1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5858
Book Chapter: Verse
5001 Matt 13:52 | is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat
5002 Matt 13:55 | 55 Is Deze niet de Zoon des timmermans? en is Zijn moeder
5003 Matt 14:25 | 25 Maar ter vierde wake des nachts kwam Jezus af tot
5004 Matt 16:3 | 3 En des morgens: Heden onweder;
5005 Matt 16:3 | geveinsden! het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden,
5006 Matt 16:12 | zouden van den zuurdesem des broods, maar van de leer
5007 Matt 16:13 | mensen, dat Ik, de Zoon des mensen, ben? ~
5008 Matt 16:16 | zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods. ~
5009 Matt 16:27 | 27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid
5010 Matt 16:28 | zullen, totdat zij den Zoon des mensen zullen hebben zien
5011 Matt 17:9 | gezicht, totdat de Zoon des mensen zal opgestaan zijn
5012 Matt 17:12 | gewild; alzo zal ook de Zoon des mensen van hen lijden. ~
5013 Matt 17:22 | zeide Jezus tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd
5014 Matt 18:11 | 11 Want de Zoon des mensen is gekomen om zalig
5015 Matt 19:10 | tot Hem: Indien de zaak des mensen met de vrouw alzo
5016 Matt 19:28 | wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal gezeten zijn
5017 Matt 20:1 | hemelen is gelijk een heer des huizes, die met den morgenstond
5018 Matt 20:2 | geworden was, voor een penning des daags, zond hij hen heen
5019 Matt 20:8 | geworden was, zeide de heer des wijngaards, tot zijn rentmeester:
5020 Matt 20:11 | murmureerden zij tegen den heer des huizes, ~
5021 Matt 20:12 | gelijk gemaakt, die den last des daags en de hitte gedragen
5022 Matt 20:18 | naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal den overpriesteren
5023 Matt 20:28 | 28 Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om
5024 Matt 21:9 | Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste
5025 Matt 21:13 | Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden; maar
5026 Matt 21:18 | 18 En des morgens vroeg, als Hij wederkeerde
5027 Matt 21:23 | overpriesters en de ouderlingen des volks, zeggende: Door wat
5028 Matt 21:31 | deze twee heeft den wil des vaders gedaan? Zij zeiden
5029 Matt 21:33 | gelijkenis. Er was een heer des huizes, die een wijngaard
5030 Matt 21:40 | 40 Wanneer dan de heer des wijngaards komen zal, wat
5031 Matt 21:42 | is geworden tot een hoofd des hoeks; van de Heere is dit
5032 Matt 22:21 | 21 Zij zeiden tot Hem: Des keizers. Toen zeide Hij
5033 Matt 22:21 | Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat
5034 Matt 23:16 | zal hebben bij het goud des tempels, die is schuldig. ~
5035 Matt 23:25 | gij reinigt het buitenste des drinkbekers, en des schotels,
5036 Matt 23:25 | buitenste des drinkbekers, en des schotels, maar van binnen
5037 Matt 23:35 | de aarde, van het bloed des rechtvaardigen Abels af,
5038 Matt 23:39 | Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~ ~ ~
5039 Matt 24:1 | Hem, om Hem de gebouwen des tempels te tonen. ~
5040 Matt 24:14 | 14 En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele
5041 Matt 24:20 | uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat. ~
5042 Matt 24:27 | de toekomst van den Zoon des mensen wezen. ~
5043 Matt 24:30 | verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al
5044 Matt 24:30 | wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op
5045 Matt 24:30 | zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht
5046 Matt 24:37 | de toekomst van den Zoon des mensen. ~
5047 Matt 24:39 | de toekomst van de Zoon des mensen. ~
5048 Matt 24:43 | weet dit, dat zo de heer des huizes geweten had, in welke
5049 Matt 24:44 | niet meent, zal de Zoon des mensen komen. ~
5050 Matt 25:13 | de ure, in welke de Zoon des mensen komen zal. ~
5051 Matt 25:31 | 31 En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn
5052 Matt 26:2 | het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd
5053 Matt 26:3 | Schriftgeleerden, en de ouderlingen des volks, in de zaal des hogepriesters,
5054 Matt 26:3 | ouderlingen des volks, in de zaal des hogepriesters, die genaamd
5055 Matt 26:24 | 24 De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk
5056 Matt 26:24 | mens, door welken de Zoon des mensen verraden wordt; het
5057 Matt 26:28 | is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, hetwelk
5058 Matt 26:29 | zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien dag,
5059 Matt 26:45 | nabij gekomen, en de Zoon des mensen wordt overgeleverd
