1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5967
Book Chapter: Verse
4001 Jer 14:15 | 15 Daarom zegt de HEERE alzo: Aangaande de profeten,
4002 Jer 14:20 | 20 HEERE! wij kennen onze goddeloosheid,
4003 Jer 14:22 | geven? Zijt Gij die niet, o HEERE, onze God? Daarom zullen
4004 Jer 15:1 | 1 Maar de HEERE zeide tot mij: Al stond
4005 Jer 15:2 | zult zeggen: Zo zegt de HEERE: Wie ten dood, ten dode;
4006 Jer 15:3 | vier geslachten, spreekt de HEERE: met het zwaard, om te doden;
4007 Jer 15:6 | Mij verlaten, spreekt de HEERE; gij zijt achterwaarts gegaan;
4008 Jer 15:9 | hunner vijanden, spreekt de HEERE. ~
4009 Jer 15:11 | 11 De HEERE zeide: Zo niet uw overblijfsel
4010 Jer 15:15 | 15 O HEERE! Gij weet het, gedenk mijner,
4011 Jer 15:16 | naar Uw Naam genoemd, o HEERE, God der heirscharen! ~
4012 Jer 15:19 | 19 Daarom zegt de HEERE alzo: Zo gij zult wederkeren,
4013 Jer 15:20 | rukken, spreekt de HEERE. ~
4014 Jer 16:3 | 3 Want zo zegt de HEERE van de zonen en van de dochteren,
4015 Jer 16:5 | 5 Want zo zegt de HEERE: Ga niet in het huis desgenen,
4016 Jer 16:5 | dit volk (spreekt de HEERE) weggenomen Mijn vrede,
4017 Jer 16:9 | 9 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4018 Jer 16:10 | zeggen: Waarom spreekt de HEERE al dit grote kwaad over
4019 Jer 16:10 | zonde, die wij tegen den HEERE, onzen God, gezondigd hebben? ~
4020 Jer 16:11 | verlaten hebben, spreekt de HEERE, en hebben andere goden
4021 Jer 16:14 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat er niet meer zal gezegd
4022 Jer 16:14 | worden: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels
4023 Jer 16:15 | Maar: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels
4024 Jer 16:16 | veel vissers, spreekt de HEERE, die zullen hen vissen;
4025 Jer 16:19 | 19 O HEERE! Gij zijt mijn Sterkte,
4026 Jer 16:21 | weten, dat Mijn Naam is HEERE. ~ ~ ~ ~ ~
4027 Jer 17:5 | 5 Zo zegt de HEERE: Vervloekt is de man, die
4028 Jer 17:5 | stelt, en wiens hart van den HEERE afwijkt! ~
4029 Jer 17:7 | daarentegen is de man, die op den HEERE vertrouwt, en wiens vertrouwen
4030 Jer 17:7 | en wiens vertrouwen de HEERE is! ~
4031 Jer 17:10 | 10 Ik, de HEERE, doorgrond het hart, en
4032 Jer 17:13 | 13 O HEERE, Israels Verwachting! allen,
4033 Jer 17:13 | worden; want zij verlaten den HEERE, den Springader des
4034 Jer 17:14 | 14 Genees mij, HEERE! zo zal ik genezen worden,
4035 Jer 17:19 | 19 Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen
4036 Jer 17:21 | 21 Zo zegt de HEERE: Wacht u op uw zielen, en
4037 Jer 17:24 | Mij zult horen, spreekt de HEERE, dat gij geen last door
4038 Jer 18:1 | Jeremia geschied is van den HEERE, zeggende: ~
4039 Jer 18:6 | huis Israels? spreekt de HEERE; ziet, gelijk leem in de
4040 Jer 18:11 | Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik formeer een kwaad
4041 Jer 18:13 | Daarom, zo zegt de HEERE: Vraagt nu onder de heidenen;
4042 Jer 18:19 | 19 HEERE! luister naar mij, en hoor
4043 Jer 18:23 | 23 Doch Gij, HEERE! weet al hun raad tegen
4044 Jer 19:1 | 1 Zo zegt de HEERE: Ga henen en koop een pottenbakkerskruik,
4045 Jer 19:3 | Jeruzalem! Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4046 Jer 19:6 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze plaats niet meer
4047 Jer 19:11 | tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Alzo zal
4048 Jer 19:12 | plaats doen, spreekt de HEERE, en haar inwoners; en dat
4049 Jer 19:14 | Tofeth kwam, waarhenen hem de HEERE gezonden had, om te profeteren,
4050 Jer 19:15 | 15 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4051 Jer 20:3 | zeide Jeremia tot hem: De HEERE noemt uw naam niet Pashur,
4052 Jer 20:4 | 4 Want zo zegt de HEERE: Zie, Ik stel u tot een
4053 Jer 20:7 | 7 HEERE! Gij hebt mij overreed,
4054 Jer 20:11 | 11 Maar de HEERE is met mij als een verschrikkelijk
4055 Jer 20:12 | 12 Gij dan, o HEERE der heirscharen, Die den
4056 Jer 20:13 | 13 Zingt den HEERE, prijst den HEERE; want
4057 Jer 20:13 | Zingt den HEERE, prijst den HEERE; want Hij heeft de ziel
4058 Jer 20:16 | zij, als de steden, die de HEERE heeft omgekeerd, en het
4059 Jer 21:1 | Het woord, dat van den HEERE geschied is tot Jeremia,
4060 Jer 21:2 | 2 Vraag toch den HEERE voor ons, want Nebukadrezar,
