1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5967
Book Chapter: Verse
3501 Jes 9:13 | 13 Daarom zal de HEERE afhouwen uit Israel den
3502 Jes 9:16 | Daarom zal zich de Heere niet verblijden over hun
3503 Jes 10:12 | het zal geschieden, als de HEERE een einde zal gemaakt hebben
3504 Jes 10:16 | 16 Daarom zal de Heere HEERE der heirscharen onder
3505 Jes 10:16 | Daarom zal de Heere HEERE der heirscharen onder zijn
3506 Jes 10:20 | zullen steunen op den HEERE, den Heilige Israels, oprechtelijk. ~
3507 Jes 10:23 | vastelijk besloten is, zal de Heere HEERE der heirscharen doen
3508 Jes 10:23 | besloten is, zal de Heere HEERE der heirscharen doen in
3509 Jes 10:24 | 24 Daarom zegt de Heere HEERE der heirscharen alzo:
3510 Jes 10:24 | Daarom zegt de Heere HEERE der heirscharen alzo: Vreest
3511 Jes 10:26 | 26 Want de HEERE der heirscharen zal tegen
3512 Jes 10:33 | 33 Doch ziet, de Heere HEERE der heirscharen zal
3513 Jes 10:33 | Doch ziet, de Heere HEERE der heirscharen zal met
3514 Jes 11:11 | geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand
3515 Jes 11:15 | 15 Ook zal de HEERE den inham der zee van Egypte
3516 Jes 12:1 | zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op mij
3517 Jes 12:2 | en niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en
3518 Jes 12:2 | niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn
3519 Jes 12:4 | dienzelfden dage zeggen: Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt
3520 Jes 12:5 | 5 Psalmzingt den HEERE, want Hij heeft heerlijk
3521 Jes 13:4 | verzamelde heidenen; de HEERE der heirscharen monstert
3522 Jes 13:5 | het einde des hemels; de HEERE en de instrumenten Zijner
3523 Jes 14:1 | 1 Want de HEERE zal Zich over Jakob ontfermen,
3524 Jes 14:3 | geschieden ten dage, wanneer u de HEERE rust geven zal van uw smart,
3525 Jes 14:5 | 5 De HEERE heeft den stok der goddelozen
3526 Jes 14:22 | hen opstaan, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal
3527 Jes 14:22 | zoonszoon, spreekt de HEERE. ~
3528 Jes 14:23 | verderfs uitvagen, spreekt de HEERE der heirscharen. ~
3529 Jes 14:24 | 24 De HEERE der heirscharen heeft gezworen,
3530 Jes 14:27 | 27 Want de HEERE der heirscharen heeft het
3531 Jes 14:32 | boden des volks? Dat de HEERE Sion gegrond heeft, opdat
3532 Jes 16:13 | Dit is het woord, dat de HEERE tegen Moab gesproken heeft,
3533 Jes 16:14 | Maar nu spreekt de HEERE, zeggende: Binnen drie jaren (
3534 Jes 17:3 | kinderen Israels, spreekt de HEERE der heirscharen. ~
3535 Jes 17:6 | takken, spreekt de HEERE, de God Israels. ~
3536 Jes 18:4 | 4 Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ik zal stil
3537 Jes 18:7 | 7 Te dien tijd zal den HEERE der heirscharen een geschenk
3538 Jes 19:1 | last van Egypte. Ziet, de HEERE rijdt op een snelle wolk,
3539 Jes 19:4 | hen heersen, spreekt de Heere HEERE der heirscharen. ~
3540 Jes 19:4 | heersen, spreekt de Heere HEERE der heirscharen. ~
3541 Jes 19:12 | geven of vernemen, wat de HEERE der heirscharen beraadslaagd
3542 Jes 19:14 | 14 De HEERE heeft een zeer verkeerden
3543 Jes 19:18 | Kanaan, en zwerende den HEERE der heirscharen; een zal
3544 Jes 19:19 | Te dien dage zal de HEERE een altaar hebben in het
3545 Jes 19:19 | haar landpalen voor den HEERE. ~
3546 Jes 19:20 | en tot een getuigenis den HEERE der heirscharen in Egypteland,
3547 Jes 19:20 | want zij zullen tot den HEERE roepen vanwege de verdrukkers,
3548 Jes 19:21 | 21 En de HEERE zal den Egyptenaren bekend
3549 Jes 19:21 | de Egyptenaars zullen den HEERE kennen te dien dage; en
3550 Jes 19:21 | en zij zullen den HEERE een gelofte beloven en betalen. ~
3551 Jes 19:22 | 22 En de HEERE zal de Egyptenaars dapper
3552 Jes 19:22 | zij zullen zich tot den HEERE bekeren, en Hij zal Zich
3553 Jes 19:23 | met de Assyriers den Heere dienen. ~
3554 Jes 19:25 | 25 Want de HEERE der heirscharen zal hen
3555 Jes 20:2 | Ter zelfder tijd sprak de HEERE, door den dienst van Jesaja,
3556 Jes 20:3 | 3 Toen zeide de HEERE: Gelijk als Mijn knecht
3557 Jes 21:6 | Want aldus heeft de Heere tot mij gezegd: Ga heen,
3558 Jes 21:8 | En hij riep: Een leeuw, Heere! ik sta op den wachttoren
3559 Jes 21:10 | wat ik gehoord heb van den HEERE der heirscharen, den God
3560 Jes 21:16 | Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Nog binnen
3561 Jes 21:17 | zullen minder worden, want de HEERE, de God Israels, heeft het
3562 Jes 22:5 | en van verwarring van den Heere, den HEERE der heirscharen,
