Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
derzelven 1
derzelver 101
derzulken 3
des 5858
desem 1
desgelijks 81
desgenen 75
Frequency    [«  »]
6044 u
6026 te
5967 heere
5858 des
5824 hem
5303 met
5157 op

Bijbel

IntraText - Concordances

des

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5858

     Book Chapter: Verse
3501 Spre 12:25 | Bekommernis in het hart des mensen buigt het neder; 3502 Spre 12:27 | maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen. ~ 3503 Spre 12:27 | kostelijk goed des mensen is des vlijtigen. ~ 3504 Spre 13:1 | wijs zoon hoort de tucht des vaders; maar een spotter 3505 Spre 13:2 | ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar 3506 Spre 13:4 | 4      De ziel des luiaards is begerig, doch 3507 Spre 13:12 | begeerte, die komt, is een boom des levens. ~ 3508 Spre 13:14 | 14      Des wijzen leer is een springader 3509 Spre 13:14 | wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken 3510 Spre 13:14 | te wijken van de strikken des doods. ~ 3511 Spre 13:22 | erven; maar het vermogen des zondaars is voor de rechtvaardige 3512 Spre 14:3 | 3      In den mond des dwazen is een roede des 3513 Spre 14:3 | des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen 3514 Spre 14:8 | 8      De wijsheid des kloekzinnigen is zijn weg 3515 Spre 14:12 | laatste van dien zijn wegen des doods. ~ 3516 Spre 14:19 | goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen. ~ 3517 Spre 14:20 | gehaat; maar de liefhebbers des rijken zijn vele. ~ 3518 Spre 14:26 | 26      In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen, 3519 Spre 14:27 | 27      De vreze des HEEREN is een springader 3520 Spre 14:27 | HEEREN is een springader des levens, om af te wijken 3521 Spre 14:27 | te wijken van de strikken des doods. ~ 3522 Spre 14:28 | 28      In de menigte des volks is des konings heerlijkheid; 3523 Spre 14:28 | de menigte des volks is des konings heerlijkheid; maar 3524 Spre 14:30 | gezond hart is het leven des vleses; maar nijd is verrotting 3525 Spre 14:31 | deszelfs Maker; maar die zich des nooddruftigen ontfermt, 3526 Spre 14:33 | Wijsheid rust in het hart des verstandigen; maar wat in 3527 Spre 14:35 | 35      Het welbehagen des konings is over een verstandigen 3528 Spre 15:3 | 3      De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, 3529 Spre 15:4 | medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid 3530 Spre 15:6 | 6      In het huis des rechtvaardigen is een grote 3531 Spre 15:6 | een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte. ~ 3532 Spre 15:11 | hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? ~ 3533 Spre 15:13 | maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. ~ 3534 Spre 15:15 | 15      Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar 3535 Spre 15:16 | Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, 3536 Spre 15:19 | 19      De weg des luiaards is als een doornheg; 3537 Spre 15:24 | 24      De weg des levens is den verstandige 3538 Spre 15:26 | 26      Des bozen gedachten zijn den 3539 Spre 15:28 | 28      Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, 3540 Spre 15:31 | oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het 3541 Spre 15:33 | 33      De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; 3542 Spre 16:1 | De mens heeft schikkingen des harten; maar het antwoord 3543 Spre 16:2 | 2      Alle wegen des mans zijn zuiver in zijn 3544 Spre 16:4 | den goddeloze tot den dag des kwaads. ~ 3545 Spre 16:6 | verzoend; en door de vreze des HEEREN wijkt men af van 3546 Spre 16:9 | 9      Het hart des mensen overdenkt zijn weg; 3547 Spre 16:10 | Waarzegging is op de lippen des konings; zijn mond zal niet 3548 Spre 16:11 | waag en weegschaal zijn des HEEREN; alle weegstenen 3549 Spre 16:11 | HEEREN; alle weegstenen des zaks zijn Zijn werk. ~ 3550 Spre 16:14 | 14      De grimmigheid des konings is als de boden 3551 Spre 16:14 | konings is als de boden des doods; maar een wijs man 3552 Spre 16:15 | 15      In het licht van des konings aangezicht is leven; 3553 Spre 16:15 | welgevallen is als een wolk des spaden regens. ~ 3554 Spre 16:18 | verbreking, en hoogheid des geestes voor den val. ~ 3555 Spre 16:22 | bezitten, is een springader des levens; maar de tucht der 3556 Spre 16:25 | laatste van dien zijn wegen des doods. ~ 3557 Spre 16:26 | 26      De ziel des arbeidzamen arbeidt voor 3558 Spre 16:29 | 29      Een man des gewelds verlokt zijn naaste, 3559 Spre 17:14 | 14      Het begin des krakeels is gelijk een, 