1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5858
Book Chapter: Verse
3501 Spre 12:25 | Bekommernis in het hart des mensen buigt het neder;
3502 Spre 12:27 | maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen. ~
3503 Spre 12:27 | kostelijk goed des mensen is des vlijtigen. ~
3504 Spre 13:1 | wijs zoon hoort de tucht des vaders; maar een spotter
3505 Spre 13:2 | ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar
3506 Spre 13:4 | 4 De ziel des luiaards is begerig, doch
3507 Spre 13:12 | begeerte, die komt, is een boom des levens. ~
3508 Spre 13:14 | 14 Des wijzen leer is een springader
3509 Spre 13:14 | wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken
3510 Spre 13:14 | te wijken van de strikken des doods. ~
3511 Spre 13:22 | erven; maar het vermogen des zondaars is voor de rechtvaardige
3512 Spre 14:3 | 3 In den mond des dwazen is een roede des
3513 Spre 14:3 | des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen
3514 Spre 14:8 | 8 De wijsheid des kloekzinnigen is zijn weg
3515 Spre 14:12 | laatste van dien zijn wegen des doods. ~
3516 Spre 14:19 | goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen. ~
3517 Spre 14:20 | gehaat; maar de liefhebbers des rijken zijn vele. ~
3518 Spre 14:26 | 26 In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen,
3519 Spre 14:27 | 27 De vreze des HEEREN is een springader
3520 Spre 14:27 | HEEREN is een springader des levens, om af te wijken
3521 Spre 14:27 | te wijken van de strikken des doods. ~
3522 Spre 14:28 | 28 In de menigte des volks is des konings heerlijkheid;
3523 Spre 14:28 | de menigte des volks is des konings heerlijkheid; maar
3524 Spre 14:30 | gezond hart is het leven des vleses; maar nijd is verrotting
3525 Spre 14:31 | deszelfs Maker; maar die zich des nooddruftigen ontfermt,
3526 Spre 14:33 | Wijsheid rust in het hart des verstandigen; maar wat in
3527 Spre 14:35 | 35 Het welbehagen des konings is over een verstandigen
3528 Spre 15:3 | 3 De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen,
3529 Spre 15:4 | medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid
3530 Spre 15:6 | 6 In het huis des rechtvaardigen is een grote
3531 Spre 15:6 | een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte. ~
3532 Spre 15:11 | hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? ~
3533 Spre 15:13 | maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. ~
3534 Spre 15:15 | 15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar
3535 Spre 15:16 | Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat,
3536 Spre 15:19 | 19 De weg des luiaards is als een doornheg;
3537 Spre 15:24 | 24 De weg des levens is den verstandige
3538 Spre 15:26 | 26 Des bozen gedachten zijn den
3539 Spre 15:28 | 28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich,
3540 Spre 15:31 | oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het
3541 Spre 15:33 | 33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid;
3542 Spre 16:1 | De mens heeft schikkingen des harten; maar het antwoord
3543 Spre 16:2 | 2 Alle wegen des mans zijn zuiver in zijn
3544 Spre 16:4 | den goddeloze tot den dag des kwaads. ~
3545 Spre 16:6 | verzoend; en door de vreze des HEEREN wijkt men af van
3546 Spre 16:9 | 9 Het hart des mensen overdenkt zijn weg;
3547 Spre 16:10 | Waarzegging is op de lippen des konings; zijn mond zal niet
3548 Spre 16:11 | waag en weegschaal zijn des HEEREN; alle weegstenen
3549 Spre 16:11 | HEEREN; alle weegstenen des zaks zijn Zijn werk. ~
3550 Spre 16:14 | 14 De grimmigheid des konings is als de boden
3551 Spre 16:14 | konings is als de boden des doods; maar een wijs man
3552 Spre 16:15 | 15 In het licht van des konings aangezicht is leven;
3553 Spre 16:15 | welgevallen is als een wolk des spaden regens. ~
3554 Spre 16:18 | verbreking, en hoogheid des geestes voor den val. ~
3555 Spre 16:22 | bezitten, is een springader des levens; maar de tucht der
3556 Spre 16:25 | laatste van dien zijn wegen des doods. ~
3557 Spre 16:26 | 26 De ziel des arbeidzamen arbeidt voor
3558 Spre 16:29 | 29 Een man des gewelds verlokt zijn naaste,
3559 Spre 17:14 | 14 Het begin des krakeels is gelijk een,
3560 Spre 17:16 | Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn,
3561 Spre 17:21 | droefheid zijn; en de vader des dwazen zal zich niet verblijden. ~
3562 Spre 17:23 | schoot nemen, om de paden des rechts te buigen. ~