3563 Jes 22:5 | verwarring van den Heere, den HEERE der heirscharen, in het
3564 Jes 22:12 | En te dien dage zal de Heere, de HEERE der heirscharen,
3565 Jes 22:12 | dien dage zal de Heere, de HEERE der heirscharen, roepen
3566 Jes 22:14 | 14 Maar de HEERE der heirscharen heeft Zich
3567 Jes 22:14 | totdat gij sterft! zegt de Heere, de HEERE der heirscharen. ~
3568 Jes 22:14 | zegt de Heere, de HEERE der heirscharen. ~
3569 Jes 22:15 | 15 Alzo zegt de Heere, de HEERE der heirscharen:
3570 Jes 22:15 | Alzo zegt de Heere, de HEERE der heirscharen: Ga heen,
3571 Jes 22:17 | 17 Zie, de HEERE zal u wegwerpen met een
3572 Jes 22:25 | Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zal die
3573 Jes 22:25 | afgesneden worden; want de HEERE heeft het gesproken. ~ ~ ~ ~ ~
3574 Jes 23:9 | 9 De HEERE der heirscharen heeft het
3575 Jes 23:11 | koninkrijken beroerd; de HEERE heeft bevel gegeven tegen
3576 Jes 23:17 | van zeventig jaren, dat de HEERE Tyrus zal bezoeken, en dat
3577 Jes 23:18 | haar hoerenloon zal den HEERE heilig zijn, het zal niet
3578 Jes 23:18 | voor hen, die voor den HEERE wonen, opdat zij eten tot
3579 Jes 24:1 | 1 Ziet, de HEERE maakt het land ledig, en
3580 Jes 24:3 | beroofd worden; want de HEERE heeft dit woord gesproken. ~
3581 Jes 24:15 | 15 Daarom eert den HEERE in de valleien, in de eilanden
3582 Jes 24:21 | geschieden te dien dage, dat de HEERE bezoeking doen zal over
3583 Jes 24:23 | beschaamd worden, als de HEERE der heirscharen regeren
3584 Jes 25:1 | 1 HEERE! Gij zijt mijn God, U zal
3585 Jes 25:6 | 6 En de HEERE der heirscharen zal op dezen
3586 Jes 25:8 | verslinden tot overwinning, en de Heere HEERE zal de tranen van
3587 Jes 25:8 | overwinning, en de Heere HEERE zal de tranen van alle aangezichten
3588 Jes 25:8 | aarde wegnemen; want de HEERE heeft het gesproken. ~
3589 Jes 25:9 | zalig maken. Deze is de HEERE, wij hebben Hem verwacht,
3590 Jes 26:4 | 4 Vertrouwt op den HEERE tot in der eeuwigheid; want
3591 Jes 26:4 | eeuwigheid; want in den Heere HEERE is een eeuwige rotssteen. ~
3592 Jes 26:4 | eeuwigheid; want in den Heere HEERE is een eeuwige rotssteen. ~
3593 Jes 26:8 | weg Uwer gerichten, U, o HEERE! verwacht; tot Uw Naam en
3594 Jes 26:11 | 11 HEERE! is Uw hand verhoogd, zij
3595 Jes 26:12 | 12 HEERE! Gij zult ons vrede bestellen,
3596 Jes 26:13 | 13 HEERE, onze God! andere heren,
3597 Jes 26:15 | 15 Gij, o HEERE! hadt dit volk vermeerderd,
3598 Jes 26:16 | 16 HEERE! in benauwdheid hebben zij
3599 Jes 26:17 | alzo zijn wij geweest, o HEERE! vanwege Uw aangezicht. ~
3600 Jes 26:21 | 21 Want ziet, de HEERE zal uit Zijn plaats uitgaan,
3601 Jes 27:1 | Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard, en groot,
3602 Jes 27:3 | 3 Ik, de HEERE, behoede dien, alle ogenblik
3603 Jes 27:12 | dage geschieden, dat de HEERE dorsen zal, van den stroom
3604 Jes 27:13 | Egypte; en zij zullen den HEERE aanbidden op den heiligen
3605 Jes 28:2 | 2 Ziet, de Heere heeft een sterke en machtige,
3606 Jes 28:5 | Te dien dage zal de HEERE der heirscharen tot een
3607 Jes 28:16 | Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een
3608 Jes 28:16 | Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een grondsteen
3609 Jes 28:21 | 21 Want de HEERE zal Zich opmaken, gelijk
3610 Jes 28:22 | worden; want ik heb van den Heere HEERE der heirscharen gehoord
3611 Jes 28:22 | want ik heb van den Heere HEERE der heirscharen gehoord
3612 Jes 28:29 | Zulks komt ook voort van den HEERE der heirscharen; Hij is
3613 Jes 29:6 | 6 Gij zult van den HEERE der heirscharen bezocht
3614 Jes 29:10 | 10 Want de HEERE heeft over ulieden uitgegoten
3615 Jes 29:13 | 13 Want de Heere heeft gezegd: Daarom dat
3616 Jes 29:15 | versteken willen voor den HEERE, hun raad verbergende; en
3617 Jes 29:19 | op vreugde hebben in den HEERE; en de behoeftigen onder
3618 Jes 29:22 | 22 Daarom zegt de HEERE, Die Abraham verlost heeft,
3619 Jes 30:1 | die afvallen, spreekt de HEERE, om een raadslag te maken,
3620 Jes 30:15 | 15 Want alzo zegt de Heere HEERE, de Heilige Israels:
3621 Jes 30:15 | Want alzo zegt de Heere HEERE, de Heilige Israels: Door
3622 Jes 30:18 | 18 En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig
3623 Jes 30:18 | ulieden ontferme, want de HEERE is een God des gerichts;
3624 Jes 30:20 | 20 De Heere zal ulieden wel brood der
3625 Jes 30:26 | zeven dagen; ten dage als de HEERE de breuk Zijns volks zal