4061 Jer 21:2 | tegen ons; misschien zal de HEERE met ons doen naar al Zijn
4062 Jer 21:4 | 4 Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, Ik
4063 Jer 21:7 | En daarna, spreekt de HEERE, zal Ik Zedekia, den koning
4064 Jer 21:8 | zult gij zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik stel voor ulieder
4065 Jer 21:10 | niet ten goede, spreekt de HEERE; zij zal gegeven worden
4066 Jer 21:12 | huis Davids! zo zegt de HEERE: Richt des morgens recht,
4067 Jer 21:13 | van het plein! spreekt de HEERE; gijlieden, die zegt: Wie
4068 Jer 21:14 | handelingen, spreekt de HEERE; en Ik zal een vuur aansteken
4069 Jer 22:1 | 1 Alzo zegt de HEERE: Ga af in het huis des konings
4070 Jer 22:3 | 3 Zo zegt de HEERE: Doet recht en gerechtigheid,
4071 Jer 22:5 | Mij gezworen, spreekt de HEERE, dat dit huis tot een woestheid
4072 Jer 22:6 | 6 Want zo zegt de HEERE van het huis des konings
4073 Jer 22:8 | naaste: Waarom heeft de HEERE alzo gedaan aan deze grote
4074 Jer 22:11 | 11 Want zo zegt de HEERE van Sallum, den zoon van
4075 Jer 22:16 | Mij te kennen? spreekt de HEERE. ~
4076 Jer 22:18 | 18 Daarom zegt de HEERE alzo van Jojakim, zoon van
4077 Jer 22:24 | als Ik leef, spreekt de HEERE, ofschoon Chonia, de zoon
4078 Jer 22:30 | 30 Zo zegt de HEERE: Schrijft dezen zelfden
4079 Jer 23:1 | verstrooien! spreekt de HEERE. ~
4080 Jer 23:2 | 2 Daarom zegt de HEERE, de God Israels, alzo van
4081 Jer 23:2 | handelingen, spreekt de HEERE. ~
4082 Jer 23:4 | gemist worden, spreekt de HEERE. ~
4083 Jer 23:5 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik aan David een rechtvaardige
4084 Jer 23:6 | waarmede men Hem zal noemen: De HEERE: ONZE GERECHTIGHEID. ~
4085 Jer 23:7 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat zij niet meer zullen
4086 Jer 23:7 | zeggen: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels
4087 Jer 23:8 | Maar: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die het zaad van
4088 Jer 23:9 | boven gaat; vanwege den HEERE, en vanwege de woorden Zijner
4089 Jer 23:11 | hun boosheid, spreekt de HEERE. ~
4090 Jer 23:12 | hunner bezoeking, spreekt de HEERE. ~
4091 Jer 23:15 | 15 Daarom zegt de HEERE der heirscharen van deze
4092 Jer 23:16 | 16 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Hoort niet
4093 Jer 23:17 | degenen, die Mij lasteren: De HEERE heeft het gesproken, gijlieden
4094 Jer 23:23 | God van nabij, spreekt de HEERE, en niet een God van verre? ~
4095 Jer 23:24 | niet zou zien? spreekt de HEERE; vervul Ik niet den hemel
4096 Jer 23:24 | en de aarde? spreekt de HEERE. ~
4097 Jer 23:28 | te doen? spreekt de HEERE. ~
4098 Jer 23:29 | als een vuur? spreekt de HEERE, en als een hamer, die een
4099 Jer 23:30 | de profeten, spreekt de HEERE, die Mijn woorden stelen,
4100 Jer 23:31 | de profeten, spreekt de HEERE, die hun tong nemen, en
4101 Jer 23:32 | dromen profeteren, spreekt de HEERE, en vertellen die, en verleiden
4102 Jer 23:32 | geen nut doen, spreekt de HEERE. ~
4103 Jer 23:33 | verlaten zal, spreekt de HEERE. ~
4104 Jer 23:35 | zijn broeder: Wat heeft de HEERE geantwoord, en wat heeft
4105 Jer 23:35 | geantwoord, en wat heeft de HEERE gesproken? ~
4106 Jer 23:36 | van den levenden God, den HEERE der heirscharen, onzen
4107 Jer 23:37 | profeet: Wat heeft u de HEERE geantwoord en wat heeft
4108 Jer 23:37 | geantwoord en wat heeft de HEERE gesproken? ~
4109 Jer 23:38 | last; daarom, zo zegt de HEERE: Omdat gij dit woord zegt:
4110 Jer 24:1 | 1 De HEERE deed mij zien, en ziet,
4111 Jer 24:3 | 3 En de HEERE zeide tot mij: Wat ziet
4112 Jer 24:5 | 5 Zo zegt de HEERE, de God Israels: Gelijk
4113 Jer 24:7 | Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben; en zij zullen Mij tot
4114 Jer 24:8 | worden (want aldus zegt de HEERE), alzo zal Ik maken Zedekia,
4115 Jer 25:4 | 4 Ook heeft de HEERE tot u gezonden al Zijn knechten,
4116 Jer 25:5 | woont in het land, dat de HEERE u en uw vaderen gegeven
4117 Jer 25:7 | niet gehoord, spreekt de HEERE; opdat gij Mij vertoorndet
4118 Jer 25:8 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen; Omdat gij
4119 Jer 25:9 | het noorden, spreekt de HEERE; en tot Nebukadrezar, den
4120 Jer 25:12 | over dat volk, spreekt de HEERE, hun ongerechtigheid bezoeken,
