Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
derzelven 1
derzelver 101
derzulken 3
des 5858
desem 1
desgelijks 81
desgenen 75
Frequency    [«  »]
6044 u
6026 te
5967 heere
5858 des
5824 hem
5303 met
5157 op

Bijbel

IntraText - Concordances

des

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5858

     Book Chapter: Verse
4501 Eze 31:4 | waterleidingen uit tot alle bomen des velds. ~ 4502 Eze 31:5 | stam hoger dan alle bomen des velds; en zijn takjes werden 4503 Eze 31:6 | 6      Alle vogelen des hemels nestelden op zijn 4504 Eze 31:6 | zijn takjes, en alle dieren des velds teelden onder zijn 4505 Eze 31:12 | verbroken bij alle      stromen des lands; en alle volken der 4506 Eze 31:13 | 13      Alle vogelen des hemels woonden op zijn omgevallen 4507 Eze 31:13 | omgevallen stam, en alle dieren des velds waren op zijn scheuten; ~ 4508 Eze 31:15 | zwart, en al het geboomte des velds was om zijnentwil 4509 Eze 32:1 | der maand, dat het woord des HEEREN tot mij geschiedde, 4510 Eze 32:4 | Ik zal al het gevogelte des hemels op u doen wonen, 4511 Eze 32:11 | Heere HEERE: Het zwaard des konings van Babel zal u 4512 Eze 32:17 | der maand, dat het woord des HEEREN tot mij geschiedde, 4513 Eze 32:23 | gesteld zijn in de zijden des kuils, en haar hoop is rondom 4514 Eze 33:1 | 1      En des HEEREN woord geschiedde 4515 Eze 33:2 | land breng, en het volk des lands een man uit hun einden 4516 Eze 33:6 | maar zijn bloed zal Ik van des hand des wachters eisen. ~ 4517 Eze 33:6 | bloed zal Ik van des hand des wachters eisen. ~ 4518 Eze 33:11 | Ik lust heb in den dood des goddelozen! maar daarin 4519 Eze 33:12 | volks: De gerechtigheid des rechtvaardigen zal hem niet 4520 Eze 33:12 | aangaande de goddeloosheid      des goddelozen, hij zal om dezelve 4521 Eze 33:15 | wandelt hij in de inzettingen des levens, zodat hij geen onrecht 4522 Eze 33:17 | kinderen uws volks: De weg des Heeren is niet recht; daar 4523 Eze 33:20 | Nog zegt gij: De weg des Heeren is niet recht; Ik 4524 Eze 33:22 | 22      Nu was de hand des HEEREN op mij geweest des 4525 Eze 33:22 | des HEEREN op mij geweest des avonds, eer die ontkomene 4526 Eze 33:22 | mond opengedaan, totdat hij des morgens tot mij kwam. Alzo 4527 Eze 33:23 | 23      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4528 Eze 34:1 | 1      En des HEEREN woord geschiedde 4529 Eze 34:5 | zijn als het wild gedierte des velds tot spijze geworden, 4530 Eze 34:7 | Daarom, gij herders! hoort des HEEREN woord! ~ 4531 Eze 34:8 | schapen al het wild gedierte des velds tot spijze geworden      4532 Eze 34:9 | Daarom, gij herders! hoort des HEEREN woord! ~ 4533 Eze 34:13 | bewoonbare plaatsen des lands. ~ 4534 Eze 34:25 | En Ik zal een verbond des vredes met hen maken, en 4535 Eze 34:27 | 27      En het geboomte des velds zal zijn vrucht geven, 4536 Eze 35:1 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4537 Eze 35:5 | wegvloeien door het geweld des zwaards, ten tijde huns 4538 Eze 36:1 | Gij bergen Israels! hoort des HEEREN woord. ~ 4539 Eze 36:3 | klapachtige lip en in opspraak des volks; ~ 4540 Eze 36:4 | Israels! hoort het woord des Heeren HEEREN: Zo zegt de 4541 Eze 36:5 | gegeven hebben met blijdschap des gansen harten, met begerige 4542 Eze 36:16 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4543 Eze 36:18 | grimmigheid over hen uit, om des bloeds wil, dat zij in het 4544 Eze 36:20 | zeide: Dezen zijn het volk des HEEREN, en zijn uit      4545 Eze 36:30 | het geboomte en de inkomst des velds vermenigvuldigen; 4546 Eze 36:30 | opdat gij de smaadheid des hongers niet meer ontvangt 4547 Eze 37:1 | 1      De hand des HEEREN was op mij, en de 4548 Eze 37:4 | Gij dorre beenderen! hoort des HEEREN woord. ~ 4549 Eze 37:15 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4550 Eze 37:26 | En Ik zal een verbond des vredes met hen maken, het 4551 Eze 38:1 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4552 Eze 38:12 | heeft, wonende in het midden des lands. ~ 4553 Eze 38:20 | der zee, en het gevogelte des hemels, en het gedierte 4554 Eze 38:20 | hemels, en het gedierte des velds, en al het kruipend 4555 Eze 39:4 | vleugel, en aan het gedierte des      velds ter spijze gegeven. ~ 4556 Eze 39:13 | 13      Ja, al het volk des lands zal begraven, en het 4557 Eze 39:17 | en tot al het gedierte des velds: Vergadert u, en komt 4558 Eze 40:1 | wegvoering, in het begin des jaars, op den tienden der 4559 Eze 40:1 | dienzelfden dag, was de hand des HEEREN op mij, en Hij bracht 4560 Eze 40:5 | huis, rondom henen, en in des mans hand was een meetriet 4561 Eze 40:5 | hij mat de breedte      des gebouws een riet, en de 4562 Eze 40:14 | ellen, namelijk tot den post des voorhofs, rondom de poort 4563 Eze 40:15 | het voorste deel der poort des ingangs, tot aan het voorste 4564 Eze 40:40 | aan de zijde van buiten des opgangs, aan de deur der 4565 Eze 40:45 | priesteren, die de wacht des huizes waarnemen. ~ 4566 Eze 40:46 | priesteren, die de wacht des altaars waarnemen; dat zijn 4567 Eze 40:48 | hij mij tot het voorhuis des huizes, en hij mat elken 4568 Eze 41:5 | En hij mat den wand des huizes zes ellen; en de 4569 Eze 41:6 | vastgehouden in den wand des huizes. ~ 4570 Eze 41:7 | daarom was de      breedte des huizes naar boven; en alzo 4571 Eze 41:8 | En ik zag de hoogte des huizes rondom henen. De 4572 Eze 41:12 | afgesneden plaats was in den hoek des wegs naar het westen, was 4573 Eze 41:12 | zeventig ellen, en van den wand des gebouws was de      breedte 4574 Eze 41:14 | breedte van het voorste deel des huizes, en der afgesneden 4575 Eze 41:15 | Ook mat hij de lengte des gebouws voor aan de afgesneden 4576 Eze 41:15 | tempel, en de voorhuizen des voorhofs. ~ 4577 Eze 41:20 | gemaakt, ook aan den wand des tempels. ~ 4578 Eze 41:21 | 21      De posten des tempels waren vierkant; 4579 Eze 41:21 | aangaande het voorste deel des heiligdoms, de ene gedaante 4580 Eze 41:22 | 22      De hoogte des houten altaars was drie 4581 Eze 41:22 | de tafel, die      voor des HEEREN aangezicht zal zijn. ~ 4582 Eze 41:25 | namelijk aan de deuren des tempels, waren cherubs en 4583 Eze 42:5 | onderste en dan de middelste des gebouws. ~ 4584 Eze 42:10 | de breedte van den muur des voorhofs, den weg naar het 4585 Eze 43:2 | En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel kwam van 4586 Eze 43:4 | En de heerlijkheid des HEEREN kwam in het huis, 4587 Eze 43:5 | en ziet, de heerlijkheid des HEEREN had het huis vervuld. ~ 4588 Eze 43:12 | van het huis: op de hoogte des bergs zal zijn ganse grens, 4589 Eze 43:13 | En dit zijn de maten des altaars, naar de ellen, 4590 Eze 43:13 | span;      en dit is de rug des altaars. ~ 4591 Eze 43:18 | Dit zijn de ordinantien des altaars, ten dage als men 4592 Eze 43:21 | Daarna zult gij den var des zondoffers nemen; en hij 4593 Eze 43:24 | offeren voor het aangezicht des HEEREN; en de priesteren 4594 Eze 43:25 | zult gij dagelijks een bok des zondoffers bereiden; ook 4595 Eze 44:3 | eten voor het aangezicht des HEEREN; door den weg van 4596 Eze 44:4 | en ziet, de heerlijkheid des HEEREN had het huis des 4597 Eze 44:4 | des HEEREN had het huis des HEEREN vervuld; toen viel 4598 Eze 44:5 | inzettingen van het huis des      HEEREN, en van al zijn 4599 Eze 44:5 | huis, met alle uitgangen des heiligdoms. ~ 4600 Eze 44:14 | tot wachters van de wacht des huizes, aan al zijn dienst, 4601 Eze 45:5 | de Levieten, die dienaars des huizes, ook de lengte hebben 4602 Eze 45:7 | van deze en van gene zijde des heiligen hefoffers en der 4603 Eze 45:16 | 16      Al het volk des lands zal in dit hefoffer 4604 Eze 45:19 | priester zal van het bloed des zondoffers nemen, en doen 4605 Eze 45:19 | en doen het aan de posten des huizes, en aan de vier hoeken 4606 Eze 45:19 | hoeken van het afzetsel des altaars, en aan de posten 4607 Eze 45:22 | zichzelven, en voor al het volk des lands, bereiden een var 4608 Eze 45:22 | lands, bereiden een var des zondoffers. ~ 4609 Eze 46:3 | 3      Ook zal het volk des lands aanbidden voor de 4610 Eze 46:3 | manen, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 4611 Eze 46:9 | 9      Maar als het volk des lands voor het aangezicht 4612 Eze 46:9 | lands voor het aangezicht des HEEREN komt, op de gezette 4613 Eze 46:18 | niets nemen van de erfenis des volks, om hen van hun bezitting 4614 Eze 46:21 | mij om in de vier hoeken des voorhofs; en ziet, in elken 4615 Eze 46:21 | en ziet, in elken hoek des voorhofs was een ander voorhofje. ~ 4616 Eze 46:22 | 22      In de vier hoeken des voorhofs waren voorhofjes 4617 Eze 46:24 | keukens, alwaar de dienaars des huizes het slachtoffer des 4618 Eze 46:24 | des huizes het slachtoffer des volks zullen koken. ~  ~ 4619 Eze 47:1 | uit, van onder den dorpel des huizes naar het oosten; 4620 Eze 47:1 | onderen, uit de rechterzijde des huizes, van het zuiden des 4621 Eze 47:1 | des huizes, van het zuiden des altaars. ~ 4622 Eze 47:15 | Dit nu zal de landpale des lands zijn: aan den noorderhoek, 4623 Eze 48:1 | noordwaarts, aan de zijde des wegs van