3563 Spre 17:24 | 24 In het aangezicht des verstandigen is wijsheid;
3564 Spre 17:24 | is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der
3565 Spre 18:5 | niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen,
3566 Spre 18:6 | 6 De lippen des zots komen in twist, en
3567 Spre 18:7 | 7 De mond des zots is hemzelven een verstoring,
3568 Spre 18:8 | 8 De woorden des oorblazers zijn als dergenen,
3569 Spre 18:8 | die dalen in het binnenste des buiks. ~
3570 Spre 18:10 | 10 De Naam des HEEREN is een Sterke Toren;
3571 Spre 18:11 | 11 Des rijken goed is de stad zijner
3572 Spre 18:12 | Voor de verbreking zal des mensen hart zich verheffen;
3573 Spre 18:16 | 16 De gift des mensen maakt hem ruimte,
3574 Spre 19:3 | 3 De dwaasheid des mensen zal zijn weg verkeren;
3575 Spre 19:6 | Velen smeken het aangezicht des prinsen; en een ieder is
3576 Spre 19:7 | 7 Al de broeders des armen haten hem; hoeveel
3577 Spre 19:11 | 11 Het verstand des mensen vertrekt zijn toorn;
3578 Spre 19:12 | 12 Des konings gramschap is als
3579 Spre 19:17 | 17 Die zich des armen ontfermt, leent den
3580 Spre 19:21 | 21 In het hart des mans zijn veel gedachten;
3581 Spre 19:21 | gedachten; maar de raad des HEEREN, die zal bestaan. ~
3582 Spre 19:22 | 22 De wens des mensen is zijn weldadigheid;
3583 Spre 19:23 | 23 De vreze des HEEREN is ten leven; want
3584 Spre 20:2 | 2 De schrik des konings is als het brullen
3585 Spre 20:8 | koning, zittende op den troon des gerichts, verstrooit alle
3586 Spre 20:24 | 24 De treden des mans zijn van den HEERE;
3587 Spre 20:25 | 25 Het is een strik des mensen, dat hij het heilige
3588 Spre 20:27 | 27 De ziel des mensen is een lamp des HEEREN,
3589 Spre 20:27 | ziel des mensen is een lamp des HEEREN, doorzoekende al
3590 Spre 20:27 | doorzoekende al de binnenkameren des buiks. ~
3591 Spre 20:30 | slagen van het binnenste des buiks. ~ ~
3592 Spre 21:1 | 1 Des konings hart is in de hand
3593 Spre 21:1 | konings hart is in de hand des HEEREN als waterbeken. Hij
3594 Spre 21:2 | 2 Alle weg des mensen is recht in zijn
3595 Spre 21:4 | Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, en de ploeging der
3596 Spre 21:5 | 5 De gedachten des vlijtigen zijn alleen tot
3597 Spre 21:8 | 8 De weg des mensen is gans verkeerd
3598 Spre 21:8 | en vreemd; maar het werk des zuiveren is recht. ~
3599 Spre 21:10 | 10 De ziel des goddelozen begeert het kwaad;
3600 Spre 21:12 | rechtvaardige let verstandelijk op des goddelozen huis, als God
3601 Spre 21:13 | stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen,
3602 Spre 21:16 | Een mens, die van den weg des verstands afdwaalt, zal
3603 Spre 21:20 | 20 In des wijzen woning is een gewenste
3604 Spre 21:25 | 25 De begeerte des luiaards zal hem doden,
3605 Spre 21:31 | wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning
3606 Spre 21:31 | maar de overwinning is des HEEREN. ~ ~
3607 Spre 22:4 | nederigheid, met de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer,
3608 Spre 22:5 | strikken, zijn in den weg des verkeerden; die zijn ziel
3609 Spre 22:7 | armen; en die ontleent, is des leners knecht. ~
3610 Spre 22:11 | 11 Die de reinheid des harten liefheeft, wiens
3611 Spre 22:12 | 12 De ogen des HEEREN bewaren de wetenschap;
3612 Spre 22:12 | wetenschap; maar de zaken des trouwelozen zal Hij omkeren. ~
3613 Spre 22:15 | dwaasheid is in het hart des jongen gebonden; de roede
3614 Spre 23:17 | ten allen dage in de vreze des HEEREN. ~
3615 Spre 23:24 | 24 De vader des rechtvaardigen zal zich
3616 Spre 24:15 | goddeloze! op de woning des rechtvaardigen; verwoest
3617 Spre 24:25 | liefelijkheid zijn; en de zegen des goeds zal op hem komen. ~
3618 Spre 25:3 | 3 Aan de hoogte des hemels, en aan de diepte
3619 Spre 25:5 | goddelozen weg van het aangezicht des konings, en zijn troon zal
3620 Spre 25:6 | niet voor het aangezicht des konings, en sta niet in
3621 Spre 25:13 | koude der sneeuw ten dage des oogstes; want hij verkwikt
3622 Spre 25:26 | wankelende voor het aangezicht des goddelozen, is een beroerde
3623 Spre 26:22 | 22 De woorden des oorblazers zijn als dergenen,
3624 Spre 26:22 | die dalen in het binnenste des buiks. ~
3625 Spre 27:3 | gewichtig; maar de toornigheid des dwazen is zwaarder dan die
3626 Spre 27:6 | 6 De wonden des liefhebbers zijn getrouw;
3627 Spre 27:6 | getrouw; maar de kussingen des haters zijn af te bidden. ~
3628 Spre 27:14 | zegent met luider stem, zich des morgens vroeg opmakende,