4121 Jer 25:15 | Want alzo heeft de HEERE, de God Israels, tot mij
4122 Jer 25:17 | den volken, tot welke de HEERE mij gezonden had; ~
4123 Jer 25:27 | tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4124 Jer 25:28 | zeggen zult: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Gij zult
4125 Jer 25:29 | inwoners der aarde, spreekt de HEERE der heirscharen. ~
4126 Jer 25:30 | zult tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte,
4127 Jer 25:31 | einde der aarde; want de HEERE heeft een twist met de volken,
4128 Jer 25:31 | overgegeven, spreekt de HEERE. ~
4129 Jer 25:32 | 32 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, een
4130 Jer 25:36 | heerlijken van de kudde, omdat de HEERE hun weide verstoort. ~
4131 Jer 26:1 | geschiedde dit woord van den HEERE, zeggende: ~
4132 Jer 26:2 | 2 Zo zegt de HEERE: Sta in het voorhof van
4133 Jer 26:4 | dan tot hen: Zo zegt de HEERE: Zo gijlieden naar Mij niet
4134 Jer 26:8 | te spreken alles, wat de HEERE geboden had tot al het volk
4135 Jer 26:12 | al het volk, zeggende: De HEERE heeft mij gezonden, om tegen
4136 Jer 26:13 | uws Gods; zo zal het den HEERE berouwen over het kwaad,
4137 Jer 26:15 | want in der waarheid, de HEERE heeft mij tot u gezonden,
4138 Jer 26:18 | gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE des heirscharen: Sion zal
4139 Jer 26:19 | gedood? Vreesde hij niet den HEERE, en smeekte des HEEREN aangezicht,
4140 Jer 26:19 | aangezicht, zodat het den HEERE berouwde over het kwaad,
4141 Jer 27:1 | woord tot Jeremia, van den HEERE, zeggende: ~
4142 Jer 27:2 | 2 Alzo zeide de HEERE tot mij: Maak u banden en
4143 Jer 27:4 | heren te zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4144 Jer 27:8 | volk zal Ik, spreekt de HEERE, bezoeking doen door het
4145 Jer 27:11 | zijn land laten, spreekt de HEERE, en het zal dat bouwen en
4146 Jer 27:13 | pestilentie, gelijk als de HEERE gesproken heeft van het
4147 Jer 27:15 | niet gezonden, spreekt de HEERE, en zij profeteren valselijk
4148 Jer 27:16 | volk, zeggende: Zo zegt de HEERE: Hoort niet naar de woorden
4149 Jer 27:18 | is, laat hen nu bij den HEERE der heirscharen voorbidden,
4150 Jer 27:19 | 19 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, van de
4151 Jer 27:21 | 21 Ja, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4152 Jer 27:22 | bezoeken zal, spreekt de HEERE; dan zal Ik ze opvoeren,
4153 Jer 28:2 | 2 Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God
4154 Jer 28:4 | wederbrengen, spreekt de HEERE; want Ik zal het juk des
4155 Jer 28:6 | Jeremia zeide: Amen, de HEERE doe alzo! de HEERE bevestige
4156 Jer 28:6 | Amen, de HEERE doe alzo! de HEERE bevestige uw woorden, die
4157 Jer 28:9 | bekend worden, dat hem de HEERE in der waarheid gezonden
4158 Jer 28:11 | volks, zeggende: Zo zegt de HEERE: Alzo zal Ik verbreken het
4159 Jer 28:13 | Hananja, zeggende: Zo zegt de HEERE: Houten jukken hebt gij
4160 Jer 28:14 | 14 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4161 Jer 28:15 | Hananja: Hoor nu, Hananja! de HEERE heeft u niet gezonden, maar
4162 Jer 28:16 | Daarom, zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal u wegwerpen
4163 Jer 28:16 | gesproken hebt tegen den HEERE. ~
4164 Jer 29:4 | 4 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4165 Jer 29:7 | en bidt voor haar tot den HEERE; want in haar vrede zult
4166 Jer 29:8 | 8 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4167 Jer 29:9 | niet gezonden, spreekt de HEERE. ~
4168 Jer 29:10 | 10 Want zo zegt de HEERE: Zekerlijk, als zeventig
4169 Jer 29:11 | over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en
4170 Jer 29:14 | gevonden worden, spreekt de HEERE, en Ik zal uw gevangenis
4171 Jer 29:14 | gedreven heb, spreekt de HEERE; en Ik zal u wederbrengen
4172 Jer 29:15 | Omdat gij zegt: de HEERE heeft ons profeten naar
4173 Jer 29:16 | 16 Daarom zegt de HEERE alzo van den koning, die
4174 Jer 29:17 | 17 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik
4175 Jer 29:19 | gehoord hebben, spreekt de HEERE, als Ik Mijn knechten, de
4176 Jer 29:19 | gehoord, spreekt de HEERE. ~
4177 Jer 29:21 | 21 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4178 Jer 29:22 | zijn, dat men zegge: De HEERE stelle u als Zedekia, en
