Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
derzelven 1
derzelver 101
derzulken 3
des 5858
desem 1
desgelijks 81
desgenen 75
Frequency    [«  »]
6044 u
6026 te
5967 heere
5858 des
5824 hem
5303 met
5157 op

Bijbel

IntraText - Concordances

des

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5858

     Book Chapter: Verse
4001 Jer 8:7 | Mijn volk weet het recht des      HEEREN niet. ~ 4002 Jer 8:8 | Wij zijn wijs en de wet des HEEREN is bij ons! Ziet, 4003 Jer 8:9 | gevangen; ziet, zij hebben des HEEREN woord verworpen, 4004 Jer 9:10 | van vee; van de vogelen des hemels aan tot de beesten 4005 Jer 9:12 | En tot wien heeft de mond des HEEREN gesproken, dat hij 4006 Jer 9:20 | 20      Hoort dan des HEEREN woord, gij vrouwen! 4007 Jer 9:22 | HEERE: Ja, een dood lichaam des mensen zal liggen, als mest 4008 Jer 9:26 | Israels heeft de voorhuid des harten. ~  ~  ~  ~ ~ 4009 Jer 10:2 | ontzet u niet voor de tekenen des hemels, dewijl zich de heidenen 4010 Jer 10:3 | gehouwen heeft, een werk van des werkmeesters handen met 4011 Jer 10:9 | goud van Ufaz, tot een werk des werkmeesters en van de handen 4012 Jer 10:9 | werkmeesters en van de handen des goudsmids; hemelsblauw en 4013 Jer 10:18 | Ziet, Ik zal de inwoners des lands op ditmaal wegslingeren, 4014 Jer 10:22 | Ziet, er komt een stem des geruchts, en een groot beven 4015 Jer 11:21 | Profeteer niet in den Naam des HEEREN, opdat gij van onze 4016 Jer 12:4 | land treuren, en het kruid des gansen velds verdorren? 4017 Jer 12:9 | verzamelt, al gij gedierte des velds, komt om te eten! ~ 4018 Jer 12:12 | gekomen, want het zwaard des HEEREN verteert van het 4019 Jer 12:12 | verteert van het ene einde des lands tot aan het andere 4020 Jer 12:12 | tot aan het andere einde des lands; er is      geen vrede 4021 Jer 12:13 | hittigheid van      den toorn des HEEREN. ~ 4022 Jer 13:2 | een gordel naar het woord des HEEREN, en ik deed dien 4023 Jer 13:3 | 3      Toen geschiedde des HEEREN woord ten tweeden 4024 Jer 13:8 | 8      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4025 Jer 13:16 | datzelve tot een schaduw      des doods stelle, en tot een 4026 Jer 13:17 | tranen nederdalen, omdat      des HEEREN kudde gevankelijk 4027 Jer 14:1 | 1      Het woord des HEEREN, dat tot Jeremia 4028 Jer 15:3 | slepen; en met het gevogelte des hemels,      en met het 4029 Jer 15:6 | uitstrekken en u verderven; Ik ben des berouwens moede geworden. ~ 4030 Jer 15:7 | met een wan, in de poorten des lands; Ik heb Mijn volk 4031 Jer 15:11 | zo Ik niet, in de tijd des kwaads en in tijd der benauwdheid, 4032 Jer 16:1 | 1      En des HEEREN woord geschiedde 4033 Jer 16:4 | lichamen zullen het gevogelte des hemels en het gedierte der 4034 Jer 16:8 | Ga ook niet in een huis des maaltijds, om bij hen te 4035 Jer 16:9 | blijdschap, de stem des bruidegoms en de stem der 4036 Jer 17:13 | HEERE,      den Springader des levenden waters. ~ 4037 Jer 17:15 | tot mij: Waar is het woord des HEEREN? Laat het nu komen! ~ 4038 Jer 17:17 | mijn Toevlucht ten dage des kwaads. ~ 4039 Jer 17:18 | breng over hen den dag des      kwaads, en verbreek 4040 Jer 17:19 | de poort van de kinderen des volks, door dewelke de koningen 4041 Jer 17:20 | En zeg tot hen: Hoort des HEEREN woord, gij koningen 4042 Jer 17:26 | aanbrengende lofoffer, ten huize des HEEREN. ~ 4043 Jer 18:2 | op, en ga af in het huis des pottenbakkers, en aldaar 4044 Jer 18:3 | Zo ging ik af in het huis des pottenbakkers; en ziet, 4045 Jer 18:4 | verdorven, als leem, in de hand des pottenbakkers; toen maakte 4046 Jer 18:4 | het recht was in de ogen des      pottenbakkers te maken. ~ 4047 Jer 18:5 | 5      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4048 Jer 18:6 | gelijk leem in de hand des pottenbakkers, alzo zijt 4049 Jer 18:14 | men ook om een rotssteen des velds verlaten de sneeuw 4050 Jer 18:17 | verstrooien voor het aangezicht des vijands; Ik zal hun den 4051 Jer 18:21 | wegvloeien door het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen 4052 Jer 19:1 | neem tot u van de oudsten des volks, en van de oudsten 4053 Jer 19:2 | En ga uit naar het dal des zoons van Hinnom, dat voor 4054 Jer 19:3 | 3      En zeg: Hoort des HEEREN woord, gij koningen 4055 Jer 19:6 | worden het Tofeth, of dat des zoons van Hinnom, maar Moorddal. ~ 4056 Jer 19:7 | dode lichamen het gevogelte des hemels en het gedierte der 4057 Jer 19:13 | daken zij aan al het heir des      hemels gerookt en aan 4058 Jer 19:14 | stond hij in het voorhof van des HEEREN huis, en zeide tot 4059 Jer 20:1 | bestelde