3629 Spre 27:15 | gedurige druiping ten dage des slagregens en een kijfachtige
3630 Spre 27:19 | het aangezicht, alzo is des mensen hart tegen den mens. ~
3631 Spre 27:20 | verzadigd; alzo worden de ogen des mensen niet verzadigd. ~
3632 Spre 27:26 | kleding, en de bokken de prijs des velds. ~
3633 Spre 28:2 | 2 Om de overtreding des lands zijn deszelfs vorsten
3634 Spre 28:8 | dat voor dengene, die zich des armen ontfermt. ~
3635 Spre 28:24 | geen overtreding; die is des verdervenden mans gezel. ~
3636 Spre 29:23 | 23 De hoogmoed des mensen zal hem vernederen;
3637 Spre 29:25 | 25 De siddering des mensen legt een strik; maar
3638 Spre 29:26 | Velen zoeken het aangezicht des heersers; maar een ieders
3639 Spre 30:17 | raven der beek uitpikken, en des arends jongen zullen het
3640 Spre 30:33 | bloed voort, en de drukking des toorns brengt twist voort. ~ ~ ~ ~
3641 Spre 31:18 | goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit. ~
3642 Spre 31:23 | als hij zit met de oudsten des lands. ~
3643 Pred 1:14 | al ijdelheid en kwelling des geestes.
3644 Pred 1:17 | dat ook dit een kwelling des geestes is. ~
3645 Pred 2:7 | maagden, en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot
3646 Pred 2:11 | al ijdelheid en kwelling des geestes, en daarin
3647 Pred 2:14 | 14 De ogen des wijzen zijn in zijn hoofd,
3648 Pred 2:17 | al ijdelheid en kwelling des geestes. ~
3649 Pred 2:23 | bezigheid is verdriet; zelfs des nachts rust zijn hart niet.
3650 Pred 2:26 | ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~ ~
3651 Pred 3:16 | onder de zon, ter plaatse des gerichts, aldaar was goddeloosheid;
3652 Pred 4:4 | en alle geschikkelijkheid des werks, dat het den mens
3653 Pred 4:4 | ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~
3654 Pred 4:6 | vol met arbeid en kwelling des geestes. ~
3655 Pred 4:16 | ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~
3656 Pred 5:2 | bezigheid, alzo de stem des zots door de veelheid der
3657 Pred 5:5 | niet voor het aangezicht des engels, dat het een dwaling
3658 Pred 5:7 | Indien gij de onderdrukking des armen, en de beroving des
3659 Pred 5:7 | des armen, en de beroving des gerichts en der gerechtigheid
3660 Pred 5:8 | 8 Het voordeel des aardrijks is voor allen:
3661 Pred 5:11 | 11 De slaap des arbeiders is zoet, hij hebbe
3662 Pred 5:11 | gegeten; maar de zatheid des rijken laat hem niet slapen. ~
3663 Pred 6:7 | 7 Al de arbeid des mensen is voor zijn mond;
3664 Pred 6:9 | ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~
3665 Pred 7:1 | dan goede olie, en de dag des doods, dan de dag dat iemand
3666 Pred 7:2 | dan te gaan in het huis des maaltijds; want in hetzelve
3667 Pred 7:3 | want door de droefheid des aangezichts wordt het hart
3668 Pred 7:5 | te horen het bestraffen des wijzen, dan dat iemand hore
3669 Pred 7:14 | Geniet het goede ten dage des voorspoeds, maar ten dage
3670 Pred 7:14 | voorspoeds, maar ten dage des tegenspoeds, zie toe; want
3671 Pred 8:2 | zeg: Neem acht op de mond des konings; doch naar de gelegenheid
3672 Pred 8:4 | 4 Waar het woord des konings is, daar is heerschappij;
3673 Pred 8:6 | wijze, dewijl het kwaad des mensen veel is over hem. ~
3674 Pred 8:8 | heerschappij over den dag des doods; ook geen geweer in
3675 Pred 8:10 | kwamen, en uit de plaats des Heiligen gingen, die werden
3676 Pred 8:16 | geschiedt, dat men ook, des daags of des nachts, den
3677 Pred 8:16 | dat men ook, des daags of des nachts, den slaap niet ziet
3678 Pred 9:16 | kracht, hoewel de wijsheid des armen veracht, en zijn woorden
3679 Pred 10:1 | dode vlieg doet de zalf des apothekers stinken en opwellen;
3680 Pred 10:2 | 2 Het hart des wijzen is tot zijn rechterhand,
3681 Pred 10:4 | 4 Als de geest des heersers tegen u oprijst,
3682 Pred 10:5 | die van het aangezicht des oversten voortkomt. ~
3683 Pred 10:20 | slaapkamer; want het gevogelte des hemels zou de stem wegvoeren,
3684 Pred 11:5 | niet weet, welke de weg des winds zij, of hoedanig de
3685 Pred 11:6 | morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af; want gij
3686 Pred 12:3 | dag, wanneer de wachters des huizes zullen beven, en
3687 Pred 12:12 | veel lezens is vermoeiing des vleses. ~
3688 Hoo 2:3 | appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste
3689 Hoo 2:7 | reeen, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die