5060 Matt 26:47 | overpriesters en ouderlingen des volks. ~
5061 Matt 26:51 | slaande den dienstknecht des hogepriesters, hieuw zijn
5062 Matt 26:58 | van verre tot aan de zaal des hogepriesters, en binnengegaan
5063 Matt 26:64 | aan zult gij zien den Zoon des mensen, zittende ter rechter
5064 Matt 26:64 | en komende op de wolken des hemels. ~
5065 Matt 26:66 | antwoordende, zeiden: Hij is des doods schuldig. ~
5066 Matt 27:1 | overpriesters en de ouderlingen des volks te zamen raad genomen
5067 Matt 27:6 | leggen, dewijl het een prijs des bloeds is. ~
5068 Matt 27:7 | kochten zij daarmede den akker des pottenbakkers, tot een begrafenis
5069 Matt 27:8 | die akker genaamd de akker des bloeds, tot op den huidigen
5070 Matt 27:9 | penningen genomen, de waarde des Gewaardeerden van de kinderen
5071 Matt 27:10 | dezelve gegeven voor den akker des pottenbakkers; volgens hetgeen
5072 Matt 27:27 | namen de krijgsknechten des stadhouders Jezus met zich
5073 Matt 27:51 | En ziet, het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen,
5074 Matt 27:60 | grote steen tegen de deur des grafs gewenteld hebbende,
5075 Matt 27:62 | 62 Des anderen daags nu, welke
5076 Matt 28:2 | aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit
5077 Matt 28:13 | Zegt: Zijn discipelen zijn des nachts gekomen, en hebben
5078 Matt 28:19 | dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en
5079 Matt 28:19 | in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes;
5080 Matt 28:19 | Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende
5081 Mark 1:1 | 1 Het begin des Evangelies van JEZUS CHRISTUS,
5082 Mark 1:3 | 3 De stem des roependen in de woestijn:
5083 Mark 1:3 | woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden
5084 Mark 1:35 | 35 En des morgens vroeg, als het nog
5085 Mark 2:10 | moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft, om de
5086 Mark 2:28 | 28 Zo is dan de Zoon des mensen een Heere ook van
5087 Mark 3:17 | Boanerges, hetwelk is, zonen des donders; ~
5088 Mark 3:29 | eeuwigheid, maar hij is schuldig des eeuwigen oordeels. ~
5089 Mark 4:4 | bij den weg; en de vogelen des hemels kwamen, en aten het
5090 Mark 4:17 | verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zo worden zij
5091 Mark 4:19 | wereld, en de verleiding des rijkdoms en de begeerlijkheden
5092 Mark 4:32 | takken, alzo dat de vogelen des hemels onder zijn schaduw
5093 Mark 5:7 | doen, Jezus, Gij Zone Gods, des Allerhoogsten? Ik bezweer
5094 Mark 5:25 | die twaalf jaren den vloed des bloeds gehad had, ~
5095 Mark 5:35 | kwamen enigen van het huis des oversten der synagoge, zeggende:
5096 Mark 5:38 | 38 En kwam in het huis des oversten der synagoge; en
5097 Mark 5:40 | Zich den vader en de moeder des kinds, en degenen die met
5098 Mark 5:41 | 41 En Hij vatte de hand des kinds, en zeide tot haar:
5099 Mark 6:11 | verdragelijker zijn in den dag des oordeels dan dezelve stad. ~
5100 Mark 6:48 | en omtrent de vierde wake des nachts, kwam Hij tot hen,
5101 Mark 7:36 | zo verkondigden zij het des te meer. ~
5102 Mark 8:23 | 23 En de hand des blinden genomen hebbende,
5103 Mark 8:31 | hun te leren, dat de Zoon des mensen veel moest lijden,
5104 Mark 8:35 | verliezen, om Mijnentwil, en om des Evangelies wil, die zal
5105 Mark 8:38 | diens zal Zich de Zoon des mensen ook schamen, wanneer
5106 Mark 9:9 | hadden, dan wanneer de Zoon des mensen uit de doden zou
5107 Mark 9:12 | geschreven is van den Zoon des mensen, dat Hij veel lijden
5108 Mark 9:24 | 24 En terstond de vader des kinds, roepende met tranen,
5109 Mark 9:31 | en zeide tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd
5110 Mark 10:29 | akkers, om Mijnentwil en des Evangelies wil, ~
5111 Mark 10:33 | naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal den overpriesteren,
5112 Mark 10:45 | 45 Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen,
5113 Mark 11:9 | Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~
5114 Mark 11:10 | hetwelk komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste
5115 Mark 11:12 | 12 En des anderen daags, als zij uit
5116 Mark 11:17 | Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden allen
5117 Mark 11:20 | 20 En des morgens vroeg voorbijgaande,
5118 Mark 12:2 | landlieden ontving van de vrucht des wijngaards. ~
5119 Mark 12:9 | 9 Wat zal dan de heer des wijngaards doen? Hij zal
5120 Mark 12:10 | is geworden tot een hoofd des hoeks; ~
5121 Mark 12:16 | En zij zeiden tot Hem: Des keizers. ~
