Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
heenzende 1
heenzenden 2
heer 325
heere 5967
heeren 2077
heerlijk 22
heerlijke 14
Frequency    [«  »]
6208 uw
6044 u
6026 te
5967 heere
5858 des
5824 hem
5303 met

Bijbel

IntraText - Concordances

heere

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5967

     Book Chapter: Verse
4001 Jer 14:15 | 15      Daarom zegt de HEERE alzo: Aangaande de profeten, 4002 Jer 14:20 | 20      HEERE! wij kennen onze goddeloosheid, 4003 Jer 14:22 | geven? Zijt Gij die niet, o HEERE, onze God? Daarom zullen 4004 Jer 15:1 | 1      Maar de HEERE zeide tot mij: Al stond 4005 Jer 15:2 | zult zeggen: Zo zegt de HEERE: Wie ten dood, ten dode; 4006 Jer 15:3 | vier geslachten, spreekt de HEERE: met het zwaard, om te doden; 4007 Jer 15:6 | Mij verlaten, spreekt de HEERE; gij zijt achterwaarts gegaan; 4008 Jer 15:9 | hunner vijanden, spreekt de HEERE. ~ 4009 Jer 15:11 | 11      De HEERE zeide: Zo niet uw overblijfsel 4010 Jer 15:15 | 15      O HEERE! Gij weet het, gedenk mijner, 4011 Jer 15:16 | naar Uw Naam genoemd, o HEERE,      God der heirscharen! ~ 4012 Jer 15:19 | 19      Daarom zegt de HEERE alzo: Zo gij zult wederkeren, 4013 Jer 15:20 | rukken, spreekt de HEERE. ~ 4014 Jer 16:3 | 3      Want zo zegt de HEERE van de zonen en van de dochteren, 4015 Jer 16:5 | 5      Want zo zegt de HEERE: Ga niet in het huis desgenen, 4016 Jer 16:5 | dit      volk (spreekt de HEERE) weggenomen Mijn vrede, 4017 Jer 16:9 | 9      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4018 Jer 16:10 | zeggen: Waarom spreekt de HEERE al dit grote kwaad over 4019 Jer 16:10 | zonde, die wij tegen den HEERE, onzen God, gezondigd hebben? ~ 4020 Jer 16:11 | verlaten hebben, spreekt de HEERE, en hebben andere goden 4021 Jer 16:14 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat er niet meer zal gezegd 4022 Jer 16:14 | worden: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels 4023 Jer 16:15 | Maar: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels 4024 Jer 16:16 | veel vissers, spreekt de HEERE, die zullen hen vissen; 4025 Jer 16:19 | 19      O HEERE! Gij zijt mijn Sterkte, 4026 Jer 16:21 | weten, dat Mijn Naam is HEERE. ~  ~  ~  ~ ~ 4027 Jer 17:5 | 5      Zo zegt de HEERE: Vervloekt is de man, die 4028 Jer 17:5 | stelt, en wiens hart van den HEERE afwijkt! ~ 4029 Jer 17:7 | daarentegen is de man, die op den HEERE vertrouwt, en wiens vertrouwen 4030 Jer 17:7 | en wiens vertrouwen de HEERE is! ~ 4031 Jer 17:10 | 10      Ik, de HEERE, doorgrond het hart, en 4032 Jer 17:13 | 13      O HEERE, Israels Verwachting! allen, 4033 Jer 17:13 | worden; want zij verlaten den HEERE,      den Springader des 4034 Jer 17:14 | 14      Genees mij, HEERE! zo zal ik genezen worden, 4035 Jer 17:19 | 19      Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen 4036 Jer 17:21 | 21      Zo zegt de HEERE: Wacht u op uw zielen, en 4037 Jer 17:24 | Mij zult horen, spreekt de HEERE, dat gij geen last door 4038 Jer 18:1 | Jeremia geschied is van den HEERE, zeggende: ~ 4039 Jer 18:6 | huis Israels? spreekt de HEERE; ziet, gelijk leem in de 4040 Jer 18:11 | Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik formeer een kwaad 4041 Jer 18:13 | Daarom, zo zegt de HEERE: Vraagt nu onder de heidenen; 4042 Jer 18:19 | 19      HEERE! luister naar mij, en hoor 4043 Jer 18:23 | 23      Doch Gij, HEERE! weet al hun raad tegen 4044 Jer 19:1 | 1      Zo zegt de HEERE: Ga henen en koop een pottenbakkerskruik, 4045 Jer 19:3 | Jeruzalem! Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4046 Jer 19:6 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze plaats niet meer 4047 Jer 19:11 | tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Alzo zal 4048 Jer 19:12 | plaats doen, spreekt de HEERE, en haar inwoners; en dat 4049 Jer 19:14 | Tofeth kwam, waarhenen hem de HEERE gezonden had, om te profeteren, 4050 Jer 19:15 | 15      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4051 Jer 20:3 | zeide Jeremia tot hem: De HEERE noemt uw naam niet Pashur, 4052 Jer 20:4 | 4      Want zo zegt de HEERE: Zie, Ik stel u tot een 4053 Jer 20:7 | 7      HEERE! Gij hebt mij overreed, 4054 Jer 20:11 | 11      Maar de HEERE is met mij als een verschrikkelijk 4055 Jer 20:12 | 12      Gij dan, o HEERE der heirscharen, Die den 4056 Jer 20:13 | 13      Zingt den HEERE, prijst den HEERE; want 4057 Jer 20:13 | Zingt den HEERE, prijst den HEERE; want Hij heeft de ziel 4058 Jer 20:16 | zij, als de steden, die de HEERE heeft omgekeerd, en het 4059 Jer 21:1 | Het woord, dat van den HEERE geschied is tot Jeremia, 4060 Jer 