3626 Jes 30:30 | 30 En de HEERE zal Zijn heerlijke stem
3627 Jes 30:32 | doorgegaan zal zijn (op welken de HEERE dien zal hebben doen rusten),
3628 Jes 31:1 | Heilige Israels, en zoeken den HEERE niet. ~
3629 Jes 31:3 | vlees, en geen geest; en de HEERE zal Zijn hand uitstrekken,
3630 Jes 31:4 | 4 Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Gelijk als
3631 Jes 31:4 | hun veelheid; alzo zal de HEERE der heirscharen nederdalen,
3632 Jes 31:5 | vliegende vogelen, alzo zal de HEERE der heirscharen Jeruzalem
3633 Jes 31:9 | verschrikken, spreekt de HEERE, die te Sion vuur, en te
3634 Jes 32:6 | dwaling te spreken tegen den HEERE, om de ziel des hongerigen
3635 Jes 33:2 | 2 HEERE, wees ons genadig, wij hebben
3636 Jes 33:5 | 5 De HEERE is verheven, want Hij woont
3637 Jes 33:10 | zal Ik opstaan, zegt de HEERE, nu zal Ik verhoogd worden,
3638 Jes 33:21 | 21 Maar de HEERE zal aldaar bij ons heerlijk
3639 Jes 33:22 | 22 Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE
3640 Jes 33:22 | HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE
3641 Jes 33:22 | HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning. Hij zal
3642 Jes 34:6 | nieren van de rammen; want de HEERE heeft een slachtoffer
3643 Jes 36:7 | zegt: Wij vertrouwen op den HEERE, onzen God; is Hij Die niet,
3644 Jes 36:10 | En nu ben ik zonder den HEERE opgetogen tegen dit land,
3645 Jes 36:10 | om dat te verderven. De HEERE heeft tot mij gezegd: Trek
3646 Jes 36:15 | niet doe vertrouwen op den HEERE, zeggende: De HEERE zal
3647 Jes 36:15 | den HEERE, zeggende: De HEERE zal ons zekerlijk redden;
3648 Jes 36:18 | niet verleide, zeggende: De HEERE zal ons redden; hebben de
3649 Jes 36:20 | hand gered hebben, dat de HEERE Jeruzalem uit mijn hand
3650 Jes 37:4 | 4 Misschien zal de HEERE, uw God, horen de woorden
3651 Jes 37:4 | met woorden, die de HEERE, uw God, gehoord heeft;
3652 Jes 37:6 | heer zeggen: Zo zegt de HEERE: Vrees niet voor de woorden,
3653 Jes 37:15 | En Hizkia bad tot den HEERE, zeggende: ~
3654 Jes 37:16 | 16 O HEERE der heirscharen, Gij, God
3655 Jes 37:17 | 17 O HEERE! neig Uw oor en hoor, HEERE!
3656 Jes 37:17 | HEERE! neig Uw oor en hoor, HEERE! doe Uw ogen open, en zie;
3657 Jes 37:18 | 18 Waarlijk, HEERE! hebben de koningen van
3658 Jes 37:20 | 20 Nu dan, HEERE, onze God, verlos ons uit
3659 Jes 37:20 | weten, dat Gij alleen de HEERE zijt. ~
3660 Jes 37:21 | te zeggen: Alzo zegt de HEERE, de God Israels: Dat gij
3661 Jes 37:22 | Dit is het woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft:
3662 Jes 37:24 | dienstknechten hebt gij den HEERE gehoond, en gezegd: Ik heb
3663 Jes 37:33 | Daarom, zo zegt de HEERE van den koning van Assyrie:
3664 Jes 37:34 | hij niet komen, zegt de HEERE. ~
3665 Jes 38:1 | zeide tot hem: Alzo zegt de HEERE: Geef bevel aan uw huis;
3666 Jes 38:2 | wand, en hij bad tot den HEERE. ~
3667 Jes 38:3 | 3 En hij zeide: Och HEERE, gedenk toch, dat ik voor
3668 Jes 38:5 | zeg tot Hizkia: Zo zegt de HEERE, de God van uw vader David:
3669 Jes 38:7 | u een teken zijn van den HEERE, dat de HEERE het woord,
3670 Jes 38:7 | zijn van den HEERE, dat de HEERE het woord, dat Hij gesproken
3671 Jes 38:11 | Ik zeide: Ik zal den HEERE niet meer zien, den HEERE,
3672 Jes 38:11 | HEERE niet meer zien, den HEERE, in het land der levenden;
3673 Jes 38:14 | verhieven zich omhoog; o HEERE! ik word onderdrukt, wees
3674 Jes 38:16 | 16 Heere, bij deze dingen leeft men,
3675 Jes 38:20 | 20 De HEERE was gereed om mij te verlossen;
3676 Jes 39:6 | overgelaten worden, zegt de HEERE. ~
3677 Jes 40:10 | 10 Ziet, de Heere HEERE zal komen tegen den
3678 Jes 40:10 | 10 Ziet, de Heere HEERE zal komen tegen den sterke,
3679 Jes 40:27 | Israel! mijn weg is voor den HEERE verborgen, en mijn recht
3680 Jes 40:28 | dat de eeuwige God, de HEERE, de Schepper van de einden
3681 Jes 40:31 | 31 Maar dien den HEERE verwachten, zullen de kracht
3682 Jes 41:4 | van den beginne? Ik, de HEERE, Die de Eerste ben, en met
3683 Jes 41:13 | 13 Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw rechterhand
3684 Jes 41:14 | Israels! Ik help u, spreekt de HEERE, en uw Verlosser is de Heilige
3685 Jes 41:16 | zult u verheugen in den HEERE; in den Heilige Israels
3686 Jes 41:17 | versmacht van dorst; Ik, de HEERE zal hen verhoren, Ik, de
3687 Jes 41:21 | twistzaak voor, zegt de HEERE; brengt uw vaste bewijsredenen
3688 Jes 42:5 | 5 Alzo zegt God, de HEERE, Die de hemelen geschapen,