5122 Mark 12:17 | Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat
5123 Mark 13:18 | uw vlucht niet geschiede des winters. ~
5124 Mark 13:25 | 25 En de sterren des hemels zulen daaruit vallen,
5125 Mark 13:26 | alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien, komende in
5126 Mark 13:27 | aarde, tot het uiterste des hemels. ~
5127 Mark 13:35 | weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, des avonds
5128 Mark 13:35 | heer des huizes komen zal, des avonds laat, of ter middernacht,
5129 Mark 14:14 | ingaat, zegt tot den heer des huizes: De Meester zegt:
5130 Mark 14:21 | 21 De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk
5131 Mark 14:21 | mens, door welken de Zoon des mensen verraden wordt! Het
5132 Mark 14:24 | is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, hetwelk
5133 Mark 14:25 | zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien dag,
5134 Mark 14:31 | 31 Maar hij zeide nog des te meer: Al moest ik met
5135 Mark 14:41 | is gekomen; ziet, de Zoon des mensen wordt overgeleverd
5136 Mark 14:47 | sloeg den dienstknecht des hogepriesters, en hieuw
5137 Mark 14:54 | verre, tot binnen in de zaal des hogepriesters, en hij was
5138 Mark 14:61 | Gij de Christus, de Zoon des gezegenden Gods? ~
5139 Mark 14:62 | gijlieden zult den Zoon des mensen zien zitten ter rechter
5140 Mark 14:62 | en komen met de wolken des hemels. ~
5141 Mark 14:64 | allen veroordeelden Hem, des doods schuldig te zijn. ~
5142 Mark 14:66 | een van de dienstmaagden des hogepriesters; ~
5143 Mark 15:1 | 1 En terstond, des morgens vroeg, hielden de
5144 Mark 15:38 | 38 En het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen,
5145 Mark 15:46 | een steen tegen de deur des grafs. ~
5146 Mark 16:3 | ons den steen van de deur des grafs afwentelen? ~
5147 Mark 16:9 | als Jezus opgestaan was, des morgens vroeg, op den eersten
5148 Mark 16:14 | ongelovigheid en hardigheid des harten, omdat zij niet geloofd
5149 Luk 1:2 | aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn; ~
5150 Luk 1:6 | al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk. ~
5151 Luk 1:9 | zoude ingaan in den tempel des Heeren om te reukofferen. ~
5152 Luk 1:10 | 10 En al de menigte des volks was buiten, biddende,
5153 Luk 1:10 | buiten, biddende, ten ure des reukoffers. ~
5154 Luk 1:11 | hem werd gezien een engel des Heeren, staande ter rechter
5155 Luk 1:11 | rechter zijde van het altaar des reukoffers. ~
5156 Luk 1:32 | zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden;
5157 Luk 1:35 | over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen;
5158 Luk 1:38 | zeide: Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar
5159 Luk 1:66 | kindeken wezen? En de hand des Heeren was met hem. ~
5160 Luk 1:76 | kindeken, zult een profeet des Allerhoogsten genaamd worden;
5161 Luk 1:76 | zult voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn
5162 Luk 1:79 | in duisternis en schaduw des doods; om onze voeten te
5163 Luk 1:79 | voeten te richten op den weg des vredes. ~
5164 Luk 2:9 | 9 En ziet, een engel des Heeren stond bij hen, en
5165 Luk 2:9 | hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en
5166 Luk 2:13 | met den engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende
5167 Luk 2:23 | geschreven is in de wet des Heeren: Al wat mannelijk
5168 Luk 2:24 | naar hetgeen in de wet des Heeren gezegd is, een paar
5169 Luk 2:26 | zoude, eer hij den Christus des Heeren zou zien. ~
5170 Luk 2:39 | hadden, wat naar de wet des Heeren te doen was, keerden
5171 Luk 3:4 | profeet, zeggende: De stem des roependen in de woestijn:
5172 Luk 3:4 | woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden
5173 Luk 4:1 | 1 En Jezus, vol des Heiligen Geestes, keerde
5174 Luk 4:9 | en stelde Hem op de tinne des tempels, en zeide tot Hem:
5175 Luk 4:14 | wederom, door de kracht des Geestes, naar Galilea; en
5176 Luk 4:16 | Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge;
5177 Luk 4:18 | 18 De Geest des Heeren is op Mij, daarom
5178 Luk 4:19 | prediken het aangename jaar des Heeren. ~
5179 Luk 4:29 | en leidden Hem op den top des bergs, op denwelken hun
5180 Luk 4:37 | ging uit in alle plaatsen des omliggenden lands. ~
5181 Luk 5:17 | gekomen waren; en de kracht des Heeren was er om hen te
5182 Luk 5:24 | moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de
5183 Luk 6:5 | Hij zeide tot hen: De Zoon des mensen is een Heere ook
5184 Luk 6:17 | discipelen, en een grote menigte des volks van geheel Judea en