21:2 | 2      Vraag toch den HEERE voor ons, want Nebukadrezar, 4061 Jer 21:2 | tegen ons; misschien zal de HEERE met ons doen naar al Zijn 4062 Jer 21:4 | 4      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, Ik 4063 Jer 21:7 | En daarna, spreekt de HEERE, zal Ik Zedekia, den koning 4064 Jer 21:8 | zult gij zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik stel voor ulieder 4065 Jer 21:10 | niet ten goede, spreekt de HEERE; zij zal gegeven worden 4066 Jer 21:12 | huis Davids! zo zegt de HEERE: Richt des morgens recht, 4067 Jer 21:13 | van het plein! spreekt de HEERE; gijlieden, die zegt: Wie 4068 Jer 21:14 | handelingen, spreekt de HEERE; en Ik zal een vuur aansteken 4069 Jer 22:1 | 1      Alzo zegt de HEERE: Ga af in het huis des konings 4070 Jer 22:3 | 3      Zo zegt de HEERE: Doet recht en gerechtigheid, 4071 Jer 22:5 | Mij gezworen, spreekt de HEERE, dat dit huis tot een woestheid 4072 Jer 22:6 | 6      Want zo zegt de HEERE van het huis des konings 4073 Jer 22:8 | naaste: Waarom heeft de HEERE alzo gedaan aan deze grote 4074 Jer 22:11 | 11      Want zo zegt de HEERE van Sallum, den zoon van 4075 Jer 22:16 | Mij te kennen? spreekt de HEERE. ~ 4076 Jer 22:18 | 18      Daarom zegt de HEERE alzo van Jojakim, zoon van 4077 Jer 22:24 | als Ik leef, spreekt de HEERE, ofschoon Chonia, de zoon 4078 Jer 22:30 | 30      Zo zegt de HEERE: Schrijft dezen zelfden 4079 Jer 23:1 | verstrooien! spreekt de HEERE. ~ 4080 Jer 23:2 | 2      Daarom zegt de HEERE, de God Israels, alzo van 4081 Jer 23:2 | handelingen, spreekt de HEERE. ~ 4082 Jer 23:4 | gemist worden, spreekt de HEERE. ~ 4083 Jer 23:5 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik aan David een rechtvaardige 4084 Jer 23:6 | waarmede men Hem zal noemen: De HEERE: ONZE GERECHTIGHEID. ~ 4085 Jer 23:7 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat zij niet meer zullen 4086 Jer 23:7 | zeggen: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels 4087 Jer 23:8 | Maar: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die het zaad van 4088 Jer 23:9 | boven gaat;      vanwege den HEERE, en vanwege de woorden Zijner 4089 Jer 23:11 | hun boosheid, spreekt de HEERE. ~ 4090 Jer 23:12 | hunner bezoeking, spreekt de HEERE. ~ 4091 Jer 23:15 | 15      Daarom zegt de HEERE der heirscharen van deze 4092 Jer 23:16 | 16      Zo zegt de HEERE der heirscharen: Hoort niet 4093 Jer 23:17 | degenen, die Mij lasteren: De HEERE heeft het gesproken, gijlieden 4094 Jer 23:23 | God van nabij, spreekt de HEERE, en niet een God van verre? ~ 4095 Jer 23:24 | niet zou zien? spreekt de HEERE; vervul Ik niet den hemel 4096 Jer 23:24 | en de aarde? spreekt de HEERE. ~ 4097 Jer 23:28 | te doen? spreekt      de HEERE. ~ 4098 Jer 23:29 | als een vuur? spreekt de HEERE, en als een hamer, die een 4099 Jer 23:30 | de profeten, spreekt de HEERE, die Mijn woorden stelen, 4100 Jer 23:31 | de profeten, spreekt de HEERE, die hun tong nemen, en 4101 Jer 23:32 | dromen profeteren, spreekt de HEERE, en vertellen die, en verleiden 4102 Jer 23:32 | geen nut doen, spreekt de HEERE. ~ 4103 Jer 23:33 | verlaten zal, spreekt de      HEERE. ~ 4104 Jer 23:35 | zijn broeder: Wat heeft de HEERE geantwoord, en wat heeft 4105 Jer 23:35 | geantwoord, en wat heeft de HEERE gesproken? ~ 4106 Jer 23:36 | van den levenden God, den HEERE der      heirscharen, onzen 4107 Jer 23:37 | profeet: Wat heeft u de HEERE geantwoord en wat heeft 4108 Jer 23:37 | geantwoord en wat heeft de HEERE gesproken? ~ 4109 Jer 23:38 | last; daarom, zo zegt de HEERE: Omdat gij dit woord zegt: 4110 Jer 24:1 | 1      De HEERE deed mij zien, en ziet, 4111 Jer 24:3 | 3      En de HEERE zeide tot mij: Wat ziet 4112 Jer 24:5 | 5      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Gelijk 4113 Jer 24:7 | Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben; en zij zullen Mij tot 4114 Jer 24:8 | worden (want aldus zegt de HEERE), alzo zal Ik maken Zedekia, 4115 Jer 25:4 | 4      Ook heeft de HEERE tot u gezonden al Zijn knechten, 4116 Jer 25:5 | woont in het land, dat de HEERE u en uw vaderen gegeven 4117 Jer 25:7 | niet gehoord, spreekt de HEERE; opdat gij Mij vertoorndet 4118 Jer 25:8 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen; Omdat gij 4119 Jer 25:9 | het noorden, spreekt de HEERE; en tot Nebukadrezar, den 4120 Jer 25:12 | over dat volk, spreekt de HEERE, hun ongerechtigheid bezoeken, 4121 Jer 25:15 | Want alzo heeft de HEERE, de God Israels, tot mij 4122 Jer 25:17 | den volken, tot welke de HEERE mij gezonden had; ~ 4123 Jer 25:27 | tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4124 