Book Chapter: Verse
1 Gen 37:39 | niemand zo verstandig en wijs, als gij. ~
2 Exo 28:3 | ook spreken tot allen, die wijs van hart zijn, die Ik met
3 Exo 31:6 | hart van een iegelijk, die wijs van hart is, heb Ik wijsheid
4 Exo 35:10 | 10 En allen, die wijs van hart zijn onder ulieden,
5 Exo 35:25 | 25 En alle vrouwen, die wijs van hart waren, sponnen
6 Exo 36:1 | Aholiab, en alle man, die wijs van hart was, in denwelken
7 Exo 36:2 | Aholiab, en alle man, die wijs van hart was, in wiens hart
8 Deu 4:6 | groot volk alleen is een wijs en verstandig volk! ~
9 Deu 32:29 | 29 O, dat zij wijs waren; zij zouden dit vernemen,
10 Ric 1:24 | en zij zeiden tot hem: Wijs ons toch den ingang der
11 1Sa 9:18 | midden der poort, en zeide: Wijs mij toch, waar is hier het
12 1Sa 14:12 | ons, en wij zullen het u wijs maken. En Jonathan zeide
13 2Sa 13:3 | en Jonadab was een zeer wijs man. ~
14 2Sa 14:20 | gedaan; doch mijn heer is wijs, naar de wijsheid van een
15 1Kon 2:9 | onschuldig, dewijl gij een wijs man zijt; en gij zult weten,
16 1Kon 2:16| van u een enige begeerte; wijs mijn aangezicht niet af.
17 1Kon 2:20| een enige kleine begeerte, wijs mijn aangezicht niet af.
18 1Kon 3:12| woorden; zie, Ik heb u een wijs en verstandig hart gegeven,
19 Job 9:4 | 4 Hij is wijs van hart, en sterk van kracht;
20 Job 15:2 | 2 Zal een wijs man winderige wetenschap
21 Job 32:9 | 9 De groten zijn niet wijs, en de ouden verstaan het
22 Job 34:34 | zullen met mij zeggen, en een wijs man zal naar mij horen; ~
23 Psa 90:12 | dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen. ~
24 Psa 107:43 | 43 Wie is wijs? Die neme deze dingen waar;
25 Spre 1:5 | 5 Die wijs is, zal horen, en zal in
26 Spre 3:7 | 7 Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den HEERE,
27 Spre 6:6 | zie haar wegen, en word wijs; ~
28 Spre 8:33| Hoort de tucht, en wordt wijs, en verwerpt die niet. ~
29 Spre 9:12| 12 Indien gij wijs zijt, gij zijt wijs voor
30 Spre 9:12| gij wijs zijt, gij zijt wijs voor uzelven; en zijt gij
31 Spre 10:1 | spreuken van Salomo. Een wijs zoon verblijdt den vader;
32 Spre 10:8 | 8 Die wijs van hart is, neemt de geboden
33 Spre 11:29| knecht zijn desgenen, die wijs van hart is. ~
34 Spre 11:30| en wie zielen vangt, is wijs. ~
35 Spre 12:15| die naar raad hoort, is wijs. ~
36 Spre 13:1 | 1 Een wijs zoon hoort de tucht des
37 Spre 13:20| met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten
38 Spre 15:20| 20 Een wijs zoon zal den vader verblijden;
39 Spre 16:14| boden des doods; maar een wijs man zal die verzoenen. ~
40 Spre 17:28| dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs geacht worden, en die zijn
41 Spre 19:20| opdat gij in uw laatste wijs zijt. ~
42 Spre 20:1 | daarin dwaalt, zal niet wijs zijn. ~
43 Spre 20:26| 26 Een wijs koning verstrooit de goddelozen,
44 Spre 21:11| straft, wordt de slechte wijs; en als men den wijze onderricht,
45 Spre 23:15| Mijn zoon! zo uw hart wijs is, mijn hart zal blijde
46 Spre 23:19| gij, mijn zoon! en word wijs, en richt uw hart op den
47 Spre 24:5 | 5 Een wijs man is sterk; en een man
48 Spre 25:12| 12 Een wijs bestraffer bij een horend
49 Spre 26:5 | opdat hij in zijn ogen niet wijs zij. ~
50 Spre 26:12| gij een man gezien, die wijs in zijn ogen is! Van een
51 Spre 27:11| 11 Zijt wijs, mijn zoon, en verblijd
52 Spre 28:11| 11 Een rijk man is wijs in zijn ogen; maar de arme,
53 Spre 29:9 | 9 Een wijs man, met een dwaas man in
54 Spre 30:24| aarde; doch dezelve zijn wijs, met wijsheid wel voorzien. ~
55 Pred 2:19| Want wie weet, of hij wijs zal zijn, of dwaas? Evenwel
56 Pred 4:13| Beter is een arm en wijs jongeling, dan een oud en
57 Pred 7:16| noch houd uzelven al te wijs; waarom zoudt gij verwoesting
58 Pred 12:9 | voorts, dewijl de prediker wijs geweest is, zo leerde hij
59 Jes 5:21 | dengenen, die in hun ogen wijs, en bij zichzelven verstandig
60 Jes 31:2 | 2 Nochtans is Hij ook wijs, en Hij doet het kwaad komen,
61 Jer 4:22 | zij zijn niet verstandig; wijs zijn zij om kwaad te doen,
62 Jer 8:8 | Hoe zegt gij dan: Wij zijn wijs en de wet des HEEREN is
63 Eze 43:10 | 10 Gij mensenkind; wijs den huize Israels dit huis,
64 Hos 14:10 | 10 Wie is wijs? die versta deze dingen;
65 Zac 9:2 | en Sidon, hoewel zij zeer wijs is; ~
66 Hand 1:24| Kenner der harten van allen, wijs van deze twee een aan, dien
67 Rom 11:25 | onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt, bij uzelven), dat
68 Rom 12:3 | onder u is, dat hij niet wijs zij boven hetgeen men behoort
69 Rom 12:3 | boven hetgeen men behoort wijs te zijn; maar dat hij wijs
70 Rom 12:3 | wijs te zijn; maar dat hij wijs zij tot matigheid, gelijk
71 Rom 12:16 | tot de nederige. Zijt niet wijs bij uzelven. ~
72 Rom 16:19 | uwenthalve; en ik wil, dat gij wijs zijt in het goede, doch
73 1Kor 3:10| gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fondament
74 1Kor 3:18| iemand onder u dunkt, dat hij wijs is in deze wereld, die worde
75 1Kor 3:18| die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden. ~
76 1Kor 6:5 | dan alzo onder u geen, die wijs is, ook niet een, die zou
77 1Kor 12:31| naar de beste gaven; en ik wijs u een weg, die nog uitnemender
78 2Kor 11:19| de onwijzen, dewijl gij wijs zijt. ~
79 2Tim 3:15| Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid,
80 Jako 3:13| 13 Wie is wijs en verstandig onder u? die
|