voorganger in het huis des HEEREN), Jeremia hoorde, 4060 Jer 20:2 | Benjamin, die aan het huis des HEEREN is. ~ 4061 Jer 20:3 | Maar het geschiedde des anderen daags, dat Pashur 4062 Jer 20:4 | gans Juda geven in de hand des konings van Babel, die hen 4063 Jer 20:8 | en verstoring; omdat mij des HEEREN woord den gansen 4064 Jer 20:13 | want Hij heeft de ziel des nooddruftigen uit de hand 4065 Jer 21:7 | slaan met de      scherpte des zwaards; hij zal ze niet 4066 Jer 21:8 | ulieder aangezicht den weg des levens en den weg des doods. ~ 4067 Jer 21:8 | weg des levens en den weg des doods. ~ 4068 Jer 21:10 | gegeven worden in de hand des konings van Babel, en hij 4069 Jer 21:11 | En aangaande het huis des konings van Juda, hoort 4070 Jer 21:11 | konings van Juda, hoort des HEEREN woord. ~ 4071 Jer 21:12 | zo zegt de HEERE: Richt des morgens recht, en verlost 4072 Jer 21:12 | den beroofde uit den hand des verdrukkers; opdat Mijn 4073 Jer 21:13 | wil aan u, gij inwoneres des dals, gij rots van het plein! 4074 Jer 22:1 | HEERE: Ga af in het huis des konings van Juda, en spreek 4075 Jer 22:2 | En zeg: Hoor het woord des HEEREN, gij koning van Juda, 4076 Jer 22:3 | den beroofde uit de hand des verdrukkers; en onderdrukt 4077 Jer 22:6 | zegt de HEERE van het huis des konings van Juda: Gij zijt 4078 Jer 22:9 | zeggen: Omdat zij het verbond des HEEREN, huns Gods, hebben 4079 Jer 22:16 | Hij heeft de rechtzaak des ellendigen en nooddruftigen 4080 Jer 22:29 | O land, land, land! hoor des HEEREN woord! ~ 4081 Jer 23:16 | gezicht huns harten, niet uit des HEEREN mond. ~ 4082 Jer 23:18 | 18      Want wie heeft in des HEEREN raad gestaan, en 4083 Jer 23:19 | 19      Ziet, een onweder des HEEREN, een grimmigheid 4084 Jer 23:20 | 20      Des HEEREN toorn zal zich niet 4085 Jer 23:33 | vragen zal, zeggende: Wat is des HEEREN last? Zo zult gij 4086 Jer 23:34 | het volk, dat zeggen zal: Des HEEREN last; dat Ik bezoeking 4087 Jer 23:36 | 36      Maar des HEEREN last zult gij niet 4088 Jer 23:38 | Maar dewijl gij zegt: Des HEEREN last; daarom, zo 4089 Jer 23:38 | Omdat gij dit woord zegt: Des HEEREN last, daar Ik tot 4090 Jer 23:38 | zeggende: Gij zult niet zeggen: Des      HEEREN last; ~ 4091 Jer 24:1 | vijgenkorven, gezet voor den tempel des HEEREN; nadat Nebukadrezar, 4092 Jer 24:4 | 4      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4093 Jer 25:3 | twintigste jaar) is het woord des HEEREN tot mij geschied; 4094 Jer 25:10 | stem de vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der 4095 Jer 25:15 | gezegd: Neem dezen beker des wijns der grimmigheid van 4096 Jer 25:17 | En ik nam den beker van des HEEREN hand, en ik gaf te 4097 Jer 25:20 | hoop, en allen koningen des lands van Uz; en allen koningen 4098 Jer 25:24 | Arabie; en allen koningen des gemengden hoops, die in 4099 Jer 25:33 | 33      En de verslagenen des HEEREN zullen te dien dage 4100 Jer 25:36 | Er zal zijn een stem des geroeps der herderen, en 4101 Jer 25:37 | 37      Want de landouwen des vredes zullen uitgeroeid 4102 Jer 25:37 | worden, vanwege de hittigheid des toorns des HEEREN. ~ 4103 Jer 25:37 | de hittigheid des toorns des HEEREN. ~ 4104 Jer 25:38 | verwoesting, vanwege de hittigheid des verdrukkers, ja, vanwege 4105 Jer 26:1 | 1      In het begin des koninkrijks van Jojakim, 4106 Jer 26:2 | het voorhof van het huis des HEEREN, en spreek tot alle 4107 Jer 26:2 | aan te bidden in het huis des HEEREN, al de woorden, die 4108 Jer 26:7 | woorden spreken in het huis des HEEREN. ~ 4109 Jer 26:9 | Waarom hebt gij in den Naam des HEEREN geprofeteerd, zeggende: 4110 Jer 26:9 | tegen Jeremia, in het huis des HEEREN. ~ 4111 Jer 26:10 | gingen zij op uit het huis des konings naar het huis des 4112 Jer 26:10 | des konings naar het huis des HEEREN; en zij zetten zich 4113 Jer 26:10 | de deur der nieuwe poort des HEEREN. ~ 4114 Jer 26:11 | dezen man is een oordeel des doods, want hij heeft geprofeteerd 4115 Jer 26:13 | en gehoorzaamt de stem des HEEREN, uws Gods; zo zal 4116 Jer 26:16 | dezen man is geen oordeel des doods, want hij heeft tot 4117 Jer 26:16 | ons gesproken in den Naam des      HEEREN, onzes Gods. ~ 4118 Jer 26:17 | mannen op, van de oudsten des lands, en spraken tot de 4119 Jer 26:17 | spraken tot de ganse gemeente des volks, zeggende: ~ 4120 Jer 26:18 | zeggende: Zo zegt de HEERE des heirscharen: Sion zal      4121 Jer 26:18 | dezes huizes tot hoogten des wouds. ~ 4122 Jer 26:19 | niet den HEERE, en smeekte des HEEREN aangezicht, zodat 4123 Jer 26:20 | een man, die in den Naam des HEEREN