Jer 25:28 | zeggen zult: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Gij zult      4125 Jer 25:29 | inwoners der aarde, spreekt de HEERE der heirscharen. ~ 4126 Jer 25:30 | zult tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, 4127 Jer 25:31 | einde der aarde; want de HEERE heeft een twist met de volken, 4128 Jer 25:31 | overgegeven, spreekt de HEERE. ~ 4129 Jer 25:32 | 32      Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, een 4130 Jer 25:36 | heerlijken van de kudde, omdat de HEERE hun weide verstoort. ~ 4131 Jer 26:1 | geschiedde dit woord van den HEERE, zeggende: ~ 4132 Jer 26:2 | 2      Zo zegt de HEERE: Sta in het voorhof van 4133 Jer 26:4 | dan tot hen: Zo zegt de HEERE: Zo gijlieden naar Mij niet 4134 Jer 26:8 | te spreken alles, wat de HEERE geboden had tot al het volk 4135 Jer 26:12 | al het volk, zeggende: De HEERE heeft mij gezonden, om tegen 4136 Jer 26:13 | uws Gods; zo zal het den HEERE berouwen over het kwaad, 4137 Jer 26:15 | want in der waarheid, de HEERE heeft mij      tot u gezonden, 4138 Jer 26:18 | gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE des heirscharen: Sion zal      4139 Jer 26:19 | gedood? Vreesde hij niet den HEERE, en smeekte des HEEREN aangezicht, 4140 Jer 26:19 | aangezicht, zodat het den HEERE berouwde      over het kwaad, 4141 Jer 27:1 | woord tot Jeremia, van den HEERE, zeggende: ~ 4142 Jer 27:2 | 2      Alzo zeide de HEERE tot mij: Maak u banden en 4143 Jer 27:4 | heren te zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4144 Jer 27:8 | volk zal Ik, spreekt de HEERE, bezoeking doen door het 4145 Jer 27:11 | zijn land laten, spreekt de HEERE, en het zal dat bouwen en 4146 Jer 27:13 | pestilentie, gelijk als de HEERE gesproken heeft van het 4147 Jer 27:15 | niet gezonden, spreekt de HEERE, en zij profeteren valselijk 4148 Jer 27:16 | volk, zeggende: Zo zegt de HEERE: Hoort niet naar de woorden 4149 Jer 27:18 | is, laat hen nu bij den HEERE der heirscharen voorbidden, 4150 Jer 27:19 | 19      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, van de 4151 Jer 27:21 | 21      Ja, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4152 Jer 27:22 | bezoeken zal, spreekt de HEERE; dan zal Ik ze opvoeren, 4153 Jer 28:2 | 2      Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God 4154 Jer 28:4 | wederbrengen,      spreekt de HEERE; want Ik zal het juk des 4155 Jer 28:6 | Jeremia zeide: Amen, de HEERE doe alzo! de HEERE bevestige 4156 Jer 28:6 | Amen, de HEERE doe alzo! de HEERE bevestige uw woorden, die 4157 Jer 28:9 | bekend worden, dat hem de HEERE in der waarheid gezonden 4158 Jer 28:11 | volks, zeggende: Zo zegt de HEERE: Alzo zal Ik verbreken het 4159 Jer 28:13 | Hananja, zeggende: Zo zegt de HEERE: Houten jukken hebt gij 4160 Jer 28:14 | 14      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4161 Jer 28:15 | Hananja: Hoor nu, Hananja! de HEERE heeft u niet gezonden, maar 4162 Jer 28:16 | Daarom, zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal u wegwerpen 4163 Jer 28:16 | gesproken hebt tegen den HEERE. ~ 4164 Jer 29:4 | 4      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4165 Jer 29:7 | en bidt voor haar tot den HEERE; want in haar vrede zult 4166 Jer 29:8 | 8      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4167 Jer 29:9 | niet gezonden, spreekt de HEERE. ~ 4168 Jer 29:10 | 10      Want zo zegt de HEERE: Zekerlijk, als zeventig 4169 Jer 29:11 | over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en 4170 Jer 29:14 | gevonden worden, spreekt de HEERE, en Ik zal uw gevangenis 4171 Jer 29:14 | gedreven      heb, spreekt de HEERE; en Ik zal u wederbrengen 4172 Jer 29:15 | Omdat gij zegt: de HEERE heeft ons profeten naar 4173 Jer 29:16 | 16      Daarom zegt de HEERE alzo van den koning, die 4174 Jer 29:17 | 17      Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik 4175 Jer 29:19 | gehoord hebben, spreekt de HEERE, als Ik Mijn knechten, de 4176 Jer 29:19 | gehoord, spreekt de HEERE. ~ 4177 Jer 29:21 | 21      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4178 Jer 29:22 | zijn, dat men zegge: De HEERE stelle u als Zedekia, en 4179 Jer 29:23 | getuige daarvan, spreekt de HEERE. ~ 4180 Jer 29:25 | 25      Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God 4181 Jer 29:26 | 26      De HEERE heeft u tot priester gesteld, 4182 Jer 29:31 | zijn, zeggende: Zo zegt de HEERE van Semaja, den Nechelamiet: 4183 Jer 29:32 | 32      Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal bezoeking 4184 Jer 29:32 | volke doen zal, spreekt de HEERE; want hij heeft een afval 