Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
lasa 1
lasea 1
lassaron 1
last 83
lastbeesten 1
lastdragende 1
lastdragers 2
Frequency    [«  »]
83 daniel
83 erfdeel
83 gelooft
83 last
83 levenden
83 oude
83 woning

Bijbel

IntraText - Concordances

last

   Book Chapter: Verse
1 Exo 23:5 | uws haters ezel onder zijn last ziet liggen, zult gij dan 2 Num 4:15 | niet sterven. Dit is de last der zonen van Kahath, in 3 Num 4:19 | zijn dienst en aan zijn last. ~ 4 Num 4:24 | in het dienen en in den last. ~ 5 Num 4:27 | der Gersonieten, in al hun last, en in al hun dienst, zal 6 Num 4:27 | hun ter bewaring al hun last bevelen. ~ 7 Num 4:31 | de onderhouding van hun last, naar al hun dienst, in 8 Num 4:32 | van de waarneming van hun last zult gij bij namen tellen. ~ 9 Num 4:47 | bediening en den dienst van den last, in de tent der samenkomst, 10 Num 4:49 | zijn dienst, en naar zijn last; en zijn getelden waren, 11 Num 11:11 | ogen gevonden, dat Gij den last van dit ganse volk op mij 12 Num 11:17 | en zij zullen met u den last van dit volk dragen, opdat 13 Deu 1:12 | alleen uw moeite, en uw last, en uw twistzaken dragen? ~ 14 Deu 24:5 | uittrekken, en men zal hem geen last opleggen; een jaar lang 15 2Sa 15:33 | zo zult gij mij tot een last zijn; ~ 16 2Sa 19:35 | den koning verder tot een last zijn? ~ 17 1Kon 4:28| een iegelijk naar zijn last. 18 1Kon 5:15| Salomo zeventig duizend, die last droegen, en tachtig duizend 19 1Kon 11:28| stelde hij hem over al den last van het huis van Jozef. ~ 20 2Kon 5:17| knecht gegeven worden een last aarde van een juk muildieren; 21 2Kon 8:9 | alle goed van Damaskus, een last van veertig kemelen; en 22 2Kon 9:25| dat hem de HEERE dezen last oplegde, zeggende: ~ 23 2Kro 24:27| en de grootheid van den last, hem opgelegd, en het gebouw 24 2Kro 35:3 | gebouwd heeft; gij hebt geen last op de schouderen; dient 25 2Kro 36:3 | gebouwd heeft; gij hebt geen last op de schouderen; dient 26 Neh 4:17 | muur bouwden, en die den last droegen, en die oplaadden, 27 Neh 5:7 | hen: Gijlieden vordert een last, een iegelijk van zijn broeder. 28 Neh 5:10 | hen? Laat ons toch dezen last nalaten. ~ 29 Neh 13:15 | druiven en vijgen, en allen last, dien zij te Jeruzalem inbrachten 30 Neh 13:19 | de poorten, opdat er geen last zou inkomen op den sabbatdag. ~ 31 Job 7:20 | dat ik mijzelven tot een last zij? ~ 32 Psa 39:5 | mijn hoofd; als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden. ~ 33 Psa 81:7 | heb zijn schouder van den last onttrokken; zijn handen 34 Spre 30:1 | den zoon van Jake; een last. De man spreekt tot Ithiel, 35 Spre 31:1 | van de koning Lemuel; de last, maarmede zijn moeder hem 36 Pred 12:5 | sprinkhaan zichzelven een last zal      wezen, en dat de 37 Jes 1:14 | ziel, zij zijn Mij tot een last; Ik ben moede geworden, 38 Jes 9:3 | Want het juk van hun last, en den stok hunner schouders, 39 Jes 10:27 | ten zelfden dage, dat zijn last zal afwijken van uw schouder, 40 Jes 13:1 | 1      De last van Babel, dien Jesaja, 41 Jes 14:25 | van hen afwijke, en zijn last van hun schouder wijke. ~ 42 Jes 14:28 | stierf, geschiedde deze last. ~ 43 Jes 15:1 | 1   De last van Moab. Zekerlijk, in 44 Jes 17:1 | 1      De last van Damaskus. Ziet, Damaskus 45 Jes 19:1 | 1      De last van Egypte. Ziet, de HEERE 46 Jes 21:1 | 1      De last der woestijn aan de zee. 47 Jes 21:11 | 11      De last van Duma. Men roept tot 48 Jes 21:13 | 13      De last tegen Arabie. In het woud 49 Jes 22:1 | 1      De last van het dal des gezichts. 50 Jes 22:25 | hij zal vallen,      en de last, die daaraan is, zal afgesneden 51 Jes 23:1 | 1      De last van Tyrus. Huilt, gij schepen 52 Jes 30:6 | 6      De last der beesten, van het zuiden, 53 Jes 30:27 | Zijn toorn brandt, en de last is zwaar; Zijn lippen zijn 54 Jes 46:1 | opgeladen pakken zijn een last voor de vermoeide beesten. ~ 55 Jes 46:2 | gekromd, zij hebben den last niet kunnen redden, maar 56 Jer 17:21 | uw zielen, en draagt geen last op den sabbatdag, noch brengt 57 Jer 17:22 | Ook zult gijlieden geen last uitvoeren uit uw huizen 58 Jer 17:24 | spreekt de HEERE, dat gij geen last door de poorten dezer stad 59 Jer 17:27 | te heiligen, en om geen last te dragen als gij op den 60 Jer 23:33 | zeggende: Wat is des HEEREN last? Zo zult gij tot hen zeggen: 61 Jer 23:33 | gij tot hen zeggen: Wat last? Dat Ik ulieden verlaten 62 Jer 23:34 | dat zeggen zal: Des HEEREN last; dat Ik bezoeking zal doen 63 Jer 23:36 | 36      Maar des HEEREN last zult gij niet meer gedenken; 64 Jer 23:36 | zal zijn eigen woord een last zijn, dewijl gij verkeert 65 Jer 23:38 | dewijl gij zegt: Des HEEREN last; daarom, zo zegt de HEERE: 66 Jer 23:38 | dit woord zegt: Des HEEREN last, daar Ik tot u gezonden 67 Jer 23:38 | zeggen: Des      HEEREN last; ~ 68 Eze 12:10 | zegt de Heere HEERE: Deze last is tegen den vorst te Jeruzalem, 69 Hos 8:10 | weinig begonnen, vanwege den last van den      koning der 70 Amos 5:11| den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo 71 Nah 1:1 | 1      De last van Nineve. Het boek des 72 Zep 3:18 | uit u; de schimping is een last op haar. ~ 73 Zac 9:1 | 1      De last van het woord des HEEREN 74 Zac 12:1 | 1      De last van het woord des HEEREN 75 Mal 1:1 | 1      De last van het woord des HEEREN 76 Matt 11:30| Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht. ~  ~ 77 Matt 20:12| gelijk gemaakt, die den last des daags en de hitte gedragen 78 Hand 9:28| ulieden geen meerderen last op te leggen dan deze noodzakelijke 79 Hand 15:3 | het schip zoude aldaar den last ontladen. ~ 80 Hand 20:12| Damaskus reisde, met macht en last, welk ik van de overpriesters 81 1The 2:6 | anderen; hoewel wij u tot last konden zijn als Christus' 82 Heb 12:1 | laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk 83 Open 2:24| zeggen: Ik zal u geen anderen last opleggen; ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License