Book Chapter: Verse
1 2Kro 21:20| inwoners van Jeruzalem! Gelooft in den HEERE, uw God, zo
2 2Kro 21:20| zult gij bevestigd worden; gelooft aan Zijn profeten, en gij
3 2Kro 32:15| een wijze niet opruie, en gelooft hem niet; want geen god
4 Job 15:22 | 22 Hij gelooft niet uit de duisternis weder
5 Job 38:27 | slokt het de aarde op, en gelooft niet, dat het is het geluid
6 Spre 14:15| 15 De slechte gelooft alle woord; maar de kloekzinnige
7 Jes 7:9 | Samaria. Indien gijlieden niet gelooft, zekerlijk, gij zult niet
8 Jes 28:16 | vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten. ~
9 Jes 43:10 | opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve
10 Mic 7:5 | 5 Gelooft een vriend niet, vertrouwt
11 Matt 9:28| En Jezus zeide tot hen: Gelooft gij, dat Ik dat doen kan?
12 Matt 24:23| is de Christus, of daar, gelooft het niet. ~
13 Matt 24:26| is in de binnenkameren; gelooft het niet. ~
14 Mark 1:15| nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie. ~
15 Mark 9:23| zijn mogelijk dengene, die gelooft. ~
16 Mark 11:24| die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult,
17 Mark 13:21| Christus; of ziet, Hij is daar; gelooft het niet. ~
18 Joha 1:51| u onder de vijgeboom, zo gelooft gij; gij zult grotere dingen
19 Joha 3:12| gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe zult gij geloven, indien
20 Joha 3:15| een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het
21 Joha 3:16| een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het
22 Joha 3:18| 18 Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld,
23 Joha 3:18| veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld,
24 Joha 3:36| 36 Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven;
25 Joha 5:24| Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft,
26 Joha 5:38| in u blijvende; want gij gelooft Dien niet, Dien Hij gezonden
27 Joha 5:47| gij zijn Schriften niet gelooft, hoe zult gij Mijn woorden
28 Joha 6:29| is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, Dien Hij gezonden
29 Joha 6:35| hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. ~
30 Joha 6:36| ook gezien hebt, en gij gelooft niet. ~
31 Joha 6:40| Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe;
32 Joha 6:47| voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven. ~
33 Joha 7:38| 38 Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift
34 Joha 8:24| sterven; want indien gij niet gelooft, dat Ik Die ben, gij zult
35 Joha 8:45| omdat Ik u de waarheid zeg, gelooft gij niet. ~
36 Joha 8:46| de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij niet? ~
37 Joha 9:35| vindende, zeide Hij tot hem: Gelooft gij in den Zoon van God? ~
38 Joha 10:25| heb het u gezegd, en gij gelooft het niet. De werken, die
39 Joha 10:26| 26 Maar gijlieden gelooft niet; want gij zijt niet
40 Joha 10:37| werken Mijns Vaders, zo gelooft Mij niet; ~
41 Joha 10:38| doe, en zo gij Mij niet gelooft, zo gelooft de werken; opdat
42 Joha 10:38| gij Mij niet gelooft, zo gelooft de werken; opdat gij moogt
43 Joha 11:25| en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook
44 Joha 11:26| iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der
45 Joha 11:26| sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat? ~
46 Joha 11:40| niet gezegd, dat, zo gij gelooft, gij de heerlijkheid Gods
47 Joha 12:36| Terwijl gij het Licht hebt, gelooft in het Licht, opdat gij
48 Joha 12:44| riep, en zeide: Die in Mij gelooft, gelooft in Mij niet, maar
49 Joha 12:44| zeide: Die in Mij gelooft, gelooft in Mij niet, maar in Dengene,
50 Joha 12:46| een iegelijk, die in Mij gelooft, in de duisternis niet blijve. ~
51 Joha 14:1 | niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. ~
52 Joha 14:1 | gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. ~
53 Joha 14:10| 10 Gelooft gij niet, dat Ik in den
54 Joha 14:11| 11 Gelooft Mij, dat Ik in den Vader
55 Joha 14:11| Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve. ~
56 Joha 14:12| zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe,
57 Joha 16:31| 31 Jezus antwoordde hun: Gelooft gij nu? ~
58 Joha 20:31| zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus,
59 Hand 5:43| een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen
60 Hand 7:39| Dezen een iegelijk, die gelooft, gerechtvaardigd wordt. ~
61 Hand 20:27| 27 Gelooft gij, o koning Agrippa, de
62 Hand 20:27| profeten? Ik weet dat gij ze gelooft. ~
63 Rom 1:16 | zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, en ook
64 Rom 4:5 | dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze
65 Rom 9:33 | een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. ~ ~
66 Rom 10:4 | rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft. ~
67 Rom 10:10 | 10 Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid
68 Rom 10:11 | Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd
69 Rom 14:2 | 2 De een gelooft wel, dat men alles eten
70 1Kor 13:7 | bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle
71 1The 2:10| onberispelijk wij u, die gelooft, geweest zijn. ~
72 1The 2:13| dat ook werkt in u, die gelooft. ~
73 Jako 2:19| 19 Gij gelooft, dat God een enig God is;
74 1Pet 1:21| 21 Die door Hem gelooft in God, Welke Hem opgewekt
75 1Pet 2:6 | dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. ~
76 1Pet 2:7 | 7 U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den
77 1Joh 4:1 | 1 Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest,
78 1Joh 5:1 | 1 Een iegelijk, die gelooft, dat Jezus is de Christus,
79 1Joh 5:5 | wereld overwint, dan die gelooft, dat Jezus is de Zoon van
80 1Joh 5:10| Die in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis in
81 1Joh 5:10| zichzelven; die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar
82 1Joh 5:13| heb ik u geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van
83 1Joh 5:13| leven hebt, en opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van
|