4185 Jer 29:32 | afval gesproken tegen den HEERE. ~  ~ 4186 Jer 30:1 | Jeremia geschied is van den HEERE, zeggende: ~ 4187 Jer 30:2 | 2      Zo spreekt de HEERE, de God Israels, zeggende: 4188 Jer 30:3 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik de gevangenis van 4189 Jer 30:3 | Juda, wenden zal, zegt de HEERE; en Ik zal hen wederbrengen 4190 Jer 30:4 | zijn de woorden, die de HEERE gesproken heeft van Israel 4191 Jer 30:5 | 5      Want zo zegt de HEERE: Wij horen een stem der 4192 Jer 30:8 | dage geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, dat Ik 4193 Jer 30:9 | Maar zij zullen dienen den HEERE, hun God, en hun koning 4194 Jer 30:10 | knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israel! 4195 Jer 30:11 | Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen; want 4196 Jer 30:12 | 12      Want zo zegt de HEERE: Uw breuk is dodelijk, uw 4197 Jer 30:17 | plagen genezen, spreekt de HEERE; omdat zij u noemen: De 4198 Jer 30:18 | 18      Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de gevangenis 4199 Jer 30:21 | Mij te genaken? spreekt de HEERE. ~ 4200 Jer 31:1 | zelfder tijd, spreekt de HEERE, zal Ik allen geslachten 4201 Jer 31:2 | 2      Zo zegt de HEERE: Het volk der overgeblevenen 4202 Jer 31:3 | 3      De HEERE is mij verschenen van verre 4203 Jer 31:6 | opgaan naar Sion, tot den HEERE, onzen God! ~ 4204 Jer 31:7 | 7      Want zo zegt de HEERE: Roept luide over Jakob 4205 Jer 31:7 | horen, lofzingt, en zegt: O HEERE! behoud Uw volk, het      4206 Jer 31:11 | 11      Want de HEERE heeft Jakob vrijgekocht, 4207 Jer 31:14 | verzadigd worden, spreekt de HEERE. ~ 4208 Jer 31:15 | 15      Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord 4209 Jer 31:16 | 16      Zo zegt de HEERE: Bedwing uw stem van geween, 4210 Jer 31:16 | voor uw arbeid, spreekt de HEERE; want zij zullen uit des 4211 Jer 31:17 | nakomelingen, spreekt de HEERE; want uw kinderen zullen 4212 Jer 31:18 | zijn, want      Gij zijt de HEERE, mijn God! ~ 4213 Jer 31:20 | zekerlijk ontfermen, spreekt de HEERE. ~ 4214 Jer 31:22 | afkerige dochter? Want de HEERE heeft wat nieuws op de aarde 4215 Jer 31:23 | 23      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4216 Jer 31:23 | gevangenis wenden zal: De HEERE zegene      u, gij woning 4217 Jer 31:27 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik het huis van Israel 4218 Jer 31:28 | en te planten, spreekt de HEERE. ~ 4219 Jer 31:31 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van 4220 Jer 31:32 | getrouwd had, spreekt de HEERE; ~ 4221 Jer 31:33 | Israel maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun 4222 Jer 31:34 | leren, zeggende: Kent den HEERE! want zij zullen Mij allen 4223 Jer 31:34 | grootste toe, spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid 4224 Jer 31:35 | 35      Zo zegt de HEERE, Die de zon ten lichte geeft 4225 Jer 31:35 | dat haar golven bruisen, HEERE der      heirscharen is 4226 Jer 31:36 | zullen wijken, spreekt de HEERE, zo zal ook het zaad Israels 4227 Jer 31:37 | 37      Zo zegt de HEERE: Indien de hemelen daarboven 4228 Jer 31:37 | gedaan hebben, spreekt de HEERE. ~ 4229 Jer 31:38 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze stad den HEERE 4230 Jer 31:38 | HEERE, dat deze stad den HEERE zal herbouwd worden, van 4231 Jer 31:40 | tegen het oosten, zal den HEERE een heiligheid      zijn; 4232 Jer 32:1 | Jeremia geschied is van den HEERE, in het tiende jaar van 4233 Jer 32:3 | gij, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik geef deze stad 4234 Jer 32:5 | Ik hem bezoek, spreekt de HEERE; ofschoon gijlieden tegen 4235 Jer 32:14 | 14      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4236 Jer 32:15 | 15      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4237 Jer 32:16 | gegeven had, bad ik tot den HEERE, zeggende: ~ 4238 Jer 32:17 | 17      Ach, Heere HEERE! Zie, Gij hebt de 4239 Jer 32:17 | 17      Ach, Heere HEERE! Zie, Gij hebt de hemelen 4240 Jer 32:18 | God, Wiens Naam is      HEERE der heirscharen! ~ 4241 Jer 32:25 | hebt Gij tot mij gezegd, Heere HEERE! koop u dat veld voor 4242 Jer 32:25 | Gij tot mij gezegd, Heere HEERE! koop u dat veld voor geld, 4243 Jer 32:27 | 27      Zie, Ik ben de HEERE, de God van alle vlees; 4244 Jer 32:28 | 28      Daarom zegt de HEERE alzo: Zie, Ik geef deze 4245 Jer 32:30 | alleenlijk vertoornd, spreekt de HEERE. ~ 4246 Jer 32:36 | En nu, daarom zegt de HEERE, de God Israels, alzo van 4247 Jer 32:42 | 42      Want zo zegt de HEERE: Gelijk als Ik over dit 4248 Jer 32:44 | gevangenis wenden, spreekt de HEERE. ~  ~ 4249 Jer 33:2 | 2      Zo zegt de HEERE, Die het doet, de HEERE, 4250 Jer 33:2 | HEERE, Die het doet, de HEERE, Die dat formeert, opdat 4251 Jer 33:2 | opdat Hij het bevestige, HEERE is Zijn Naam; ~ 4252 Jer 33:4 | 4      Want zo zegt de HEERE, de God Israels, van de 4253 Jer 33:10 | 10      Alzo zegt de HEERE: In deze plaats (waarvan 4254 Jer 33:11 | dergenen, die zeggen: Looft den HEERE der heirscharen, want de      4255 Jer 33:11 | heirscharen, want de      HEERE is goed, want Zijn goedertierenheid 4256 Jer 33:11 | het eerste, zegt de HEERE. ~ 4257 Jer 33:12 | 12      Zo zegt de HEERE der heirscharen: In deze 4258 Jer 33:13 | tellers doorgaan, zegt de HEERE. ~ 4259 Jer 33:14 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik het goede woord 4260 Jer 33:16 | die haar roepen zal: De HEERE, onze GERECHTIGHEID. ~ 4261 Jer 33:17 | 17      Want zo zegt de HEERE: Aan David zal niet worden 4262 Jer 33:20 | 20      Alzo zegt de HEERE: Indien gijlieden Mijn verbond 4263 Jer 33:24 | twee geslachten, die de HEERE verkoren had, die heeft 4264 Jer 33:25 | 25      Zo zegt de HEERE: Indien Mijn verbond niet 4265 Jer 34:1 | Jeremia geschied is van den HEERE (als Nebukadrezar, koning 4266 Jer 34:2 | 2      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ga henen 4267 Jer 34:2 | zeg tot hem: Zo zegt de HEERE: Zie, Ik geef deze stad 4268 Jer 34:4 | koning van Juda! zo zegt de HEERE van u: Gij zult door het 4269 Jer 34:5 | woord gesproken, spreekt de HEERE. ~ 4270 Jer 34:8 | Jeremia geschied is van den HEERE, nadat de koning Zedekia 4271 Jer 34:12 | woord tot Jeremia, van den HEERE, zeggende: ~ 4272 Jer 34:13 | 13      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb 4273 Jer 34:17 | 17      Daarom zegt de HEERE alzo: Gijlieden hebt naar 4274 Jer 34:17 | tegen ulieden, spreekt de HEERE, een vrijheid ten zwaarde, 4275 Jer 34:22 | bevel geven, spreekt de HEERE, en zal hen weder tot deze 4276 Jer 35:1 | Jeremia geschied is van den HEERE, in de dagen van Jojakim, 4277 Jer 35:13 | 13      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4278 Jer 35:13 | Mijn woorden? spreekt de HEERE. ~ 4279 Jer 35:17 | Daarom alzo zegt de HEERE, de God der heirscharen, 4280 Jer 35:18 | zeide Jeremia: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4281 Jer 35:19 | Daarom alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4282 Jer 36:1 | Jeremia geschiedde van den HEERE, zeggende: ~ 4283 Jer 36:7 | grimmigheid, die de HEERE tegen dit volk heeft uitgesproken. ~ 4284 Jer 36:26 | Jeremia te vangen. Maar de HEERE had hen verborgen. ~ 4285 Jer 36:29 | zult gij zeggen: Zo zegt de HEERE: Gij hebt deze rol verbrand, 4286 Jer 36:30 | 30      Daarom zegt de HEERE alzo van Jojakim, den koning 4287 Jer 37:3 | toch voor ons tot      den HEERE, onzen God! ~ 4288 Jer 37:7 | 7      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Zo zult 4289 Jer 37:9 | 9      Zo zegt de HEERE: Bedriegt uw zielen niet, 4290 Jer 37:17 | er ook een woord van den HEERE? En Jeremia zeide:      4291 Jer 38:2 | 2      Zo zegt de HEERE: Wie in deze stad blijft, 4292 Jer 38:3 | 3      Zo zegt de HEERE: Deze stad zal zekerlijk 4293 Jer 38:16 | zeggende: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die ons deze ziel 4294 Jer 38:17 | tot Zedekia: Zo zegt de HEERE, de God der heirscharen, 4295 Jer 38:21 | is dit het woord, dat de HEERE mij heeft doen zien; ~ 4296 Jer 39:16 | Moorman, zeggende: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4297 Jer 39:17 | dage redden, spreekt de HEERE; en gij zult niet overgegeven 4298 Jer 39:18 | vertrouwd hebt, spreekt de HEERE. ~  ~ 4299 Jer 40:1 | Het woord, dat van den HEERE geschied is tot Jeremia, 4300 Jer 40:2 | halen, en zeide tot hem: De HEERE, uw God, heeft dit kwaad 4301 Jer 40:3 | 3      En de HEERE heeft het doen komen, en 4302 Jer 40:3 | hebt gezondigd tegen den HEERE, en Zijner stem niet gehoorzaamd; 4303 Jer 42:2 | en bid voor ons tot den HEERE, uw God, voor dit ganse 4304 Jer 42:3 | 3      Dat ons de HEERE, uw God, bekend make den 4305 Jer 42:4 | gehoord; ziet, ik zal tot den HEERE, uw God, bidden naar uw 4306 Jer 42:4 | het ganse woord, dat de HEERE u      zal antwoorden, zal 4307 Jer 42:5 | zeiden zij tot Jeremia: De HEERE zij tussen ons tot een waarachtig 4308 Jer 42:5 | woord, met hetwelk u de HEERE, uw God, tot ons zal zenden,      4309 Jer 42:9 | zeide tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels, tot Welken 4310 Jer 42:11 | niet voor hem, spreekt de HEERE; want Ik zal met u zijn, 4311 Jer 42:15 | overblijfsel van Juda! Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4312 Jer 42:18 | 18      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4313 Jer 42:19 | 19      De HEERE heeft tegen ulieden gesproken, 4314 Jer 42:20 | want gij hebt mij tot den HEERE, uw God, gezonden, zeggende: 4315 Jer 42:20 | zeggende: Bid voor ons tot den HEERE, onzen God, en naar alles, 4316 Jer 42:20 | God, en naar alles, wat de HEERE,      onze God, zal zeggen, 4317 Jer 43:1 | Gods, met dewelke hem de HEERE, hun God, tot hen gezonden      4318 Jer 43:2 | Gij spreekt leugen; de HEERE, onze God, heeft u niet      4319 Jer 43:10 | zeg tot hen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4320 Jer 44:2 | 2      Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4321 Jer 44:7 | 7      En nu, zo zegt de HEERE, de God der heirscharen, 4322 Jer 44:11 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4323 Jer 44:21 | volk des lands, heeft de HEERE      daaraan niet gedacht, 4324 Jer 44:22 | 22      Zodat het de HEERE niet meer kon verdragen, 4325 Jer 44:23 | hebt, en dat gij tegen den HEERE gezondigd hebt, en des HEEREN 4326 Jer 44:25 | 25      Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God 4327 Jer 44:26 | Mijn groten Naam, zegt de HEERE, zo Mijn Naam met den mond 4328 Jer 44:26 | zegge: Zo waarachtig als de Heere HEERE leeft! ~ 4329 Jer 44:26 | waarachtig als de Heere HEERE leeft! ~ 4330 Jer 44:29 | het teken zijn, spreekt de HEERE, dat Ik in deze plaats over 4331 Jer 44:30 | 30      Alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal Farao Hofra, 4332 Jer 45:2 | 2   Alzo zegt de HEERE, de God Israels, van u, 4333 Jer 45:3 | zegt: Wee nu mij, want de HEERE heeft droefenis tot mijn 4334 Jer 45:4 | tot hem zeggen: Zo zegt de HEERE: Zie, dat Ik gebouwd heb, 4335 Jer 45:5 | over alle vlees, spreekt de HEERE; maar Ik zal u uw ziel tot 4336 Jer 46:5 | schrik van rondom, spreekt de HEERE. ~ 4337 Jer 46:10 | worden van hun bloed; want de Heere, HEERE der heirscharen, 4338 Jer 46:10 | hun bloed; want de Heere, HEERE der heirscharen, heeft een 4339 Jer 46:13 | 13      Het woord, dat de HEERE tot den profeet Jeremia 4340 Jer 46:15 | stonden niet, omdat hen de HEERE voortdreef. ~ 4341 Jer 46:18 | de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen; hij zal 4342 Jer 46:23 | woud afgehouwen, spreekt de HEERE, hoewel het niet is te onderzoeken; 4343 Jer 46:25 | 25      De HEERE der heirscharen, de God 4344 Jer 46:26 | dagen van ouds, spreekt de HEERE. ~ 4345 Jer 46:28 | vrees niet, spreekt de HEERE; want Ik ben met u; want 4346 Jer 47:2 | 2   Zo zegt de HEERE: Ziet, wateren komen op 4347 Jer 47:4 | helper af te snijden; want de HEERE zal de Filistijnen, het 4348 Jer 47:7 | zoudt gij stil houden? De HEERE heeft toch aan het zwaard 4349 Jer 48:1 | Tegen Moab zegt de HEERE der heirscharen, de God 4350 Jer 48:8 | verdelgd worden; want de HEERE heeft het gezegd. ~ 4351 Jer 48:12 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik hem vreemde gasten 4352 Jer 48:15 | de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~ 4353 Jer 48:25 | arm verbroken, spreekt de HEERE. ~ 4354 Jer 48:26 | gemaakt heeft tegen den HEERE; zo zal Moab met de handen 4355 Jer 48:30 | verbolgenheid, spreekt de HEERE, maar niet alzo; zijn grendelen 4356 Jer 48:35 | doen ophouden, spreekt de HEERE, dien, die op de hoogte 4357 Jer 48:38 | lust aan heeft, spreekt de HEERE. ~ 4358 Jer 48:40 | 40      Want zo zegt de HEERE: Ziet, hij zal snel vliegen 4359 Jer 48:42 | gemaakt heeft tegen den HEERE. ~ 4360 Jer 48:43 | inwoner van Moab! spreekt de HEERE. ~ 4361 Jer 48:44 | brengen, spreekt de HEERE. ~ 4362 Jer 48:47 | gevangenis wenden, spreekt de HEERE. Tot hiertoe is Moabs oordeel.   ~ 4363 Jer 49:1 | kinderen Ammons zegt de HEERE alzo: Heeft dan Israel geen 4364 Jer 49:2 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik over Rabba der kinderen 4365 Jer 49:2 | hem geerfd hadden, zegt de HEERE. ~ 4366 Jer 49:5 | over u brengen, spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen, 4367 Jer 49:5 | brengen, spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen, van allen, 4368 Jer 49:6 | Ammons wenden, spreekt de HEERE. ~ 4369 Jer 49:7 | Tegen Edom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Is 4370 Jer 49:12 | 12      Want zo zegt de HEERE: Ziet, degenen, welker oordeel 4371 Jer 49:13 | Mijzelven gezworen, spreekt de HEERE, dat Bozra worden zal tot 4372 Jer 49:14 | gerucht gehoord van den HEERE, en er is een gezant geschikt 4373 Jer 49:16 | nederstoten, spreekt de HEERE. ~ 4374 Jer 49:18 | naburen, zal het zijn, zegt de HEERE; niemand zal daar wonen, 4375 Jer 49:26 | nedergehouwen worden, spreekt de HEERE der heirscharen. ~ 4376 Jer 49:28 | van Babel, sloeg, zegt de HEERE alzo: Maakt u op, trekt 4377 Jer 49:30 | inwoners van Hazor! spreekt de HEERE; want Nebukadrezar, de koning 4378 Jer 49:31 | zekerheid woont, spreekt de HEERE; dat geen deuren noch grendel 4379 Jer 49:32 | zijden aanbrengen, spreekt de HEERE. ~ 4380 Jer 49:35 | 35      Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik 4381 Jer 49:37 | Mijns toorns, spreekt de HEERE; en Ik zal het zwaard achter 4382 Jer 49:38 | daar vernielen, spreekt de HEERE; ~ 4383 Jer 49:39 | gevangenis wenden zal, spreekt de HEERE. ~  ~ 4384 Jer 50:1 | 1      Het woord, dat de HEERE gesproken heeft tegen Babel, 4385 Jer 50:4 | zelver tijd, spreekt de HEERE, zullen de kinderen Israels 4386 Jer 50:4 | zij henengaan, en      den HEERE, hun God, zoeken. ~ 4387 Jer 50:5 | zij zullen komen en den HEERE toegevoegd worden, met een 4388 Jer 50:7 | gezondigd hebben tegen den HEERE, in de woning der      gerechtigheid, 4389 Jer 50:7 | gerechtigheid, ja, tegen den HEERE, de Verwachting hunner vaderen. ~ 4390 Jer 50:10 | verzadigd worden, spreekt de HEERE. ~ 4391 Jer 50:14 | want zij heeft tegen den HEERE gezondigd. ~ 4392 Jer 50:18 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4393 Jer 50:20 | te dier tijd, spreekt de HEERE, zal Israels ongerechtigheid 4394 Jer 50:21 | verban achter hen, spreekt de HEERE, en doe naar alles, wat 4395 Jer 50:24 | gegrepen, omdat gij u tegen den HEERE in strijd gemengd hebt. ~ 4396 Jer 50:25 | 25      De HEERE heeft Zijn schatkamer opengedaan, 4397 Jer 50:25 | dat is een werk van den HEERE, den HEERE der heirscharen, 4398 Jer 50:25 | werk van den HEERE, den HEERE der heirscharen, in het      4399 Jer 50:29 | trotselijk gehandeld tegen den HEERE, tegen den Heilige Israels. ~ 4400 Jer 50:30 | uitgeroeid worden, spreekt de HEERE. ~ 4401 Jer 50:31 | gij trotse! spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen; 4402 Jer 50:31 | trotse! spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen; want uw 4403 Jer 50:33 | 33      Zo zegt de HEERE der heirscharen: De kinderen 4404 Jer 50:34 | hun Verlosser is sterk, HEERE der heirscharen is Zijn 4405 Jer 50:35 | de Chaldeen, spreekt de HEERE; en over de inwoners van 4406 Jer 50:40 | heeft omgekeerd, spreekt de HEERE, alzo zal niemand aldaar 4407 Jer 51:1 | 1      Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal een verdervenden 4408 Jer 51:5 | worden van zijn God, van den HEERE der heirscharen (hoewel 4409 Jer 51:10 | 10      De HEERE heeft onze gerechtigheden 4410 Jer 51:11 | schilden volkomenlijk toe; de HEERE heeft den geest der koningen 4411 Jer 51:12 | de lagen; want gelijk de HEERE heeft voorgenomen, alzo 4412 Jer 51:14 | 14      De HEERE der heirscharen heeft gezworen 4413 Jer 51:19 | de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn 4414 Jer 51:24 | ulieder ogen, spreekt de HEERE. ~ 4415 Jer 51:25 | verdervende berg! spreekt de HEERE, gij, die de ganse aarde 4416 Jer 51:26 | woestheden zijn, spreekt de HEERE. ~ 4417 Jer 51:33 | 33      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God 4418 Jer 51:36 | Daarom, zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal uw twist twisten, 4419 Jer 51:39 | niet opwaken, spreekt de HEERE. ~ 4420 Jer 51:48 | verstoorders aankomen, spreekt de HEERE. ~ 4421 Jer 51:52 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik bezoeking doen zal 4422 Jer 51:53 | Mij overkomen, spreekt de HEERE. ~ 4423 Jer 51:55 | 55      Want de HEERE verstoort Babel, en zal 4424 Jer 51:56 | zijn verbroken; want de HEERE, de God der vergelding, 4425 Jer 51:57 | de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~ 4426 Jer 51:58 | 58      Zo zegt de HEERE der heirscharen: Die brede 4427 Jer 51:62 | En gij zult zeggen: O HEERE, Gij hebt over deze plaats 4428 Klaa 1:5 | zijn gerust; omdat haar de HEERE bedroefd heeft, vanwege 4429 Klaa 1:9 | zij heeft geen trooster. HEERE, zie mijn ellende      aan, 4430 Klaa 1:11 | ziel te verkwikken. Zie, HEERE, en aanschouw, dat ik onwaard 4431 Klaa 1:12 | aangedaan is, waarmede de HEERE mij      bedroefd heeft 4432 Klaa 1:14 | kracht doen vervallen; de HEERE      heeft mij in hun handen 4433 Klaa 1:15 | 15      Samech. De Heere heeft al mijn sterken in 4434 Klaa 1:15 | jongelingen te verbreken; de Heere heeft de      wijnpers der 4435 Klaa 1:17 | geen trooster voor haar; de HEERE heeft van Jakob geboden, 4436 Klaa 1:18 | 18      Tsade. De HEERE is rechtvaardig, want ik 4437 Klaa 1:20 | 20      Resch. Aanzie, HEERE, want mij is bange; mijn 4438 Klaa 1:23 | Aleph. Hoe heeft de Heere de dochter Sions in Zijn 4439 Klaa 1:24 | 2      Beth. De Heere heeft al de woningen Jakobs 4440 Klaa 1:27 | 5      He. De Heere is geworden als een vijand; 4441 Klaa 1:28 | vergaderplaats verdorven; de HEERE heeft in Sion doen vergeten 4442 Klaa 1:29 | 7      Zain. De Heere heeft Zijn altaar verstoten. 