profeteerde, Uria, 4124 Jer 26:23 | de graven van de kinderen des volks. ~ 4125 Jer 26:24 | niet overgaf in de hand des volk, om hem te doden. ~  ~ 4126 Jer 27:1 | 1      In het begin des koninkrijks van Jojakim, 4127 Jer 27:6 | zelfs ook het gedierte des velds heb Ik hem gegeven, 4128 Jer 27:8 | zal geven onder het juk des konings van      Babel; 4129 Jer 27:11 | zal brengen onder het juk des konings van Babel, en hem 4130 Jer 27:12 | uw halzen onder het juk des konings van Babel, en dient 4131 Jer 27:16 | zeggende: Ziet, de vaten van des      HEEREN huis zullen 4132 Jer 27:18 | zij profeten zijn, en zo des HEEREN woord bij hen is, 4133 Jer 27:18 | de vaten, die in het huis des HEEREN, en in het huis      4134 Jer 27:18 | HEEREN, en in het huis      des konings van Juda, en te 4135 Jer 27:21 | de vaten, die in het huis des HEEREN, en in het huis des 4136 Jer 27:21 | des HEEREN, en in het huis des konings van Juda, en te 4137 Jer 28:1 | hetzelfde jaar, in het begin des koninkrijks van Zedekia, 4138 Jer 28:1 | tot mij sprak, in het huis des HEEREN, voor de ogen der 4139 Jer 28:1 | de ogen der priesteren en des gansen volks, zeggende: 4140 Jer 28:2 | zeggende: Ik heb het juk des konings van Babel verbroken. ~ 4141 Jer 28:3 | al de vaten van het huis des HEEREN, die Nebukadnezar, 4142 Jer 28:4 | HEERE; want Ik zal het juk des konings van Babel verbreken. ~ 4143 Jer 28:5 | priesteren, en voor de ogen des gansen volks, die in het 4144 Jer 28:5 | gansen volks, die in het huis des HEEREN stonden; ~ 4145 Jer 28:6 | hebt, dat Hij de vaten van des HEEREN huis, en allen, die      4146 Jer 28:7 | uw oren, en voor de oren des gansen volks: ~ 4147 Jer 28:11 | Hananja sprak voor de ogen des gansen volks, zeggende: 4148 Jer 28:12 | 12      Doch des HEEREN woord geschiedde 4149 Jer 28:14 | heb hem ook het gedierte des velds gegeven. ~ 4150 Jer 29:1 | Voorts zijn dit de woorden des briefs, dien de profeet 4151 Jer 29:11 | spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en niet des kwaads, 4152 Jer 29:11 | gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat Ik u geve het 4153 Jer 29:20 | 20      Gij dan, hoort des HEEREN woord, gij allen, 4154 Jer 29:26 | opzieners zoudt zijn in des HEEREN huis over allen man, 4155 Jer 29:30 | 30      Daarom geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 4156 Jer 30:23 | 23      Ziet, een onweder des HEEREN, een grimmigheid 4157 Jer 30:24 | 24      De hittigheid van des HEEREN toorn zal zich niet 4158 Jer 31:10 | 10      Hoort des HEEREN woord, gij heidenen! 4159 Jer 31:12 | juichen, en toevloeien tot des HEEREN goed, tot het koren, 4160 Jer 31:16 | HEERE; want zij zullen uit des vijands land wederkomen. ~ 4161 Jer 31:35 | de zon ten lichte geeft des daags, de ordeningen der 4162 Jer 31:35 | en der sterren ten lichte des nachts, Die de zee klieft, 4163 Jer 32:2 | 2      (Het heir nu des konings van Babel belegerde 4164 Jer 32:2 | bewaring, dat in het huis des konings van Juda is. ~ 4165 Jer 32:3 | geef deze stad in de hand des konings van Babel,      4166 Jer 32:4 | gegeven worden in de hand des konings van Babel, en zijn 4167 Jer 32:6 | Jeremia dan zeide: Des HEEREN woord is tot mij 4168 Jer 32:8 | Hanameel, mijns ooms zoon, naar des HEEREN woord, tot mij, in 4169 Jer 32:8 | Toen merkte ik, dat het des HEEREN woord was. ~ 4170 Jer 32:26 | 26      Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 4171 Jer 32:35 | gebouwd, die in het dal des zoons van Hinnom zijn, om 4172 Jer 32:36 | Zij is gegeven in de hand des konings van Babel, door 4173 Jer 33:1 | 1      Voorts geschiedde des HEEREN woord ten tweeden 4174 Jer 33:11 | der blijdschap, de stem des bruidegoms en de stem der 4175 Jer 33:11 | lof aanbrengen ten huize des HEEREN; want Ik zal de gevangenis 4176 Jer 33:11 | want Ik zal de gevangenis des lands wenden, als in      4177 Jer 33:13 | wederom onder de handen des tellers doorgaan, zegt de 4178 Jer 33:19 | 19      En des HEEREN woord geschiedde 4179 Jer 33:22 | 22      Gelijk het heir des hemels niet geteld, en het 4180 Jer 33:23 | 23      Voorts geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 4181 Jer 33:25 | indien Ik de ordeningen des hemels en der aarde niet 4182 Jer 34:2 | geef deze stad in de hand des konings van      Babel, 4183 Jer 34:3 | en uw ogen zullen de ogen des konings van Babel zien, 4184 Jer 34:4 | 4      Maar hoor des HEEREN woord, o Zedekia, 4185 Jer 34:7 | 7      Als het heir des konings van Babel streed 4186 Jer 34:12 | 12      Daarom geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 4187 Jer 