3560 Spre 17:16 | Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, 3561 Spre 17:21 | droefheid zijn; en de vader des dwazen zal zich niet verblijden. ~ 3562 Spre 17:23 | schoot nemen, om de paden des rechts te buigen. ~ 3563 Spre 17:24 | 24      In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; 3564 Spre 17:24 | is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der 3565 Spre 18:5 | niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, 3566 Spre 18:6 | 6      De lippen des zots komen in twist, en 3567 Spre 18:7 | 7      De mond des zots is hemzelven een verstoring, 3568 Spre 18:8 | 8      De woorden des oorblazers zijn als dergenen, 3569 Spre 18:8 | die dalen in het binnenste des buiks. ~ 3570 Spre 18:10 | 10      De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; 3571 Spre 18:11 | 11      Des rijken goed is de stad zijner 3572 Spre 18:12 | Voor de verbreking zal des mensen hart zich verheffen; 3573 Spre 18:16 | 16      De gift des mensen maakt hem ruimte, 3574 Spre 19:3 | 3      De dwaasheid des mensen zal zijn weg verkeren; 3575 Spre 19:6 | Velen smeken het aangezicht des prinsen; en een ieder is 3576 Spre 19:7 | 7      Al de broeders des armen haten hem; hoeveel 3577 Spre 19:11 | 11      Het verstand des mensen vertrekt zijn toorn; 3578 Spre 19:12 | 12      Des konings gramschap is als 3579 Spre 19:17 | 17      Die zich des armen ontfermt, leent den 3580 Spre 19:21 | 21      In het hart des mans zijn veel gedachten; 3581 Spre 19:21 | gedachten; maar de raad des HEEREN, die zal bestaan. ~ 3582 Spre 19:22 | 22      De wens des mensen is zijn weldadigheid; 3583 Spre 19:23 | 23      De vreze des HEEREN is ten leven; want 3584 Spre 20:2 | 2      De schrik des konings is als het brullen 3585 Spre 20:8 | koning, zittende op den troon des gerichts, verstrooit alle 3586 Spre 20:24 | 24      De treden des mans zijn van den HEERE; 3587 Spre 20:25 | 25      Het is een strik des mensen, dat hij het heilige 3588 Spre 20:27 | 27      De ziel des mensen is een lamp des HEEREN, 3589 Spre 20:27 | ziel des mensen is een lamp des HEEREN, doorzoekende al 3590 Spre 20:27 | doorzoekende al de binnenkameren des buiks. ~ 3591 Spre 20:30 | slagen van het binnenste des buiks. ~  ~ 3592 Spre 21:1 | 1      Des konings hart is in de hand 3593 Spre 21:1 | konings hart is in de hand des HEEREN als waterbeken. Hij 3594 Spre 21:2 | 2      Alle weg des mensen is recht in zijn 3595 Spre 21:4 | Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, en de ploeging der 3596 Spre 21:5 | 5      De gedachten des vlijtigen zijn alleen tot 3597 Spre 21:8 | 8      De weg des mensen is gans verkeerd 3598 Spre 21:8 | en vreemd; maar het werk des zuiveren is recht. ~ 3599 Spre 21:10 | 10      De ziel des goddelozen begeert het kwaad; 3600 Spre 21:12 | rechtvaardige let verstandelijk op des goddelozen huis, als God 3601 Spre 21:13 | stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, 3602 Spre 21:16 | Een mens, die van den weg des verstands afdwaalt, zal 3603 Spre 21:20 | 20      In des wijzen woning is een gewenste 3604 Spre 21:25 | 25      De begeerte des luiaards zal hem doden, 3605 Spre 21:31 | wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning 3606 Spre 21:31 | maar de overwinning is des HEEREN. ~  ~ 3607 Spre 22:4 | nederigheid, met de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer, 3608 Spre 22:5 | strikken, zijn in den weg des verkeerden; die zijn ziel 3609 Spre 22:7 | armen; en die ontleent, is des leners knecht. ~ 3610 Spre 22:11 | 11      Die de reinheid des harten liefheeft, wiens 3611 Spre 22:12 | 12      De ogen des HEEREN bewaren de wetenschap; 3612 Spre 22:12 | wetenschap; maar de zaken des trouwelozen zal Hij omkeren. ~ 3613 Spre 22:15 | dwaasheid is in het hart des jongen gebonden; de roede 3614 Spre 23:17 | ten allen dage in de vreze des HEEREN. ~ 3615 Spre 23:24 | 24      De vader des rechtvaardigen zal zich 3616 Spre 24:15 | goddeloze! op de woning des rechtvaardigen; verwoest 3617 Spre 24:25 | liefelijkheid zijn; en de zegen des goeds zal op hem komen. ~ 3618 Spre 25:3 | 3      Aan de hoogte des hemels, en aan de diepte 3619 Spre 25:5 | goddelozen weg van het aangezicht des konings, en zijn troon zal 3620 Spre 25:6 | niet voor het aangezicht des konings, en sta niet in 3621 Spre 25:13 | koude der sneeuw ten dage des oogstes; want hij verkwikt 3622 Spre 25:26 | wankelende voor het aangezicht des goddelozen, is een beroerde 3623 Spre 26:22 | 22      De woorden des oorblazers zijn als dergenen, 3624 Spre 26:22 | die dalen in het binnenste des buiks. ~ 3625 Spre 27:3 | gewichtig; maar de toornigheid des dwazen is zwaarder dan die 3626 Spre 27:6 | 6      De wonden des liefhebbers zijn getrouw; 3627 Spre 27:6 | getrouw; maar de kussingen des haters zijn af te bidden. ~ 3628 Spre 27:14 | zegent met luider stem, zich des morgens vroeg opmakende, 3629 Spre 27:15 | gedurige druiping ten dage des slagregens en een kijfachtige 3630 Spre 27:19 | het aangezicht, alzo is des mensen hart tegen den mens. ~ 3631 Spre 27:20 | verzadigd; alzo worden de ogen des mensen niet verzadigd. ~ 3632 Spre 27:26 | kleding, en de bokken de prijs des velds. ~ 3633 Spre 28:2 | 2      Om de overtreding des lands zijn deszelfs vorsten 3634 Spre 28:8 | dat voor dengene, die zich des armen ontfermt. ~ 3635 Spre 28:24 | geen overtreding; die is des verdervenden mans gezel. ~ 3636 Spre 29:23 | 23      De hoogmoed des mensen zal hem vernederen; 3637 Spre 29:25 | 25      De siddering des mensen legt een strik; maar 3638 Spre 29:26 | Velen zoeken het aangezicht des heersers; maar een ieders 3639 Spre 30:17 | raven der beek uitpikken, en des arends jongen zullen het 3640 Spre 30:33 | bloed voort, en de drukking des toorns brengt twist voort. ~  ~  ~ ~ 3641 Spre 31:18 | goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit. ~ 3642 Spre 31:23 | als hij zit met de oudsten des lands. ~ 3643 Pred 1:14 | al ijdelheid en kwelling des geestes. 3644 Pred 1:17 | dat ook dit een kwelling des geestes is. ~ 3645 Pred 2:7 | maagden, en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot 3646 Pred 2:11 | al ijdelheid en kwelling des geestes, en      daarin 3647 Pred 2:14 | 14      De ogen des wijzen zijn in zijn hoofd, 3648 Pred 2:17 | al ijdelheid en kwelling des geestes. ~ 3649 Pred 2:23 | bezigheid is verdriet; zelfs des nachts rust zijn hart niet. 3650 Pred 2:26 | ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~  ~ 3651 Pred 3:16 | onder de zon, ter plaatse des gerichts, aldaar was goddeloosheid; 3652 Pred 4:4 | en alle geschikkelijkheid des werks, dat het den mens 3653 Pred 4:4 | ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~ 3654 Pred 4:6 | vol met arbeid en kwelling des geestes. ~ 3655 Pred 4:16 | ook ijdelheid en kwelling des      geestes. ~ 3656 Pred 5:2 | bezigheid, alzo de stem des zots door de veelheid der 3657 Pred 5:5 | niet voor het aangezicht des engels, dat het een dwaling 3658 Pred 5:7 | Indien gij de onderdrukking des armen, en de beroving des 3659 Pred 5:7 | des armen, en de beroving des gerichts en der gerechtigheid 3660 Pred 5:8 | 8      Het voordeel des aardrijks is voor allen: 3661 Pred 5:11 | 11      De slaap des arbeiders is zoet, hij hebbe 3662 Pred 5:11 | gegeten; maar de zatheid des rijken laat hem niet slapen. ~ 3663 Pred 6:7 | 7      Al de arbeid des mensen is voor zijn mond; 3664 Pred 6:9 | ook ijdelheid en kwelling des geestes. ~ 3665 Pred 7:1 | dan goede olie, en de dag des doods, dan de dag dat iemand 3666 Pred 7:2 | dan te gaan in het huis des maaltijds; want in hetzelve 3667 Pred 7:3 | want door de droefheid des aangezichts wordt het hart 3668 Pred 7:5 | te horen het bestraffen des wijzen, dan dat iemand hore 3669 Pred 7:14 | Geniet het goede ten dage des voorspoeds, maar ten dage 3670 Pred 7:14 | voorspoeds, maar ten dage des tegenspoeds, zie toe; want 3671 Pred 8:2 | zeg: Neem acht op de mond des konings; doch naar de gelegenheid 3672 Pred 8:4 | 4      Waar het woord des konings is, daar is heerschappij; 3673 Pred 8:6 | wijze, dewijl het kwaad des mensen veel is over hem. ~ 3674 Pred 8:8 | heerschappij over den dag des doods; ook geen geweer in 3675 Pred 8:10 | kwamen, en uit de plaats des Heiligen gingen, die werden 3676 Pred 8:16 | geschiedt, dat men ook, des daags of des nachts, den 3677 Pred 8:16 | dat men ook, des daags of des nachts, den slaap niet ziet 3678 Pred 9:16 | kracht, hoewel de wijsheid des armen veracht, en zijn woorden 3679 Pred 10:1 | dode vlieg doet de zalf des apothekers stinken en opwellen; 3680 Pred 10:2 | 2      Het hart des wijzen is tot zijn rechterhand, 3681 Pred 10:4 | 4      Als de geest des heersers tegen u oprijst, 3682 Pred 10:5 | die van het aangezicht des oversten voortkomt. ~ 3683 Pred 10:20 | slaapkamer; want het gevogelte des hemels zou de stem wegvoeren, 3684 Pred 11:5 | niet weet, welke de weg des winds zij, of hoedanig de 3685 Pred 11:6 | morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af; want gij 3686 Pred 12:3 | dag, wanneer de wachters des huizes zullen beven, en 3687 Pred 12:12 | veel