Hethlon, waar men 4624 Eze 48:10 | duizend; en het heiligdom des HEEREN zal in het midden 4625 Eze 48:12 | geofferde van het hefoffer des lands zal hunlieden een 4626 Eze 48:14 | verkopen, noch de eerstelingen des lands verwisselen, noch 4627 Eze 48:21 | van deze en van gene zijde des heiligen hefoffers, en van 4628 Eze 48:21 | twintig duizend meetrieten des      hefoffers, tot aan 4629 Eze 48:21 | hefoffer, en het heiligdom des huizes, zal in het midden 4630 Eze 48:22 | in het midden van hetgeen des vorsten zal zijn; wat tussen 4631 Eze 48:22 | van Benjamin is, zal des vorsten zijn. ~ 4632 Dan 1:1 | 1      In het derde jaar des koninkrijks van Jojakim, 4633 Dan 1:4 | bekwaamheid ware, om te staan in des konings paleis; en dat men 4634 Dan 1:5 | van de stukken der spijs des konings, en van den wijn 4635 Dan 1:5 | staan voor het aangezicht des konings. ~ 4636 Dan 1:8 | de stukken van de spijs des konings, noch met den wijn 4637 Dan 1:13 | de stukken van de spijs des konings eten; en doe met 4638 Dan 1:15 | de stukken van de spijze des konings aten. ~ 4639 Dan 1:19 | stonden voor het aangezicht des konings. ~ 4640 Dan 2:1 | In het tweede jaar nu des koninkrijks van Nebukadnezar, 4641 Dan 2:2 | stonden voor het aangezicht des konings. ~ 4642 Dan 2:10 | mens op den aardbodem, die des konings woord zou kunnen 4643 Dan 2:14 | den overste der trawanten des konings, die uitgetogen 4644 Dan 2:15 | Arioch, den bevelhebber des konings: Waarom zou de wet 4645 Dan 2:18 | Opdat zij van den God des hemels barmhartigheden verzochten 4646 Dan 2:19 | toen loofde Daniel den God des hemels. ~ 4647 Dan 2:23 | hebben, want Gij hebt ons des      konings zaak bekend 4648 Dan 2:35 | gelijk kaf van de dorsvloeren des zomers, en de wind nam ze 4649 Dan 2:37 | der koningen; want de God des hemels heeft u een koninkrijk, 4650 Dan 2:38 | wonen, heeft Hij de beesten des velds en de vogelen des 4651 Dan 2:38 | des velds en de vogelen des hemels in uw hand gegeven; 4652 Dan 2:41 | zijn, doch daar zal van des ijzers vastigheid in      4653 Dan 2:44 | die koningen zal de God des hemels een Koninkrijk verwekken, 4654 Dan 2:49 | Daniel bleef aan de poort des      konings. ~  ~ 4655 Dan 3:5 | gij horen zult het geluid des hoorns, der pijp, der citer, 4656 Dan 3:5 | der vedel, der psalteren, des akkoordgezangs, en allerlei 4657 Dan 3:6 | het midden van den oven des brandenden vuurs geworpen 4658 Dan 3:7 | volken hoorden het geluid des hoorns, der pijp, der citer, 4659 Dan 3:10 | horen zouden het geluid des hoorns, der pijp, der citer, 4660 Dan 3:10 | vedel, der psalteren, en des akkoordgezangs, en allerlei      4661 Dan 3:11 | het midden van den oven des brandenden vuurs geworpen 4662 Dan 3:15 | gij horen zult het geluid des hoorns, der pijp, der citer, 4663 Dan 3:15 | vedel, der psalteren, en des akkoordgezangs, en allerlei 4664 Dan 3:15 | midden van den      oven des brandenden vuurs; en wie 4665 Dan 3:17 | te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij 4666 Dan 3:20 | om te werpen in den oven des brandenden vuurs. ~ 4667 Dan 3:21 | het midden van den oven des brandenden      vuurs. ~ 4668 Dan 3:22 | Daarom dan, dewijl het woord des konings aandreef, en de 4669 Dan 3:22 | was, zo hebben de vonken des vuurs die mannen, die Sadrach, 4670 Dan 3:23 | het midden van den oven des brandenden vuurs, gebonden 4671 Dan 3:24 | drie mannen in het midden des vuurs,      gebonden zijnde, 4672 Dan 3:25 | wandelende in het midden des vuurs, en er is geen verderf 4673 Dan 3:25 | aan hen; en de gedaante des vierden is gelijk eens zoons 4674 Dan 3:26 | tot de deur van den oven des brandenden vuurs, antwoordde 4675 Dan 3:26 | Abed-nego, gij knechten des allerhoogsten Gods!      4676 Dan 3:26 | Abed-nego uit het midden des vuurs. ~ 4677 Dan 3:27 | landvoogden, en de raadsheren des konings, deze mannen beziende, 4678 Dan 3:27 | veranderd waren, ja, dat de reuk des vuurs daardoor niet gegaan 4679 Dan 3:28 | vertrouwd      hebben, en des konings woord veranderd, 4680 Dan 4:12 | onder hem vond het gedierte des velds schaduw, en de vogelen 4681 Dan 4:12 | velds schaduw, en de vogelen des hemels woonden in      haar 4682 Dan 4:15 | band in het tedere gras des velds; en laat hem in de 4683 Dan 4:15 | en laat hem in de dauw des hemels nat gemaakt worden, 4684 Dan 4:21 | onder wien het gedierte des velds woonde, en in wiens 4685 Dan 4:21 | wiens takken de vogelen des hemels      nestelden; ~ 4686 Dan 4:22 | heerschappij aan het einde des aardrijks. ~ 4687 Dan 4:23 | band in het tedere