34:18 | bevestigd hebben de woorden des verbonds, dat zij voor Mijn 4188 Jer 34:19 | priesteren, en al het volk des lands, die door de stukken 4189 Jer 34:19 | lands, die door de stukken des kalfs zijn doorgegaan. ~ 4190 Jer 34:20 | lichamen zullen het gevogelte des hemels en het gedierte der      4191 Jer 34:21 | de hand van het heir      des konings van Babel, die van 4192 Jer 35:2 | met hen, en breng hen in des HEEREN huis, in een der 4193 Jer 35:4 | 4      En bracht hen in des HEEREN huis, in de kamer 4194 Jer 35:12 | 12      Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 4195 Jer 36:2 | 2      Neem u een rol des boeks, en schrijf daarop 4196 Jer 36:4 | van Jeremia alle woorden des HEEREN, die Hij tot hem 4197 Jer 36:4 | gesproken had, op een rol des boeks. ~ 4198 Jer 36:5 | ben opgehouden, ik zal in des HEEREN huis niet kunnen 4199 Jer 36:6 | geschreven hebt, de woorden des HEEREN, voor de oren des 4200 Jer 36:6 | des HEEREN, voor de oren des volks, in des HEEREN huis, 4201 Jer 36:6 | voor de oren des volks, in des HEEREN huis, op den vastendag; 4202 Jer 36:7 | zal hunlieder smeking voor des HEEREN aangezicht nedervallen, 4203 Jer 36:8 | lezende in dat boek de woorden des HEEREN, in het huis des 4204 Jer 36:8 | des HEEREN, in het huis des HEEREN. ~ 4205 Jer 36:9 | dat zij een vasten voor des HEEREN aangezicht uitriepen,      4206 Jer 36:10 | de woorden van Jeremia in des HEEREN huis, in de kamer 4207 Jer 36:10 | nieuwe poort van het huis des HEEREN, voor de oren des 4208 Jer 36:10 | des HEEREN, voor de oren des gansen volks. ~ 4209 Jer 36:11 | van Safan, al de woorden des HEEREN uit dat boek gehoord 4210 Jer 36:12 | Zo ging hij af ten huize des konings in de kamer des 4211 Jer 36:12 | des konings in de kamer des schrijvers; en ziet, aldaar 4212 Jer 36:13 | dat boek las voor de oren des volks. ~ 4213 Jer 36:14 | waarin gij voor de oren des volks      gelezen hebt, 4214 Jer 36:20 | die woorden voor de oren des konings. ~ 4215 Jer 36:21 | Jehudi las ze voor de oren des konings, en voor de oren 4216 Jer 36:27 | 27      Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 4217 Jer 36:30 | lichaam zal weggeworpen zijn, des daags in de hitte,      4218 Jer 36:30 | daags in de hitte,      en des nachts in de vorst. ~ 4219 Jer 36:32 | van Jeremia, al de woorden des boeks, dat Jojakim,      4220 Jer 37:2 | knechten, noch het volk des lands, naar de woorden des 4221 Jer 37:2 | des lands, naar de woorden des HEEREN, die Hij sprak door 4222 Jer 37:4 | uitgaande in het midden des volks, en zij hadden hem 4223 Jer 37:6 | 6      Toen geschiedde des HEEREN woord tot den profeet 4224 Jer 37:12 | scheiden door het midden des volks. ~ 4225 Jer 37:16 | Als Jeremia in de plaats des kuils, en in de kotjes gekomen 4226 Jer 37:17 | zeide: Gij zult in de hand des konings van Babel gegeven 4227 Jer 37:21 | bewaring, en men gaf hem des daags een bol broods uit 4228 Jer 38:3 | in de hand van het heir des konings van Babel, datzelve 4229 Jer 38:4 | overgebleven, en de handen      des gansen volks slap, alzulke 4230 Jer 38:7 | kamerlingen, die toen in des konings huis was, hoorde, 4231 Jer 38:8 | Ebed-melech uit het huis des konings uit, en hij sprak 4232 Jer 38:11 | onder zijn hand, en ging in des konings huis tot onder de 4233 Jer 38:14 | den derden ingang, die aan des HEEREN huis was; en de koning 4234 Jer 38:17 | gewilliglijk tot de vorsten des koning van Babel zult uitgaan, 4235 Jer 38:18 | indien gij tot de vorsten des konings van Babel niet zult 4236 Jer 38:20 | toch gehoorzaam aan de stem des HEEREN, naar dewelke ik 4237 Jer 38:22 | vrouwen, die in het huis des konings van Juda zijn overgebleven, 4238 Jer 38:22 | uitgevoerd worden tot de vorsten des konings van Babel; en dezelve 4239 Jer 38:23 | maar gij zult door de hand des konings van Babel gegrepen      4240 Jer 38:26 | wierp mijn smeking voor des konings aangezicht neder, 4241 Jer 39:3 | 3      En alle vorsten des konings van Babel togen 4242 Jer 39:3 | en al de overige vorsten des konings van Babel. ~ 4243 Jer 39:4 | de stad, door den weg van des konings hof, door de      4244 Jer 39:4 | hij toog uit door den weg des vlakken velds. ~ 4245 Jer 39:8 | Chaldeen verbrandden het huis des konings en de huizen des 4246 Jer 39:8 | des konings en de huizen des volks met vuur; en zij braken 4247 Jer 39:9 | 9      Het overige nu des volks, die in de stad waren 4248 Jer 39:9 | gevallen waren, met het overige des volks, die overgebleven 4249 Jer 39:13 | Rab-Mag, en al de oversten des konings van Babel; ~ 4250 Jer 39:14 | bleef hij