4443 Klaa 1:30 | 8      Cheth. De HEERE heeft gedacht te verderven 4444 Klaa 1:31 | ook geen gezicht van den HEERE. ~ 4445 Klaa 1:39 | 17      Ain. De HEERE heeft gedaan, wat Hij gedacht 4446 Klaa 1:40 | hart schreeuwde tot den Heere: O gij muur der dochter 4447 Klaa 1:42 | 20      Resch. Zie, HEERE, aanschouw toch, aan wien 4448 Klaa 1:62 | vergaan, en mijn hoop van den HEERE. ~ 4449 Klaa 1:68 | 24      Cheth. De HEERE is mijn Deel, zegt mijn 4450 Klaa 1:69 | 25      Teth. De HEERE is goed dengenen, die Hem 4451 Klaa 1:75 | 31      Caph. Want de Heere zal niet verstoten in eeuwigheid. ~ 4452 Klaa 1:80 | zijn twistzaak; zou het de Heere niet zien? ~ 4453 Klaa 1:81 | hetwelk geschiedt, zo het de Heere niet beveelt? ~ 4454 Klaa 1:84 | laat ons wederkeren tot den HEERE. ~ 4455 Klaa 1:94 | Ain. Totdat het de HEERE van den hemel aanschouwe, 4456 Klaa 1:99 | 55      Koph. HEERE! Ik heb Uw Naam aangeroepen 4457 Klaa 1:102| 58      Resch. Heere! Gij hebt de twistzaken 4458 Klaa 1:103| 59      Resch. Heere! Gij hebt gezien de verkeerdheid, 4459 Klaa 1:105| 61      Schin. HEERE! Gij hebt hun smaden gehoord, 4460 Klaa 1:108| 64      Thau. HEERE! geef hun weder die vergelding, 4461 Klaa 1:121| 11      Caph. De HEERE heeft Zijn grimmigheid volbracht, 4462 Klaa 2:1 | 1      Gedenk, HEERE, wat ons geschied is, aanschouw 4463 Klaa 2:19 | 19      Gij, o HEERE, zit in eeuwigheid, Uw troon 4464 Klaa 2:21 | 21      HEERE, bekeer ons tot U, zo zullen 4465 Eze 2:4 | tot hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE! ~ 4466 Eze 2:4 | zeggen: Zo zegt de Heere HEERE! ~ 4467 Eze 3:11 | zeg tot hen: Zo zegt de Heere HEERE, hetzij dat zij horen 4468 Eze 3:11 | tot hen: Zo zegt de Heere HEERE, hetzij dat zij horen zullen, 4469 Eze 3:27 | tot hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE, wie hoort, die hore, 4470 Eze 3:27 | zeggen: Zo zegt de Heere HEERE, wie hoort, die hore, en 4471 Eze 4:13 | 13      En de HEERE zeide: Alzo zullen de kinderen 4472 Eze 4:14 | Toen zeide ik: Ach, Heere, HEERE, zie, mijn ziel is 4473 Eze 4:14 | Toen zeide ik: Ach, Heere, HEERE, zie, mijn ziel is niet 4474 Eze 5:5 | 5      Alzo zegt de Heere HEERE: Dit is Jeruzalem, 4475 Eze 5:5 | Alzo zegt de Heere HEERE: Dit is Jeruzalem, welke 4476 Eze 5:7 | 7      Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Dewijl gijlieden 4477 Eze 5:7 | Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Dewijl gijlieden dies 4478 Eze 5:8 | 8      Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Ik wil 4479 Eze 5:8 | Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Ik wil aan u, 4480 Eze 5:11 | als Ik leef, spreekt de Heere HEERE (omdat gij Mijn heiligdom 4481 Eze 5:11 | Ik leef, spreekt de Heere HEERE (omdat gij Mijn heiligdom 4482 Eze 5:13 | zullen weten, dat Ik, de HEERE, in Mijn ijver gesproken 4483 Eze 5:15 | oefenen zal; Ik, de HEERE, heb het gesproken! ~ 4484 Eze 5:17 | over u brengen; Ik, de      HEERE, heb het gesproken! ~  ~ 4485 Eze 6:3 | Heeren HEEREN! Zo zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot 4486 Eze 6:3 | HEEREN! Zo zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot de 4487 Eze 6:7 | opdat gij weet, dat Ik de HEERE ben. ~ 4488 Eze 6:10 | zullen weten, dat Ik de HEERE ben; Ik heb niet tevergeefs 4489 Eze 6:11 | 11      Zo zegt de Heere HEERE: Sla met uw hand, 4490 Eze 6:11 | 11      Zo zegt de Heere HEERE: Sla met uw hand, en stamp 4491 Eze 6:13 | zult gij weten, dat Ik de HEERE ben, als hun verslagenen 4492 Eze 6:14 | bevinden, dat Ik de      HEERE ben. ~  ~  ~  ~ ~ 4493 Eze 7:2 | gij mensenkind, zo zegt de Heere HEERE, van het land Israels: 4494 Eze 7:2 | mensenkind, zo zegt de Heere HEERE, van het land Israels: Het 4495 Eze 7:4 | zult weten, dat Ik de      HEERE ben. ~ 4496 Eze 7:5 | 5      Zo zegt de Heere HEERE: Een kwaad, een enig 4497 Eze 7:5 | 5      Zo zegt de Heere HEERE: Een kwaad, een enig kwaad, 4498 Eze 7:9 | gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE      ben, Die slaat. ~ 4499 Eze 7:27 | zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~  ~  ~  ~ ~ 4500 Eze 8:12 | want zij zeggen: De      HEERE ziet ons niet, de HEERE


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5967

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License