gras des velds, en in de dauw des 4688 Dan 4:23 | des velds, en in de dauw des hemels nat gemaakt worden, 4689 Dan 4:23 | deel zij met het gedierte des      velds, totdat er zeven 4690 Dan 4:24 | koning! en dit is een besluit des Allerhoogsten, hetwelk over 4691 Dan 4:25 | verstoten, en met het gedierte des velds zal uw woning zijn, 4692 Dan 4:25 | gij zult van den dauw      des hemels nat gemaakt worden, 4693 Dan 4:30 | gebouwd heb tot een huis des koninkrijks, door de sterkte 4694 Dan 4:31 | Dit woord nog zijnde in des konings mond, viel er een 4695 Dan 4:32 | woning zal bij de beesten des velds zijn; men zal u gras 4696 Dan 4:33 | lichaam werd van den dauw des hemels      nat gemaakt, 4697 Dan 4:35 | naar Zijn wil met het heir des hemels en de inwoners der 4698 Dan 4:37 | en verheerlijk den Koning des hemels, omdat al Zijn werken 4699 Dan 5:6 | veranderde zich de glans des konings, en zijn gedachten 4700 Dan 5:8 | Toen kwamen al de wijzen des konings in; maar zij konden 4701 Dan 5:10 | 10      Om deze woorden des konings en zijner geweldigen, 4702 Dan 5:10 | de koningin in het huis des maaltijds. De koningin sprak 4703 Dan 5:21 | lichaam werd van den dauw des hemels nat gemaakt, totdat 4704 Dan 5:23 | verheven tegen den Heere des hemels, en men heeft de 4705 Dan 6:8 | 8      Al de vorsten des rijks, de overheden en stadhouders, 4706 Dan 6:13 | den koning van het gebod des konings: Hebt gij niet een 4707 Dan 6:18 | gebracht, en op den mond des kuils gelegd: en de koning 4708 Dan 6:21 | Daniel: O Daniel, gij knecht des levenden Gods! heeft ook 4709 Dan 6:25 | kwamen niet op den grond des kuils, of de leeuwen heersten 4710 Dan 7:2 | en ziet, de vier winden des hemels braken voort op de 4711 Dan 7:13 | er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen 4712 Dan 8:1 | 1      In het derde jaar des koninkrijks van den koning 4713 Dan 8:8 | naar de vier winden      des hemels. ~ 4714 Dan 8:10 | werd groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er 4715 Dan 8:27 | daarna stond ik op, en deed des konings werk; en ik was 4716 Dan 9:2 | jaren, van dewelke het woord des HEEREN tot den profeet Jeremia 4717 Dan 9:6 | vaders, en tot al het volk des lands. ~ 4718 Dan 9:10 | En wij hebben der stem des HEEREN, onzes Gods, niet 4719 Dan 9:13 | smeekten het aangezicht des HEEREN, onzes Gods, niet, 4720 Dan 9:17 | heiligdom, dat verwoest is; om des HEEREN wil. ~ 4721 Dan 9:20 | nederwierp voor het aangezicht des HEEREN, mijns Gods, om des 4722 Dan 9:20 | des HEEREN, mijns Gods, om des heiligen      bergs wil 4723 Dan 9:21 | aanrakende, omtrent den tijd des avondoffers. ~ 4724 Dan 9:25 | versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, 4725 Dan 9:26 | zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal, 4726 Dan 10:6 | aangezicht gelijk de gedaante des bliksems, en Zijn ogen gelijk 4727 Dan 10:13 | 13      Doch de vorst des koninkrijks van Perzie stond 4728 Dan 10:16 | mij stond: Mijn Heere! om des      gezichts wil keren 4729 Dan 11:4 | gebroken, en in de vier winden des hemels verdeeld worden, 4730 Dan 11:6 | bevrienden, en de dochter des konings van het Zuiden zal 4731 Dan 11:6 | maken; doch zij zal de macht des arms niet behouden, daarom 4732 Dan 11:7 | tegen die sterke plaatsen des konings van het Noorden, 4733 Dan 11:16 | zal ook staan in het land des sieraads, en de verderving 4734 Dan 11:22 | worden, en ook de vorst des verbonds. ~ 4735 Dan 11:24 | ook in de vette plaatsen des landschaps komen, en hij 4736 Dan 11:30 | acht geven op de verlaters des heiligen verbonds. ~ 4737 Dan 11:33 | 33      En de leraars des volks zullen er velen onderwijzen, 4738 Dan 11:41 | hij zal komen in het land des sieraads, en vele landen 4739 Dan 11:43 | over de verborgen schatten des gouds en des zilvers, en 4740 Dan 11:43 | verborgen schatten des gouds en des zilvers, en over al de gewenste 4741 Dan 11:45 | tussen de zeeen aan den berg des heiligen sieraads; en hij 4742 Dan 12:3 | zullen blinken, als de glans des uitspansels, en die er velen 4743 Dan 12:7 | hebben te verstrooien de hand des heiligen volks, al deze 4744 Hos 1:1 | 1      Het woord des HEEREN, dat geschied is 4745 Hos 1:2 | Het begin van het woord des HEEREN door Hosea. De HEERE 4746 Hos 1:10 | worden: Gij zijt kinderen des levenden Gods. ~ 4747 Hos 2:11 | en het wild gedierte des velds zal ze vreten. ~ 4748 Hos 2:12 | over haar bezoeken de dagen des Baals, waarin zij dien gerookt 4749 Hos 2:17 | maken met het wild gedierte des velds, en met het gevogelte 4750 Hos 2:17 | velds, en met het gevogelte des hemels, en het kruipend 4751 Hos 2:17 | en het kruipend gedierte des aardbodems; en Ik zal den      4752 Hos 4:1 | 1      Hoort des HEEREN woord, gij kinderen 4753 Hos 4:1 | een twist met de inwoners des lands, omdat er geen trouw, 4754 Hos 4:3 | kwelen, met het gedierte des velds, en met het gevogelte 4755 Hos 4:3 | velds, en met het gevogelte des hemels; ja, ook de vissen 4756 Hos 5:1 | neemt ter oren, gij huis des konings! want ulieden gaat 4757 Hos 6:3 | regen en      vroege regen des lands. ~ 4758 Hos 7:12 | uitspreiden, Ik zal ze als vogelen des hemels doen nederdalen. 