4179 Jer 29:23 | getuige daarvan, spreekt de HEERE. ~
4180 Jer 29:25 | 25 Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God
4181 Jer 29:26 | 26 De HEERE heeft u tot priester gesteld,
4182 Jer 29:31 | zijn, zeggende: Zo zegt de HEERE van Semaja, den Nechelamiet:
4183 Jer 29:32 | 32 Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal bezoeking
4184 Jer 29:32 | volke doen zal, spreekt de HEERE; want hij heeft een afval
4185 Jer 29:32 | afval gesproken tegen den HEERE. ~ ~
4186 Jer 30:1 | Jeremia geschied is van den HEERE, zeggende: ~
4187 Jer 30:2 | 2 Zo spreekt de HEERE, de God Israels, zeggende:
4188 Jer 30:3 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik de gevangenis van
4189 Jer 30:3 | Juda, wenden zal, zegt de HEERE; en Ik zal hen wederbrengen
4190 Jer 30:4 | zijn de woorden, die de HEERE gesproken heeft van Israel
4191 Jer 30:5 | 5 Want zo zegt de HEERE: Wij horen een stem der
4192 Jer 30:8 | dage geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, dat Ik
4193 Jer 30:9 | Maar zij zullen dienen den HEERE, hun God, en hun koning
4194 Jer 30:10 | knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israel!
4195 Jer 30:11 | Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen; want
4196 Jer 30:12 | 12 Want zo zegt de HEERE: Uw breuk is dodelijk, uw
4197 Jer 30:17 | plagen genezen, spreekt de HEERE; omdat zij u noemen: De
4198 Jer 30:18 | 18 Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de gevangenis
4199 Jer 30:21 | Mij te genaken? spreekt de HEERE. ~
4200 Jer 31:1 | zelfder tijd, spreekt de HEERE, zal Ik allen geslachten
4201 Jer 31:2 | 2 Zo zegt de HEERE: Het volk der overgeblevenen
4202 Jer 31:3 | 3 De HEERE is mij verschenen van verre
4203 Jer 31:6 | opgaan naar Sion, tot den HEERE, onzen God! ~
4204 Jer 31:7 | 7 Want zo zegt de HEERE: Roept luide over Jakob
4205 Jer 31:7 | horen, lofzingt, en zegt: O HEERE! behoud Uw volk, het
4206 Jer 31:11 | 11 Want de HEERE heeft Jakob vrijgekocht,
4207 Jer 31:14 | verzadigd worden, spreekt de HEERE. ~
4208 Jer 31:15 | 15 Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord
4209 Jer 31:16 | 16 Zo zegt de HEERE: Bedwing uw stem van geween,
4210 Jer 31:16 | voor uw arbeid, spreekt de HEERE; want zij zullen uit des
4211 Jer 31:17 | nakomelingen, spreekt de HEERE; want uw kinderen zullen
4212 Jer 31:18 | zijn, want Gij zijt de HEERE, mijn God! ~
4213 Jer 31:20 | zekerlijk ontfermen, spreekt de HEERE. ~
4214 Jer 31:22 | afkerige dochter? Want de HEERE heeft wat nieuws op de aarde
4215 Jer 31:23 | 23 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4216 Jer 31:23 | gevangenis wenden zal: De HEERE zegene u, gij woning
4217 Jer 31:27 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik het huis van Israel
4218 Jer 31:28 | en te planten, spreekt de HEERE. ~
4219 Jer 31:31 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van
4220 Jer 31:32 | getrouwd had, spreekt de HEERE; ~
4221 Jer 31:33 | Israel maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun
4222 Jer 31:34 | leren, zeggende: Kent den HEERE! want zij zullen Mij allen
4223 Jer 31:34 | grootste toe, spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid
4224 Jer 31:35 | 35 Zo zegt de HEERE, Die de zon ten lichte geeft
4225 Jer 31:35 | dat haar golven bruisen, HEERE der heirscharen is
4226 Jer 31:36 | zullen wijken, spreekt de HEERE, zo zal ook het zaad Israels
4227 Jer 31:37 | 37 Zo zegt de HEERE: Indien de hemelen daarboven
4228 Jer 31:37 | gedaan hebben, spreekt de HEERE. ~
4229 Jer 31:38 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze stad den HEERE
4230 Jer 31:38 | HEERE, dat deze stad den HEERE zal herbouwd worden, van
4231 Jer 31:40 | tegen het oosten, zal den HEERE een heiligheid zijn;
4232 Jer 32:1 | Jeremia geschied is van den HEERE, in het tiende jaar van
4233 Jer 32:3 | gij, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik geef deze stad
4234 Jer 32:5 | Ik hem bezoek, spreekt de HEERE; ofschoon gijlieden tegen
4235 Jer 32:14 | 14 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4236 Jer 32:15 | 15 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4237 Jer 32:16 | gegeven had, bad ik tot den HEERE, zeggende: ~
4238 Jer 32:17 | 17 Ach, Heere HEERE! Zie, Gij hebt de
4239 Jer 32:17 | 17 Ach, Heere HEERE! Zie, Gij hebt de hemelen
4240 Jer 32:18 | God, Wiens Naam is HEERE der heirscharen! ~
4241 Jer 32:25 | hebt Gij tot mij gezegd, Heere HEERE! koop u dat veld voor
4242 Jer 32:25 | Gij tot mij gezegd, Heere HEERE! koop u dat veld voor geld,
4243 Jer 32:27 | 27 Zie, Ik ben de HEERE, de God van alle vlees;
4244 Jer 32:28 | 28 Daarom zegt de HEERE alzo: Zie, Ik geef deze
4245 Jer 32:30 | alleenlijk vertoornd, spreekt de HEERE. ~
4246 Jer 32:36 | En nu, daarom zegt de HEERE, de God Israels, alzo van
4247 Jer 32:42 | 42 Want zo zegt de HEERE: Gelijk als Ik over dit
4248 Jer 32:44 | gevangenis wenden, spreekt de HEERE. ~ ~
4249 Jer 33:2 | 2 Zo zegt de HEERE, Die het doet, de HEERE,
4250 Jer 33:2 | HEERE, Die het doet, de HEERE, Die dat formeert, opdat
4251 Jer 33:2 | opdat Hij het bevestige, HEERE is Zijn Naam; ~