lezens is vermoeiing des vleses. ~ 3688 Hoo 2:3 | appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste 3689 Hoo 2:7 | reeen, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die 3690 Hoo 3:1 | 1      Ik zocht des nachts op mijn leger Hem, 3691 Hoo 3:5 | de reeen of bij de hinden des velds zijt, dat gij de liefde 3692 Hoo 3:6 | en met allerlei poeder des kruideniers? ~ 3693 Hoo 3:8 | heup, vanwege den schrik des nachts. ~ 3694 Hoo 5:5 | vloeiende mirre, op de handvaten des slots. ~ 3695 Hoo 8:6 | zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN. ~ 3696 Jes 1:5 | geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; 3697 Jes 1:5 | worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse 3698 Jes 1:10 | 10      Hoort des HEEREN woord, gij oversten 3699 Jes 1:20 | gegeten worden; want de mond des HEEREN heeft het gesproken. ~ 3700 Jes 2:2 | dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn 3701 Jes 2:3 | ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van 3702 Jes 2:3 | Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. ~ 3703 Jes 2:5 | ons wandelen in het licht des HEEREN. ~ 3704 Jes 2:10 | stof, vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid 3705 Jes 2:12 | 12      Want de dag des HEEREN der heirscharen zal 3706 Jes 2:19 | aarde, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid 3707 Jes 2:21 | steenrotsen, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid 3708 Jes 3:1 | en den staf, allen stok des broods, en allen stok des 3709 Jes 3:1 | des broods, en allen stok des waters; ~ 3710 Jes 3:7 | mij niet tot een overste des volks. ~ 3711 Jes 3:14 | wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe huizen. ~ 3712 Jes 4:2 | 2   Te dien dage zal des HEEREN SPRUIT zijn tot sieraad 3713 Jes 4:4 | derzelver midden, door den Geest des   oordeels, en door den 3714 Jes 4:5 | vergaderingen, scheppen een wolk des daags, en een rook, en den 3715 Jes 4:5 | glans eens vlammenden vuurs des   nachts; want over alles 3716 Jes 4:6 | hut zijn tot een schaduw des daags tegen de hitte, en 3717 Jes 5:8 | gemaakt wordt in het midden des lands! ~ 3718 Jes 5:12 | zij aanschouwen het werk des HEEREN niet, en zij zien 3719 Jes 5:19 | naderen en komen den raadslag des Heiligen van Israel, dat 3720 Jes 5:24 | Daarom, gelijk de tong des vuurs den stoppel verteert, 3721 Jes 5:24 | omdat zij verwerpen de wet des HEEREN der heirscharen, 3722 Jes 5:24 | heirscharen, en de rede des Heiligen van Israel versmaden. ~ 3723 Jes 5:25 | Daarom is de toorn des HEEREN ontstoken tegen Zijn 3724 Jes 6:4 | zich bewogen van de stem des roependen; en het huis werd 3725 Jes 6:8 | Daarna hoorde ik de stem des Heeren, dewelke zeide: Wien 3726 Jes 6:12 | groot wezen in het binnenste des lands. ~ 3727 Jes 7:2 | zijns volks, gelijk de bomen des wouds bewogen worden van      3728 Jes 7:3 | einde van den watergang des oppersten vijvers, aan den 3729 Jes 7:3 | hogen weg van het      veld des vollers; ~ 3730 Jes 7:4 | vuurbranden; vanwege de ontsteking des toorns van      Rezin en 3731 Jes 7:22 | overgebleven zal zijn in het midden des lands, die zal boter en      3732 Jes 8:14 | zijn; maar tot een steen des aanstoots en tot een rotssteen 3733 Jes 9:1 | het land van de schaduw des doods, over dezelve zal 3734 Jes 9:4 | werden, tot een voedsel des vuurs. ~ 3735 Jes 9:6 | grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn 3736 Jes 9:6 | eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal 3737 Jes 9:8 | in hoogmoed en grootsheid des harten, zeggende: ~ 3738 Jes 9:17 | aansteken de verwarde struiken des wouds, die zich verheven 3739 Jes 9:17 | hebben als de verheffing des      rooks. ~ 3740 Jes 9:18 | Vanwege de verbolgenheid des HEEREN der heirscharen, 3741 Jes 9:18 | zal zijn als een voedsel des vuurs: de een zal den ander 3742 Jes 10:12 | vrucht van de grootsheid      des harten van den koning van 3743 Jes 10:16 | doen branden, als den brand des vuurs. ~ 3744 Jes 10:27 | zal verdorven worden, om des Gezalfden wil. ~ 3745 Jes 10:34 | ijzer de verwarde struiken des wouds omhouwen; en de Libanon 3746 Jes 11:2 | En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, de Geest 3747 Jes 11:2 | de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des 3748 Jes 11:2 | des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de 3749 Jes 11:2 | der kennis en der vreze des HEEREN. ~ 3750 Jes 11:3 | rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar 3751 Jes 11:4 | richten, en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid 3752 Jes 11:9 | aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren 3753 Jes 11:12 | vergaderen, van de vier einden des aardrijks. ~ 3754 Jes 12:3 | vreugde uit de fonteinen des heils; ~ 3755 Jes 13:5 | verren lande, van het einde des hemels; de HEERE en de instrumenten 3756 Jes 13:6 | Huilt gijlieden, want de dag des HEEREN is nabij; hij komt 3757 Jes 13:9 | 9      Ziet, de dag des HEEREN komt, gruwelijk, 3758 Jes 13:10 | 10      Want de sterren des hemels en zijn gesternten 3759 Jes 13:13 | vanwege de verbolgenheid des HEEREN der heirscharen, 3760 Jes 13:18 | ontfermen over de vrucht des buiks; hun oog zal de kinderen 3761 Jes 14:2 | erfelijk bezitten in het land des HEEREN tot knechten en tot 3762 Jes 14:12 | o morgenster, gij zoon des dageraads! hoe zijt gij 3763 Jes 14:23 | Ik zal hen met een bezem des verderfs uitvagen, spreekt 3764 Jes 14:32 | dan antwoorden den boden des volks? Dat de HEERE Sion 3765 Jes 15:9 | mitsgaders over het overblijfsel des lands. ~  ~ 3766 Jes 16:1 | lammeren van den heerser des lands van Sela af, naar 3767 Jes 16:4 | schuilplaats voor het aangezicht des verstoorders; want de onderdrukker 3768 Jes 17:14 | 14      Ten tijde des avonds, ziet, zo is er verschrikking, 3769 Jes 18:4 | den regen, als een wolk des dauws in de hitte des oogstes; ~ 3770 Jes 18:4 | wolk des dauws in de hitte des oogstes; ~ 3771 Jes 18:7 | tot de plaats van den Naam des HEEREN der heirscharen, 3772 Jes 19:16 | de beweging van de hand des HEEREN der heirscharen, 3773 Jes 19:17 | bevreesd wezen vanwege den raad des HEEREN der heirscharen,      3774 Jes 20:6 | worden van het   aangezicht des konings van Assyrie; hoe 3775 Jes 21:14 | tegemoet met water; de inwoners des lands van Thema zijn den 3776 Jes 21:15 | boog, en voor de zwarigheid des krijgs. ~ 3777 Jes 22:1 | De last van het dal des gezichts. Wat is u nu, dat 3778 Jes 22:5 | heirscharen, in het dal des gezicht, een dag van ontmuring 3779 Jes 22:5 | gezicht, een dag van ontmuring des muurs,      en van geschreeuw 3780 Jes 22:8 | naar de wapenen in het huis des wouds. 3781 Jes 22:9 | en gij zult de wateren des ondersten vijvers vergaderen. ~ 3782 Jes 22:11 | de muren, voor de wateren des ouden vijvers; maar gij 3783 Jes 22:12 | kaalheid, en tot omgording des zaks. ~ 3784 Jes 23:2 | Zwijgt, gij inwoners des eilands! gij, die de kooplieden 3785 Jes 23:6 | Tarsis, huilt, gij inwoners des eilands! ~ 3786 Jes 24:4 | de hoogsten van het volk des lands kwelen. ~ 3787 Jes 24:6 | daarom zullen de inwoners des lands verbrand worden, en 3788 Jes 24:11 | geroep op de straten, om des wijns wil; alle blijdschap 3789 Jes 24:11 | verduisterd, de vreugde des lands is heengevaren. ~ 3790 Jes 24:13 | wezen, gelijk de afschudding des olijfbooms, gelijk de nalezingen, 3791 Jes 24:14 | vanwege de heerlijkheid des HEEREN zullen zij juichen 3792 Jes 24:15 | eilanden der zee den Naam des HEEREN, des Gods van Israel. ~ 3793 Jes 24:15 | zee den Naam des HEEREN, des Gods van Israel. ~ 3794 Jes 24:16 | psalmen, tot verheerlijking des Rechtvaardigen. Doch nu 3795 Jes 24:17 | strik over u, o inwoners des lands! ~ 3796 Jes 24:21 | zal over de heirscharen des hogen in de hoogte, en over 3797 Jes 24:21 | hoogte, en over de koningen des aardbodems op den aardbodem. ~ 3798 Jes 25:7 | verslinden het bewindsel des aangezichts, waarmede alle 3799 Jes 25:10 | 10      Want de hand des HEEREN zal op dezen berg 3800 Jes 26:6 | ze vertreden, de voeten des ellendigen, de treden der 3801 Jes 26:7 | 7      Het pad des rechtvaardigen is geheel 3802 Jes 26:7 | is geheel effen, den gang des rechtvaardigen weegt Gij 3803 Jes 26:10 | en hij ziet de hoogheid des HEEREN niet aan. ~ 3804 Jes 26:15 | hebt hen in al de einden des aardrijks verre weggedaan. ~ 3805 Jes 27:8 | harden wind, in den dag des oostenwinds. ~ 3806 Jes 27:9 | wanneer Hij al de stenen des altaar maken      zal als 3807 Jes 28:2 | een hagelvloed, een poort des verderfs; gelijk een vloed 3808 Jes 28:6 | 6      En tot een Geest des oordeels dien, die ten oordeel 3809 Jes 28:13 | Zo zal hun het woord des HEEREN zijn; gebod op gebod, 3810 Jes 28:14 | 14      Daarom, hoort des HEEREN woord, gij bespotters, 3811 Jes 29:10 | ulieden uitgegoten een geest des diepen slaaps, en Hij heeft 3812 Jes 29:18 | de doven horen de woorden des Boeks; en de ogen der blinden, 3813 Jes 30:6 | het zuiden, naar het land des angstes, en der benauwdheid, 3814 Jes 30:9 | kinderen; kinderen, die des HEEREN wet niet horen willen. ~ 3815 Jes 30:18 | want de HEERE is een God