3689 Jes 42:6 | 6 Ik, de HEERE, heb u geroepen in gerechtigheid,
3690 Jes 42:8 | 8 Ik ben de HEERE, dat is Mijn Naam; en Mijn
3691 Jes 42:10 | 10 Zingt den HEERE een nieuw lied, Zijn lof
3692 Jes 42:12 | 12 Laat ze den HEERE de eer geven, en Zijn lof
3693 Jes 42:13 | 13 De HEERE zal uittrekken als een held;
3694 Jes 42:21 | 21 De HEERE had lust aan hem, om Zijner
3695 Jes 42:24 | den rovers? Is het niet de HEERE, Hij, tegen Wien wij gezondigd
3696 Jes 43:1 | Maar nu, alzo zegt de HEERE, uw Schepper, o Jakob! en
3697 Jes 43:3 | 3 Want Ik ben de HEERE, uw God, de Heilige Israels,
3698 Jes 43:10 | Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien Ik
3699 Jes 43:11 | 11 Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve
3700 Jes 43:12 | Mijn getuigen, spreekt de HEERE, dat Ik God ben. ~
3701 Jes 43:14 | 14 Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, de Heilige
3702 Jes 43:15 | 15 Ik ben de HEERE, uw Heilige; de Schepper
3703 Jes 43:16 | 16 Alzo zegt de HEERE, Die in de zee een weg,
3704 Jes 44:2 | 2 Zo zegt de HEERE, uw Maker, en uw Formeerder
3705 Jes 44:6 | 6 Zo zegt de HEERE, de Koning van Israel, en
3706 Jes 44:6 | Israel, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik ben
3707 Jes 44:23 | vreugde, gij hemelen! want de HEERE heeft het gedaan; juicht,
3708 Jes 44:23 | geboomte daarin! Want de HEERE heeft Jakob verlost, en
3709 Jes 44:24 | 24 Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, en die u
3710 Jes 44:24 | van den buik af: Ik ben de HEERE, Die alles doet, Die den
3711 Jes 45:1 | 1 Alzo zegt de HEERE tot Zijn gezalfde, tot Cores,
3712 Jes 45:3 | gij moogt weten, dat Ik de HEERE ben, Die u bij uw naam roept,
3713 Jes 45:5 | 5 Ik ben de HEERE, en niemand meer, buiten
3714 Jes 45:6 | Mij niets is, Ik ben de HEERE, en niemand meer. ~
3715 Jes 45:7 | schep het kwaad, Ik, de HEERE, doe al deze dingen. ~
3716 Jes 45:8 | uitspruiten; Ik, de HEERE, heb ze geschapen. ~
3717 Jes 45:11 | 11 Alzo zegt de HEERE, de Heilige Israels, en
3718 Jes 45:13 | voor geschenk, zegt de HEERE der heirscharen. ~
3719 Jes 45:14 | 14 Alzo zegt de HEERE: De arbeid der Egyptenaren
3720 Jes 45:17 | Israel wordt verlost door den HEERE, met een eeuwige verlossing;
3721 Jes 45:18 | 18 Want alzo zegt de HEERE, Die de hemelen geschapen
3722 Jes 45:18 | daarin wonen zou: Ik ben de HEERE, en niemand meer. ~
3723 Jes 45:19 | Mij te vergeefs; Ik ben de HEERE, Die gerechtigheid
3724 Jes 45:21 | verkondigd? Ben Ik het niet, de HEERE? en er is geen God
3725 Jes 45:24 | zeggen: Gewisselijk, in den HEERE zijn gerechtigheden en sterkte;
3726 Jes 45:25 | 25 Maar in den HEERE zullen gerechtvaardigd worden
3727 Jes 47:4 | Onzes Verlossers Naam is HEERE der heirscharen, de Heilige
3728 Jes 48:2 | steunen op den God Israels; HEERE der heirscharen is Zijn
3729 Jes 48:14 | deze dingen verkondigd? De HEERE heeft hem lief, Hij zal
3730 Jes 48:16 | ben Ik daar; en nu, de Heere HEERE, en Zijn Geest
3731 Jes 48:16 | Ik daar; en nu, de Heere HEERE, en Zijn Geest heeft
3732 Jes 48:17 | 17 Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, de Heilige
3733 Jes 48:17 | Heilige Israels: Ik ben de HEERE, uw God, Die u leert, wat
3734 Jes 48:20 | einde der aarde, zegt: De HEERE heeft Zijn knecht Jakob
3735 Jes 48:22 | hebben geen vrede, zegt de HEERE. ~ ~
3736 Jes 49:1 | gij volken van verre! De HEERE heeft Mij geroepen van den
3737 Jes 49:4 | gewisselijk, Mijn recht is bij den HEERE, en Mijn werkloon is bij
3738 Jes 49:5 | 5 En nu zegt de HEERE, Die Mij Zich van moeders
3739 Jes 49:7 | 7 Alzo zegt de HEERE, de Verlosser van Israel,
3740 Jes 49:8 | 8 Alzo zegt de HEERE: In dien tijd des welbehagens
3741 Jes 49:13 | gedreun met gejuich; want de HEERE heeft Zijn volk vertroost,
3742 Jes 49:14 | Doch Sion zegt: De HEERE heeft mij verlaten, en de
3743 Jes 49:14 | heeft mij verlaten, en de HEERE heeft mij vergeten. ~
3744 Jes 49:18 | als Ik leef, spreekt de HEERE, zekerlijk, gij zult u met
3745 Jes 49:22 | 22 Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal Mijn
3746 Jes 49:22 | Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal Mijn hand
3747 Jes 49:23 | gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, dat zij niet beschaamd
3748 Jes 49:25 | 25 Doch alzo zegt de HEERE: Ja, de gevangenen des machtigen
3749 Jes 49:26 | gewaar worden, dat Ik, de HEERE, uw Heiland ben, en
3750 Jes 50:1 | 1 Alzo zegt de HEERE: Waar is de scheidbrief