4252 Jer 33:4 | 4 Want zo zegt de HEERE, de God Israels, van de
4253 Jer 33:10 | 10 Alzo zegt de HEERE: In deze plaats (waarvan
4254 Jer 33:11 | dergenen, die zeggen: Looft den HEERE der heirscharen, want de
4255 Jer 33:11 | heirscharen, want de HEERE is goed, want Zijn goedertierenheid
4256 Jer 33:11 | het eerste, zegt de HEERE. ~
4257 Jer 33:12 | 12 Zo zegt de HEERE der heirscharen: In deze
4258 Jer 33:13 | tellers doorgaan, zegt de HEERE. ~
4259 Jer 33:14 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik het goede woord
4260 Jer 33:16 | die haar roepen zal: De HEERE, onze GERECHTIGHEID. ~
4261 Jer 33:17 | 17 Want zo zegt de HEERE: Aan David zal niet worden
4262 Jer 33:20 | 20 Alzo zegt de HEERE: Indien gijlieden Mijn verbond
4263 Jer 33:24 | twee geslachten, die de HEERE verkoren had, die heeft
4264 Jer 33:25 | 25 Zo zegt de HEERE: Indien Mijn verbond niet
4265 Jer 34:1 | Jeremia geschied is van den HEERE (als Nebukadrezar, koning
4266 Jer 34:2 | 2 Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ga henen
4267 Jer 34:2 | zeg tot hem: Zo zegt de HEERE: Zie, Ik geef deze stad
4268 Jer 34:4 | koning van Juda! zo zegt de HEERE van u: Gij zult door het
4269 Jer 34:5 | woord gesproken, spreekt de HEERE. ~
4270 Jer 34:8 | Jeremia geschied is van den HEERE, nadat de koning Zedekia
4271 Jer 34:12 | woord tot Jeremia, van den HEERE, zeggende: ~
4272 Jer 34:13 | 13 Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb
4273 Jer 34:17 | 17 Daarom zegt de HEERE alzo: Gijlieden hebt naar
4274 Jer 34:17 | tegen ulieden, spreekt de HEERE, een vrijheid ten zwaarde,
4275 Jer 34:22 | bevel geven, spreekt de HEERE, en zal hen weder tot deze
4276 Jer 35:1 | Jeremia geschied is van den HEERE, in de dagen van Jojakim,
4277 Jer 35:13 | 13 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4278 Jer 35:13 | Mijn woorden? spreekt de HEERE. ~
4279 Jer 35:17 | Daarom alzo zegt de HEERE, de God der heirscharen,
4280 Jer 35:18 | zeide Jeremia: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4281 Jer 35:19 | Daarom alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4282 Jer 36:1 | Jeremia geschiedde van den HEERE, zeggende: ~
4283 Jer 36:7 | grimmigheid, die de HEERE tegen dit volk heeft uitgesproken. ~
4284 Jer 36:26 | Jeremia te vangen. Maar de HEERE had hen verborgen. ~
4285 Jer 36:29 | zult gij zeggen: Zo zegt de HEERE: Gij hebt deze rol verbrand,
4286 Jer 36:30 | 30 Daarom zegt de HEERE alzo van Jojakim, den koning
4287 Jer 37:3 | toch voor ons tot den HEERE, onzen God! ~
4288 Jer 37:7 | 7 Zo zegt de HEERE, de God Israels: Zo zult
4289 Jer 37:9 | 9 Zo zegt de HEERE: Bedriegt uw zielen niet,
4290 Jer 37:17 | er ook een woord van den HEERE? En Jeremia zeide:
4291 Jer 38:2 | 2 Zo zegt de HEERE: Wie in deze stad blijft,
4292 Jer 38:3 | 3 Zo zegt de HEERE: Deze stad zal zekerlijk
4293 Jer 38:16 | zeggende: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die ons deze ziel
4294 Jer 38:17 | tot Zedekia: Zo zegt de HEERE, de God der heirscharen,
4295 Jer 38:21 | is dit het woord, dat de HEERE mij heeft doen zien; ~
4296 Jer 39:16 | Moorman, zeggende: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4297 Jer 39:17 | dage redden, spreekt de HEERE; en gij zult niet overgegeven
4298 Jer 39:18 | vertrouwd hebt, spreekt de HEERE. ~ ~
4299 Jer 40:1 | Het woord, dat van den HEERE geschied is tot Jeremia,
4300 Jer 40:2 | halen, en zeide tot hem: De HEERE, uw God, heeft dit kwaad
4301 Jer 40:3 | 3 En de HEERE heeft het doen komen, en
4302 Jer 40:3 | hebt gezondigd tegen den HEERE, en Zijner stem niet gehoorzaamd;
4303 Jer 42:2 | en bid voor ons tot den HEERE, uw God, voor dit ganse
4304 Jer 42:3 | 3 Dat ons de HEERE, uw God, bekend make den
4305 Jer 42:4 | gehoord; ziet, ik zal tot den HEERE, uw God, bidden naar uw
4306 Jer 42:4 | het ganse woord, dat de HEERE u zal antwoorden, zal
4307 Jer 42:5 | zeiden zij tot Jeremia: De HEERE zij tussen ons tot een waarachtig
4308 Jer 42:5 | woord, met hetwelk u de HEERE, uw God, tot ons zal zenden,
4309 Jer 42:9 | zeide tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels, tot Welken
4310 Jer 42:11 | niet voor hem, spreekt de HEERE; want Ik zal met u zijn,
4311 Jer 42:15 | overblijfsel van Juda! Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4312 Jer 42:18 | 18 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4313 Jer 42:19 | 19 De HEERE heeft tegen ulieden gesproken,
4314 Jer 42:20 | want gij hebt mij tot den HEERE, uw God, gezonden, zeggende:
4315 Jer 42:20 | zeggende: Bid voor ons tot den HEERE, onzen God, en naar alles,
4316 Jer 42:20 | God, en naar alles, wat de HEERE, onze God, zal zeggen,
4317 Jer 43:1 | Gods, met dewelke hem de HEERE, hun God, tot hen gezonden
4318 Jer 43:2 | Gij spreekt leugen; de HEERE, onze God, heeft u niet
4319 Jer 43:10 | zeg tot hen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4320 Jer 44:2 | 2 Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4321 Jer 44:7 | 7 En nu, zo zegt de HEERE, de God der heirscharen,