des gerichts;      welgelukzalig 3816 Jes 30:23 | regen geven, en brood van des lands inkomen, en hetzelve 3817 Jes 30:27 | 27      Ziet, de Naam des HEEREN komt van verre, Zijn 3818 Jes 30:29 | geheiligd wordt; en blijdschap des harten, gelijk van een, 3819 Jes 30:29 | komen tot den      berg des HEEREN, tot den Rotssteen 3820 Jes 30:31 | 31      Want door de stem des HEEREN zal Assur te morzel 3821 Jes 30:33 | brandstapel is veel; de adem des HEEREN      zal hem aansteken 3822 Jes 32:6 | tegen den HEERE, om de ziel des hongerigen ledig      te 3823 Jes 32:18 | volk zal in een woonplaats des vredes wonen, en in welverzekerde 3824 Jes 32:20 | zaait; gij, die den voet des osses en des ezels derwaarts 3825 Jes 32:20 | die den voet des osses en des ezels derwaarts henenzendt! ~  ~  ~  ~ ~ 3826 Jes 33:3 | 3      Van het geluid des rumoers zullen de volken 3827 Jes 33:6 | wijsheid en kennis; de vreze des HEEREN zal zijn schat zijn. ~ 3828 Jes 33:7 | roepen daar buiten; de boden des vredes wenen bitterlijk. ~ 3829 Jes 33:12 | zijn als de verbrandingen des kalks; als afgehouwen doornen 3830 Jes 34:2 | Want de verbolgenheid des HEEREN is over al de heidenen, 3831 Jes 34:6 | 6      Het zwaard des HEEREN is vol van bloed, 3832 Jes 34:8 | zal zijn de dag der wraak des HEEREN, een jaar der vergeldingen, 3833 Jes 34:10 | 10      Het zal des nachts of des daags niet 3834 Jes 34:10 | Het zal des nachts of des daags niet uitgeblust worden, 3835 Jes 34:16 | 16      Zoekt in het boek des HEEREN, en leest; niet een 3836 Jes 35:2 | zien de      heerlijkheid des HEEREN, het sieraad onzes 3837 Jes 35:6 | als een hert, en de tong des stommen zal juichen; want 3838 Jes 35:10 | En de vrijgekochten des HEEREN zullen wederkeren, 3839 Jes 36:2 | stond aan den watergang des oppersten vijvers, aan den      3840 Jes 36:2 | hogen weg van het veld des vollers. ~ 3841 Jes 36:11 | het Joods, voor de oren des      volks, dat op den muur 3842 Jes 36:13 | zeide: Hoort de woorden des groten konings, des konings 3843 Jes 36:13 | woorden des groten konings, des konings van Assyrie! ~ 3844 Jes 36:15 | stad zal niet in de hand des konings van Assyrie gegeven 3845 Jes 36:18 | land, gered uit de hand des konings van Assyrie? ~ 3846 Jes 36:21 | een woord; want het gebod des konings was, zeggende: Gij 3847 Jes 37:1 | zak, en ging in het huis des HEEREN. ~ 3848 Jes 37:6 | waarmede Mij de dienaars des konings van      Assyrie 3849 Jes 37:10 | Jeruzalem zal in de hand des konings van      Assyrie 3850 Jes 37:14 | ging hij op in het huis des HEEREN; en Hizkia breidde 3851 Jes 37:14 | uit voor het aangezicht des HEEREN. ~ 3852 Jes 37:27 | zij waren als het gras des velds en de groene grasscheutjes, 3853 Jes 37:32 | den berg Sion; de ijver des HEEREN der heirscharen zal 3854 Jes 37:36 | Toen voer de engel des HEEREN uit, en sloeg in 3855 Jes 37:36 | duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, 3856 Jes 38:4 | Toen geschiedde het woord des HEEREN tot Jesaja, zeggende: ~ 3857 Jes 38:6 | En Ik zal u uit de hand des konings van Assyrie verlossen, 3858 Jes 38:10 | dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan, ik word 3859 Jes 38:20 | onzes levens, in het huis des HEEREN. ~ 3860 Jes 38:22 | teken zijn, dat ik ten huize des HEEREN zal opgaan? ~  ~ 3861 Jes 39:5 | tot Hizkia: Hoor het woord des HEEREN der heirscharen. ~ 3862 Jes 39:7 | hovelingen zijn in het paleis des konings van Babel. ~ 3863 Jes 39:8 | zeide tot Jesaja: Het woord des HEEREN, dat gij gesproken 3864 Jes 40:2 | is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen 3865 Jes 40:3 | 3      Een stem des roependen in de woestijn: 3866 Jes 40:3 | woestijn: Bereidt den weg des HEEREN, maakt recht in de 3867 Jes 40:5 | En de heerlijkheid des HEEREN zal geopenbaard worden; 3868 Jes 40:5 | zal zien, dat het de mond des HEEREN gesproken heeft. ~ 3869 Jes 40:6 | goedertierenheid als een bloem des velds. ~ 3870 Jes 40:7 | bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin blaast; voorwaar, 3871 Jes 40:13 | Wie heeft den Geest des HEEREN bestierd, en wie 3872 Jes 40:14 | Hem zou leren van het pad des rechts, en Hem wetenschap 3873 Jes 40:14 | bekend maken den weg      des veelvoudigen verstands? ~ 3874 Jes 41:20 | gelijk verstaan, dat de hand des HEEREN zulks gedaan, en 3875 Jes 42:6 | u geven tot een Verbond des volks, tot een Licht der 3876 Jes 42:19 | blind, gelijk de knecht des HEEREN? ~ 3877 Jes 42:25 | Zijns toorns en de macht des oorlogs; en Hij heeft ze 3878 Jes 43:20 | 20      Het gedierte des