in het midden des volks. ~ 4251 Jer 39:15 | 15      Het woord des HEEREN was ook tot Jeremia 4252 Jer 40:5 | woon bij hem in het midden des volks; of overal, waar het 4253 Jer 40:6 | woonde bij hem in het midden des volks, die in het land waren 4254 Jer 40:7 | kinderkens, en van de armsten des lands, van degenen, die 4255 Jer 41:1 | koninklijken zade, en de oversten des konings, te weten tien mannen,      4256 Jer 41:5 | in hun hand, om ten huize des HEEREN te brengen. ~ 4257 Jer 41:7 | wierp hen in het midden des kuils, hij en de mannen, 4258 Jer 41:10 | voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, 4259 Jer 41:10 | was, gevankelijk, te weten des konings dochteren, en al 4260 Jer 41:16 | het ganse overblijfsel des volks, dat hij wedergebracht 4261 Jer 42:6 | kwaad, wij zullen der stem des HEEREN, onzes Gods, tot 4262 Jer 42:6 | welga, wanneer wij der stem des HEEREN,      onzes Gods, 4263 Jer 42:7 | einde van tien dagen, dat des HEEREN woord tot Jeremia 4264 Jer 42:11 | niet voor het aangezicht des konings van Babel, voor 4265 Jer 42:13 | blijven; opdat gij der stem des HEEREN, uws Gods, niet gehoorzaam 4266 Jer 42:15 | Nu dan, daarom hoort des HEEREN woord, gij overblijfsel 4267 Jer 42:21 | niet gehoord naar de stem des HEEREN, uws Gods, noch naar 4268 Jer 43:1 | te spreken al de woorden des HEEREN, huns Gods, met dewelke 4269 Jer 43:4 | en al het volk, der stem des HEEREN niet, om in het land 4270 Jer 43:6 | vrouwen, en de kinderkens, en des konings dochteren, en alle 4271 Jer 43:7 | want zij waren der stem des HEEREN niet gehoorzaam; 4272 Jer 43:8 | 8      Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia 4273 Jer 44:16 | woord, dat gij tot ons in des HEEREN Naam gesproken hebt, 4274 Jer 44:17 | uitgegaan, rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen 4275 Jer 44:18 | opgehouden hebben aan Melecheth des hemels te roken, en haar 4276 Jer 44:19 | wanneer wij aan Melecheth des hemels roken en haar drankofferen 4277 Jer 44:21 | uw vorsten, en het volk des lands, heeft de HEERE      4278 Jer 44:23 | HEERE gezondigd hebt, en des HEEREN stem niet gehoorzaam 4279 Jer 44:24 | tot al de vrouwen: Hoort des HEEREN woord, gij gans Juda, 4280 Jer 44:25 | houden, rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen 4281 Jer 44:26 | 26      Daarom hoort des HEEREN woord, gij gans Juda, 4282 Jer 46:1 | 1      Het woord des HEEREN, dat tot den profeet 4283 Jer 46:10 | 10      Maar deze dag is des HEEREN, des HEEREN der heirscharen, 4284 Jer 46:10 | deze dag is des HEEREN, des HEEREN der heirscharen, 4285 Jer 46:24 | zij is gegeven in de hand des volks van het noorden. ~ 4286 Jer 47:1 | 1   Het woord des HEEREN, dat tot den profeet 4287 Jer 47:2 | schreeuwen, en al de inwoners des lands zullen huilen; ~ 4288 Jer 47:4 | Filistijnen, het overblijfsel des   eilands van Kafthor, verstoren. ~ 4289 Jer 47:6 | 6   O wee, gij zwaard des HEEREN! Hoe lang zult gij 4290 Jer 48:1 | zij is ingenomen; de stad des hogen vertreks      is beschaamd 4291 Jer 48:3 | 3      Er is een stem des gekrijts van Horonaim; verstoring 4292 Jer 48:10 | Vervloekt zij, die des HEEREN werk bedriegelijk 4293 Jer 48:45 | 45      Die voor des vijands macht vluchtten, 4294 Jer 49:20 | 20      Daarom hoort des HEEREN raadslag, dien Hij 4295 Jer 49:34 | 34      Het woord des HEEREN, dat tot den profeet 4296 Jer 49:34 | tegen Elam, in het begin des koninkrijks van Zedekia, 4297 Jer 49:36 | winden uit de vier hoeken des hemels over Elam aanbrengen, 4298 Jer 50:13 | Vanwege de verbolgenheid des HEEREN zal zij niet bewoond 4299 Jer 50:15 | afgebroken; want dat is des HEEREN wraak, wreekt u aan 4300 Jer 50:28 | te verkondigen de wraak des HEEREN, onzes Gods, de wraak 4301 Jer 50:45 | Daarom hoort den raadslag des HEEREN, dien Hij over Babel 4302 Jer 51:2 | want zij zullen ten dage des kwaads van rondom tegen 4303 Jer 51:6 | dit is de tijd der wraak des HEEREN, Die haar de verdienste      4304 Jer 51:7 | gouden beker in de hand des HEEREN, die de ganse aarde 4305 Jer 51:10 | laat ons te Sion het werk des HEEREN, onzes Gods, vertellen! ~ 4306 Jer 51:11 | want dit is de wraak des HEEREN, de wraak Zijns tempels. ~ 4307 Jer 51:25 | stellen tot een berg des brands. ~ 4308 Jer 51:29 | lijden; want elk een van des HEEREN gedachten staat vast 4309 Jer 51:33 | weinig, dan zal haar de tijd des oogstes      overkomen. ~ 4310 Jer 51:45 | hittigheid van den toorn des HEEREN. ~ 4311 Jer 51:49 | te Babel de verslagenen des gansen lands vallen. ~ 4312 Jer 51:50 | blijft niet staan; gedenkt des HEEREN van