3751 Jes 50:4 | 4 De Heere HEERE heeft Mij een tong
3752 Jes 50:4 | 4 De Heere HEERE heeft Mij een tong der geleerden
3753 Jes 50:5 | 5 De Heere HEERE heeft Mij het oor
3754 Jes 50:5 | 5 De Heere HEERE heeft Mij het oor geopend,
3755 Jes 50:7 | 7 Want de Heere HEERE helpt Mij, daarom
3756 Jes 50:7 | 7 Want de Heere HEERE helpt Mij, daarom word Ik
3757 Jes 50:9 | 9 Ziet, de Heere HEERE helpt Mij, wie is
3758 Jes 50:9 | 9 Ziet, de Heere HEERE helpt Mij, wie is het, die
3759 Jes 50:10 | er onder ulieden, die den HEERE vreest, die naar de stem
3760 Jes 51:1 | gerechtigheid najaagt, gij, die den HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen,
3761 Jes 51:3 | 3 Want de HEERE zal Sion troosten, Hij zal
3762 Jes 51:13 | 13 En vergeet den HEERE, Die u gemaakt heeft, Die
3763 Jes 51:15 | 15 Want Ik ben de HEERE, uw God, Die de zee klieft,
3764 Jes 51:15 | dat haar golven bruisen; HEERE der heirscharen is Zijn
3765 Jes 51:22 | 22 Alzo zegt uw Heere, de HEERE en uw God, Die
3766 Jes 51:22 | Alzo zegt uw Heere, de HEERE en uw God, Die Zijns volks
3767 Jes 52:3 | 3 Want zo zegt de HEERE; Gijlieden zijt om niet
3768 Jes 52:4 | 4 Want zo zegt de Heere HEERE: In vorige tijden
3769 Jes 52:4 | Want zo zegt de Heere HEERE: In vorige tijden trok Mijn
3770 Jes 52:5 | hier te doen? spreekt de HEERE, dewijl Mijn volk om niet
3771 Jes 52:5 | doen huilen, spreekt de HEERE, en Mijn Naam geduriglijk
3772 Jes 52:8 | oog aan oog zien, als de HEERE Sion wederbrengen zal. ~
3773 Jes 52:9 | plaatsen van Jeruzalem! want de HEERE heeft Zijn volk getroost,
3774 Jes 52:10 | 10 De HEERE heeft Zijn heiligen arm
3775 Jes 52:12 | vlucht henengaan; want de HEERE zal voor ulieder aangezicht
3776 Jes 53:6 | iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid
3777 Jes 53:10 | Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij
3778 Jes 54:1 | kinderen der getrouwde, zegt de HEERE. ~
3779 Jes 54:5 | Want uw Maker is uw Man, HEERE der heirscharen is Zijn
3780 Jes 54:6 | 6 Want de HEERE heeft u geroepen, als een
3781 Jes 54:8 | uwer ontfermen, zegt de HEERE, uw Verlosser. ~
3782 Jes 54:10 | zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. ~
3783 Jes 54:13 | kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn, en de vrede
3784 Jes 54:17 | gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE. ~ ~ ~ ~ ~
3785 Jes 55:6 | 6 Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is;
3786 Jes 55:7 | hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner
3787 Jes 55:8 | niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. ~
3788 Jes 55:13 | mirteboom opgaan; en het zal den HEERE wezen tot een naam, tot
3789 Jes 56:6 | 6 Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is;
3790 Jes 56:7 | hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner
3791 Jes 56:8 | niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. ~
3792 Jes 56:13 | mirteboom opgaan; en het zal den HEERE wezen tot een naam, tot
3793 Jes 57:1 | 1 Alzo zegt de HEERE: Bewaart het recht, en doet
3794 Jes 57:3 | vreemde, die zich tot den HEERE gevoegd heeft, spreke niet,
3795 Jes 57:3 | spreke niet, zeggende: De HEERE heeft mij gans en al van
3796 Jes 57:4 | 4 Want alzo zegt de HEERE van de gesnedenen, die Mijn
3797 Jes 57:6 | vreemden, die zich tot den HEERE voegen, om Hem te dienen,
3798 Jes 57:8 | 8 De Heere HEERE, Die de verdrevenen
3799 Jes 57:8 | 8 De Heere HEERE, Die de verdrevenen van
3800 Jes 58:19 | die nabij zijn, zegt de HEERE, en Ik zal hen genezen. ~
3801 Jes 59:5 | vasten heten, en een dag den HEERE aangenaam? ~
3802 Jes 59:9 | Dan zult gij roepen, en de HEERE zal antwoorden; gij zult
3803 Jes 59:11 | 11 En de HEERE zal u geduriglijk leiden,
3804 Jes 59:13 | een verlustiging, opdat de HEERE geheiligd worde, Die te
3805 Jes 59:14 | gij u verlustigen in den HEERE, en Ik zal u doen rijden
3806 Jes 60:13 | en het liegen tegen den HEERE, en het achterwaarts wijken
3807 Jes 60:15 | zich tot een roof; en de HEERE zag het, en het was kwaad
3808 Jes 60:20 | overtreding in Jakob, spreekt de HEERE. ~
3809 Jes 60:21 | Verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op u is,
3810 Jes 60:21 | zaad uws zaads, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid
3811 Jes 61:2 | volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid
3812 Jes 61:16 | gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, uw Heiland, en uw Verlosser,