4759 Hos 8:1 | een arend tegen het huis des HEEREN; omdat zij Mijn verbond 4760 Hos 9:1 | lief, op alle dorsvloeren des korens. ~ 4761 Hos 9:3 | 3      Zij zullen in des HEEREN land niet blijven; 4762 Hos 9:4 | hun ziel zijn, het zal in des HEEREN huis niet komen. ~ 4763 Hos 9:5 | hoogtijdsdag, en op een feestdag des HEEREN? ~ 4764 Hos 9:7 | profeet is een dwaas, de man des geestes is      onzinnig; 4765 Hos 10:14 | Beth-Arbel verstoorde ten dage des krijgs; de moeder werd      4766 Hos 12:8 | 8      In des koopmans hand is een bedriegelijke 4767 Hos 13:8 | leeuw; het wild gedierte des velds verscheurde      hen. ~ 4768 Hos 13:15 | oostenwind komen, een wind des HEEREN, opkomende uit de 4769 Hos 14:7 | heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij zal een 4770 Hos 14:10 | verstandig? die bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, 4771 Joe 1:1 | 1      Het woord des HEEREN, dat geschied is 4772 Joe 1:2 | ter oren, alle inwoners des lands! Is dit geschied in 4773 Joe 1:9 | drankoffer is van het huis des HEEREN afgesneden; de priesters, 4774 Joe 1:9 | afgesneden; de priesters, des HEEREN dienaars, treuren. 4775 Joe 1:11 | de gerst, want de oogst des velds is vergaan. ~ 4776 Joe 1:12 | en appelboom; alle bomen des velds zijn verdord; ja de 4777 Joe 1:13 | priesters! huilt, gij dienaars des altaars! gaat in, vernacht 4778 Joe 1:14 | inwoners dezes lands, ten huize des HEEREN, uws Gods, en roept 4779 Joe 1:15 | Ach, die dag! want de dag des HEEREN is nabij, en zal 4780 Joe 1:19 | een vlam heeft alle bomen des velds aangestoken. ~ 4781 Joe 1:20 | Ook schreeuwt elk beest des velds tot U; want de waterstromen 4782 Joe 2:1 | heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn, want 4783 Joe 2:1 | beroerd zijn, want de dag des HEEREN komt, want hij is 4784 Joe 2:11 | Zijn woord; want de dag des HEEREN is groot en zeer 4785 Joe 2:17 | Laat de priesters, des HEEREN dienaars, wenen tussen 4786 Joe 2:22 | Vreest niet, gij beesten des velds! want de weiden der 4787 Joe 2:26 | eten, en prijzen den Naam des HEEREN, uw Gods, Die wonderlijk 4788 Joe 2:31 | grote en vreselijke dag des HEEREN komt. ~ 4789 Joe 2:32 | geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal 4790 Joe 3:14 | Menigten, menigten in het dal des dorswagens; want de dag 4791 Joe 3:14 | dorswagens; want de dag des HEEREN is nabij, in het 4792 Joe 3:14 | HEEREN is nabij, in het dal des dorswagens. ~ 4793 Joe 3:18 | fontein uit het huis des HEEREN uitgaan, en zal het 4794 Amos 1:14 | met een gejuich ten dage des strijds, met een onweder 4795 Amos 1:14 | met een onweder ten dage des wervelwinds. ~ 4796 Amos 2:1 | omdat hij de beenderen des konings van Edom tot kalk 4797 Amos 2:4 | afwenden; omdat zij de wet des HEEREN verworpen, en Zijn 4798 Amos 3:2 | Uit alle geslachten des aardbodems heb Ik ulieden 4799 Amos 3:12 | een stukje van een oor uit des leeuwen muil redt, alzo 4800 Amos 3:14 | van Beth-El; en de hoornen des altaars zullen worden afgehouwen,      4801 Amos 4:4 | overtreedt te Gilgal; maakt des overtredens veel, en brengt 4802 Amos 4:4 | veel, en brengt uw offers des morgens, uw tienden om de 4803 Amos 5:18 | 18      Wee dien, die des HEEREN dag begeren! Waartoe 4804 Amos 5:18 | toch zal ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis 4805 Amos 5:20 | 20      Zal dan niet des HEEREN dag duisternis zijn, 4806 Amos 6:3 | verre stelt, en den stoel des gewelds nabij brengt. ~ 4807 Amos 6:10 | want zij waren niet om des HEEREN Naam te vermelden. ~ 4808 Amos 7:1 | sprinkhanen, in het begin des opkomens van het nagras; 4809 Amos 7:1 | het was het nagras, na des konings afmaaiingen. ~ 4810 Amos 7:2 | geschiedde, als zij het kruid des lands geheel zouden hebben 4811 Amos 7:13 | profeteren; want dat is des konings heiligdom, en dat 4812 Amos 7:13 | heiligdom, en dat is het huis des koninkrijks. ~ 4813 Amos 7:16 | 16      Nu dan, hoor des HEEREN woord: Gij zegt: 4814 Amos 8:3 | 3      Maar de gezangen des tempels zullen te dien dage 4815 Amos 8:4 | vernielen de ellendigen des lands; ~ 4816 Amos 8:11 | te horen de woorden      des HEEREN. ~ 4817 Amos 8:12 | zullen omlopen om het woord des HEEREN te zoeken, maar zullen 4818 Amos 9:8 | 8      Ziet, de ogen des Heeren HEEREN zijn tegen 4819 Oba 1:15 | 15      Want de dag des HEEREN is nabij, over al 4820 Oba 1:21 | richten; en het koninkrijk zal des HEEREN zijn.