Book Chapter: Verse
1 Deu 28:49 | welks spraak gij niet zult verstaan; ~
2 Deu 29:4 | niet gegeven een hart om te verstaan, noch ogen om te zien, noch
3 Ric 7:16 | van Sukkoth door dezelve verstaan. ~
4 2Kon 20:26| in het Syrisch, want wij verstaan het wel; en spreek met ons
5 1Kro 29:19| David, bij geschrift te verstaan gegeven van de hand des
6 Neh 8:13 | want zij hadden de woorden verstaan, die men hun had bekend
7 Job 6:24 | zwijgen, en geeft mij te verstaan, waarin ik gedwaald heb. ~
8 Job 6:30 | gehemelte niet de ellenden te verstaan geven? ~ ~
9 Job 13:1 | gezien, mijn oor gehoord en verstaan. ~
10 Job 23:5 | Hij mij antwoorden zou; en verstaan, wat Hij mij zeggen zou. ~
11 Job 26:14 | donder Zijner mogendheden verstaan? ~ ~ ~
12 Job 32:9 | zijn niet wijs, en de ouden verstaan het recht niet. ~
13 Job 34:27 | zijn, en geen Zijner wegen verstaan hebben; ~
14 Job 36:29 | 29 Kan men ook verstaan de uitbreidingen der wolken,
15 Psa 19:13 | 13 Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene
16 Psa 37:4 | en bedrog; hij laat na te verstaan tot weldoen. ~
17 Psa 73:16 | gedacht om dit te mogen verstaan; maar het was moeite in
18 Psa 82:5 | 5Zij weten niet, en verstaan niet; zij wandelen steeds
19 Psa 119:27 | den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte. ~
20 Psa 119:144| der eeuwigheid; doe ze mij verstaan, zo zal ik leven. ~
21 Spre 1:2 | en tucht te weten; om te verstaan redenen des verstands; ~
22 Spre 1:6 | 6 Om te verstaan een spreuk en de uitlegging,
23 Spre 2:5 | gij de vreze des HEEREN verstaan, en zult de kennis van God
24 Spre 2:9 | 9 Dan zult gij verstaan gerechtigheid, en recht,
25 Spre 14:8 | kloekzinnigen is zijn weg te verstaan; maar dwaasheid der zotten
26 Spre 20:24| zou dan een mens zijn weg verstaan? ~
27 Spre 28:5 | 5 De kwade lieden verstaan het recht niet; maar die
28 Spre 28:5 | maar die den HEERE zoeken, verstaan alles. ~
29 Pred 9:1 | dit alles klaarlijk mocht verstaan, dat de rechtvaardigen,
30 Jes 28:9 | zou Hij het gehoorde te verstaan geven? Den gespeenden van
31 Jes 28:19 | geschieden, dat het gerucht te verstaan, enkel beroering wezen
32 Jes 32:4 | onbedachtzamen zal de wetenschap verstaan, en de tong der stamelenden
33 Jes 33:19 | belachelijke tong, hetwelk men niet verstaan kan. ~
34 Jes 36:11 | in het Syrisch, want wij verstaan het wel; en spreek niet
35 Jes 41:20 | overleggen, en te gelijk verstaan, dat de hand des HEEREN
36 Jes 44:18 | Zij weten niet, en verstaan niet, want het heeft hun
37 Jes 44:18 | hun harten, dat zij niet verstaan. ~
38 Jes 52:15 | gehoord hebben, die zullen het verstaan. ~ ~ ~ ~ ~
39 Jes 57:11 | het zijn herders, die niet verstaan kunnen; zij allen keren
40 Eze 3:6 | welker woorden gij niet kunt verstaan; zouden zij niet, zo Ik
41 Dan 8:16 | geef dezen het gezicht te verstaan. ~
42 Dan 9:22 | uitgegaan, om u den zin te doen verstaan. ~
43 Dan 10:12 | gij uw hart begaaft, om te verstaan en om uzelven te verootmoedigen,
44 Dan 10:14 | Ik gekomen, om u te doen verstaan, hetgeen uw volk bejegenen
45 Dan 12:10 | de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen
46 Dan 12:10 | verstandigen zullen het verstaan. ~
47 Mic 4:12 | gedachten des HEEREN niet, en verstaan Zijn raadslag niet; dat
48 Matt 13:13| horende niet horen, noch ook verstaan. ~
49 Matt 13:14| gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien,
50 Matt 13:15| oren horen, en met het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik
51 Matt 13:51| hen: Hebt gij dit alles verstaan? Zij zeiden tot Hem: Ja,
52 Mark 4:11| hen: Het is u gegeven te verstaan de verborgenheid van het
53 Mark 4:12| en horende horen, en niet verstaan; opdat zij zich niet te
54 Mark 4:13| gij al de gelijkenissen verstaan? ~
55 Mark 15:45| den hoofdman over honderd verstaan had, schonk hij Jozef het
56 Luk 8:10 | van het Koninkrijk Gods te verstaan; maar tot de anderen spreek
57 Luk 8:10 | niet zien, en horende niet verstaan. ~
58 Joha 8:28| verhoogd hebben, dan zult gij verstaan, dat Ik Die ben, en dat
59 Joha 8:32| 32 En zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. ~
60 Joha 12:40| zien, en met het hart niet verstaan, en zij bekeerd worden,
61 Joha 13:7 | maar gij zult het na dezen verstaan. ~
62 Hand 16:24| onderzoeken zou, opdat hij verstaan mocht, om wat oorzaak zij
63 Hand 18:8 | onderzocht hebbende, zult kunnen verstaan al hetgeen, waarvan wij
64 Hand 22:26| gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien,
65 Hand 22:27| oren horen, en met het hart verstaan, en zij zich bekeren, en
66 Rom 1:20 | wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn
67 Rom 7:1 | tot degenen, die de wet verstaan) dat de wet heerst over
68 Rom 10:19 | zeg: Heeft Israel het niet verstaan? Mozes zegt eerst: Ik zal
69 Rom 15:21 | gehoord hebben, die zullen het verstaan. ~
70 1Kor 2:14| dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden
71 1Kor 4:19| Heere wil, en ik zal dan verstaan, niet de woorden dergenen,
72 1Kor 14:9 | duidelijke rede geeft, hoe zal verstaan worden hetgeen gesproken
73 2Kor 2:4 | opdat gij de liefde zoudt verstaan, die ik overvloediglijk
74 2Kor 2:9 | opdat ik uw beproeving mocht verstaan, of gij in alles gehoorzaam
75 2Kor 10:12| zichzelven prijzen; maar deze verstaan niet, dat zij zichzelven
76 2Kor 13:6 | Doch ik hoop, dat gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk
77 Efez 3:9 | verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der
78 Fili 2:19| zijn, als ik uw zaken zal verstaan hebben. ~
79 1The 3:5 | gezonden, om uw geloof te verstaan; of niet misschien de verzoeker
80 Heb 11:3 | 3 Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door
81 2Pet 2:12| lasteren, hetgeen zij niet verstaan, zullen in hun verdorvenheid
82 2Pet 3:16| dingen zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste
|