3813 Jes 61:19 | maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig
3814 Jes 61:20 | niet intrekken; want de HEERE zal u tot een eeuwig licht
3815 Jes 61:22 | een machtig volk; Ik, de HEERE, zal zulks te zijner tijd
3816 Jes 62:1 | HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een
3817 Jes 62:8 | 8 Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik
3818 Jes 62:9 | zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft. ~
3819 Jes 62:10 | ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich
3820 Jes 62:11 | uitspruiten; alzo zal de Heere HEERE gerechtigheid en lof
3821 Jes 62:11 | uitspruiten; alzo zal de Heere HEERE gerechtigheid en lof doen
3822 Jes 63:4 | Het getrouwde; want de HEERE heeft een lust aan u, en
3823 Jes 63:8 | 8 De HEERE heeft gezworen bij Zijn
3824 Jes 63:9 | eten, en zij zullen den HEERE prijzen; en die hem vergaderen
3825 Jes 63:11 | 11 Ziet, de HEERE heeft doen horen, tot aan
3826 Jes 64:7 | HEEREN, naar alles, wat de HEERE ons heeft bewezen, en de
3827 Jes 64:16 | Israel kent ons niet; Gij, o HEERE! zijt onze Vader, onze Verlosser
3828 Jes 64:17 | 17 HEERE! waarom doet Gij ons van
3829 Jes 65:8 | 8 Doch nu, HEERE! Gij zijt onze Vader; wij
3830 Jes 65:9 | 9 HEERE! wees niet zo zeer verbolgen,
3831 Jes 65:12 | 12 HEERE! zoudt Gij U over deze dingen
3832 Jes 66:7 | ongerechtigheden tegelijk, zegt de HEERE, die gerookt hebben op de
3833 Jes 66:8 | 8 Alzo zegt de HEERE: Gelijk wanneer men most
3834 Jes 66:13 | 13 Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Mijn knechten
3835 Jes 66:13 | Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Mijn knechten
3836 Jes 66:15 | vervloeking laten; en de Heere HEERE zal ulieden doden,
3837 Jes 66:15 | vervloeking laten; en de Heere HEERE zal ulieden doden, maar
3838 Jes 66:25 | heiligen berg zegt de HEERE. ~ ~
3839 Jes 67:1 | 1 Alzo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon,
3840 Jes 67:2 | zijn geweest, spreekt de HEERE; maar op dezen zal Ik zien,
3841 Jes 67:5 | Naams wil, zeggen: Dat de HEERE heerlijk worde! Doch Hij
3842 Jes 67:9 | niet genereren? zegt de HEERE; zou Ik, Die genereer, voortaan
3843 Jes 67:12 | 12 Want alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal den vrede
3844 Jes 67:15 | 15 Want ziet, de HEERE zal met vuur komen, en Zijn
3845 Jes 67:16 | en met Zijn zwaard zal de HEERE in het recht treden met
3846 Jes 67:17 | worden, spreekt de HEERE. ~
3847 Jes 67:20 | broeders uit alle heidenen den HEERE ten spijsoffer brengen,
3848 Jes 67:20 | naar Jeruzalem, zegt de HEERE, gelijk als de kinderen
3849 Jes 67:21 | Levieten nemen, zegt de HEERE. ~
3850 Jes 67:22 | zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad
3851 Jes 67:23 | aangezicht, zegt de HEERE. ~
3852 Jer 1:6 | Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! zie, ik kan niet
3853 Jer 1:6 | Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! zie, ik kan niet spreken,
3854 Jer 1:7 | 7 Maar de HEERE zeide tot mij: Zeg niet:
3855 Jer 1:8 | u te redden, spreekt de HEERE. ~
3856 Jer 1:9 | 9 En de HEERE stak Zijn hand uit, en roerde
3857 Jer 1:9 | roerde mijn mond aan; en de HEERE zeide tot mij: Zie, Ik geef
3858 Jer 1:12 | 12 En de HEERE zeide tot mij: Gij hebt
3859 Jer 1:14 | 14 En de HEERE zeide tot mij: Van het noorden
3860 Jer 1:15 | het noorden, spreekt de HEERE; en zij zullen komen, en
3861 Jer 1:19 | Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u uit te helpen. ~ ~
3862 Jer 2:2 | Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ik gedenk der weldadigheid
3863 Jer 2:3 | 3 Israel was den HEERE een heiligheid, de eerstelingen
3864 Jer 2:3 | kwam hun over, spreekt de HEERE. ~
3865 Jer 2:5 | 5 Zo zegt de HEERE: Wat voor onrecht hebben
3866 Jer 2:6 | zeiden niet: Waar is de HEERE, Die ons opvoerde uit Egypteland,
3867 Jer 2:8 | zeiden niet: Waar is de HEERE? en die de wet handelden,
3868 Jer 2:9 | ulieden twisten, spreekt de HEERE; ja, met uw kindskinderen
3869 Jer 2:12 | wordt zeer woest, spreekt de HEERE. ~
3870 Jer 2:17 | zelven, doordien gij den HEERE, uw God, verlaat, ten tijde
3871 Jer 2:19 | en bitter is, dat gij den HEERE, uw God, verlaat, en Mijn
3872 Jer 2:19 | bij u is, spreekt de Heere, de HEERE der heirscharen. ~
3873 Jer 2:19 | spreekt de Heere, de HEERE der heirscharen. ~
3874 Jer 2:22 | aangezicht getekend, spreekt de Heere HEERE. ~
3875 Jer 2:22 | getekend, spreekt de Heere HEERE. ~
3876 Jer 2:29 | Mij overtreden, spreekt de HEERE. ~