3690 Hoo 3:1 | 1 Ik zocht des nachts op mijn leger Hem,
3691 Hoo 3:5 | de reeen of bij de hinden des velds zijt, dat gij de liefde
3692 Hoo 3:6 | en met allerlei poeder des kruideniers? ~
3693 Hoo 3:8 | heup, vanwege den schrik des nachts. ~
3694 Hoo 5:5 | vloeiende mirre, op de handvaten des slots. ~
3695 Hoo 8:6 | zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN. ~
3696 Jes 1:5 | geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken;
3697 Jes 1:5 | worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse
3698 Jes 1:10 | 10 Hoort des HEEREN woord, gij oversten
3699 Jes 1:20 | gegeten worden; want de mond des HEEREN heeft het gesproken. ~
3700 Jes 2:2 | dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn
3701 Jes 2:3 | ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van
3702 Jes 2:3 | Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. ~
3703 Jes 2:5 | ons wandelen in het licht des HEEREN. ~
3704 Jes 2:10 | stof, vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid
3705 Jes 2:12 | 12 Want de dag des HEEREN der heirscharen zal
3706 Jes 2:19 | aarde, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid
3707 Jes 2:21 | steenrotsen, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid
3708 Jes 3:1 | en den staf, allen stok des broods, en allen stok des
3709 Jes 3:1 | des broods, en allen stok des waters; ~
3710 Jes 3:7 | mij niet tot een overste des volks. ~
3711 Jes 3:14 | wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe huizen. ~
3712 Jes 4:2 | 2 Te dien dage zal des HEEREN SPRUIT zijn tot sieraad
3713 Jes 4:4 | derzelver midden, door den Geest des oordeels, en door den
3714 Jes 4:5 | vergaderingen, scheppen een wolk des daags, en een rook, en den
3715 Jes 4:5 | glans eens vlammenden vuurs des nachts; want over alles
3716 Jes 4:6 | hut zijn tot een schaduw des daags tegen de hitte, en
3717 Jes 5:8 | gemaakt wordt in het midden des lands! ~
3718 Jes 5:12 | zij aanschouwen het werk des HEEREN niet, en zij zien
3719 Jes 5:19 | naderen en komen den raadslag des Heiligen van Israel, dat
3720 Jes 5:24 | Daarom, gelijk de tong des vuurs den stoppel verteert,
3721 Jes 5:24 | omdat zij verwerpen de wet des HEEREN der heirscharen,
3722 Jes 5:24 | heirscharen, en de rede des Heiligen van Israel versmaden. ~
3723 Jes 5:25 | Daarom is de toorn des HEEREN ontstoken tegen Zijn
3724 Jes 6:4 | zich bewogen van de stem des roependen; en het huis werd
3725 Jes 6:8 | Daarna hoorde ik de stem des Heeren, dewelke zeide: Wien
3726 Jes 6:12 | groot wezen in het binnenste des lands. ~
3727 Jes 7:2 | zijns volks, gelijk de bomen des wouds bewogen worden van
3728 Jes 7:3 | einde van den watergang des oppersten vijvers, aan den
3729 Jes 7:3 | hogen weg van het veld des vollers; ~
3730 Jes 7:4 | vuurbranden; vanwege de ontsteking des toorns van Rezin en
3731 Jes 7:22 | overgebleven zal zijn in het midden des lands, die zal boter en
3732 Jes 8:14 | zijn; maar tot een steen des aanstoots en tot een rotssteen
3733 Jes 9:1 | het land van de schaduw des doods, over dezelve zal
3734 Jes 9:4 | werden, tot een voedsel des vuurs. ~
3735 Jes 9:6 | grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn
3736 Jes 9:6 | eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal
3737 Jes 9:8 | in hoogmoed en grootsheid des harten, zeggende: ~
3738 Jes 9:17 | aansteken de verwarde struiken des wouds, die zich verheven
3739 Jes 9:17 | hebben als de verheffing des rooks. ~
3740 Jes 9:18 | Vanwege de verbolgenheid des HEEREN der heirscharen,
3741 Jes 9:18 | zal zijn als een voedsel des vuurs: de een zal den ander
3742 Jes 10:12 | vrucht van de grootsheid des harten van den koning van
3743 Jes 10:16 | doen branden, als den brand des vuurs. ~
3744 Jes 10:27 | zal verdorven worden, om des Gezalfden wil. ~
3745 Jes 10:34 | ijzer de verwarde struiken des wouds omhouwen; en de Libanon
3746 Jes 11:2 | En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, de Geest
3747 Jes 11:2 | de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des
3748 Jes 11:2 | des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de
3749 Jes 11:2 | der kennis en der vreze des HEEREN. ~
3750 Jes 11:3 | rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar
3751 Jes 11:4 | richten, en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid
3752 Jes 11:9 | aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren
3753 Jes 11:12 | vergaderen, van de vier einden des aardrijks. ~