5185 Luk 6:22 | als kwaad verwerpen, om des Zoons des mensen wil. ~
5186 Luk 6:22 | verwerpen, om des Zoons des mensen wil. ~
5187 Luk 6:35 | zijn, en gij zult kinderen des Allerhoogsten zijn; want
5188 Luk 6:45 | want uit den overvloed des harten spreekt zijn mond. ~
5189 Luk 7:1 | voleindigd had, ten aanhore des volks, ging Hij in te Kapernaum. ~
5190 Luk 7:34 | 34 De Zoon des mensen is gekomen, etende
5191 Luk 7:36 | ate; en ingegaan zijnde in des Farizeers huis, zat Hij
5192 Luk 7:37 | verstaande, dat Hij in des Farizeers huis aanzat, bracht
5193 Luk 8:5 | vertreden, en de vogelen des hemels aten dat op. ~
5194 Luk 8:14 | en rijkdom, en wellusten des levens, en voldragen geen
5195 Luk 8:28 | doen, Jezus, Gij Zone Gods, des Allerhoogsten, ik bid U,
5196 Luk 8:43 | twaalf jaren lang den vloed des bloeds gehad had, welke
5197 Luk 8:49 | kwam er een van het huis des oversten der synagoge, zeggende
5198 Luk 8:51 | en den vader en de moeder des kinds. ~
5199 Luk 9:22 | 22 Zeggende: De Zoon des mensen moet veel lijden,
5200 Luk 9:26 | hebben, diens zal de Zoon des mensen Zich schamen, wanneer
5201 Luk 9:26 | heerlijkheid, en in de heerlijkheid des Vaders, en der heilige engelen. ~
5202 Luk 9:37 | 37 En het geschiedde des daags daaraan, als zij van
5203 Luk 9:44 | in uw oren: Want de Zoon des mensen zal overgeleverd
5204 Luk 9:56 | 56 Want de Zoon des mensen is niet gekomen om
5205 Luk 9:58 | hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon
5206 Luk 9:58 | hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar
5207 Luk 10:2 | daarom, bidt den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders
5208 Luk 10:6 | En indien aldaar een zoon des vredes is, zo zal uw vrede
5209 Luk 10:19 | treden, en over alle kracht des vijands; en geen ding zal
5210 Luk 10:21 | Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde; dat
5211 Luk 10:35 | 35 En des anderen daags weggaande,
5212 Luk 11:30 | is, alzo zal ook de Zoon des mensen zijn dezen geslachte. ~
5213 Luk 11:34 | 34 De kaars des lichaams is het oog: wanneer
5214 Luk 11:39 | gij reinigt het buitenste des drinkbekers en des schotels;
5215 Luk 11:39 | buitenste des drinkbekers en des schotels; maar het binnenste
5216 Luk 12:8 | mensen, dien zal ook de Zoon des mensen belijden voor de
5217 Luk 12:10 | spreken zal tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven
5218 Luk 12:39 | dit, dat, indien de heer des huizes geweten had, in welke
5219 Luk 12:40 | niet meent, zal de Zoon des mensen komen. ~
5220 Luk 12:56 | het aanschijn der aarde en des hemels weet gij te beproeven;
5221 Luk 13:14 | genezen, en niet op den dag des sabbats. ~
5222 Luk 13:16 | van dezen band, op den dag des sabbats? ~
5223 Luk 13:19 | groten boom, en de vogelen des hemels nestelden in zijn
5224 Luk 13:25 | 25 Namelijk nadat de Heer des huizes zal opgestaan zijn,
5225 Luk 13:35 | Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~ ~
5226 Luk 14:5 | zal uittrekken op den dag des sabbats? ~
5227 Luk 14:17 | dienstknecht uit ten ure des avondmaals, om den genoden
5228 Luk 14:21 | heer. Toen werd de heer des huizes toornig, en zeide
5229 Luk 15:12 | Vader, geef mij het deel des goeds, dat mij toekomt.
5230 Luk 16:8 | voorzichtiger, dan de kinderen des lichts, in hun geslacht. ~
5231 Luk 16:21 | kruimkens, die van de tafel des rijken vielen; maar ook
5232 Luk 17:22 | een der dagen van den Zoon des mensen te zien, en gij zult
5233 Luk 17:24 | schijnt, alzo zal ook de Zoon des mensen wezen in Zijn dag. ~
5234 Luk 17:26 | in de dagen van den Zoon des mensen. ~
5235 Luk 17:30 | den dag, op welken de Zoon des mensen geopenbaard zal worden. ~
5236 Luk 18:8 | recht doen zal. Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal
5237 Luk 18:31 | volbracht worden aan den Zoon des mensen, wat geschreven is
5238 Luk 19:10 | 10 Want de Zoon des mensen is gekomen, om te
5239 Luk 19:37 | genaakte aan den afgang des Olijfbergs, begon al de
5240 Luk 19:38 | Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den
5241 Luk 19:46 | geschreven: Mijn huis is een huis des gebeds; maar gij hebt dat
5242 Luk 19:47 | Schriftgeleerden, en de oversten des volks zochten Hem te doden. ~
5243 Luk 20:10 | opdat zij hem van de vrucht des wijngaards geven zouden;
5244 Luk 20:13 | 13 En de heer des wijngaards zeide: Wat zal
5245 Luk 20:15 | hem. Wat zal dan de heer des wijngaards hun doen? ~
5246 Luk 20:17 | hebben, deze is tot een hoofd des hoeks geworden? ~