3877 Jer 2:37 | handen op uw hoofd; want de HEERE heeft al uw vertrouwen verworpen,
3878 Jer 3:1 | weder tot Mij, spreekt de HEERE. ~
3879 Jer 3:6 | 6 Voorts zeide de HEERE tot mij, in de dagen van
3880 Jer 3:10 | maar valselijk, spreekt de HEERE. ~
3881 Jer 3:11 | 11 Dies de HEERE tot mij zeide: De afgekeerde
3882 Jer 3:12 | afgekeerde Israel! spreekt de HEERE, zo zal Ik Mijn toorn op
3883 Jer 3:12 | goedertieren, spreekt de HEERE. Ik zal den toorn niet in
3884 Jer 3:13 | ongerechtigheid, dat gij tegen den HEERE, uw God, hebt overtreden,
3885 Jer 3:13 | gehoorzaam geweest, spreekt de HEERE. ~
3886 Jer 3:14 | afkerige kinderen! spreekt de HEERE, want Ik heb u getrouwd,
3887 Jer 3:16 | in die dagen, spreekt de HEERE, zullen zij niet meer zeggen:
3888 Jer 3:20 | huis Israels! spreekt de HEERE. ~
3889 Jer 3:21 | hun weg verkeerd, en den HEERE, hun God, vergeten hebben. ~
3890 Jer 3:22 | tot U, want Gij zijt de HEERE, onze God! ~
3891 Jer 3:23 | bergen; waarlijk, in den HEERE, onzen God, is Israels heil! ~
3892 Jer 3:25 | want wij hebben tegen den HEERE, onzen God, gezondigd, wij
3893 Jer 4:1 | zult, Israel! spreekt de HEERE, bekeer u tot Mij; en zo
3894 Jer 4:2 | zweer: Zo waarachtig als de HEERE leeft! in waarheid, in recht
3895 Jer 4:3 | 3 Want zo zegt de HEERE tot de mannen van Juda,
3896 Jer 4:4 | 4 Besnijdt u den HEERE en doet weg de voorhuiden
3897 Jer 4:9 | tijd geschieden, spreekt de HEERE, dat het hart des konings
3898 Jer 4:10 | Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! waarlijk, Gij hebt
3899 Jer 4:10 | Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! waarlijk, Gij hebt dit
3900 Jer 4:17 | wederspannig geweest is, spreekt de HEERE. ~
3901 Jer 4:26 | afgebroken, vanwege den HEERE, vanwege de hittigheid Zijns
3902 Jer 4:27 | 27 Want zo zegt de HEERE: Dit ganse land zal een
3903 Jer 5:2 | zeggen: Zo waarachtig als de HEERE leeft! zo zweren zij toch
3904 Jer 5:3 | 3 O HEERE! zien Uw ogen niet naar
3905 Jer 5:9 | bezoeking doen? spreekt de HEERE. Of zou Mijn ziel zich niet
3906 Jer 5:11 | Mij gehandeld, spreekt de HEERE. ~
3907 Jer 5:12 | Zij verloochenen den HEERE, en zeggen: Hij is het niet,
3908 Jer 5:14 | 14 Daarom zegt de HEERE, de God der heirscharen,
3909 Jer 5:15 | huis Israels! spreekt de HEERE; het is een sterk volk,
3910 Jer 5:18 | in die dagen, spreekt de HEERE, geen voleinding met ulieden
3911 Jer 5:19 | zeggen: Waarom heeft ons de HEERE, onze God, al deze dingen
3912 Jer 5:22 | niet vrezen? spreekt de HEERE; zult gij voor Mijn aangezicht
3913 Jer 5:24 | hun hart: Laat ons nu den HEERE, onzen God, vrezen, Die
3914 Jer 5:29 | bezoeking doen? spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich niet
3915 Jer 6:6 | 6 Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Houwt bomen
3916 Jer 6:9 | 9 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Zij zullen
3917 Jer 6:12 | dezes lands, spreekt de HEERE. ~
3918 Jer 6:15 | zij struikelen, zegt de HEERE. ~
3919 Jer 6:16 | 16 Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet
3920 Jer 6:21 | 21 Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal dit volk
3921 Jer 6:22 | 22 Zo zegt de HEERE: Ziet, er komt een volk
3922 Jer 6:30 | verworpen zilver; want de HEERE heeft hen verworpen. ~ ~ ~ ~ ~
3923 Jer 7:1 | Jeremia geschied is, van den HEERE, zeggende: ~
3924 Jer 7:2 | deze poorten ingaat, om den HEERE aan te bidden. ~
3925 Jer 7:3 | 3 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
3926 Jer 7:11 | het ook gezien, spreekt de HEERE. ~
3927 Jer 7:13 | werken doet, spreekt de HEERE, en Ik tot u gesproken heb,
3928 Jer 7:19 | verdriet aan? spreekt de HEERE. Doen zij het zichzelven
3929 Jer 7:20 | 20 Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Mijn toorn
3930 Jer 7:20 | Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Mijn toorn en
3931 Jer 7:21 | 21 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
3932 Jer 7:29 | de hoge plaatsen; want de HEERE heeft het geslacht Zijner
3933 Jer 7:30 | in Mijn ogen, spreekt de HEERE; zij hebben hun verfoeiselen
3934 Jer 7:32 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat het niet meer zal geheten
3935 Jer 8:1 | zelfder tijd, spreekt de HEERE, zullen zij de beenderen
3936 Jer 8:3 | henengedreven zal hebben, spreekt de HEERE der heirscharen. ~
3937 Jer 8:4 | wijders tot hen: Zo zegt de HEERE: Zal men vallen, en niet
3938 Jer 8:12 | zij struikelen, zegt de HEERE. ~