~ ~ 4821 Jona 1:1 | 1      En het woord des HEEREN geschiedde tot Jona, 4822 Jona 1:3 | Tarsis, van het aangezicht des HEEREN; en hij kwam af te 4823 Jona 1:3 | Tarsis, van het aan gezicht des HEEREN. ~ 4824 Jona 1:9 | vreze den HEERE, den God des hemels, Die de zee en het 4825 Jona 1:10 | mannen wisten, dat hij van des HEEREN aangezicht vlood; 4826 Jona 2:2 | antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij 4827 Jona 2:9 | ik betalen. Het heil is des HEEREN. ~ 4828 Jona 3:1 | 1      En het woord des HEEREN geschiedde ten anderen 4829 Jona 3:3 | naar Nineve, naar het woord des HEEREN. Nineve nu was een 4830 Jona 3:7 | sprak te Nineve, uit bevel des konings en zijner groten, 4831 Jona 4:7 | Maar God beschikte een worm des anderen daags in het opgaan 4832 Mic 1:1 | 1      Het woord des HEEREN, dat geschied is 4833 Mic 1:6 | stellen tot een steenhoop des velds, tot plantingen eens 4834 Mic 1:12 | inwoneres van Maroth is krank om des goeds wil; want een kwaad 4835 Mic 2:5 | het lot, in de gemeente des HEEREN. ~ 4836 Mic 2:7 | geheten zijt! Is dan de Geest des HEEREN verkort? Zijn dat 4837 Mic 3:8 | vol krachts van den Geest des HEEREN; en vol van gericht 4838 Mic 4:1 | dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn 4839 Mic 4:2 | ons opgaan tot den berg des HEEREN, en ten huize van 4840 Mic 4:2 | Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. ~ 4841 Mic 4:4 | verschrikke; want de mond des HEEREN der heirscharen heeft 4842 Mic 4:5 | zullen wandelen in den Naam des HEEREN, onzes Gods, eeuwiglijk 4843 Mic 4:12 | Maar zij weten de gedachten des HEEREN niet, en verstaan 4844 Mic 5:3 | zal weiden in de kracht des HEEREN, in de hoogheid van 4845 Mic 5:3 | de hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods, en zij 4846 Mic 5:7 | een leeuw onder de beesten des wouds, als een jonge leeuw 4847 Mic 6:2 | Hoort, gij bergen! den twist des HEEREN, mitsgaders gij sterke 4848 Mic 6:5 | gij de gerechtigheden des HEEREN kent. ~ 4849 Mic 6:9 | 9      De stem des HEEREN roept tot de stad ( 4850 Mic 7:9 | 9      Ik zal des HEEREN gramschap dragen, 4851 Nah 1:1 | last van Nineve. Het boek des gezichts van Nahum, den 4852 Nah 1:3 | schuldige geenszins onschuldig. Des HEEREN weg is in wervelwind, 4853 Nah 2:9 | goud, want er is geen einde des voorraads, der heerlijkheid 4854 Zep 1:1 | 1      Het woord des HEEREN, hetwelk geschied 4855 Zep 1:3 | zal wegrapen de vogelen des hemels, en de vissen der 4856 Zep 1:5 | op de daken voor het heir des hemels, en die zich nederbuigende 4857 Zep 1:7 | Zwijgt voor het aangezicht des Heeren HEEREN; want de dag 4858 Zep 1:7 | Heeren HEEREN; want de dag des HEEREN is nabij; want de 4859 Zep 1:8 | dag van het slachtoffer des HEEREN, dat Ik bezoeking 4860 Zep 1:8 | vorsten, en over de kinderen des konings, en over allen, 4861 Zep 1:10 | spreekt de HEERE, een stem des gekrijts zijn van de Vispoort 4862 Zep 1:14 | 14      De grote dag des HEEREN is nabij; hij is 4863 Zep 1:14 | haastende; de stem van den dag des HEEREN; de held zal aldaar 4864 Zep 1:15 | een dag der benauwdheid en des angstes, een dag der woestheid 4865 Zep 1:16 | Een dag der bazuin en des geklanks tegen de vaste 4866 Zep 1:18 | ten dage der verbolgenheid des HEEREN; maar door het vuur 4867 Zep 2:2 | terwijl de hittigheid van des HEEREN toorn over ulieden 4868 Zep 2:2 | terwijl de dag van den toorn des HEEREN over ulieden      4869 Zep 2:3 | alle gij zachtmoedigen des lands, die Zijn recht werken! 