4322 Jer 44:11 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4323 Jer 44:21 | volk des lands, heeft de HEERE daaraan niet gedacht,
4324 Jer 44:22 | 22 Zodat het de HEERE niet meer kon verdragen,
4325 Jer 44:23 | hebt, en dat gij tegen den HEERE gezondigd hebt, en des HEEREN
4326 Jer 44:25 | 25 Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God
4327 Jer 44:26 | Mijn groten Naam, zegt de HEERE, zo Mijn Naam met den mond
4328 Jer 44:26 | zegge: Zo waarachtig als de Heere HEERE leeft! ~
4329 Jer 44:26 | waarachtig als de Heere HEERE leeft! ~
4330 Jer 44:29 | het teken zijn, spreekt de HEERE, dat Ik in deze plaats over
4331 Jer 44:30 | 30 Alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal Farao Hofra,
4332 Jer 45:2 | 2 Alzo zegt de HEERE, de God Israels, van u,
4333 Jer 45:3 | zegt: Wee nu mij, want de HEERE heeft droefenis tot mijn
4334 Jer 45:4 | tot hem zeggen: Zo zegt de HEERE: Zie, dat Ik gebouwd heb,
4335 Jer 45:5 | over alle vlees, spreekt de HEERE; maar Ik zal u uw ziel tot
4336 Jer 46:5 | schrik van rondom, spreekt de HEERE. ~
4337 Jer 46:10 | worden van hun bloed; want de Heere, HEERE der heirscharen,
4338 Jer 46:10 | hun bloed; want de Heere, HEERE der heirscharen, heeft een
4339 Jer 46:13 | 13 Het woord, dat de HEERE tot den profeet Jeremia
4340 Jer 46:15 | stonden niet, omdat hen de HEERE voortdreef. ~
4341 Jer 46:18 | de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen; hij zal
4342 Jer 46:23 | woud afgehouwen, spreekt de HEERE, hoewel het niet is te onderzoeken;
4343 Jer 46:25 | 25 De HEERE der heirscharen, de God
4344 Jer 46:26 | dagen van ouds, spreekt de HEERE. ~
4345 Jer 46:28 | vrees niet, spreekt de HEERE; want Ik ben met u; want
4346 Jer 47:2 | 2 Zo zegt de HEERE: Ziet, wateren komen op
4347 Jer 47:4 | helper af te snijden; want de HEERE zal de Filistijnen, het
4348 Jer 47:7 | zoudt gij stil houden? De HEERE heeft toch aan het zwaard
4349 Jer 48:1 | Tegen Moab zegt de HEERE der heirscharen, de God
4350 Jer 48:8 | verdelgd worden; want de HEERE heeft het gezegd. ~
4351 Jer 48:12 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik hem vreemde gasten
4352 Jer 48:15 | de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~
4353 Jer 48:25 | arm verbroken, spreekt de HEERE. ~
4354 Jer 48:26 | gemaakt heeft tegen den HEERE; zo zal Moab met de handen
4355 Jer 48:30 | verbolgenheid, spreekt de HEERE, maar niet alzo; zijn grendelen
4356 Jer 48:35 | doen ophouden, spreekt de HEERE, dien, die op de hoogte
4357 Jer 48:38 | lust aan heeft, spreekt de HEERE. ~
4358 Jer 48:40 | 40 Want zo zegt de HEERE: Ziet, hij zal snel vliegen
4359 Jer 48:42 | gemaakt heeft tegen den HEERE. ~
4360 Jer 48:43 | inwoner van Moab! spreekt de HEERE. ~
4361 Jer 48:44 | brengen, spreekt de HEERE. ~
4362 Jer 48:47 | gevangenis wenden, spreekt de HEERE. Tot hiertoe is Moabs oordeel. ~
4363 Jer 49:1 | kinderen Ammons zegt de HEERE alzo: Heeft dan Israel geen
4364 Jer 49:2 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik over Rabba der kinderen
4365 Jer 49:2 | hem geerfd hadden, zegt de HEERE. ~
4366 Jer 49:5 | over u brengen, spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen,
4367 Jer 49:5 | brengen, spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen, van allen,
4368 Jer 49:6 | Ammons wenden, spreekt de HEERE. ~
4369 Jer 49:7 | Tegen Edom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Is
4370 Jer 49:12 | 12 Want zo zegt de HEERE: Ziet, degenen, welker oordeel
4371 Jer 49:13 | Mijzelven gezworen, spreekt de HEERE, dat Bozra worden zal tot
4372 Jer 49:14 | gerucht gehoord van den HEERE, en er is een gezant geschikt
4373 Jer 49:16 | nederstoten, spreekt de HEERE. ~
4374 Jer 49:18 | naburen, zal het zijn, zegt de HEERE; niemand zal daar wonen,
4375 Jer 49:26 | nedergehouwen worden, spreekt de HEERE der heirscharen. ~
4376 Jer 49:28 | van Babel, sloeg, zegt de HEERE alzo: Maakt u op, trekt
4377 Jer 49:30 | inwoners van Hazor! spreekt de HEERE; want Nebukadrezar, de koning
4378 Jer 49:31 | zekerheid woont, spreekt de HEERE; dat geen deuren noch grendel
4379 Jer 49:32 | zijden aanbrengen, spreekt de HEERE. ~
4380 Jer 49:35 | 35 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik
4381 Jer 49:37 | Mijns toorns, spreekt de HEERE; en Ik zal het zwaard achter
4382 Jer 49:38 | daar vernielen, spreekt de HEERE; ~
4383 Jer 49:39 | gevangenis wenden zal, spreekt de HEERE. ~ ~
4384 Jer 50:1 | 1 Het woord, dat de HEERE gesproken heeft tegen Babel,
4385 Jer 50:4 | zelver tijd, spreekt de HEERE, zullen de kinderen Israels
4386 Jer 50:4 | zij henengaan, en den HEERE, hun God, zoeken. ~
4387 Jer 50:5 | zij zullen komen en den HEERE toegevoegd worden, met een
4388 Jer 50:7 | gezondigd hebben tegen den HEERE, in de woning der gerechtigheid,
4389 Jer 50:7 | gerechtigheid, ja, tegen den HEERE, de Verwachting hunner vaderen. ~
4390 Jer 50:10 | verzadigd worden, spreekt de HEERE. ~
4391 Jer 50:14 | want zij heeft tegen den HEERE gezondigd. ~
4392 Jer 50:18 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4393 Jer 50:20 | te dier tijd, spreekt de HEERE, zal Israels ongerechtigheid