5247 Luk 20:20 | heerschappij en de macht des stadhouders over te leveren. ~
5248 Luk 20:24 | zij, antwoordende, zeiden: Des keizers. ~
5249 Luk 20:25 | Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat
5250 Luk 21:24 | vallen door de scherpte des zwaards, en gevankelijk
5251 Luk 21:27 | alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien komen in een
5252 Luk 21:36 | en te staan voor den Zoon des mensen. ~
5253 Luk 21:37 | 37 Des daags nu was Hij lerende
5254 Luk 21:37 | lerende in de tempel; maar des nachts ging Hij uit, en
5255 Luk 21:38 | 38 En al het volk kwam des morgens vroeg tot Hem in
5256 Luk 22:18 | drinken zal van de vrucht des wijnstoks, totdat het Koninkrijk
5257 Luk 22:22 | 22 En de Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk
5258 Luk 22:48 | Judas, verraadt gij den Zoon des mensen met een kus? ~
5259 Luk 22:50 | hen sloeg den dienstknecht des hogepriesters, en hieuw
5260 Luk 22:52 | overpriesters, en de hoofdmannen des tempels, en ouderlingen,
5261 Luk 22:54 | brachten Hem in het huis des hogepriesters. En Petrus
5262 Luk 22:61 | werd indachtig het woord des Heeren, hoe Hij hem gezegd
5263 Luk 22:66 | vergaderden de ouderlingen des volks, en de overpriesters
5264 Luk 22:69 | 69 Van nu aan zal de Zoon des mensen gezeten zijn aan
5265 Luk 23:15 | van Hem niets gedaan, dat des doods waardig is. ~
5266 Luk 23:22 | gedaan? Ik heb geen schuld des doods in Hem gevonden. Zo
5267 Luk 23:45 | verduisterd, en het voorhangsel des tempels scheurde midden
5268 Luk 24:7 | 7 Zeggende: De Zoon des mensen moet overgeleverd
5269 Luk 24:20 | overgeleverd hebben tot het oordeel des doods, en Hem gekruisigd
5270 Luk 24:35 | was geworden in het breken des broods. ~
5271 Joha 1:13 | bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil
5272 Joha 1:13 | vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren
5273 Joha 1:14 | aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader),
5274 Joha 1:18 | Zoon, Die in den schoot des Vaders is, Die heeft Hem
5275 Joha 1:23 | Hij zeide: Ik ben de stem des roependen in de woestijn:
5276 Joha 1:23 | woestijn: Maakt den weg des Heeren recht, gelijk Jesaja,
5277 Joha 1:29 | 29 Des anderen daags zag Johannes
5278 Joha 1:35 | 35 Des anderen daags wederom stond
5279 Joha 1:44 | 44 Des anderen daags wilde Jezus
5280 Joha 1:52 | nederdalende op den Zoon des mensen. ~ ~ ~
5281 Joha 3:2 | 2 Deze kwam des nachts tot Jezus, en zeide
5282 Joha 3:13 | nedergekomen is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel
5283 Joha 3:14 | heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden; ~
5284 Joha 3:18 | heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God. ~
5285 Joha 3:29 | bruidegom, maar de vriend des bruidegoms, die staat en
5286 Joha 3:29 | met blijdschap om de stem des bruidegoms. Zo is dan deze
5287 Joha 5:3 | wachtende op de roering des waters. ~
5288 Joha 5:25 | doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord
5289 Joha 5:27 | gericht te houden, omdat Hij des mensen Zoon is. ~
5290 Joha 5:29 | hebben, tot de opstanding des levens, en die het kwade
5291 Joha 5:30 | niet Mijn wil, maar den wil des Vaders, Die Mij gezonden
5292 Joha 6:22 | 22 Des anderen daags de schare,
5293 Joha 6:27 | eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal;
5294 Joha 6:35 | tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt,
5295 Joha 6:39 | 39 En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden
5296 Joha 6:48 | 48 Ik ben het Brood des levens. ~
5297 Joha 6:53 | Tenzij dat gij het vlees des Zoons des mensen eet, en
5298 Joha 6:53 | gij het vlees des Zoons des mensen eet, en Zijn bloed
5299 Joha 6:62 | dan zijn, zo gij de Zoon des mensen zaagt opvaren, daar
5300 Joha 6:68 | heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. ~
5301 Joha 6:69 | zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods. ~
5302 Joha 7:38 | de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit
5303 Joha 7:50 | Nicodemus zeide tot hen, welke des nachts tot Hem gekomen was,
5304 Joha 8:2 | 2 En des morgens vroeg kwam Hij wederom
5305 Joha 8:12 | wandelen, maar zal het licht des levens hebben. ~
5306 Joha 8:28 | hen: Wanneer gij den Zoon des mensen zult verhoogd hebben,
5307 Joha 9:6 | streek dat slijk op de ogen des blinden; ~
5308 Joha 10:5 | vlieden; overmits zij de stem des vreemden niet kennen. ~
5309 Joha 10:22 | het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en
5310 Joha 11:13 | dat Hij sprak van de rust des slaaps. ~