3939 Jer 8:13 | voorzeker wegrapen, spreekt de HEERE; er zijn geen druiven aan
3940 Jer 8:14 | stilzwijgen; immers heeft ons de HEERE, onze God, doen stilzwijgen,
3941 Jer 8:14 | gedrenkt, omdat wij tegen den HEERE gezondigd hebben. ~
3942 Jer 8:17 | zullen u bijten, spreekt de HEERE. ~
3943 Jer 8:19 | verren lande: Is dan de HEERE niet te Sion, is haar koning
3944 Jer 9:3 | zij niet, spreekt de HEERE. ~
3945 Jer 9:6 | Mij te kennen, spreekt de HEERE. ~
3946 Jer 9:7 | 7 Daarom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Ziet,
3947 Jer 9:9 | niet bezoeken? spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich niet
3948 Jer 9:13 | 13 En de HEERE zeide: Omdat zij Mijn wet,
3949 Jer 9:15 | 15 Daarom zegt de HEERE der heirscharen, de God
3950 Jer 9:17 | 17 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Merkt daarop,
3951 Jer 9:22 | Spreek: Zo spreekt de HEERE: Ja, een dood lichaam des
3952 Jer 9:23 | 23 Zo zegt de HEERE: Een wijze beroeme zich
3953 Jer 9:24 | en Mij kent, dat Ik de HEERE ben, doende weldadigheid,
3954 Jer 9:24 | heb Ik lust, spreekt de HEERE. ~
3955 Jer 9:25 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik bezoeking zal doen
3956 Jer 10:1 | Hoort het woord, dat de HEERE tot ulieden spreekt, o huis
3957 Jer 10:2 | 2 Zo zegt de HEERE: Leert den weg der heidenen
3958 Jer 10:6 | Omdat niemand U gelijk is, o HEERE! zo zijt Gij groot, en groot
3959 Jer 10:10 | 10 Maar de HEERE God is de Waarheid, Hij
3960 Jer 10:16 | de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn
3961 Jer 10:18 | 18 Want zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de inwoners
3962 Jer 10:21 | geworden, en hebben den HEERE niet gezocht; daarom hebben
3963 Jer 10:23 | 23 Ik weet, o HEERE! dat bij den mens zijn weg
3964 Jer 10:24 | 24 Kastijd mij, HEERE! doch met mate; niet in
3965 Jer 11:1 | Jeremia geschied is, van den HEERE, zeggende: ~
3966 Jer 11:3 | dan tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Vervloekt
3967 Jer 11:5 | ik en zeide: Amen, o HEERE! ~
3968 Jer 11:6 | 6 En de HEERE zeide tot mij: Roep al deze
3969 Jer 11:9 | 9 Voorts zeide de HEERE tot mij: Er is een verbintenis
3970 Jer 11:11 | 11 Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal een kwaad
3971 Jer 11:16 | 16 De HEERE had uw naam genoemd een
3972 Jer 11:17 | 17 Want de HEERE der heirscharen, Die u heeft
3973 Jer 11:18 | 18 De HEERE nu heeft het mij te kennen
3974 Jer 11:20 | 20 Maar, o HEERE der heirscharen, Gij rechtvaardige
3975 Jer 11:21 | Daarom, zo zegt de HEERE van de mannen van Anathoth,
3976 Jer 11:22 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik
3977 Jer 12:1 | zoudt rechtvaardig zijn, o HEERE! wanneer ik tegen U zou
3978 Jer 12:3 | 3 Maar Gij, o HEERE! kent mij, Gij ziet mij,
3979 Jer 12:14 | 14 Alzo zegt de HEERE: Aangaande al Mijn boze
3980 Jer 12:16 | Naam: Zo waarachtig als de HEERE leeft! gelijk als zij Mijn
3981 Jer 12:17 | uitrukken en verdoen, spreekt de HEERE. ~ ~ ~ ~ ~
3982 Jer 13:1 | 1 Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen,
3983 Jer 13:5 | den Frath, gelijk als de HEERE mij geboden had. ~
3984 Jer 13:6 | einde van vele dagen, dat de HEERE tot mij zeide: Maak u op,
3985 Jer 13:9 | 9 Zo zegt de HEERE: Alzo zal Ik verderven de
3986 Jer 13:11 | doen kleven, spreekt de HEERE, om Mij te zijn tot
3987 Jer 13:12 | woord tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Alle flessen
3988 Jer 13:13 | tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal alle inwoners
3989 Jer 13:14 | kinderen te zamen, spreekt de HEERE; Ik zal niet verschonen
3990 Jer 13:15 | verheft u niet; want de HEERE heeft het gesproken. ~
3991 Jer 13:16 | 16 Geeft eer den HEERE, uw God, eer dat Hij het
3992 Jer 13:25 | zijn van Mij, spreekt de HEERE; gij, die Mij hebt vergeten,
3993 Jer 14:7 | ongerechtigheden tegen ons getuigen, o HEERE! doe het om Uws Naams wil;
3994 Jer 14:9 | in het midden van ons, o HEERE! en wij zijn naar Uw Naam
3995 Jer 14:10 | 10 Alzo zegt de HEERE van dit volk: Zij hebben
3996 Jer 14:10 | bedwongen; daarom heeft de HEERE geen welgevallen aan hen,
3997 Jer 14:11 | 11 Wijders zeide de HEERE tot mij: Bid niet voor dit
3998 Jer 14:13 | Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! zie, die profeten
3999 Jer 14:13 | Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! zie, die profeten zeggen
4000 Jer 14:14 | 14 En de HEERE zeide tot mij: Die profeten
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5967 |