Book Chapter: Verse
1 Gen 7:13 | en Jafeth, Noachs zonen, desgelijks ook Noachs huisvrouw, en
2 Gen 41:23 | 23 En zijn vader desgelijks zond hij tien ezelen, dragende
3 Exo 9:18 | zware hagel doen regenen, desgelijks in Egypte niet geweest is
4 Exo 9:24 | vervangen; hij was zeer zwaar; desgelijks is in het ganse Egypteland
5 Exo 11:6 | in het ganse Egypteland, desgelijks nooit geweest is, en desgelijks
6 Exo 11:6 | desgelijks nooit geweest is, en desgelijks niet meer wezen zal. ~
7 Exo 22:30 | 30 Desgelijks zult gij doen met uw ossen
8 Exo 29:20 | rechteroorlapje van zijn zonen, desgelijks op den duim hunner rechterhand,
9 Lev 16:33 | altaar zal hij verzoenen; desgelijks voor de priesteren, en voor
10 Lev 24:39 | 39 Desgelijks, wanneer uw broeder bij
11 Num 5:9 | 9 Desgelijks zal alle heffing van alle
12 Num 10:10 | 10 Desgelijks ten dage uwer vrolijkheid,
13 Num 29:1 | 1 Desgelijks in de zevende maand, op
14 Joz 3:6 | 6 Desgelijks sprak Jozua tot de priesters,
15 Ric 5:35 | achter hem bijeengeroepen; desgelijks zond hij boden in Aser,
16 Ric 6:5 | zult gij alleen stellen; desgelijks al wie op zijn knieen zal
17 Ric 7:8 | Pnuel, en sprak tot hen desgelijks. En de lieden van Pnuel
18 Ric 8:57 | 57 Desgelijks al het kwaad der lieden
19 Ric 15:24 | 24 Desgelijks als hem het volk zag, loofden
20 2Sa 1:11 | klederen en scheurde ze; desgelijks ook al de mannen, die met
21 2Sa 13:31 | legde zich neder ter aarde; desgelijks stonden al zijn knechten
22 1Kon 10:20| trappen aan beide zijden, desgelijks is in geen koninkrijken
23 1Kon 17:6 | morgens brood en vlees, desgelijks brood en vlees des avonds;
24 1Kro 24:30| loven en te prijzen; en desgelijks des avonds; ~
25 1Kro 25:6 | genomen voor Eleazer, en desgelijks werd genomen voor Ithamar. ~
26 1Kro 29:17| gewicht tot elken beker, desgelijks tot zilveren bekers, tot
27 2Kro 10:11| luiten voor de zangers; desgelijks ook was te voren in het
28 2Kro 10:19| zijden, op de zes trappen; desgelijks is in geen koninkrijk gemaakt
29 2Kro 16:14| luider stem en met gejuich, desgelijks met trompetten en met bazuinen. ~
30 2Kro 30:26| den koning van Israel, was desgelijks in Jeruzalem niet geweest. ~
31 2Kro 35:25| een klaaglied over Josia; desgelijks alle zangers en zangeressen
32 2Kro 36:25| een klaaglied over Josia; desgelijks alle zangers en zangeressen
33 Neh 5:4 | 4 Desgelijks waren er, die zeiden: Wij
34 Eze 5:9 | hetgeen Ik niet gedaan heb, en desgelijks Ik voortaan niet doen zal,
35 Eze 16:12 | 12 Desgelijks deed Ik een voorhoofdsiersel
36 Eze 45:25 | maand zal hij op het feest desgelijks doen, zeven dagen lang;
37 Joe 2:2 | een groot en machtig volk, desgelijks van ouds niet geweest
38 Zac 5:3 | vloek, uitgeroeid worden; desgelijks een iegelijk, die valselijk
39 Zac 9:5 | het zien, en zal vrezen; desgelijks Gaza, en zal grote smart
40 Matt 9:33| zich, zeggende: Er is nooit desgelijks in Israel gezien! ~
41 Matt 20:5 | en negende ure, deed hij desgelijks. ~
42 Matt 21:30| gaande tot den tweeden, zeide desgelijks, en deze antwoordde en zeide:
43 Matt 21:36| eersten, en zij deden hun desgelijks. ~
44 Matt 22:26| 26 Desgelijks ook de tweede, en de derde,
45 Matt 25:17| 17 Desgelijks ook die de twee ontvangen
46 Matt 26:35| geenszins verloochenen! Desgelijks zeiden ook al de discipelen. ~
47 Matt 27:41| 41 En desgelijks ook de overpriesters met
48 Mark 4:16| 16 En dezen zijn desgelijks, die op de steenachtige
49 Mark 12:21| geen zaad na; en de derde desgelijks. ~
50 Luk 3:11 | en die spijze heeft, doe desgelijks. ~
51 Luk 5:10 | 10 En desgelijks ook Jakobus en Johannes,
52 Luk 5:33 | dikmaals, en doen gebeden, desgelijks ook de discipelen der Farizeen,
53 Luk 6:23 | hemel; want hun vaders deden desgelijks den profeten. ~
54 Luk 6:26 | spreken, want hun vaders deden desgelijks den valsen profeten. ~
55 Luk 6:31 | zullen, doet gij hun ook desgelijks. ~
56 Luk 10:32 | 32 En desgelijks ook een Leviet, als hij
57 Luk 10:37 | hem: Ga heen, en doe gij desgelijks. ~
58 Luk 13:3 | bekeert, zo zult gij allen desgelijks vergaan. ~
59 Luk 16:25 | in uw leven, en Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij
60 Luk 17:28 | 28 Desgelijks ook, gelijk het geschiedde
61 Luk 17:31 | akker zijn zal, die kere desgelijks niet naar hetgeen, dat achter
62 Luk 20:31 | derde nam dezelve vrouw; en desgelijks ook de zeven, en hebben
63 Luk 22:20 | 20 Desgelijks ook den drinkbeker na het
64 Luk 22:36 | buidel heeft, die neme hem, desgelijks ook een male; en die geen
65 Joha 5:19| hetzelve doet ook de Zoon desgelijks. ~
66 Joha 6:11| die nedergezeten waren; desgelijks ook van de visjes, zoveel
67 Joha 21:13| gaf het hun, en den vis desgelijks. ~
68 Rom 8:26 | 26 En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden
69 1Kor 7:3 | goedwilligheid betalen; en desgelijks ook de vrouw aan den man. ~
70 1Kor 7:4 | lichaam, maar de man; en desgelijks ook de man heeft de macht
71 1Kor 7:22| vrijgelatene des Heeren; desgelijks ook, die vrij zijnde geroepen
72 1Kor 11:25| 25 Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker,
73 1Tim 2:9 | 9 Desgelijks ook, dat de vrouwen, in
74 1Tim 5:25| 25 Desgelijks ook de goede werken zijn
75 Heb 2:14 | deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden,
76 Heb 9:21 | 21 En hij besprengde desgelijks ook den tabernakel, en al
77 Jako 2:25| 25 En desgelijks ook Rachab, de hoer, is
78 1Pet 3:1 | 1 Desgelijks gij vrouwen, zijt uw eigenen
79 1Pet 5:5 | 5 Desgelijks gij jongen, zijt den ouden
80 Jud 1:8 | 8 Desgelijks evenwel ook dezen, in slaap
81 Open 8:12| lichten; en van den nacht desgelijks. ~
|