5311 Joha 11:37 | zeiden: Kon Hij, Die de ogen des blinden geopend heeft, niet
5312 Joha 11:39 | steen weg. Martha, de zuster des gestorvenen, zeide tot Hem:
5313 Joha 12:12 | 12 Des anderen daags, een grote
5314 Joha 12:13 | Hij, Die komt in den Naam des Heeren, Hij, Die is de Koning
5315 Joha 12:23 | is gekomen, dat de Zoon des mensen zal verheerlijkt
5316 Joha 12:34 | hoe zegt Gij, dat de Zoon des mensen moet verhoogd worden?
5317 Joha 12:34 | worden? Wie is deze Zoon des mensen? ~
5318 Joha 12:36 | Licht, opdat gij kinderen des Lichts moogt zijn. Deze
5319 Joha 12:38 | geloofd, en wien is de arm des Heeren geopenbaard? ~
5320 Joha 13:31 | zeide Jezus: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en
5321 Joha 14:24 | is het Mijne niet, maar des Vaders, Die Mij gezonden
5322 Joha 15:20 | 20 Gedenk des woords, dat Ik u gezegd
5323 Joha 18:10 | trok hetzelve uit, en sloeg des hogepriesters dienstknecht,
5324 Joha 18:15 | bekend, en ging met Jezus in des hogepriesters zaal. ~
5325 Joha 18:26 | Een van de dienstknechten des hogepriesters, die maagschap
5326 Joha 19:12 | Dezen loslaat, zo zijt gij des keizers vriend niet; een
5327 Joha 19:31 | voorbereiding was (want die dag des sabbats was groot), baden
5328 Joha 19:32 | en braken wel de benen des eersten, en des anderen,
5329 Joha 19:32 | de benen des eersten, en des anderen, die met Hem gekruist
5330 Joha 19:39 | Nicodemus kwam ook (die des nachts tot Jezus eerst gekomen
5331 Hand 1:4 | maar verwachten de belofte des Vaders, die gij, zeide Hij,
5332 Hand 1:8 | zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over
5333 Hand 1:19 | Akeldama, dat is, een akker des bloeds. ~
5334 Hand 1:25 | het lot dezer bediening en des apostelschaps, waarvan Judas
5335 Hand 2:20 | grote en doorluchtige dag des Heeren komt. ~
5336 Hand 2:21 | een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zalig
5337 Hand 2:24 | opgewekt heeft, de smarten des doods ontbonden hebbende,
5338 Hand 2:28 | 28 Gij hebt mij de wegen des levens bekend gemaakt; Gij
5339 Hand 2:33 | verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes, ontvangen
5340 Hand 2:38 | zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. ~
5341 Hand 2:42 | gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden. ~
5342 Hand 2:46 | verheuging en eenvoudigheid des harten; ~
5343 Hand 3:1 | den tempel, omtrent de ure des gebeds, zijnde de negende
5344 Hand 3:2 | dagelijks zetten aan de deur des tempels, genaamd de Schone,
5345 Hand 3:10 | had aan de Schone poort des tempels; en zij werden vervuld
5346 Hand 3:15 | 15 En den Vorst des levens hebt gij gedood,
5347 Hand 3:19 | zijn van het aangezicht des Heeren, ~
5348 Hand 3:25 | kinderen der profeten, en des verbonds, hetwelk God met
5349 Hand 4:1 | priesters, en de hoofdman des tempels, en de Sadduceen; ~
5350 Hand 4:5 | 5 En het geschiedde des anderen daags, dat hun oversten
5351 Hand 4:8 | Geest, tot hen: Gij oversten des volks, en gij ouderlingen
5352 Hand 4:11 | is, Welke tot een hoofd des hoeks geworden is. ~
5353 Hand 4:21 | hen straffen zouden, om des volks wil; want zij verheerlijkten
5354 Hand 5:3 | omtrent de negende ure des daags, een engel Gods tot
5355 Hand 5:9 | 9 En des anderen daags, terwijl deze
5356 Hand 5:12 | kruipende dieren, en de vogelen des hemels. ~
5357 Hand 5:23 | ontving hij ze in huis. Doch des anderen daags ging Petrus
5358 Hand 5:24 | 24 En des anderen daags kwamen zij
5359 Hand 5:34 | waarheid, dat God geen aannemer des persoons is; ~
5360 Hand 5:45 | ontzetten zich, dat de gave des Heiligen Geestes ook op
5361 Hand 5:48 | gedoopt worden in den Naam des Heeren. Toen baden zij hem,
5362 Hand 6:6 | kruipende dieren, en de vogelen des hemels. ~
5363 Hand 6:12 | broeders, en wij zijn in des man huis ingegaan. ~
5364 Hand 6:16 | gedachtig aan het woord des Heeren, hoe Hij zeide: Johannes
5365 Hand 6:21 | 21 En de hand des Heeren was met hen; en een
5366 Hand 6:23 | dat zij met een voornemen des harten bij den Heere zouden
5367 Hand 6:24 | was een goed man, en vol des Heiligen Geestes en des
5368 Hand 6:24 | des Heiligen Geestes en des geloofs; en er werd een
5369 Hand 6:37 | 7 En ziet, een engel des Heeren stond daar, en een
5370 Hand 6:50 | tot hem, en Blastus, die des konings kamerling was, overreed
5371 Hand 6:50 | land gespijzigd werd van des konings land. ~
5372 Hand 6:53 | aan sloeg hem een engel des Heeren, daarom dat hij Gode
5373 Hand 7:10 | 10 O gij kind des duivels, vol van alle bedrog,
5374 Hand 7:10 | verkeren de rechte wegen des Heeren? ~