velds zal Mij eren, de draken 3879 Jes 43:28 | Daarom zal Ik de oversten des heiligdoms ontheiligen, 3880 Jes 44:5 | Deze zal zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal zich 3881 Jes 44:5 | zijn hand schrijven: Ik ben des HEEREN, en zich toenoemen 3882 Jes 44:14 | versterkt zich onder de bomen des wouds; hij plant een olmboom, 3883 Jes 48:1 | daar zweert bij den Naam des HEEREN, en      vermeldt 3884 Jes 48:20 | verkondigt met de stemme des gejuichs, doet zulks horen, 3885 Jes 49:5 | verheerlijkt worden in de ogen des HEEREN, en Mijn God zal 3886 Jes 49:7 | zullen zich voor U buigen; om des HEEREN wil, Die getrouw 3887 Jes 49:8 | zegt de HEERE: In dien tijd des welbehagens heb Ik U verhoord, 3888 Jes 49:8 | U verhoord, en ten dage des heils heb Ik U geholpen; 3889 Jes 49:8 | U geven tot een verbond des volks,      om het aardrijk 3890 Jes 49:25 | HEERE: Ja, de gevangenen des machtigen zullen hem ontnomen 3891 Jes 49:25 | ontnomen worden, en de vangst des tirans zal ontkomen; want 3892 Jes 50:10 | hij betrouwe op den Naam des      HEEREN, en steune op 3893 Jes 51:1 | gehouwen zijt, en de holligheid des bornputs, waaruit gij      3894 Jes 51:3 | haar wildernis als den hof des HEEREN; vreugde en      3895 Jes 51:3 | dankzegging en een stem des gezangs. ~ 3896 Jes 51:9 | trek sterkte aan, Gij arm des HEEREN! ontwaak als in de 3897 Jes 51:10 | Die de zee, de wateren des groten afgronds, droog gemaakt 3898 Jes 51:11 | zullen de vrijgekochten des HEEREN wederkeren, en met 3899 Jes 51:13 | vanwege de grimmigheid des      benauwers, wanneer 3900 Jes 51:13 | Waar is dan de grimmigheid des benauwers? ~ 3901 Jes 51:17 | gedronken hebt van de hand des HEEREN den beker Zijner 3902 Jes 51:20 | zijn vol van de grimmigheid des HEEREN, van de schelding 3903 Jes 52:11 | reinigt u, gij, die de vaten des HEEREN draagt! ~ 3904 Jes 53:1 | geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? ~ 3905 Jes 53:10 | verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand 3906 Jes 54:5 | Verlosser; Hij zal de God des gansen aardbodems genaamd 3907 Jes 54:17 | is de erve der knechten des HEEREN, en hun      gerechtigheid 3908 Jes 55:5 | kende, zal tot u lopen, om des HEEREN uws Gods wil, en 3909 Jes 55:5 | HEEREN uws Gods wil, en om des Heiligen Israels wil, want 3910 Jes 55:12 | aangezicht, en alle bomen      des velds zullen de handen samenklappen. ~ 3911 Jes 56:5 | kende, zal tot u lopen, om des HEEREN uws Gods wil, en 3912 Jes 56:5 | HEEREN uws Gods wil, en om des Heiligen Israels wil, want 3913 Jes 56:12 | aangezicht, en alle bomen      des velds zullen de handen samenklappen. ~ 3914 Jes 57:2 | mens, die zulks doet, en des mensen kind, dat daaraan 3915 Jes 57:6 | te dienen, en om den Naam des HEEREN lief te hebben, om 3916 Jes 57:9 | 9      Al gij gedierten des velds, komt om te eten, 3917 Jes 59:6 | dat gij ontdoet de banden des juks, en dat gij vrij loslaat 3918 Jes 59:8 | heengaan, en de heerlijkheid des HEEREN zal      uw achtertocht 3919 Jes 59:9 | wegdoet het juk, het uitsteken des vingers,      en het spreken 3920 Jes 59:14 | vader Jakob; want de mond des HEEREN heeft      het gesproken. ~  ~ 3921 Jes 60:1 | 1      Ziet, de hand des HEEREN is niet verkort, 3922 Jes 60:6 | ongerechtigheid, en een maaksel des wrevels is      in hun handen. ~ 3923 Jes 60:8 | 8      Den weg des vredes kennen zij niet; 3924 Jes 60:17 | een pantser, en den helm des heils zette Hij op Zijn 3925 Jes 60:19 | Dan zullen zij den Naam des HEEREN vrezen van den nedergang, 3926 Jes 60:19 | een stroom, zal de Geest des      HEEREN de banier tegen 3927 Jes 61:1 | komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. ~ 3928 Jes 61:6 | den      overvloedigen lof des HEEREN boodschappen. ~ 3929 Jes 61:9 | goud met hen, tot den Naam des HEEREN      uws Gods, en 3930 Jes 61:11 | steeds openstaan, zij zullen des daags of des nachts niet 3931 Jes 61:11 | zij zullen des daags of des nachts niet toegesloten 3932 Jes 61:14 | zullen u noemen de stad des HEEREN, het Sion van den 3933 Jes 61:19 | meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans 3934 Jes 62:1 | 1      De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, 3935 Jes 62:2 | jaar van het welbehagen des HEEREN, en den dag der wraak 3936 Jes 62:3 | treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden 3937 Jes 62:3 | gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt 3938 Jes 62:6 | gijlieden zult priesters des HEEREN heten, men zal u 3939 Jes 62:10 | bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid 3940 Jes 63:2 | naam genoemd worden, welken des HEEREN mond uitdrukkelijk      3941 Jes 63:3 | sierlijke kroon zijn in de hand des HEEREN, en een koninklijke 3942 Jes 63:6 | zullen zwijgen. O gij, die des HEEREN doet gedenken, laat 3943 Jes 63:10 | poorten, bereidt den weg des volks; verhoogt, verhoogt 3944 Jes 63:12 | heilige volk, de verlosten des HEEREN; en gij zult genoemd 3945 Jes 64:7 | zal de goedertierenheden des HEEREN vermelden, den veelvoudigen 3946 Jes 64:7 | vermelden, den veelvoudigen lof des HEEREN, naar alles, wat 3947 Jes 64:14 | valleien, heeft hun de Geest des HEEREN rust gegeven. Alzo 3948 Jes 66:11 | Maar gij verlaters des HEEREN, gij vergeters van 3949 Jes 66:11 | bende, en gij opvullers des dranks voor dat getal! ~ 3950 Jes 66:14 | zult schreeuwen van weedom des harten, en van verbreking 3951 Jes 66:14 | harten, en van verbreking des geestes zult gij huilen. ~ 3952 Jes 66:19 | der wening, noch de stem des geschreeuws. ~ 3953 Jes 66:23 | het zaad der gezegenden des HEEREN, en hun nakomelingen 3954 Jes 67:5 | 5      Hoort des HEEREN woord, gij, die voor 3955 Jes 67:6 | uit den tempel, de stem des HEEREN, Die Zijn vijanden 3956 Jes 67:14 | tedere gras; dan zal de hand des HEEREN bekend worden aan 3957 Jes 67:16 | vlees; en de verslagenen des HEEREN zullen vermenigvuldigd 3958 Jes 67:20 | rein vat brengen ten huize des HEEREN. ~ 3959 Jer 1:2 | Tot welken het woord des HEEREN geschiedde, in de 3960 Jer 1:4 | 4      Het woord des HEEREN dan geschiedde tot 3961 Jer 1:11 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: 3962 Jer 1:13 | 13      En des HEEREN woord geschiedde 3963 Jer 1:14 | opdoen over alle inwoners des lands. ~ 3964 Jer 2:1 | 1      En des HEEREN woord geschiedde 3965 Jer 2:4 | 4      Hoort des HEEREN woord, gij huis van 3966 Jer 2:6 | dorheid en schaduw      des doods, in een land, waar 3967 Jer 2:13 | begaan; Mij, den Springader des levenden waters, hebben 3968 Jer 2:14 | of is hij een ingeborene des huizes? Waarom is hij dan 3969 Jer 2:31 | aanmerkt toch gijlieden des HEEREN woord! Ben Ik Israel 3970 Jer 3:16 | niet meer zeggen: De ark des      verbonds des HEEREN, 3971 Jer 3:16 | De ark des      verbonds des HEEREN, ook zal zij in het 3972 Jer 3:17 | zullen zij Jeruzalem noemen, des HEEREN troon; en al de heidenen 3973 Jer 3:17 | haar vergaderd worden, om des HEEREN Naams wil, te Jeruzalem; 3974 Jer 3:25 | dag; en wij zijn der stem des HEEREN, onzes Gods, niet 3975 Jer 4:8 | want de hittigheid van des HEEREN toorn is niet van 3976 Jer 4:9 | spreekt de HEERE, dat het hart des konings en het hart der 3977 Jer 4:25 | geen mens; en alle vogelen des hemels waren weggevlogen. ~ 3978 Jer 4:31 | benauwdheid als van een, die in des eersten kinds nood is, de 3979 Jer 5:4 | zottelijk, omdat zij den weg des HEEREN, het recht hun Gods 3980 Jer 5:5 | want die weten den weg des HEEREN, het recht huns Gods; 3981 Jer 5:10 | spitsen weg, want zij zijn des HEEREN niet. ~ 3982 Jer 5:28 | niet, zelfs de rechtzaak des wezen, nochtans zijn zij 3983 Jer 6:10 | toeluisteren; ziet, het woord des HEEREN is hun tot een smaad, 3984 Jer 6:11 | Daarom ben ik vol van des HEEREN grimmigheid, ik ben 3985 Jer 6:25 | wandelt op den weg; want des vijands zwaard is er, schrik 3986 Jer 7:2 | Sta in de poort van des HEEREN huis, en roep aldaar 3987 Jer 7:2 | woord uit, en zeg: Hoort des HEEREN woord, o gans Juda! 3988 Jer 7:4 | valse woorden, zeggende: Des HEEREN tempel, des HEEREN 3989 Jer 7:4 | zeggende: Des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, des HEEREN 3990 Jer 7:4 | tempel, des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, zijn deze! ~ 3991 Jer 7:18 | maken voor de Melecheth des hemels, en anderen      3992 Jer 7:20 | beesten, en over het geboomte des      velds, en over de vrucht 3993 Jer 7:20 | velds, en over de vrucht des aardrijks; en zal branden, 3994 Jer 7:22 | noch hun geboden van zaken des brandoffers of slachtoffers. ~ 3995 Jer 7:28 | het volk, dat naar de stem des HEEREN, zijns Gods, niet 3996 Jer 7:31 | van Tofeth, dat in het dal des zoons van Hinnom is, om 3997 Jer 7:32 | worden Tofeth, noch dal des zoons van Hinnom, maar moorddal; 3998 Jer 7:33 | volks zullen het gevogelte des hemels, en het gedierte 3999 Jer 7:34 | stem der vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der 4000 Jer 8:2 | en voor het ganse heir des hemels, die zij liefgehad,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5858

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License