verre, en laat 4313 Jer 51:51 | de      heiligdommen van des HEEREN huis gekomen zijn; ~ 4314 Jer 51:54 | 54      Er is een stem des gekrijts uit Babel, en een 4315 Jer 52:2 | dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles, wat 4316 Jer 52:3 | geschiedde, om den toorn des HEEREN tegen Jeruzalem en 4317 Jer 52:6 | sterk werd, en het volk des lands geen brood had; ~ 4318 Jer 52:7 | krijgslieden vloden, en trokken uit des nachts, uit de stad, door 4319 Jer 52:7 | tussen de twee muren, die aan des konings hof      waren ( 4320 Jer 52:7 | en zij togen door den weg des vlakken velds. ~ 4321 Jer 52:12 | die voor het aangezicht des konings van Babel stond, 4322 Jer 52:13 | verbrandde hij het huis des HEEREN en het huis des konings; 4323 Jer 52:13 | huis des HEEREN en het huis des konings; mitsgaders alle 4324 Jer 52:15 | 15      Van de armsten nu des volks en het overige des 4325 Jer 52:15 | des volks en het overige des volks, die in de stad overgelaten 4326 Jer 52:16 | Maar van de armsten des lands liet Nebuzaradan, 4327 Jer 52:17 | pilaren, die in het huis des HEEREN waren, en de stellingen, 4328 Jer 52:17 | koperen zee, die in het huis des HEEREN was; en zij voerden 4329 Jer 52:20 | koning Salomo voor het huis des HEEREN gemaakt had; het 4330 Jer 52:22 | was koper, en de hoogte des enen kapiteels was vijf 4331 Jer 52:25 | mannen uit degenen, die des konings aangezicht zagen, 4332 Jer 52:25 | mitsgaders den oversten schrijver des heirs, die het volk des 4333 Jer 52:25 | des heirs, die het volk des lands ten oorlog opschreef, 4334 Jer 52:25 | zestig mannen van het volk des lands, die in het midden 4335 Klaa 1:2 | Beth. Zij weent steeds des nachts, en haar tranen lopen 4336 Klaa 1:5 | gevangenis voor het aangezicht des tegenpartijders. ~ 4337 Klaa 1:6 | henen voor het aangezicht des      vervolgers. ~ 4338 Klaa 1:7 | haar volk      door de hand des tegenpartijders valt, en 4339 Klaa 1:25 | Hij heeft, in ontsteking des toorns, den gehelen hoorn 4340 Klaa 1:29 | muren harer paleizen in des vijands hand overgegeven; 4341 Klaa 1:29 | zij hebben in het huis des      HEEREN een stem verheven 4342 Klaa 1:41 | Maak u op, maak geschrei des nachts in het begin der 4343 Klaa 1:41 | uit voor het aangezicht des Heeren als water; hef uw 4344 Klaa 1:42 | priester in het heiligdom des Heeren gedood worden? ~ 4345 Klaa 1:44 | er is niemand aan den dag des toorns des HEEREN ontkomen 4346 Klaa 1:44 | niemand aan den dag des toorns des HEEREN ontkomen of      4347 Klaa 1:66 | zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield 4348 Klaa 1:70 | en stille zij op het heil des HEEREN. ~ 4349 Klaa 1:77 | Want Hij plaagt of bedroeft des mensenkinderen niet van 4350 Klaa 1:79 | buigt voor het aangezicht des Allerhoogsten; ~ 4351 Klaa 1:82 | Gaat niet uit den mond des Allerhoogsten het kwade 4352 Klaa 1:109| Thau. Geef hun een deksel des harten; Uw vloek zij over 4353 Klaa 1:110| verdelg ze van onder den hemel des HEEREN. ~  ~Klaagliederen 4354 Klaa 1:111| veranderd! Hoe zijn de stenen des heiligdoms vooraan op alle 4355 Klaa 1:126| 16      Pe. Des HEEREN aangezicht heeft 4356 Klaa 1:129| sneller geweest dan de arenden des hemels; zij hebben ons op 4357 Klaa 1:130| onzer neuzen, de gezalfde des HEEREN, is gevangen in hun 4358 Klaa 2:10 | vanwege den geweldigen storm des hongers. ~ 4359 Klaa 2:18 | 18      Om des bergs Sions wil, die verwoest 4360 Eze 1:3 | Geschiedde het woord des HEEREN uitdrukkelijk tot 4361 Eze 1:3 | rivier Chebar; en de hand des HEEREN was daar      op 4362 Eze 1:4 | van Hasmal, uit het midden des vuurs. ~ 4363 Eze 1:13 | was als brandende kolen des vuurs, als de gedaante der 4364 Eze 1:24 | vele wateren, als de stem des Almachtigen, als de stem 4365 Eze 1:28 | die in de wolk is ten dage des plasregens, alzo was de 4366 Eze 1:28 | gelijkenis der heerlijkheid      des HEEREN; en als ik het zag, 4367 Eze 3:12 | Geloofd zij de heerlijkheid des HEEREN uit Zijn plaats! ~ 4368 Eze 3:14 | mijns geestes; maar de hand des HEEREN was sterk op mij. ~ 4369 Eze 3:16 | zeven dagen, dat het woord des HEEREN tot mij geschiedde, 4370 Eze 3:22 | 22      En de hand des HEEREN was daar op mij, 4371 Eze 3:23 | en ziet, de heerlijkheid des HEEREN stond aldaar, gelijk 4372 Eze 4:12 | dien zult gij met drek van des mensen afgang bakken voor 4373 Eze 4:16 | zie, Ik breek den staf des broods in Jeruzalem, en 4374 Eze 4:17 | 17      Opdat zij des broods en des waters gebrek 4375 Eze 4:17 | Opdat zij des broods en des waters gebrek hebben, en 4376 Eze 5:4 | die werpen in het midden des