4870 Zep 2:3 | den dag van      den toorn des HEEREN. ~ 4871 Zep 2:5 | der Cheretim! Het woord des HEEREN zal tegen ulieden 4872 Zep 2:7 | dat zij daarin weiden; des avonds zullen zij in de 4873 Zep 3:9 | opdat zij allen den Naam des HEEREN aanroepen, opdat 4874 Zep 3:12 | die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen. ~ 4875 Zac 1:1 | Darius, geschiedde het woord des HEEREN tot Zacharia, den 4876 Zac 1:7 | Darius, geschiedde het woord des HEEREN tot Zacharia, den 4877 Zac 1:8 | 8      Ik zag des nachts, en ziet, een Man 4878 Zac 1:11 | zij antwoordden den Engel des HEEREN, Die tussen de mirten 4879 Zac 1:12 | Toen antwoordde den Engel des HEEREN, en zeide: HEERE 4880 Zac 2:6 | uitgebreid naar de vier winden des hemels, spreekt de HEERE. ~ 4881 Zac 2:13 | vlees, voor het aangezicht des HEEREN! want Hij is ontwaakt 4882 Zac 3:1 | aangezicht van den Engel des HEEREN; en de satan stond 4883 Zac 3:3 | hij voor het aangezicht des Engels stond. ~ 4884 Zac 3:5 | klederen aan; en de Engel des HEEREN stond daarbij. ~ 4885 Zac 3:6 | Toen betuigde de Engel des HEEREN Josua, zeggende: ~ 4886 Zac 4:6 | zeggende: Dit is het woord des HEEREN tot Zerubbabel, zeggende: 4887 Zac 4:8 | 8      Het woord des HEEREN geschiedde verder 4888 Zac 4:10 | Zerubbabel; dat zijn de ogen des      HEEREN, die het ganse 4889 Zac 4:11 | olijfbomen, ter rechterzijde des kandelaars, en aan zijn 4890 Zac 6:5 | Deze zijn de vier winden des hemels, uitgaande van daar 4891 Zac 6:9 | 9      En des HEEREN woord geschiedde 4892 Zac 6:12 | plaats spruiten, en Hij zal des      HEEREN tempel bouwen. ~ 4893 Zac 6:13 | Ja, Hij zal den tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal 4894 Zac 6:13 | op Zijn troon; en de raad des vredes      zal tussen die 4895 Zac 6:14 | gedachtenis in den tempel des HEEREN. ~ 4896 Zac 6:15 | zullen bouwen in den tempel des HEEREN, en gijlieden zult 4897 Zac 6:15 | zult horen naar de stem des HEEREN, uws Gods. ~  ~ 4898 Zac 7:1 | koning Darius, dat het woord des HEEREN geschiedde tot Zacharia, 4899 Zac 7:2 | mannen, om het aangezicht des HEEREN te smeken; ~ 4900 Zac 7:3 | priesters, die in het huis des HEEREN der heirscharen waren, 4901 Zac 7:4 | Toen geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen tot 4902 Zac 7:8 | Verder geschiedde het woord des HEEREN tot Zacharia, zeggende: ~ 4903 Zac 7:10 | denkt niet in uw hart de een des anderen kwaad. ~ 4904 Zac 8:1 | Daarna geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen tot 4905 Zac 8:3 | der waarheid, en de berg des      HEEREN der heirscharen, 4906 Zac 8:7 | volk verlossen uit het land des opgangs, en uit het land 4907 Zac 8:7 | opgangs, en uit het land des nedergangs der zon. ~ 4908 Zac 8:9 | als de grond van het huis des HEEREN der heirscharen gelegd 4909 Zac 8:10 | Want voor die dagen kwam des mensen loon te niet, en 4910 Zac 8:16 | waarheid en een oordeel des vredes in uw poorten. ~ 4911 Zac 8:17 | En denkt niet de een des anderen kwaad in ulieder 4912 Zac 8:18 | Wederom geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen tot 4913 Zac 8:21 | te smeken het aangezicht des HEEREN, en om den HEERE 4914 Zac 8:22 | zoeken, en om het aangezicht des HEEREN te smeken. ~ 4915 Zac 9:1 | De last van het woord des HEEREN over het land Chadrach 4916 Zac 9:15 | bekken, gelijk de hoeken des altaars. ~ 4917 Zac 10:1 | den HEERE regen, ten tijde des spaden regens; de HEERE 4918 Zac 11:3 | 3      Er is een stem des gehuils der herderen, dewijl 4919 Zac 11:3 | heerlijkheid verwoest is; een stem des gebruls der jonge leeuwen, 4920 Zac 11:9 | de overgeblevenen de een des anderen vlees verslinden. ~ 4921 Zac 11:11 | wachtten, bekend, dat het des HEEREN woord was. ~ 4922 Zac 11:13 | wierp      ze in het huis des HEEREN, voor den pottenbakker. ~ 4923 Zac 12:1 | De last van het woord des HEEREN over Israel. De HEERE 4924 Zac 12:1 | en de aarde grondvest, en des mensen geest in zijn binnenste 4925 Zac 12:8 | goden; als      de Engel des HEEREN voor hun aangezicht. ~ 4926 Zac 13:3 | gesproken hebt in den Naam des HEEREN; en zijn vader en 4927 Zac 14:2 | gevangenis; maar het overige des volks zal uit de stad niet 4928 Zac 14:3 | gestreden heeft, ten dage des strijds. ~ 4929 Zac 14:4 | zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het 4930 Zac 14:7 | zal geschieden, ten tijde des avonds, dat het licht zal 4931 Zac 14:8 | zee aan; zij zullen      des zomers en des winters zijn. ~ 4932 Zac 14:8 | zullen      des zomers en des winters zijn. ~ 4933 Zac 14:10 | toren van Hananeel, tot aan des konings wijnbakken toe. ~ 4934 Zac 14:20 | paarden staan: De HEILIGHEID DES HEEREN. En de potten in 4935 Zac 14:20 | En de potten in het huis des HEEREN zullen zijn als de 4936 Zac 14:21 | Kanaaniet meer zijn, in het huis des HEEREN der heirscharen, 4937 Mal 1:1 | De last van het woord des HEEREN tot Israel, door 4938 Mal 1:7 | Daarmede, dat gij zegt: Des HEEREN tafel is verachtelijk. ~ 4939 Mal 1:12 | ontheiligt dien, als gij zegt: Des HEEREN tafel is ontreinigd, 4940 Mal 2:7 | zoeken; want hij is een engel des HEEREN der