3754 Jes 12:3 | vreugde uit de fonteinen des heils; ~
3755 Jes 13:5 | verren lande, van het einde des hemels; de HEERE en de instrumenten
3756 Jes 13:6 | Huilt gijlieden, want de dag des HEEREN is nabij; hij komt
3757 Jes 13:9 | 9 Ziet, de dag des HEEREN komt, gruwelijk,
3758 Jes 13:10 | 10 Want de sterren des hemels en zijn gesternten
3759 Jes 13:13 | vanwege de verbolgenheid des HEEREN der heirscharen,
3760 Jes 13:18 | ontfermen over de vrucht des buiks; hun oog zal de kinderen
3761 Jes 14:2 | erfelijk bezitten in het land des HEEREN tot knechten en tot
3762 Jes 14:12 | o morgenster, gij zoon des dageraads! hoe zijt gij
3763 Jes 14:23 | Ik zal hen met een bezem des verderfs uitvagen, spreekt
3764 Jes 14:32 | dan antwoorden den boden des volks? Dat de HEERE Sion
3765 Jes 15:9 | mitsgaders over het overblijfsel des lands. ~ ~
3766 Jes 16:1 | lammeren van den heerser des lands van Sela af, naar
3767 Jes 16:4 | schuilplaats voor het aangezicht des verstoorders; want de onderdrukker
3768 Jes 17:14 | 14 Ten tijde des avonds, ziet, zo is er verschrikking,
3769 Jes 18:4 | den regen, als een wolk des dauws in de hitte des oogstes; ~
3770 Jes 18:4 | wolk des dauws in de hitte des oogstes; ~
3771 Jes 18:7 | tot de plaats van den Naam des HEEREN der heirscharen,
3772 Jes 19:16 | de beweging van de hand des HEEREN der heirscharen,
3773 Jes 19:17 | bevreesd wezen vanwege den raad des HEEREN der heirscharen,
3774 Jes 20:6 | worden van het aangezicht des konings van Assyrie; hoe
3775 Jes 21:14 | tegemoet met water; de inwoners des lands van Thema zijn den
3776 Jes 21:15 | boog, en voor de zwarigheid des krijgs. ~
3777 Jes 22:1 | De last van het dal des gezichts. Wat is u nu, dat
3778 Jes 22:5 | heirscharen, in het dal des gezicht, een dag van ontmuring
3779 Jes 22:5 | gezicht, een dag van ontmuring des muurs, en van geschreeuw
3780 Jes 22:8 | naar de wapenen in het huis des wouds.
3781 Jes 22:9 | en gij zult de wateren des ondersten vijvers vergaderen. ~
3782 Jes 22:11 | de muren, voor de wateren des ouden vijvers; maar gij
3783 Jes 22:12 | kaalheid, en tot omgording des zaks. ~
3784 Jes 23:2 | Zwijgt, gij inwoners des eilands! gij, die de kooplieden
3785 Jes 23:6 | Tarsis, huilt, gij inwoners des eilands! ~
3786 Jes 24:4 | de hoogsten van het volk des lands kwelen. ~
3787 Jes 24:6 | daarom zullen de inwoners des lands verbrand worden, en
3788 Jes 24:11 | geroep op de straten, om des wijns wil; alle blijdschap
3789 Jes 24:11 | verduisterd, de vreugde des lands is heengevaren. ~
3790 Jes 24:13 | wezen, gelijk de afschudding des olijfbooms, gelijk de nalezingen,
3791 Jes 24:14 | vanwege de heerlijkheid des HEEREN zullen zij juichen
3792 Jes 24:15 | eilanden der zee den Naam des HEEREN, des Gods van Israel. ~
3793 Jes 24:15 | zee den Naam des HEEREN, des Gods van Israel. ~
3794 Jes 24:16 | psalmen, tot verheerlijking des Rechtvaardigen. Doch nu
3795 Jes 24:17 | strik over u, o inwoners des lands! ~
3796 Jes 24:21 | zal over de heirscharen des hogen in de hoogte, en over
3797 Jes 24:21 | hoogte, en over de koningen des aardbodems op den aardbodem. ~
3798 Jes 25:7 | verslinden het bewindsel des aangezichts, waarmede alle
3799 Jes 25:10 | 10 Want de hand des HEEREN zal op dezen berg
3800 Jes 26:6 | ze vertreden, de voeten des ellendigen, de treden der
3801 Jes 26:7 | 7 Het pad des rechtvaardigen is geheel
3802 Jes 26:7 | is geheel effen, den gang des rechtvaardigen weegt Gij
3803 Jes 26:10 | en hij ziet de hoogheid des HEEREN niet aan. ~
3804 Jes 26:15 | hebt hen in al de einden des aardrijks verre weggedaan. ~
3805 Jes 27:8 | harden wind, in den dag des oostenwinds. ~
3806 Jes 27:9 | wanneer Hij al de stenen des altaar maken zal als
3807 Jes 28:2 | een hagelvloed, een poort des verderfs; gelijk een vloed
3808 Jes 28:6 | 6 En tot een Geest des oordeels dien, die ten oordeel
3809 Jes 28:13 | Zo zal hun het woord des HEEREN zijn; gebod op gebod,
3810 Jes 28:14 | 14 Daarom, hoort des HEEREN woord, gij bespotters,
3811 Jes 29:10 | ulieden uitgegoten een geest des diepen slaaps, en Hij heeft
3812 Jes 29:18 | de doven horen de woorden des Boeks; en de ogen der blinden,
3813 Jes 30:6 | het zuiden, naar het land des angstes, en der benauwdheid,
3814 Jes 30:9 | kinderen; kinderen, die des HEEREN wet niet horen willen. ~
3815 Jes 30:18 | want de HEERE is een God des gerichts; welgelukzalig