vuurs, en zult ze verbranden 4377 Eze 5:16 | Wanneer Ik de boze pijlen des hongers tegen hen uitzenden 4378 Eze 5:16 | vermeerderen, en u      den staf des broods breken. ~ 4379 Eze 6:1 | 1      En het woord des HEEREN geschiedde tot mij, 4380 Eze 6:3 | Israels, hoort het woord des Heeren HEEREN! Zo zegt de 4381 Eze 7:1 | Daarna geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende: ~ 4382 Eze 7:2 | gekomen over de vier hoeken des lands. ~ 4383 Eze 7:7 | tot u gekomen, o inwoner des lands, de tijd is gekomen, 4384 Eze 7:19 | ten dage der verbolgenheid des HEEREN;      hun ziel zullen 4385 Eze 7:27 | en de handen van het volk des lands zullen beroerd zijn; 4386 Eze 8:1 | aangezicht zaten, dat de hand des      Heeren HEEREN daar 4387 Eze 8:4 | En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel was aldaar, 4388 Eze 8:11 | en een overvloedige wolk des reukwerks ging op. ~ 4389 Eze 8:14 | deur der poort van het huis des HEEREN, die naar het noorden 4390 Eze 8:16 | binnenste voorhof van het huis des HEEREN; en ziet, aan de 4391 Eze 8:16 | aan de deur van den tempel des HEEREN, tussen het voorhuis 4392 Eze 8:16 | leden waren naar den tempel des HEEREN, en hun aangezichten 4393 Eze 9:3 | En de heerlijkheid des Gods van Israel hief zich 4394 Eze 10:4 | hief zich de heerlijkheid des HEEREN omhoog van boven 4395 Eze 10:4 | glans der heerlijkheid des HEEREN. ~ 4396 Eze 10:5 | uiterste voorhof, als de stem des almachtigen Gods, wanneer 4397 Eze 10:18 | Toen ging de heerlijkheid des HEEREN van boven den dorpel 4398 Eze 10:18 | HEEREN van boven den dorpel des huizes weg, en stond boven 4399 Eze 10:19 | der Oostpoort van het huis des HEEREN; en de heerlijkheid 4400 Eze 10:19 | HEEREN; en de heerlijkheid des Gods Israels was van boven 4401 Eze 11:1 | de Oostpoort van het huis des HEEREN, dewelke ziet oostwaarts; 4402 Eze 11:1 | zoon van Benaja, vorsten des volks. ~ 4403 Eze 11:5 | Zo viel dan de Geest des HEEREN op mij, en Hij zeide 4404 Eze 11:14 | Toen geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende: ~ 4405 Eze 11:22 | hen; en de heerlijkheid des Gods van Israel was over 4406 Eze 11:23 | En de heerlijkheid des HEEREN rees op van het midden 4407 Eze 11:25 | weggevoerden al de woorden des HEEREN, die Hij mij had 4408 Eze 12:1 | 1      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4409 Eze 12:8 | 8      En des morgens geschiedde het woord 4410 Eze 12:8 | morgens geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende: ~ 4411 Eze 12:17 | Daarna geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende: ~ 4412 Eze 12:19 | En gij zult tot het volk des lands zeggen: Alzo zegt 4413 Eze 12:21 | Wederom geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende: ~ 4414 Eze 12:26 | Verder geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende: ~ 4415 Eze 13:1 | 1      En des HEEREN woord geschiedde 4416 Eze 13:2 | hun hart profeteren: Hoort des HEEREN woord. ~ 4417 Eze 13:5 | strijd te staan, ten dage des HEEREN. ~ 4418 Eze 13:16 | en voor haar een gezicht des vredes zien, waar geen vrede 4419 Eze 13:22 | Omdat gijlieden het hart des rechtvaardigen door valsheid 4420 Eze 13:22 | en omdat gij de handen des goddelozen gesterkt      4421 Eze 14:2 | 2      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4422 Eze 14:10 | gelijk de ongerechtigheid des vragers zal zijn; alzo zal 4423 Eze 14:10 | zijn de ongerechtigheid des profeten; ~ 4424 Eze 14:12 | 12      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4425 Eze 14:13 | en zal hetzelve den staf des broods breken, en een      4426 Eze 15:1 | 1   En des HEEREN woord geschiedde 4427 Eze 15:2 | Mensenkind, wat is het hout des wijnstoks meer dan alle 4428 Eze 15:6 | HEERE: Gelijk als het hout des wijnstoks is onder het hout 4429 Eze 15:6 | wijnstoks is onder het hout des wouds, hetwelk Ik aan het 4430 Eze 16:1 | 1      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4431 Eze 16:5 | geworpen geweest op het vlakke des velds, om de walgelijkheid      4432 Eze 16:7 | tien duizend, als het gewas des velds, gemaakt; en gij zijt 4433 Eze 16:25 | 25      Aan elk hoofd des wegs hebt gij uw hoge plaatsen 4434 Eze 16:35 | Daarom, o hoer, hoor des HEEREN woord. ~ 4435 Eze 16:38 | bloed der grimmigheid en des ijvers. ~ 4436 Eze 16:49 | maar zij sterkte de hand des armen en      nooddruftigen 4437 Eze 17:1 | 1      En des HEEREN woord geschiedde 4438 Eze 17:5 | Hij nam ook van het zaad des lands, en legde het in een 4439 Eze 17:11 | 11      Daarna geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4440 