heirscharen. ~ 4941 Mal 2:11 | ontheiligt de heiligheid des HEEREN, welke Hij liefheeft; 4942 Mal 2:13 | ook, dat gij het altaar des HEEREN bedekt met tranen, 4943 Mal 2:15 | een gemaakt, hoewel Hij des geestes overig had? En waarom 4944 Mal 2:17 | doet, is goed in de ogen des HEEREN, en Hij heeft      4945 Mal 2:17 | zodanigen; of, waar is de God des oordeels? ~  ~ 4946 Mal 3:1 | zoekt, te weten de Engel des verbonds,      aan Denwelken 4947 Mal 3:5 | degenen,      die het loon des dagloners met geweld inhouden, 4948 Mal 3:10 | opendoen zal de vensteren des      hemels, en u zegen 4949 Mal 3:11 | schelden, dat hij u de vrucht des lands niet verderve; en 4950 Mal 3:14 | gaan, voor het aangezicht des HEEREN der      heirscharen? ~ 4951 Mal 4:5 | grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal. ~ 4952 Matt 1:1 | 1 Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, 4953 Matt 1:20 | zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in 4954 Matt 1:24 | slaap, deed, gelijk de engel des Heeren hem bevolen had, 4955 Matt 2:4 | overpriesters en Schriftgeleerden des volks, vraagde van hen, 4956 Matt 2:13 | vertrokken waren, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef 4957 Matt 2:19 | gestorven was, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef 4958 Matt 2:26 | profeet, zeggende: De stem des roependen in de woestijn: 4959 Matt 2:26 | woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden 4960 Matt 4:5 | en stelde Hem op de tinne des tempels; ~ 4961 Matt 4:16 | het land en de schaduwe des doods, denzelven is een 4962 Matt 4:23 | predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende 4963 Matt 5:35 | Jeruzalem, omdat zij is de stad des groten Konings; ~ 4964 Matt 6:22 | 22 De kaars des lichaams is het oog; indien 4965 Matt 6:26 | 26 Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, 4966 Matt 6:28 | kleding? Aanmerkt de lelien des velds, hoe zij wassen; zij 4967 Matt 6:30 | 30 Indien nu God het gras des velds, dat heden is, en 4968 Matt 8:12 | 12 En de kinderen des Koninkrijks zullen uitgeworpen 4969 Matt 8:20 | hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon 4970 Matt 8:20 | hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar 4971 Matt 9:6 | moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de 4972 Matt 9:23 | En als Jezus in het huis des oversten kwam, en zag de 4973 Matt 9:35 | predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende 4974 Matt 9:38 | 38 Bidt dan den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders 4975 Matt 10:15 | verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan dezelve stad. ~ 4976 Matt 10:23 | geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn. ~ 4977 Matt 10:25 | heer. Indien zij den Heere des huizes Beelzebul hebben 4978 Matt 10:30 | 30 En ook uw haren des hoofds zijn alle geteld. ~ 4979 Matt 10:36 | 36 En zij zullen des mensen vijanden worden, 4980 Matt 11:19 | 19 De Zoon des mensen is gekomen, etende 4981 Matt 11:22 | verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan ulieden. ~ 4982 Matt 11:24 | verdragelijker zal zijn in den dag des oordeels, dan u. ~ 4983 Matt 11:25 | Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde! dat 4984 Matt 12:8 | 8 Want de Zoon des mensen is een Heere ook 4985 Matt 12:32 | zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven 4986 Matt 12:34 | want uit den overvloed des harten spreekt de mond. ~ 4987 Matt 12:35 | voort uit den goede schat des harten, en de boze mens 4988 Matt 12:36 | rekenschap geven in den dag des oordeels. ~ 4989 Matt 12:40 | walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie 4990 Matt 13:19 | 19 Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en niet 4991 Matt 13:21 | verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij 4992 Matt 13:22 | wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, 4993 Matt 13:27 | dienstknechten van den heer des huizes gingen en zeiden 4994 Matt 13:30 | den oogst, en in den tijd des oogstes zal ik tot de maaiers 4995 Matt 13:32 | boom, alzo dat de vogelen des hemels komen en nestelen 4996 Matt 13:36 | gelijkenis van het onkruid des akkers. ~ 4997 Matt 13:37 | goede zaad zaait, is de Zoon des mensen; ~ 4998 Matt 13:38 | goede zaad zijn de kinderen des Koninkrijks; en het onkruid 4999 Matt 13:38 | onkruid zijn de kinderen des bozen; ~ 5000 Matt 13:41 | 41 De Zoon des mensen zal Zijn engelen


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5858

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License