3816 Jes 30:23 | regen geven, en brood van des lands inkomen, en hetzelve
3817 Jes 30:27 | 27 Ziet, de Naam des HEEREN komt van verre, Zijn
3818 Jes 30:29 | geheiligd wordt; en blijdschap des harten, gelijk van een,
3819 Jes 30:29 | komen tot den berg des HEEREN, tot den Rotssteen
3820 Jes 30:31 | 31 Want door de stem des HEEREN zal Assur te morzel
3821 Jes 30:33 | brandstapel is veel; de adem des HEEREN zal hem aansteken
3822 Jes 32:6 | tegen den HEERE, om de ziel des hongerigen ledig te
3823 Jes 32:18 | volk zal in een woonplaats des vredes wonen, en in welverzekerde
3824 Jes 32:20 | zaait; gij, die den voet des osses en des ezels derwaarts
3825 Jes 32:20 | die den voet des osses en des ezels derwaarts henenzendt! ~ ~ ~ ~ ~
3826 Jes 33:3 | 3 Van het geluid des rumoers zullen de volken
3827 Jes 33:6 | wijsheid en kennis; de vreze des HEEREN zal zijn schat zijn. ~
3828 Jes 33:7 | roepen daar buiten; de boden des vredes wenen bitterlijk. ~
3829 Jes 33:12 | zijn als de verbrandingen des kalks; als afgehouwen doornen
3830 Jes 34:2 | Want de verbolgenheid des HEEREN is over al de heidenen,
3831 Jes 34:6 | 6 Het zwaard des HEEREN is vol van bloed,
3832 Jes 34:8 | zal zijn de dag der wraak des HEEREN, een jaar der vergeldingen,
3833 Jes 34:10 | 10 Het zal des nachts of des daags niet
3834 Jes 34:10 | Het zal des nachts of des daags niet uitgeblust worden,
3835 Jes 34:16 | 16 Zoekt in het boek des HEEREN, en leest; niet een
3836 Jes 35:2 | zien de heerlijkheid des HEEREN, het sieraad onzes
3837 Jes 35:6 | als een hert, en de tong des stommen zal juichen; want
3838 Jes 35:10 | En de vrijgekochten des HEEREN zullen wederkeren,
3839 Jes 36:2 | stond aan den watergang des oppersten vijvers, aan den
3840 Jes 36:2 | hogen weg van het veld des vollers. ~
3841 Jes 36:11 | het Joods, voor de oren des volks, dat op den muur
3842 Jes 36:13 | zeide: Hoort de woorden des groten konings, des konings
3843 Jes 36:13 | woorden des groten konings, des konings van Assyrie! ~
3844 Jes 36:15 | stad zal niet in de hand des konings van Assyrie gegeven
3845 Jes 36:18 | land, gered uit de hand des konings van Assyrie? ~
3846 Jes 36:21 | een woord; want het gebod des konings was, zeggende: Gij
3847 Jes 37:1 | zak, en ging in het huis des HEEREN. ~
3848 Jes 37:6 | waarmede Mij de dienaars des konings van Assyrie
3849 Jes 37:10 | Jeruzalem zal in de hand des konings van Assyrie
3850 Jes 37:14 | ging hij op in het huis des HEEREN; en Hizkia breidde
3851 Jes 37:14 | uit voor het aangezicht des HEEREN. ~
3852 Jes 37:27 | zij waren als het gras des velds en de groene grasscheutjes,
3853 Jes 37:32 | den berg Sion; de ijver des HEEREN der heirscharen zal
3854 Jes 37:36 | Toen voer de engel des HEEREN uit, en sloeg in
3855 Jes 37:36 | duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten,
3856 Jes 38:4 | Toen geschiedde het woord des HEEREN tot Jesaja, zeggende: ~
3857 Jes 38:6 | En Ik zal u uit de hand des konings van Assyrie verlossen,
3858 Jes 38:10 | dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan, ik word
3859 Jes 38:20 | onzes levens, in het huis des HEEREN. ~
3860 Jes 38:22 | teken zijn, dat ik ten huize des HEEREN zal opgaan? ~ ~
3861 Jes 39:5 | tot Hizkia: Hoor het woord des HEEREN der heirscharen. ~
3862 Jes 39:7 | hovelingen zijn in het paleis des konings van Babel. ~
3863 Jes 39:8 | zeide tot Jesaja: Het woord des HEEREN, dat gij gesproken
3864 Jes 40:2 | is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen
3865 Jes 40:3 | 3 Een stem des roependen in de woestijn:
3866 Jes 40:3 | woestijn: Bereidt den weg des HEEREN, maakt recht in de
3867 Jes 40:5 | En de heerlijkheid des HEEREN zal geopenbaard worden;
3868 Jes 40:5 | zal zien, dat het de mond des HEEREN gesproken heeft. ~
3869 Jes 40:6 | goedertierenheid als een bloem des velds. ~
3870 Jes 40:7 | bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin blaast; voorwaar,
3871 Jes 40:13 | Wie heeft den Geest des HEEREN bestierd, en wie
3872 Jes 40:14 | Hem zou leren van het pad des rechts, en Hem wetenschap
3873 Jes 40:14 | bekend maken den weg des veelvoudigen verstands? ~
3874 Jes 41:20 | gelijk verstaan, dat de hand des HEEREN zulks gedaan, en
3875 Jes 42:6 | u geven tot een Verbond des volks, tot een Licht der
3876 Jes 42:19 | blind, gelijk de knecht des HEEREN? ~
3877 Jes 42:25 | Zijns toorns en de macht des oorlogs; en Hij heeft ze
3878 Jes 43:20 | 20 Het gedierte des velds zal Mij eren, de draken