5375 Hand 7:11 | 11 En nu zie, de hand des Heeren is tegen u, en gij
5376 Hand 7:12 | verslagen zijnde over de leer des Heeren. ~
5377 Hand 7:14 | in de synagoge op den dag des sabbats, zaten zij neder. ~
5378 Hand 7:28 | 28 En geen oorzaak des doods vindende, hebben zij
5379 Hand 7:46 | hetzelve verstoot, en uzelven des eeuwigen levens niet waardig
5380 Hand 7:48 | zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden
5381 Hand 7:49 | 49 En het Woord des Heeren werd door het gehele
5382 Hand 8:20 | en kwam in de stad; en des anderen daags ging hij met
5383 Hand 8:27 | Hij den heidenen de deur des geloofs geopend had. ~
5384 Hand 9:7 | door mijn mond het woord des Evangelies zouden horen,
5385 Hand 9:35 | vele anderen, het Woord des Heeren. ~
5386 Hand 9:36 | in welke wij het Woord des Heeren verkondigd hebben,
5387 Hand 10:13 | 13 En op den dag des sabbats gingen wij buiten
5388 Hand 10:17 | zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten, die ons den
5389 Hand 10:26 | alzo dat de fundamenten des kerkers bewogen werden;
5390 Hand 10:32 | spraken tot hem het woord des Heeren, en tot allen, die
5391 Hand 10:33 | tot zich in dezelve ure des nachts, en wies hen van
5392 Hand 11:7 | dezen doen tegen de geboden des keizers, zeggende, dat er
5393 Hand 11:10 | broeders zonden terstond des nachts Paulus en Silas weg
5394 Hand 11:24 | Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde, woont
5395 Hand 12:25 | 25 Deze was in den weg des Heeren onderwezen; en vurig
5396 Hand 12:25 | leerde naarstiglijk de zaken des Heeren, wetende alleenlijk
5397 Hand 13:1 | Paulus, de bovenste delen des lands doorreisd hebbende,
5398 Hand 13:9 | kwaadsprekende van den weg des Heeren voor de menigte,
5399 Hand 13:20 | 20 Alzo wies het Woord des Heeren met macht, en nam
5400 Hand 13:23 | beroerte, vanwege den weg des Heeren. ~
5401 Hand 14:7 | Paulus met hen, zullende des anderen daags verreizen;
5402 Hand 14:15 | dag tegen Chios over, en des anderen daags legden wij
5403 Hand 15:8 | 8 En des anderen daags, Paulus en
5404 Hand 15:14 | tevreden, zeggende: De wil des Heeren geschiede. ~
5405 Hand 15:36 | 36 Want de menigte des volks volgde, al roepende:
5406 Hand 16:16 | afwassen, aanroepende den Naam des Heeren. ~
5407 Hand 16:30 | 30 En des anderen daags, willende
5408 Hand 17:23 | schutters, tegen de derde ure des nachts; ~
5409 Hand 17:31 | Paulus, en brachten hem des nachts tot Antipatris. ~
5410 Hand 17:32 | 32 En des anderen daags, latende de
5411 Hand 18:10 | verantwoord ik mijzelven met des te beteren moed. ~
5412 Hand 18:12 | sprekende, of enige samenrotting des volks makende, noch in de
5413 Hand 19:6 | hij af naar Cesarea; en des anderen daags, op den rechterstoel
5414 Hand 19:10 | sta voor den rechterstoel des keizers, waar ik geoordeeld
5415 Hand 19:11 | ik onrecht doe, en iets des doods waardig gedaan heb,
5416 Hand 19:17 | ik, geen uitstel nemende, des daags daaraan op den rechterstoel
5417 Hand 19:21 | dat men hem tot de kennis des keizers bewaren zou, zo
5418 Hand 19:23 | 23 Des anderen daags dan, als Agrippa
5419 Hand 19:25 | hebbende, dat hij niets des doods waardig gedaan had,
5420 Hand 20:18 | het licht, en van de macht des satans tot God; opdat zij
5421 Hand 20:31 | zeggende: Deze mens doet niets des doods of der banden waardig. ~
5422 Hand 21:3 | 3 En des anderen daags kwamen wij
5423 Hand 21:27 | werden, omtrent het midden des nachts, vermoedden de scheepslieden,
5424 Hand 22:16 | gevangenen over aan den overste des legers; maar aan Paulus
5425 Hand 22:18 | loslaten, omdat geen schuld des doods in mij was. ~
5426 Hand 22:23 | Mozes en de profeten, van des morgens vroeg tot den avond
5427 Rom 1:5 | apostelschap, tot gehoorzaamheid des geloofs onder al de heidenen,
5428 Rom 1:16 | 16 Want ik schaam mij des Evangelies van Christus
5429 Rom 1:23 | En hebben de heerlijkheid des onverderfelijken Gods veranderd
5430 Rom 1:32 | die zulke dingen doen, des doods waardig zijn) niet
5431 Rom 2:5 | als een schat, in den dag des toorns, en der openbaring
5432 Rom 2:9 | benauwdheid over alle ziel des mensen, die het kwade werkt,
5433 Rom 2:11 | Want er is geen aanneming des persoons bij God. ~
5434 Rom 2:29 | verborgen is, en de besnijdenis des harten, in den geest, niet
5435 Rom 3:17 | 17 En den weg des vredes hebben zij niet gekend. ~
5436 Rom 3:27 | Neen, maar door de wet des geloofs. ~
5437 Rom 4:11 | zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid
