 4:8 | rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter,
5887 2Tim 4:14 | veel kwaads betoond; de Heere vergelde hem naar zijn werken. ~
5888 2Tim 4:17 | 17 Maar de Heere heeft mij bijgestaan, en
5889 2Tim 4:18 | 18 En de Heere zal mij verlossen van alle
5890 2Tim 4:22 | 22 De Heere Jezus Christus zij met uw
5891 2Tim 5:4 | van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, onzen Zaligmaker. ~
5892 Tit 1:4 | van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, onzen Zaligmaker. ~
5893 File 1:3 | God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
5894 File 1:5 | hetwelk gij hebt aan den Heere Jezus, en jegens al de heiligen; ~
5895 File 1:16 | beide in het vlees en in den Heere. ~
5896 File 1:20 | uwer hierin genieten in den Heere; verkwik mijn ingewanden
5897 File 1:20 | verkwik mijn ingewanden in den Heere. ~
5898 File 1:25 | 25 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw
5899 Heb 1:10 | 10 En: Gij, Heere! hebt in den beginne de
5900 Heb 2:3 | verkondigd te worden door de Heere, aan ons bevestigd is geworden
5901 Heb 7:14 | het is openbaar, dat onze Heere uit Juda gesproten is; op
5902 Heb 7:21 | tot Hem gezegd heeft: De Heere heeft gezworen, en het zal
5903 Heb 8:2 | waren tabernakels, welken de Heere heeft opgericht, en geen
5904 Heb 8:8 | dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis
5905 Heb 8:9 | hen niet geacht, zegt de Heere. ~
5906 Heb 8:10 | zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun
5907 Heb 8:11 | broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij allen
5908 Heb 10:16 | zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven
5909 Heb 10:30 | het vergelden, spreekt de Heere. En wederom: De Heere zal
5910 Heb 10:30 | de Heere. En wederom: De Heere zal Zijn volk oordelen. ~
5911 Heb 12:6 | 6 Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij,
5912 Heb 12:14 | zonder welke niemand den Heere zien zal; ~
5913 Heb 13:6 | vrijmoediglijk durven zeggen: De Heere is mij een Helper, en ik
5914 Heb 13:20 | wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus, ~
5915 Jako 1:1 | dienstknecht van God en van den Heere Jezus Christus; aan de twaalf
5916 Jako 1:7 | iets ontvangen zal van den Heere. ~
5917 Jako 1:12 | levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft dengenen,
5918 Jako 2:1 | niet het geloof van onzen Heere Jezus Christus, den Heere
5919 Jako 2:1 | Heere Jezus Christus, den Heere der heerlijkheid, met aanneming
5920 Jako 4:10 | 10 Vernedert u voor den Heere, en Hij zal u verhogen. ~
5921 Jako 4:15 | zoudt zeggen: Indien de Heere wil, en wij leven zullen,
5922 Jako 5:4 | gekomen tot in de oren van den Heere Sebaoth. ~
5923 Jako 5:11 | des Heeren gezien, dat de Heere zeer barmhartig is en een
5924 Jako 5:15 | den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo
5925 1Pet 1:3 | de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die naar
5926 1Pet 2:3 | anders gesmaakt hebt, dat de Heere goedertieren is. ~
5927 1Pet 3:15 | 15 Maar heiligt God, den Heere, in uw harten; en zijt altijd
5928 2Pet 1:2 | God, en van Jezus, onzen Heere; ~
5929 2Pet 1:8 | laten in de kennis van onzen Heere Jezus Christus. ~
5930 2Pet 1:11 | eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. ~
5931 2Pet 1:14 | zal, gelijkerwijs ook onze Heere Jezus Christus mij heeft
5932 2Pet 1:16 | kracht en toekomst van onze Heere Jezus Christus, maar wij
5933 2Pet 2:1 | invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft,
5934 2Pet 2:9 | 9 Zo weet de Heere de godzaligen uit de verzoeking
5935 2Pet 2:11 | oordeel tegen hen voor den Heere voortbrengen. ~
5936 2Pet 2:20 | zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus,
5937 2Pet 3:8 | geliefden, dat een dag bij den Heere is als duizend jaren, en
5938 2Pet 3:9 | 9 De Heere vertraagt de belofte niet (
5939 2Pet 3:18 | genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus.
5940 2Joh 1:3 | God den Vader, en van den Heere Jezus Christus, den Zoon
5941 Jud 1:4 | enigen Heerser, God, en onzen Heere Jezus Christus verloochenen. ~
5942 Jud 1:5 | dit eenmaal weet, dat de Heere, het volk uit Egypteland
5943 Jud 1:9 | voortbrengen, maar zeide: De Heere bestraffe u! ~
5944 Jud 1:14 | geprofeteerd, zeggende: Ziet, de Heere is gekomen met Zijn vele
5945 Jud 1:17 | van de apostelen van onzen Heere Jezus Christus; ~
5946 Jud 1:21 | barmhartigheid van onzen Heere Jezus Christus ten eeuwigen
5947 Open 1:8 | Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en
5948 Open 4:8 | Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die
5949 Open 4:11 | 11 Gij Heere, zijt waardig te ontvangen
5950 Open 7:14 | 14 En ik sprak tot hem: Heere, gij weet het. En hij zeide
5951 Open 11:8 | Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist is. ~
5952 Open 11:17 | Zeggende: Wij danken U, Heere God almachtig, Die is, en
5953 Open 14:13 | zijn de doden, die in den Heere sterven, van nu aan. Ja,
5954 Open 15:3 | wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God,rechtvaardig
5955 Open 15:4 | 4Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken?
5956 Open 16:5 | Gij zijt rechtvaardig, Heere! Die is, en Die was, en
5957 Open 16:7 | van het altaar zeggen: Ja, Heere, Gij almachtige God! Uwe
5958 Open 17:14 | overwinnen (want Het is een Heere der heren, en een Koning
5959 Open 18:8 | worden; want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt. ~
5960 Open 19:1 | eer, en de kracht zij den Heere, onzen God. ~
5961 Open 19:6 | zeggende: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, heeft
5962 Open 19:16 | Koning der koningen, en Heere der heren. ~
5963 Open 21:22 | tempel in dezelve; want de Heere, de almachtige God, is haar
5964 Open 22:5 | van node hebben; want de Heere God verlicht hen; en zij
5965 Open 22:6 | getrouw en waarachtig; en de Heere, de God der heilige profeten,
5966 Open 22:20 | haastiglijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! ~
5967 Open 22:21 | 21 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5967 |