3879 Jes 43:28 | Daarom zal Ik de oversten des heiligdoms ontheiligen,
3880 Jes 44:5 | Deze zal zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal zich
3881 Jes 44:5 | zijn hand schrijven: Ik ben des HEEREN, en zich toenoemen
3882 Jes 44:14 | versterkt zich onder de bomen des wouds; hij plant een olmboom,
3883 Jes 48:1 | daar zweert bij den Naam des HEEREN, en vermeldt
3884 Jes 48:20 | verkondigt met de stemme des gejuichs, doet zulks horen,
3885 Jes 49:5 | verheerlijkt worden in de ogen des HEEREN, en Mijn God zal
3886 Jes 49:7 | zullen zich voor U buigen; om des HEEREN wil, Die getrouw
3887 Jes 49:8 | zegt de HEERE: In dien tijd des welbehagens heb Ik U verhoord,
3888 Jes 49:8 | U verhoord, en ten dage des heils heb Ik U geholpen;
3889 Jes 49:8 | U geven tot een verbond des volks, om het aardrijk
3890 Jes 49:25 | HEERE: Ja, de gevangenen des machtigen zullen hem ontnomen
3891 Jes 49:25 | ontnomen worden, en de vangst des tirans zal ontkomen; want
3892 Jes 50:10 | hij betrouwe op den Naam des HEEREN, en steune op
3893 Jes 51:1 | gehouwen zijt, en de holligheid des bornputs, waaruit gij
3894 Jes 51:3 | haar wildernis als den hof des HEEREN; vreugde en
3895 Jes 51:3 | dankzegging en een stem des gezangs. ~
3896 Jes 51:9 | trek sterkte aan, Gij arm des HEEREN! ontwaak als in de
3897 Jes 51:10 | Die de zee, de wateren des groten afgronds, droog gemaakt
3898 Jes 51:11 | zullen de vrijgekochten des HEEREN wederkeren, en met
3899 Jes 51:13 | vanwege de grimmigheid des benauwers, wanneer
3900 Jes 51:13 | Waar is dan de grimmigheid des benauwers? ~
3901 Jes 51:17 | gedronken hebt van de hand des HEEREN den beker Zijner
3902 Jes 51:20 | zijn vol van de grimmigheid des HEEREN, van de schelding
3903 Jes 52:11 | reinigt u, gij, die de vaten des HEEREN draagt! ~
3904 Jes 53:1 | geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? ~
3905 Jes 53:10 | verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand
3906 Jes 54:5 | Verlosser; Hij zal de God des gansen aardbodems genaamd
3907 Jes 54:17 | is de erve der knechten des HEEREN, en hun gerechtigheid
3908 Jes 55:5 | kende, zal tot u lopen, om des HEEREN uws Gods wil, en
3909 Jes 55:5 | HEEREN uws Gods wil, en om des Heiligen Israels wil, want
3910 Jes 55:12 | aangezicht, en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen. ~
3911 Jes 56:5 | kende, zal tot u lopen, om des HEEREN uws Gods wil, en
3912 Jes 56:5 | HEEREN uws Gods wil, en om des Heiligen Israels wil, want
3913 Jes 56:12 | aangezicht, en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen. ~
3914 Jes 57:2 | mens, die zulks doet, en des mensen kind, dat daaraan
3915 Jes 57:6 | te dienen, en om den Naam des HEEREN lief te hebben, om
3916 Jes 57:9 | 9 Al gij gedierten des velds, komt om te eten,
3917 Jes 59:6 | dat gij ontdoet de banden des juks, en dat gij vrij loslaat
3918 Jes 59:8 | heengaan, en de heerlijkheid des HEEREN zal uw achtertocht
3919 Jes 59:9 | wegdoet het juk, het uitsteken des vingers, en het spreken
3920 Jes 59:14 | vader Jakob; want de mond des HEEREN heeft het gesproken. ~ ~
3921 Jes 60:1 | 1 Ziet, de hand des HEEREN is niet verkort,
3922 Jes 60:6 | ongerechtigheid, en een maaksel des wrevels is in hun handen. ~
3923 Jes 60:8 | 8 Den weg des vredes kennen zij niet;
3924 Jes 60:17 | een pantser, en den helm des heils zette Hij op Zijn
3925 Jes 60:19 | Dan zullen zij den Naam des HEEREN vrezen van den nedergang,
3926 Jes 60:19 | een stroom, zal de Geest des HEEREN de banier tegen
3927 Jes 61:1 | komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. ~
3928 Jes 61:6 | den overvloedigen lof des HEEREN boodschappen. ~
3929 Jes 61:9 | goud met hen, tot den Naam des HEEREN uws Gods, en
3930 Jes 61:11 | steeds openstaan, zij zullen des daags of des nachts niet
3931 Jes 61:11 | zij zullen des daags of des nachts niet toegesloten
3932 Jes 61:14 | zullen u noemen de stad des HEEREN, het Sion van den
3933 Jes 61:19 | meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans
3934 Jes 62:1 | 1 De Geest des Heeren HEEREN is op Mij,
3935 Jes 62:2 | jaar van het welbehagen des HEEREN, en den dag der wraak
3936 Jes 62:3 | treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden
3937 Jes 62:3 | gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt
3938 Jes 62:6 | gijlieden zult priesters des HEEREN heten, men zal u
3939 Jes 62:10 | bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid
3940 Jes 63:2 | naam genoemd worden, welken des HEEREN mond uitdrukkelijk
3941 Jes 63:3 | sierlijke kroon zijn in de hand des HEEREN, en een koninklijke
3942 Jes 63:6 | zullen zwijgen. O gij, die des HEEREN doet gedenken, laat
3943 Jes 63:10 | poorten, bereidt den weg des volks; verhoogt, verhoogt
3944 Jes 63:12 | heilige volk, de verlosten des HEEREN; en gij zult genoemd
3945 Jes 64:7 | zal de goedertierenheden des HEEREN vermelden, den veelvoudigen
3946 Jes 64:7 | vermelden, den veelvoudigen lof des HEEREN, naar alles, wat
3947 Jes 64:14 | valleien, heeft hun de Geest des HEEREN rust gegeven. Alzo
3948 Jes 66:11 | Maar gij verlaters des HEEREN, gij vergeters van
3949 Jes 66:11 | bende, en gij opvullers des dranks voor dat getal! ~
3950 Jes 66:14 | zult schreeuwen van weedom des harten, en van verbreking
3951 Jes 66:14 | harten, en van verbreking des geestes zult gij huilen. ~
3952 Jes 66:19 | der wening, noch de stem des geschreeuws. ~
3953 Jes 66:23 | het zaad der gezegenden des HEEREN, en hun nakomelingen
3954 Jes 67:5 | 5 Hoort des HEEREN woord, gij, die voor
3955 Jes 67:6 | uit den tempel, de stem des HEEREN, Die Zijn vijanden
3956 Jes 67:14 | tedere gras; dan zal de hand des HEEREN bekend worden aan
3957 Jes 67:16 | vlees; en de verslagenen des HEEREN zullen vermenigvuldigd
3958 Jes 67:20 | rein vat brengen ten huize des HEEREN. ~
3959 Jer 1:2 | Tot welken het woord des HEEREN geschiedde, in de
3960 Jer 1:4 | 4 Het woord des HEEREN dan geschiedde tot
3961 Jer 1:11 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
3962 Jer 1:13 | 13 En des HEEREN woord geschiedde
3963 Jer 1:14 | opdoen over alle inwoners des lands. ~
3964 Jer 2:1 | 1 En des HEEREN woord geschiedde
3965 Jer 2:4 | 4 Hoort des HEEREN woord, gij huis van
3966 Jer 2:6 | dorheid en schaduw des doods, in een land, waar
3967 Jer 2:13 | begaan; Mij, den Springader des levenden waters, hebben
3968 Jer 2:14 | of is hij een ingeborene des huizes? Waarom is hij dan
3969 Jer 2:31 | aanmerkt toch gijlieden des HEEREN woord! Ben Ik Israel
3970 Jer 3:16 | niet meer zeggen: De ark des verbonds des HEEREN,
3971 Jer 3:16 | De ark des verbonds des HEEREN, ook zal zij in het
3972 Jer 3:17 | zullen zij Jeruzalem noemen, des HEEREN troon; en al de heidenen
3973 Jer 3:17 | haar vergaderd worden, om des HEEREN Naams wil, te Jeruzalem;
3974 Jer 3:25 | dag; en wij zijn der stem des HEEREN, onzes Gods, niet
3975 Jer 4:8 | want de hittigheid van des HEEREN toorn is niet van
3976 Jer 4:9 | spreekt de HEERE, dat het hart des konings en het hart der
3977 Jer 4:25 | geen mens; en alle vogelen des hemels waren weggevlogen. ~
3978 Jer 4:31 | benauwdheid als van een, die in des eersten kinds nood is, de
3979 Jer 5:4 | zottelijk, omdat zij den weg des HEEREN, het recht hun Gods
3980 Jer 5:5 | want die weten den weg des HEEREN, het recht huns Gods;
3981 Jer 5:10 | spitsen weg, want zij zijn des HEEREN niet. ~
3982 Jer 5:28 | niet, zelfs de rechtzaak des wezen, nochtans zijn zij
3983 Jer 6:10 | toeluisteren; ziet, het woord des HEEREN is hun tot een smaad,
3984 Jer 6:11 | Daarom ben ik vol van des HEEREN grimmigheid, ik ben
3985 Jer 6:25 | wandelt op den weg; want des vijands zwaard is er, schrik
3986 Jer 7:2 | Sta in de poort van des HEEREN huis, en roep aldaar
3987 Jer 7:2 | woord uit, en zeg: Hoort des HEEREN woord, o gans Juda!
3988 Jer 7:4 | valse woorden, zeggende: Des HEEREN tempel, des HEEREN
3989 Jer 7:4 | zeggende: Des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, des HEEREN
3990 Jer 7:4 | tempel, des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, zijn deze! ~
3991 Jer 7:18 | maken voor de Melecheth des hemels, en anderen
3992 Jer 7:20 | beesten, en over het geboomte des velds, en over de vrucht
3993 Jer 7:20 | velds, en over de vrucht des aardrijks; en zal branden,
3994 Jer 7:22 | noch hun geboden van zaken des brandoffers of slachtoffers. ~
3995 Jer 7:28 | het volk, dat naar de stem des HEEREN, zijns Gods, niet
3996 Jer 7:31 | van Tofeth, dat in het dal des zoons van Hinnom is, om
3997 Jer 7:32 | worden Tofeth, noch dal des zoons van Hinnom, maar moorddal;
3998 Jer 7:33 | volks zullen het gevogelte des hemels, en het gedierte
3999 Jer 7:34 | stem der vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der
4000 Jer 8:2 | en voor het ganse heir des hemels, die zij liefgehad,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5858 |