5438 Rom 4:12 | wandelen in de voetstappen des geloofs van onzen vader
5439 Rom 4:13 | door de rechtvaardigheid des geloofs. ~
5440 Rom 5:18 | mensen tot rechtvaardigmaking des levens. ~
5441 Rom 6:4 | opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in
5442 Rom 6:4 | alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden. ~
5443 Rom 7:2 | zij vrijgemaakt van de wet des mans. ~
5444 Rom 7:6 | wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid
5445 Rom 8:2 | 2 Want de wet des Geestes des levens in Christus
5446 Rom 8:2 | Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus
5447 Rom 8:2 | van de wet der zonde en des doods. ~
5448 Rom 8:3 | Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat
5449 Rom 8:5 | vlees zijn, bedenken, dat des vleses is; maar die naar
5450 Rom 8:5 | Geest zijn, bedenken, dat des Geestes is. ~
5451 Rom 8:6 | 6 Want het bedenken des vleses is de dood; maar
5452 Rom 8:6 | dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en
5453 Rom 8:7 | Daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen
5454 Rom 8:13 | door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult
5455 Rom 8:23 | zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook
5456 Rom 8:27 | doorzoekt, weet, welke de mening des Geestes zij, dewijl Hij
5457 Rom 9:8 | Dat is, niet de kinderen des vleses, die zijn kinderen
5458 Rom 9:16 | desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods. ~
5459 Rom 9:22 | verdragen heeft de vaten des toorns, tot het verderf
5460 Rom 9:26 | aldaar zullen zij kinderen des levenden Gods genaamd worden. ~
5461 Rom 9:32 | zich gestoten aan den steen des aanstoots; ~
5462 Rom 9:33 | Ik leg in Sion een steen des aanstoots, en een rots der
5463 Rom 10:8 | uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken. ~
5464 Rom 10:13 | een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal
5465 Rom 11:8 | heeft hun gegeven een geest des diepen slaaps; ogen om niet
5466 Rom 11:17 | plaats zijt ingeent, en des wortels en der vettigheid
5467 Rom 11:17 | wortels en der vettigheid des olijfbooms mede deelachtig
5468 Rom 11:33 | 33 O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid
5469 Rom 11:34 | 34 Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is
5470 Rom 12:3 | God een iegelijk de mate des geloofs gedeeld heeft. ~
5471 Rom 12:7 | hetzij profetie, naar de mate des geloofs; hetzij bediening,
5472 Rom 13:5 | der straffe, maar ook om des gewetens wil. ~
5473 Rom 13:11 | dewijl wij de gelegenheid des tijds weten, dat het de
5474 Rom 13:12 | duisternis, en aandoen de wapenen des lichts. ~
5475 Rom 14:8 | dat wij sterven, wij zijn des Heeren. ~
5476 Rom 15:13 | de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes. ~
5477 Rom 15:29 | komende, met vollen zegen des Evangelies van Christus
5478 Rom 15:30 | Christus, en door de liefde des Geestes, dat gij met mij
5479 Rom 15:33 | 33 En de God des vredes zij met u allen.
5480 Rom 16:20 | 20 En de God des vredes zal den satan haast
5481 Rom 16:26 | Schriften, naar het bevel des eeuwigen Gods, tot gehoorzaamheid
5482 Rom 16:26 | Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen
5483 1Kor 1:18 | 18 Want het woord des kruises is wel dengenen,
5484 1Kor 2:4 | wijsheid, maar in betoning des geestes en der kracht; ~
5485 1Kor 2:9 | gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen,
5486 1Kor 2:11 | de mensen weet, hetgeen des mensen is, dan de geest
5487 1Kor 2:11 | mensen is, dan de geest des mensen, die in hem is? Alzo
5488 1Kor 2:14 | begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want
5489 1Kor 2:16 | 16 Want wie heeft den zin des Heeren gekend, die Hem zou
5490 1Kor 5:5 | aan den satan, tot verderf des vleses, opdat de geest behouden
5491 1Kor 7:22 | die is een vrijgelatene des Heeren; desgelijks ook,
5492 1Kor 7:25 | maagden nu, heb ik geen bevel des Heeren; maar ik zeg mijn
5493 1Kor 7:32 | bekommert zich met de dingen des Heeren, hoe hij den Heere
5494 1Kor 7:34 | bekommert zich met de dingen des Heeren, opdat zij heilig
5495 1Kor 8:7 | sommigen, met een geweten des afgods tot nog toe, eten
5496 1Kor 9:5 | apostelen, en de broeders des Heeren, en Cefas? ~
5497 1Kor 9:23 | 23 En dit doe ik om des Evangelies wil, opdat ik
5498 1Kor 10:16 | die niet een gemeenschap des bloeds van Christus? Het
5499 1Kor 10:16 | dat niet een gemeenschap des lichaams van Christus? ~
5500 1Kor 10:21 | Gij kunt den drinkbeker des Heeren niet drinken, en
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5858 |