Eze 17:13 | gebracht, en de machtigen des lands heeft hij weggenomen; ~ 4441 Eze 17:16 | zo hij niet in de plaats des konings, die hem koning 4442 Eze 17:22 | ook van den oppersten tak des hogen ceders nemen, dat 4443 Eze 17:24 | Zo zullen alle bomen des velds weten, dat Ik, de 4444 Eze 18:1 | 1      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4445 Eze 18:4 | zijn Mijne; gelijk de ziel des vaders, alzo ook de ziel 4446 Eze 18:4 | vaders, alzo ook de ziel des zoons, zijn Mijne; de ziel, 4447 Eze 18:18 | onderdrukking onderdrukt heeft, des broeders goed geroofd heeft, 4448 Eze 18:19 | niet de ongerechtigheid des vaders? Immers zal de zoon, 4449 Eze 18:20 | dragen de ongerechtigheid des vaders, en de vader zal 4450 Eze 18:20 | dragen de ongerechtigheid des zoons; de gerechtigheid 4451 Eze 18:20 | zoons; de gerechtigheid des      rechtvaardigen zal 4452 Eze 18:20 | zijn, en de goddeloosheid des goddelozen zal op hem zijn. ~ 4453 Eze 18:23 | lust hebben aan den dood des goddelozen, spreekt de Heere 4454 Eze 18:25 | Nog zegt gijlieden: De weg des HEEREN is niet recht; hoort 4455 Eze 18:29 | het huis Israels: De weg des Heeren is niet recht. Zouden 4456 Eze 18:32 | heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere 4457 Eze 20:2 | 2      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4458 Eze 20:37 | u brengen onder den band des verbonds. ~ 4459 Eze 20:45 | 45      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4460 Eze 20:47 | tot het zuiderwoud: Hoor des HEEREN woord: Alzo zegt 4461 Eze 21:1 | 1      En des HEEREN woord geschiedde 4462 Eze 21:8 | Wederom geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4463 Eze 21:11 | om hetzelve in de hand des doodslagers te geven. ~ 4464 Eze 21:15 | 15      Ik heb de punt des zwaards gezet tegen al hun 4465 Eze 21:18 | Wederom geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4466 Eze 21:19 | voor, waardoor het zwaard des konings van Babel komt; 4467 Eze 21:31 | brandende mensen, smeders des      verderfs. ~ 4468 Eze 21:32 | bloed zal zijn in het midden des lands; uwer zal niet gedacht 4469 Eze 22:1 | 1      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4470 Eze 22:10 | Men heeft de schaamte des vaders in u ontdekt; die 4471 Eze 22:17 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4472 Eze 22:18 | of lood, in het midden des ovens; zilverschuim zijn 4473 Eze 22:22 | het zilver in het midden des ovens gesmolten wordt, alzo 4474 Eze 22:23 | 23      Voorts geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4475 Eze 22:29 | 29      Het volk des lands pleegt enkel verdrukking, 4476 Eze 23:1 | 1      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4477 Eze 24:1 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, in 4478 Eze 24:15 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4479 Eze 24:20 | zeide tot hen: Het woord des HEEREN is tot mij geschied, 4480 Eze 25:1 | 1      En des HEEREN woord geschiedde 4481 Eze 25:3 | de kinderen Ammons: Hoort des Heeren HEEREN woord: Alzo 4482 Eze 25:9 | grenzen af zijn, het sieraad des lands, Beth-Jesimoth, Baal-Meon, 4483 Eze 26:1 | den eersten der maand, dat des HEEREN woord tot mij geschiedde, 4484 Eze 27:1 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4485 Eze 27:28 | 28      Van het geluid des geschreeuws uwer schippers 4486 Eze 28:1 | 1      Voorts geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4487 Eze 28:11 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4488 Eze 28:20 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4489 Eze 29:1 | twaalfden der maand, geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4490 Eze 29:5 | en aan      het gevogelte des hemels heb Ik u ter spijze 4491 Eze 29:17 | der maand, dat het woord des HEEREN tot mij geschiedde, 4492 Eze 29:21 | uitspruiten, en u opening des monds geven in het midden 4493 Eze 30:1 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~ 4494 Eze 30:3 | dag is nabij, ja, de dag des HEEREN is nabij, een wolkige 4495 Eze 30:5 | de kinderen van het land des verbonds zullen met hen 4496 Eze 30:20 | der maand, dat het woord des HEEREN tot mij geschiedde, 4497 Eze 30:24 | En Ik zal de armen des konings van Babel sterken, 4498 Eze 30:25 | Ja, Ik zal de armen des konings van Babel sterken, 4499 Eze 30:25 | Ik Mijn zwaard in de hand des      konings van Babel zal 4500 Eze 31:1 | den eersten der maand, dat des HEEREN woord tot mij geschiedde,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5858

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License