4394 Jer 50:21 | verban achter hen, spreekt de HEERE, en doe naar alles, wat
4395 Jer 50:24 | gegrepen, omdat gij u tegen den HEERE in strijd gemengd hebt. ~
4396 Jer 50:25 | 25 De HEERE heeft Zijn schatkamer opengedaan,
4397 Jer 50:25 | dat is een werk van den HEERE, den HEERE der heirscharen,
4398 Jer 50:25 | werk van den HEERE, den HEERE der heirscharen, in het
4399 Jer 50:29 | trotselijk gehandeld tegen den HEERE, tegen den Heilige Israels. ~
4400 Jer 50:30 | uitgeroeid worden, spreekt de HEERE. ~
4401 Jer 50:31 | gij trotse! spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen;
4402 Jer 50:31 | trotse! spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen; want uw
4403 Jer 50:33 | 33 Zo zegt de HEERE der heirscharen: De kinderen
4404 Jer 50:34 | hun Verlosser is sterk, HEERE der heirscharen is Zijn
4405 Jer 50:35 | de Chaldeen, spreekt de HEERE; en over de inwoners van
4406 Jer 50:40 | heeft omgekeerd, spreekt de HEERE, alzo zal niemand aldaar
4407 Jer 51:1 | 1 Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal een verdervenden
4408 Jer 51:5 | worden van zijn God, van den HEERE der heirscharen (hoewel
4409 Jer 51:10 | 10 De HEERE heeft onze gerechtigheden
4410 Jer 51:11 | schilden volkomenlijk toe; de HEERE heeft den geest der koningen
4411 Jer 51:12 | de lagen; want gelijk de HEERE heeft voorgenomen, alzo
4412 Jer 51:14 | 14 De HEERE der heirscharen heeft gezworen
4413 Jer 51:19 | de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn
4414 Jer 51:24 | ulieder ogen, spreekt de HEERE. ~
4415 Jer 51:25 | verdervende berg! spreekt de HEERE, gij, die de ganse aarde
4416 Jer 51:26 | woestheden zijn, spreekt de HEERE. ~
4417 Jer 51:33 | 33 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God
4418 Jer 51:36 | Daarom, zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal uw twist twisten,
4419 Jer 51:39 | niet opwaken, spreekt de HEERE. ~
4420 Jer 51:48 | verstoorders aankomen, spreekt de HEERE. ~
4421 Jer 51:52 | dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik bezoeking doen zal
4422 Jer 51:53 | Mij overkomen, spreekt de HEERE. ~
4423 Jer 51:55 | 55 Want de HEERE verstoort Babel, en zal
4424 Jer 51:56 | zijn verbroken; want de HEERE, de God der vergelding,
4425 Jer 51:57 | de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~
4426 Jer 51:58 | 58 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Die brede
4427 Jer 51:62 | En gij zult zeggen: O HEERE, Gij hebt over deze plaats
4428 Klaa 1:5 | zijn gerust; omdat haar de HEERE bedroefd heeft, vanwege
4429 Klaa 1:9 | zij heeft geen trooster. HEERE, zie mijn ellende aan,
4430 Klaa 1:11 | ziel te verkwikken. Zie, HEERE, en aanschouw, dat ik onwaard
4431 Klaa 1:12 | aangedaan is, waarmede de HEERE mij bedroefd heeft
4432 Klaa 1:14 | kracht doen vervallen; de HEERE heeft mij in hun handen
4433 Klaa 1:15 | 15 Samech. De Heere heeft al mijn sterken in
4434 Klaa 1:15 | jongelingen te verbreken; de Heere heeft de wijnpers der
4435 Klaa 1:17 | geen trooster voor haar; de HEERE heeft van Jakob geboden,
4436 Klaa 1:18 | 18 Tsade. De HEERE is rechtvaardig, want ik
4437 Klaa 1:20 | 20 Resch. Aanzie, HEERE, want mij is bange; mijn
4438 Klaa 1:23 | Aleph. Hoe heeft de Heere de dochter Sions in Zijn
4439 Klaa 1:24 | 2 Beth. De Heere heeft al de woningen Jakobs
4440 Klaa 1:27 | 5 He. De Heere is geworden als een vijand;
4441 Klaa 1:28 | vergaderplaats verdorven; de HEERE heeft in Sion doen vergeten
4442 Klaa 1:29 | 7 Zain. De Heere heeft Zijn altaar verstoten.
4443 Klaa 1:30 | 8 Cheth. De HEERE heeft gedacht te verderven
4444 Klaa 1:31 | ook geen gezicht van den HEERE. ~
4445 Klaa 1:39 | 17 Ain. De HEERE heeft gedaan, wat Hij gedacht
4446 Klaa 1:40 | hart schreeuwde tot den Heere: O gij muur der dochter
4447 Klaa 1:42 | 20 Resch. Zie, HEERE, aanschouw toch, aan wien
4448 Klaa 1:62 | vergaan, en mijn hoop van den HEERE. ~
4449 Klaa 1:68 | 24 Cheth. De HEERE is mijn Deel, zegt mijn
4450 Klaa 1:69 | 25 Teth. De HEERE is goed dengenen, die Hem
4451 Klaa 1:75 | 31 Caph. Want de Heere zal niet verstoten in eeuwigheid. ~
4452 Klaa 1:80 | zijn twistzaak; zou het de Heere niet zien? ~
4453 Klaa 1:81 | hetwelk geschiedt, zo het de Heere niet beveelt? ~
4454 Klaa 1:84 | laat ons wederkeren tot den HEERE. ~
4455 Klaa 1:94 | Ain. Totdat het de HEERE van den hemel aanschouwe,
4456 Klaa 1:99 | 55 Koph. HEERE! Ik heb Uw Naam aangeroepen
4457 Klaa 1:102| 58 Resch. Heere! Gij hebt de twistzaken
4458 Klaa 1:103| 59 Resch. Heere! Gij hebt gezien de verkeerdheid,
4459 Klaa 1:105| 61 Schin. HEERE! Gij hebt hun smaden gehoord,
4460 Klaa 1:108| 64 Thau. HEERE! geef hun weder die vergelding,
4461 Klaa 1:121| 11 Caph. De HEERE heeft Zijn grimmigheid volbracht,
4462 Klaa 2:1 | 1 Gedenk, HEERE, wat ons geschied is, aanschouw
4463 Klaa 2:19 | 19 Gij, o HEERE, zit in eeuwigheid, Uw troon
4464 Klaa 2:21 | 21 HEERE, bekeer ons tot U, zo zullen
4465 Eze 2:4 | tot hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE! ~
4466 Eze 2:4 | zeggen: Zo zegt de Heere HEERE! ~
4467 Eze 3:11 | zeg tot hen: Zo zegt de Heere HEERE, hetzij dat zij horen
4468 Eze 3:11 | tot hen: Zo zegt de Heere HEERE, hetzij dat zij horen zullen,
4469 Eze 3:27 | tot hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE, wie hoort, die hore,
4470 Eze 3:27 | zeggen: Zo zegt de Heere HEERE, wie hoort, die hore, en
4471 Eze 4:13 | 13 En de HEERE zeide: Alzo zullen de kinderen
4472 Eze 4:14 | Toen zeide ik: Ach, Heere, HEERE, zie, mijn ziel is
4473 Eze 4:14 | Toen zeide ik: Ach, Heere, HEERE, zie, mijn ziel is niet
4474 Eze 5:5 | 5 Alzo zegt de Heere HEERE: Dit is Jeruzalem,
4475 Eze 5:5 | Alzo zegt de Heere HEERE: Dit is Jeruzalem, welke
4476 Eze 5:7 | 7 Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Dewijl gijlieden
4477 Eze 5:7 | Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Dewijl gijlieden dies
4478 Eze 5:8 | 8 Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Ik wil
4479 Eze 5:8 | Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Ik wil aan u,
4480 Eze 5:11 | als Ik leef, spreekt de Heere HEERE (omdat gij Mijn heiligdom
4481 Eze 5:11 | Ik leef, spreekt de Heere HEERE (omdat gij Mijn heiligdom
4482 Eze 5:13 | zullen weten, dat Ik, de HEERE, in Mijn ijver gesproken
4483 Eze 5:15 | oefenen zal; Ik, de HEERE, heb het gesproken! ~
4484 Eze 5:17 | over u brengen; Ik, de HEERE, heb het gesproken! ~ ~
4485 Eze 6:3 | Heeren HEEREN! Zo zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot
4486 Eze 6:3 | HEEREN! Zo zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot de
4487 Eze 6:7 | opdat gij weet, dat Ik de HEERE ben. ~
4488 Eze 6:10 | zullen weten, dat Ik de HEERE ben; Ik heb niet tevergeefs
4489 Eze 6:11 | 11 Zo zegt de Heere HEERE: Sla met uw hand,
4490 Eze 6:11 | 11 Zo zegt de Heere HEERE: Sla met uw hand, en stamp
4491 Eze 6:13 | zult gij weten, dat Ik de HEERE ben, als hun verslagenen
4492 Eze 6:14 | bevinden, dat Ik de HEERE ben. ~ ~ ~ ~ ~
4493 Eze 7:2 | gij mensenkind, zo zegt de Heere HEERE, van het land Israels:
4494 Eze 7:2 | mensenkind, zo zegt de Heere HEERE, van het land Israels: Het
4495 Eze 7:4 | zult weten, dat Ik de HEERE ben. ~
4496 Eze 7:5 | 5 Zo zegt de Heere HEERE: Een kwaad, een enig
4497 Eze 7:5 | 5 Zo zegt de Heere HEERE: Een kwaad, een enig kwaad,
4498 Eze 7:9 | gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE ben, Die slaat. ~
4499 Eze 7:27 | zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~ ~ ~ ~ ~
4500 Eze 8:12 | want zij zeggen: De HEERE ziet ons niet, de HEERE
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5967 |